Werkgeversbijdragen zijn een integraal deel van je loon
De term ‘werkgeversbijdragen’ is misleidend en geeft de indruk dat het hier gaat om een extra kost die bedrijven vrijwillig bijdragen aan de sociale zekerheid. In werkelijkheid maken deze bijdragen integraal deel uit van het totale loonpakket van de werknemer. Wanneer een werkgever iemand in dienst neemt, kijkt hij niet alleen naar het brutoloon, maar naar de volledige loonkost. Die bestaat uit het brutoloon én de ‘werkgeversbijdragen’.
Dit betekent dat deze bijdragen eigenlijk ‘uitgesteld loon’ zijn. Loon dat niet onmiddellijk wordt uitbetaald aan de werknemer, maar wordt doorgestort naar de sociale zekerheid. Om dan later terug te vloeien naar de werknemer in de vorm van pensioenen, werkloosheidsuitkeringen en ziektevergoedingen.
Wat was de essentie van de taxshift?
Door de werkgeversbijdragen te verlagen, heeft de regering in feite de loonmassa van de werknemers verminderd. Dit gebeurde op een subtiele manier, want het brutoloon op de loonbrief bleef hetzelfde, maar de bijdragen aan de sociale zekerheid daalden. Dit had drie grote gevolgen:
1. Minder sociale rechten voor werknemers. Minder bijdragen aan de sociale zekerheid betekent dat er minder middelen zijn voor pensioenen, werkloosheidsuitkeringen en andere sociale voorzieningen. Op lange termijn vertaalt dit zich in een verzwakte sociale bescherming voor werknemers.
2. Hogere belastingen als compensatie. De taxshift werd deels gecompenseerd door alternatieve belastingen, zoals de verhoging van de btw en accijnzen op brandstof, elektriciteit en consumptiegoederen. Dit trof vooral werknemers, omdat zij via indirecte belastingen zelf de gaten moesten vullen die de werkgevers niet meer betaalden.
3. Een verborgen loonsverlaging. Omdat werkgeversbijdragen deel uitmaken van de totale loonkost, betekent een verlaging ervan een vermindering van het totale loon dat een werknemer genereert. Dit is in wezen een loonsverlaging die niet als zodanig werd benoemd.
Winststijging voor ondernemingen
Terwijl werknemers koopkracht verloren en sociale rechten werden afgebouwd, zagen veel ondernemingen hun winstmarges stijgen. Volgens de Nationale Bank van België vertoonden de brutowinstmarges van bedrijven een opwaartse trend, met een aanzienlijke versnelling vanaf 2016. De daling van de werkgeversbijdragen heeft hier rechtstreeks toe bijgedragen. Dit toont aan dat bedrijven de taxshift hebben aangewend om hun winsten te verhogen. Dit in tegenstelling met wat ons werd voorgehouden dat de taxshift diende om de koopkracht te beschermen en om meer mensen aan een baan te helpen.
De werkelijke impact op de werknemers
In werkelijkheid werd een deel van het loon van de werknemers onttrokken en omgeleid naar bedrijven, terwijl de werknemers zelf opdraaiden voor de compensatie via verhoogde belastingen en een zwakkere sociale zekerheid. Dit gebeurde bovendien in combinatie met een verdoken indexsprong. Die verdoken indexsprong was nodig om de weerslag van de alternatieve financiering (verhoging van de btw en accijnzen op brandstof, elektriciteit en consumptiegoederen) op de index teniet te doen. Wat de koopkracht van de werknemers nog verder uitholde.
Een gelegaliseerde loonroof
De vermindering van de werkgeversbijdragen was geen onschuldige economische hervorming, maar een subtiele en systematische loondiefstal. Door een deel van het loon dat naar de sociale zekerheid had moeten gaan weg te nemen, werd de bescherming van werknemers uitgehold zonder dat zij dit direct op hun loonbrief zagen. Dit toont aan hoe de taxshift in essentie een verschuiving was ten koste van de werknemers in het voordeel van de werkgevers, terwijl de sociale zekerheid als vangnet verzwakt werd.