De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

EEN LIBERALE VISIE OP DE BEVRIJDING VAN DE VROUW EN DE MAN

EEN LIBERALE VISIE OP DE BEVRIJDING VAN DE VROUW EN DE MAN

dinsdag 5 februari 2019 07:44
Spread the love

Alexander De Croo publiceerde een heel toegankelijk, vlot leesbaar en zeer informatief boek over de vrouwenemancipatie, die hij terecht gekoppeld ziet aan de mannenemancipatie. De liberale denktank Liberales bekroont deze publicatie als Boek van het jaar 2018 en huldigt de auteur daarvoor op 7 februari in Gent, met een debat waaraan naast de schrijver ook Floris van den Berg en Othman El Hammouchi deelnemen.

Het boek van de uittredende vicepremier en minister berust op uitgebreide research en zit vol feiten en cijfergegevens, al is een systematische vermelding van de bronnen achterwege gelaten. Allicht omdat het boek als (min of meer) populaire literatuur bedoeld is. Daarmee in tegenspraak is dan weer de literatuurlijst achteraan: negen titels, waarvan acht in het Engels.

Alexander De Croo geeft in de loop van zijn betoog ook een zelfportret. Hij vertelt hier en daar iets over zijn activiteiten als politicus en soms ook als huisvader en echtgenoot. Uit dat alles komt hij naar voor als een goed geïnformeerde en competente politicus die internationale fora frequenteert en die nuchter en zakelijk redeneert en niet de pretentie heeft alles beter te weten of zelf een rolmodel te zijn.

Integendeel, hij geeft vaak aan dat hij zelf tekortschiet, wat zijn betoog sympathieker en overtuigender maakt. Hij is geen heilige en geen ziener, maar iemand die geleidelijk aan de problemen ontdekt, de elementen van de dossiers verzameld, probeert een standpunt te bepalen.

Hij doet dat niet als een ideoloog, maar als een rationele manager. Wat is het probleem? Wat zijn mogelijke oplossingen? Hoe zit dat in andere landen? Wat zijn voor- en nadelen van de verschillende benaderingen? Welke weerstand kunnen ze oproepen? Wat is de kostprijs van een oplossing, wat het te verwachten of gerealiseerde rendement?

EMANCIPATIE DOOR ARBEID

Een interessant voorbeeld van deze aanpak is zijn benadering van de hoofddoekkwestie. Na al de commentaren daarop door verlichtingsfundamentalisten en islamofoben is het een verademing dit te lezen: ‘Ik ben zeker niet naïef. Er zijn ongetwijfeld heel wat vrouwen die de hoofddoek tegen hun zin dragen. Maar brengt het verbod op een hoofddoek soelaas voor deze vrouwen? Bart Somers, de burgemeester van Mechelen, vat het perfect samen wanneer hij stelt dat hij liever moslima’s met een hoofddoek achter de loketten van zijn stadhuis ziet dan helemaal geen moslima’s achter die loketten. Beter een vrouw met een hoofddoek die werkt, dan een vrouw zonder hoofddoek die thuiszit. (…) Een vrouw die met een hoofddoek uit werken gaat, krijgt meer kansen dan een vrouw die door het hoofddoekverbod veroordeeld wordt om thuis te blijven. Meer kansen om zich te ontwikkelen, om mondiger en zelfstandiger te worden. En wie weet ooit sterk genoeg te staan om die hoofddoek af te doen als ze dat wil. In Canada, Scandinavië en nagenoeg alle Europese landen bestaat helemaal geen hoofddoekverbod. In Nederland geldt het verbod alleen voor rechters en voor ambtenaren in uniform, zoals agenten en militairen. In de Verenigde Staten wordt de vrijheid om een hoofddoek te dragen beschermd door het eerste amendement bij de grondwet.’ (p. 178-179)

