Pas terug uit Antwerpen. Daar was vanmiddag ‘occupy Antwerp’, een soort volksvergadering voor mensen die boos zijn vanwege de huidige economische realiteit en dringend een meer rechtvaardige wereld eisen.
Op zich is een dergelijke volkswoede niet nieuw. Ik leerde het voor het eerst kennen in 1996, als laatstejaarsscholier tijdens de Witte Mars, nadat was gebleken dat de politie gruwelijk had geknoeid in de zaak Dutroux. Later, in 1999 en volgende, ontstond de andersglobaliseringsbeweging als legitiem protest tegen een vernietigende neoliberale globalisering. Beide golven kolkten krachtig op een momentum van ‘nu moét er iets ten goede veranderen, of we dragen gevolgen die we niet willen dragen’.
En ja, die gevolgen dragen we vandaag maar al te zeer. De ‘indignados’ en de ‘occupy Wall Street’ beweging zijn een directe echo van het andersglobalisme, als je het mij vraagt. Waar deze publiek zeer verfoeide beweging tien jaar geleden allemaal tegen waarschuwde, zijn exact de uitwassen die we vandaag meemaken. En nu komt dit nieuwe volksprotest – in België vaart gegeven door het drama Dexia – ook bij ons. En mogen we dus alweer vanop de eerste rij proeven en aanschouwen hoe sociaal protest zichzelf structureert in ons land.
Volkswoede is dus niet nieuw, maar ook hoe gevestigde groepen erop reageren is naar mijn gevoel opgewarmde kost. Aangekomen op de Groenplaats zie je ten eerste geen duizenden woedende mensen in actie, maar eerder een paar honderd die wat verdwaald staan te luisteren naar iemand achter een megafoon. Ondertussen loopt op de Meir een groot veelvoud van dit aantal zonnebadend te winkelen, alsof ze nog nooit van enige reden tot protest gehoord hebben. Wat hen tot betrokkenheid kan bewegen blijft de kip met de gouden eieren. Die megafoon zal hen alvast niet bekoren.
En alle ‘usual suspects’ zijn aanwezig en – voor wie weet naar wat te kijken – snel duidelijk. De LSP blijft kampioen in flyeren. De PVDA heeft via ‘Geneeskunde voor het Volk’ de beste logistiek en dus staat een mooie tent rechtop. En de ene na de andere persoon treedt achter de megafoon met een ogenschijnlijk heel persoonlijke boodschap. ‘Hallo ik ben X uit Borgerhout’ en ‘goeiemiddag Antwerpen, ik ben Y en 50 jaar’, waarna te vaak een te mooi georchestreerde boodschap volgt om die niet met groeiende argwaan te aanhoren. Vanuit de ervaring van jaren in het andersglobalisme stelde ik me vandaag véél te vaak de vraag welke partijkaart de sprekers in hun zak hadden steken. Dat gaf me een ongemakkelijk gevoel in de maag. Welke politieke affiliatie mensen hebben werd echter nooit zo uit de doeken gedaan. Enkel een rode sjaal of een bepaalde pin kon daarbij het raden helpen. Het is slechts die enkele verdwaalde spontane (en soms afwijkende) stem (‘we moeten ons in kleine groepjes organiseren tot actie’, ‘vooral het leefmilieu verdient onze aandacht’) die je eraan herinnert dat er inderdaad reden is om hier dringend verandering te eisen. Actie voor een nieuwe wereld voorbij oude, vergane patronen, eerder dan nieuwe pogingen om terechte volkwoede in deze of die richting te kanaliseren.
Soit, mensen verdedigen waar ze in geloven, vanuit de hoeken dat ze komen. Dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo zijn. Wat naar mijn gevoel echter een groot gevaar is voor dit gloednieuwe ‘occupy Belgium’, is dat hier voorbij wordt gegaan aan de wens van mensen om te helpen iets te veranderen, om ‘nee’ te zeggen op het ene en ‘ja’ op het andere. Volgens mij zijn de meeste van deze vijfhonderd aanwezigen niet naar Antwerpen afgezakt om daar naar een eindeloze reeks donderspeeches tegen ‘die smeerlappen die ons bestelen’ te luisteren. Er zit me iets heel erg dwars in de formule dat één mens door een megafoon praat en 499 anderen luisteren en applaudisseren, en dat uren aan een stuk. Hoe waar ook hetgeen gezegd werd, alvast ikzelf snak naar meer debat, interactie, wegen naar alternatieven, samenwerking. Ik hoef niet achteraf naar huis te gaan enkel met het besef dat ik niet alleen ben, of dat er iets mis is. Ik wist dat immers al. Maar hoe nu anders? Welk effect heeft mijn aanwezigheid hier nu gehad? Op welke manier is de politiek hier bang van ons geweest? En hoe zal ze dat ooit wél zijn?
