De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Europa, Luc Cortebeeck, Competitiviteit, Lissabonverdrag, Kathleen Van Brempt, Links-rechts -

Eindelijk debat over Europa! Of niet?

woensdag 16 maart 2011 23:47
Spread the love

Hoera! Contestatie!

Deze week werd er, ergens tussen bijna uitsluitende berichtgeving over Libië en Japan door, in onze media ‘plots’ een debat gehouden over de richting die Europa sociaaleconomisch uit moet. Sp.a-politica Kathleen Van Brempt veroordeelde de conservatieve Europese plannen afkomstig van Duits Bondskanselier Merkel en de Commissie die het einde van ons sociaal stelsel zouden inluiden en klaagde aan dat onze regering op deze te laks en te laat had gereageerd.

ACV-voorzitter Luc Cortebeeck sloot zich aan bij de inhoudelijke kritiek van Van Brempt op het competitiviteitspact (na het debacle van de Europese Raad van februari gemetamorfoseerd tot ‘pact voor de euro’), maar was milder voor de huidige federale regering en riep op om niet tegen Europa te staan schelden maar alternatieven naar voor te schuiven. Zondag ging het hoofddebat van de Zevende Dag hier zelfs over.

Er wordt dus gediscussieerd over welke richting Europa uit moet. Eindelijk. Jarenlang was België het land van de ‘permissieve consensus’. Wat Europa deed was per definitie goed, tenzij het goed uitkwam om voor een onpopulaire maatregel de schuld op Europa te schuiven. Maar debat over welk beleid Europa moet houden, werd nooit gevoerd. Nu het in Europa gaat over welke maatregelen moeten worden genomen om de toekomst van de eurozone te redden, lijkt zulk debat wel op gang te komen.

Of toch niet…?

Toen kwamen Dirk Sterckx en Jean-Luc Dehaene echter verduidelijken dat het niet om een keuze gaat. De hervormingen (hogere pensioenleeftijd en uitbouw tweede en derde pijler, wijziging indexmechanisme, loonmatiging, etc.) die worden voorgesteld door Merkel en de Europese Commissie zijn onvermijdelijk. Ze zijn nodig om onze ‘competitiviteit’ te bewaren en dat is dan weer een voorwaarde om ons sociaal model in stand te houden. Als onze eigen politici dat niet onder ogen durven zien, dan moet Europa, of Duitsland, het opleggen. Wie dat bestrijdt, of alternatieven naar voor schuift, is een populist.

Sinterklaas voor volwassenen

Op die manier gaat het deksel weer op het debat. De beslissingen waarover nu in Europa wordt gediscussieerd zijn niet onderhandelbaar. Misschien in hun precieze uitwerking, om de illusie te bewaren dat de nationale politici de touwtjes in handen houden. Voor de ‘ideologische discussie’ over alternatieven als een financiële transactietaks is geen tijd, aldus Dehaene.

Daarmee doet competitiviteit, al een tijdje trouwens, dienst als een sinterklaas voor volwassenen. Als we niet braaf zijn (pijnlijke hervormingen doorvoeren) dan krijgen we de roe. Zulke stoute meneer inroepen is nu eenmaal makkelijker dan uitleggen wat de precieze reden is waarom bepaalde dingen goed of slecht zijn. Wel, weg daarmee.

Pact tegen competitiviteit

Graag wil ik een pact sluiten tegen competitiviteit. Met al onze journalisten. Of althans een welwillende coalitie onder hen. Anders dan het pact voor competitiviteit is het simpel en ondubbelzinnig. Ik heb het zelf geschreven en draag er de volle verantwoordelijkheid voor. Het pact bevat slechts één regel:

1° Vanaf heden zal ik elke keer een respondent het woord competitiviteit gebruikt hem of haar vragen dit te definiëren.

Competitiviwat?

Er zijn van die woorden die plots opduiken in ons taalgebruik en dan door iedereen te pas en te onpas worden gebruikt zonder goed te weten wat ze precies betekenen. Competitiviteit gaat al langer mee in economische zakwoordenboeken, maar raakte in het politiek taalgebruik bij ons vooral geïntroduceerd door de Lissabon Strategie uit 2000 die van de EU ‘de meest competitieve economie ter wereld’ moest maken tegen 2010. Sindsdien lijkt competitiviteit de maatstaf van alle dingen des politiek geworden. Vooral onpopulaire maatregen worden steeds verantwoord onder het mom van de competitiviteit.

Maar wat wil competitiviteit zeggen? Ik weet het ook niet helemaal zeker, maar ik denk dat de gebruikers van de term ermee bedoelen dat de dingen die wij hier maken in het buitenland verkocht moeten raken. Dat heeft tot gevolg dat onze lonen niet te hoog mogen zijn. Onze pensioenleeftijd moet omhoog want te vroege pensioenen zorgen voor teveel extra loonlasten. Wat competitiviteit dus eigenlijk wil zeggen is dat onze lonen, arbeidsvoorwaarden en sociale bescherming hier niet beter (of kom, maar een klein beetje) mogen zijn dan elders.

Maar wat zijn optimale arbeidsvoorwaarden, wat is een correcte loonshoogte en pensioenleeftijd? Zijn dat luxe ‘ideologische’ discussies, of net de onderwerpen bij uitstek waarover onze politieke debatten zouden moeten gaan?

Europa heeft links-rechts debat nodig

En daarmee komen we terug bij Europa uit. De links-rechts discussie die momenteel woedt over welke economische koers de EU en de eurozone moeten varen zou heel gunstig kunnen zijn voor de Unie. Het is een teken dat de EU als politiek project tot wasdom is gekomen. Wellicht wordt er gekozen voor een ‘rechtse’ koers. Dat is niet meer dan logisch, de overgrote meerderheid van regeringen in Europa is rechts alsook een meerderheid in het Europees Parlement.

Als binnen een aantal jaren blijkt dat te grove besparingen nefast zijn geweest en afbouw van onze welvaartsstaat door de mensen wordt beklaagd, dan kunnen zij deze partijen daar bij verkiezingen de rekening voor presenteren. Of als het goed uitdraait, voor belonen. Als het wordt voorgesteld als een niet-onderhandelbare noodzaak of een Europees/Duits dictaat, kan dit bij mislukking enkel uitmonden in antipolitieke en/of Eurosceptische gevoelens.

Laten we het debat dus blijven voeren. Aan de ‘Europese meerderheid’ om beter, duidelijker en vooral eerlijker uit te leggen waarom ze welke maatregelen willen nemen. Als ze zich verstoppen achter holle frasen als ‘competitiviteit’, aan journalisten om hen het vuur aan de schenen te leggen. En aan de ‘Europese oppositie’ om alternatieven naar voor te schuiven.

Ferdi De Ville (Centrum voor EU-studies UGent en Poliargus)

Deze tekst werd eerder gepubliceerd als opiniestuk in de De Morgen van dinsdag 15 maart 2011

take down
the paywall
steun ons nu!