Niet alleen het internationale panorama valt hier op, maar ook de pragmatische aanpak – wat is het gevolg als we dit doen of dat doen? Heel belangrijk is ook het achterliggende vertrekpunt. Er zijn op onze arbeidsmarkt arbeidskrachten tekort, dus moet je proberen zoveel mogelijk vrouwen te laten overstappen van thuisblijven naar gaan werken. ‘Wanneer je het vanuit deze invalshoek bekijkt, die van de arbeidsactivering van vrouwen, dan krijgt het debat over de hoofddoek een heel andere dimensie.’ (p. 178)

EEN ECONOMISCHE VISIE OP MIGRATIE

Deze standpuntbepaling over de hoofddoek volgt op een passage over de migratieproblematiek en is daaraan gekoppeld. Ook die bekijkt de auteur vanuit de arbeidsmarkt, met name vanuit het tekort aan arbeidskrachten? ‘Het probleem is acuut. In 2040 verwacht de Europese Unie een tekort van 24 miljoen werknemers. In feite zijn er dan slechts drie opties. Ofwel leggen we ons bij de vergrijzing neer en aanvaarden we dat de economische groei stokt en de welvaart afneemt. (…) Dat lijkt me alleen een theoretische optie. Ofwel zetten we onze grenzen open voor de immigratie van tientallen miljoenen geschoolde arbeidskrachten. Een systeem van greencards, zoals in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Ik ben ervan overtuigd dat ook Europa hier niet aan zal kunnen ontsnappen. (…) Maar zelfs als we dat doen, zullen we op die manier toch nooit het tekort van 24 miljoen werknemers volledig kunnen invullen met migranten. De maatschappelijke weerstand hiertegen is gewoon te groot. Onze democratische systemen zouden het niet overleven. Zo komen we bij de derde en beste optie. Als we erin slagen de werkgelegenheidsgraad van de vrouwen op te trekken tot die van de mannen, dan kan het tekort vaan arbeidskrachten binnen de Europese Unie in 2040 beperkt blijven tot 3 miljoen. (…) En die 3 miljoen werknemers en werkneemsters die we dan nog tekort hebben, kan Europa wél via legale migratie binnenhalen. Dat kunnen we wél schaffen.’

Dat klinkt allemaal heel plausibel, realistisch en overtuigend. Maar als ik er langer over nadenk, bekruipen mij twijfels. Is het een goed idee dat Europa de geschoolde arbeidskrachten uit ‘ontwikkelingslanden’ wegzuigt? Dat belemmert toch juist de ontwikkeling van die landen? En dan kunnen we van het extra profijt dat we in Europa binnenhalen, een aalmoes doorstorten als ‘ontwikkelingshulp’ aan de landen die we intellectueel geplunderd hebben?

Elders in zijn boek stelt De Croo een denkbeeldige vraag aan zichzelf: wat zou je doen als je het hele budget van ontwikkelingssamenwerking aan één zaak zou moeten besteden? Volgens hem zouden veel mensen zeggen: de hongersnood bestrijden, of de gezondheidszorg prioriteit geven. ‘Maar ik zou een andere keuze maken. Onderwijs voor meisjes. Wanneer mensen niet langer omkomen van de honger of sterven aan geneeslijke ziektes, dan betekent dat uiteraard een wezenlijke vooruitgang. Maar het is geen hefboom voor ontwikkeling. Onderwijs voor meisjes is dat wel.’ (p. 78) Met alle respect voor het belang van dat onderwijs vind ik dat toch nogal een ongelukkige prioriteit. Moet je inderdaad niet eerst en vooral voorkomen dat de mensen creperen van de honger of de ziekte?

Maar goed, laten we de auteur even zijn zin geven. We besteden dus eerst ons geld voor ontwikkelingshulp aan onderwijs, in het bijzonder van meisjes, en in een volgende stap laten we de geschoolde krachten immigreren naar Europa om ons tekort aan werkkracht aan te vullen? Wat blijft er dan nog over van het idee van ontwikkelingshulp? Wij helpen eigenlijk toch vooral of uitsluitend onszelf?