Wat ik ook denk te weten, is de combinatie van de volgende twee gegevens:
- 1) elke (poging tot) revolutie is in het verleden op een bepaald ineffectief compromis gestrand (of we hadden vandaag geen behoefte aan méér, want dan HADDEN we al die rechtvaardige en duurzame wereld voor allen)
- 2) onze tijd is op, de problemen van vandaag zijn te groot om nogmaals ons geld in te zetten op mechanismen die in het verleden al ineffectief bleken. Zowel de kloof tussen arm en rijk als de destructie van het leefmilieu wachten geen vijf jaar meer op een totale explosie.
Dus is het NU de tijd om de maskers af te gooien, open kaart te spelen over wie we precies zijn en wat onze (eventueel verborgen) agenda is, en te kijken hoe we eerlijke en doortastende educatie, basisdemocratie en gemeenschapsvorming een plaats kunnen geven voor de eeuwigheid, in plaats van dat de man met de megafoon de ongekroonde koning is die door de rest moet worden bewonderd (zoals we het al zo mooi leerden op school en daarna).
Ik draai rond de pot. Ik zal zeggen hoe ik het voel. Ik heb zo stilaan geen geduld meer met het gegeven dat je bij elke manifestatie mag raden welke (klein-)linkse politieke beweging nu weer probeert om het geheel in diens kamp te manoeuvreren, alsof het belangrijker is om de volgende verkiezingen een paar procentpunten méér aan stemmen te hebben, eerder dan mensen de middelen aan te bieden om vrij voor zichzelf tot oplossingen te komen waar zijzelf totaal in kunnen geloven. Mensen die niet eerlijk zijn over hun wortels, voeden de scepsis van al diegenen die geen tamme, onwetende schapen zijn (en die dus per definitie ook in het verleden al in protest betrokken waren) vanuit een ‘been there, done that & don’t want that’.
Ik vraag dus vriendelijk aan al diegenen die in België echt iets willen zien veranderen om in gelijkaardige samenkomsten de volgende twee dingen op te eisen of aan te bieden:
- 1) alle ruimte om af te stappen van methodieken uit het verleden die te ‘old school’ zijn om mensen diep te raken en kracht te bieden. Een megafoon opstellen met één iemand die spreekt en de rest die luistert heeft zijn beste tijd gehad. Vraag maar aan eender welke leerkracht in opleiding. Mensen activeren en betrekken is de toekomst. Zeker als we graag een meer democratische toekomst willen. De megafoon mogen vragen om precies dit aan de massa voor te stellen, zal die ingesteldheid niet dichterbij brengen, want dan luistert en applaudisseert men wel, maar zitten we ondertussen nog stééds in datzelfde docent/luisteraar-patroon.
- 2) het te bereiken doel (een duurzame en rechtvaardige wereld voor allen) moet ten allen tijde belangrijker zijn dan de eventuele partijkaart in de portefeuille. Je kan een massa uit vrije beweging doen kiezen voor democratie, de bescherming van het leefmilieu, eerlijke belastingen en strenge sociale regelgeving. Je kan echter maar een minimale fractie van diezelfde massa doen kiezen voor, pakweg, centralistisch communisme. Willen we eerder dat centralistisch communisme, of willen we nu een wereld waarin een meerderheid geloven kan, een bereikbaar alternatief waarmee we – misschien oh misschien – ooit ook die multitude shoppers bereiken en enthousiasmeren kunnen?
Let’s face it: in 1996 luisterde een boze massa naar een man met een megafoon. In 2001 luisterde een boze massa naar een man met een megafoon. In 2011 luistert een boze massa naar een man met een megafoon. Ondertussen is de zaak er niet meteen beter op geworden. Als deze oude mechanismen niet blijken te werken, waarom werken we dan niet samen aan nieuwe mechanismen die wél werken?
To be continued, zaterdag 29 oktober @ Occupy Ghent! Let’s build this alternative, together! We have the will, the strength and the experience!