Het schouwspel van de eurosceptische parlementariër Nigel Farage kan inderdaad belachelijk populistisch en inhoudsloos genoemd worden. Toch mag er gerust gezegd worden dat Europa een eliteclub is.
Indien de volksvertegenwoordigers het Europese platform effectief gebruiken om het volk te vertegenwoordigen op het globale toneel is er sprake van democratie. Helaas gebeurde gisteren in het VRT-journaal het omgekeerde: president van Rompuy verdedigt het groeistandpunt van de wereldbank en de wereldhandelsorganisatie bij het Vlaamse volk.
Reeds decennia lang word door onafhankelijke intelligentia besloten dat er grenzen zijn aan de groei. We kunnen niet spreken van toegevoegde waarde aan de huidige generaties indien er geen waarde overblijft voor de toekomstige generaties (leg het anders maar eens uit aan de volgende generaties).
Toch is het mogelijk de welvaart te laten stijgen wereldwijd zonder die van onze kleinkinderen in het gedrang te brengen. Aangezien we beperkt zijn in ruimte en uitputbare grondstoffen kunnen we enkel nog onze economie sociaalecologish verbeteren: dus groeien in kwaliteit, niet meer in kwantiteit. Desnoods door invoerheffingen in te voeren voor landen die bvb veel CO2 uitstoten en geen vrij onderwijs of sociale zekerheid aanbieden (=ongelijke concurrentie); als we deze inkomsten dan inzetten in die landen voor hernieuwbare energieprojecten, onderwijs enzo is er van geografisch protectionisme geen sprake.
Europa is wereldleider qua economie zoals de VS dat zijn qua militaire macht, en dat zorgt ervoor dat we zeker iets in de pap te brokkelen hebben; maar als onze president eerder de belangen van enkele multinationale bedrijven promoot dan de belangen van het volk dat hij/zij vertegenwoordigt is er geen sprake van democratie en blijft het dweilen met de kraan open.