En dan de ‘flexibilisering’ van de arbeidsmarkt, die volgens De Croo noodzakelijk is om meer vrouwen aan het werk te krijgen, is die wel zo positief? De dames aan de kassa in de supermarkt hier om de hoek die thuis zitten tot ze worden opgeroepen als er een bepaald volume klanten in de winkel is – die zijn toch slavinnen in zo’n systeem?  Ze moeten beschikbaar blijven om te komen werken als de werkgever ze nodig heeft, maar hun ‘vrije’ tijd is totaal onvrij, want op elk moment kunnen ze worden opgeroepen. In hun vrije tijd dragen ze zoiets als een enkelband van hun baas. Flexibilisering klink heel modern, maar de inhoud ervan is heel verdacht.

EEN ZONNIGE KIJK OP DE VRIJEMARKTECONOMIE

Daarmee komen we aan een dieperliggende problematiek. Het boek van De Croo straalt een ongebreideld optimisme en enthousiasme over de vrijemarkteconomie uit. Die moet (en zal) groeien, en gelijkheid van man en vrouw past daarin en draagt daartoe bij: de zwak betaalde jobs waar vooral vrouwen in terecht komen, namelijk in de zorgsector en het onderwijs, moeten financieel opgekrikt worden, en er moeten meer mannen naar toe. De goedbetaalde jobs in de sectoren ICT, wetenschap, technologie, industrie en bouw moeten beter afgestemd worden op vrouwen en er meer aantrekken. Er moeten meer crèches komen, de schoolleeftijd moet omlaag zodat de school nog meer een kinderopvangplek wordt, enz.

Dat zou ongetwijfeld allemaal vooruitgang zijn, meer gelijkheid betekenen voor man en vrouw, de dubbele dagtaak van de vrouw reduceren of tot nul herleiden, meer vrouwen aan de top brengen in politiek en bedrijfsleven enz. Maar meer vrouwen aan de top is niet per se een kwalitatieve vooruitgang. Een enkele Margaret Thatcher was al een ramp, een tiental van die dames is een totale catastrofe.

Bovendien is heel onze economie erop gericht een kleine klasse kapitaalbezitters nog rijker te maken, terwijl de kloof met de armen (personen zowel als landen) steeds groter wordt. Uitbuiting heet dat, met een geijkte term die buiten het jargon van De Croo valt. Over de grondslagen van het economische bestel heeft hij geen vragen, alleen over de continuering ervan. 

De fraaie lijst van verbeteringen voor de man-vrouwverhouding die hij voorstelt is dan ook interessant, maar onvoldoende. Meer mensen ‘gelukkig’ laten zijn in een systeem van uitbuiting is natuurlijk een droom, maar de nuchtere realiteit is dat werknemers vaak worden uitgeknepen, arbeidsomstandigheden dikwijls minderwaardig of ondoenbaar zijn, bazen onbekwaam, collega’s pesterig… En ook als door de MeToo-beweging de mannen leren hun manieren te houden en ophouden met seksueel misbruik, blijft het feit bestaan dat vrouwen net zo goed krengen kunnen zijn als mannen, en dat het werkend leven vaak een zware belasting is, met depressies en burn-outs tot gevolg.

Na of naast dit boek is er dus een tweede nodig, dat de economie doorlicht en de vraag stelt naar een billijke verdeling van inkomsten, naar bescherming van de werknemer, naar de zinvolheid van de economische groei en naar de kwaliteit van het leven, naar de vermindering van de arbeidsduur…  Gelijke uitbuiting van man en vrouw is misschien toch niet echt een voldoende vooruitgang?

Alexander De Croo, De eeuw van de vrouw, Hoe het feminisme ook mannen bevrijdt, Polis, 2018

take down
the paywall
steun ons nu!