Het primaire plan van de zionisten is al lange tijd bekend. Het oprichten van een joodse staat in het Midden-Oosten met zoveel mogelijk joodse inwoners op zo veel mogelijk gestolen grond van het historische Palestina.
Dankzij intens lobbywerk in vooral Amerika en Europa is het daar aardig in gelukt. Als “nevenschade” zijn er één miljoen verdreven Palestijnen tijdens twee grootse campagnes (de Nakba in 1948) en de oorlog van 1967 waarbij het resterende gebied van Palestina werd bezet (Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook). En ook in dit bezet Palestijns gebied worden Palestijnen dagelijks water, grond en basisrechten ontnomen door de Israëlische staat.
Inmiddels in het aantal vluchtelingen gegroeid tot diverse miljoenen. Naast interne ontheemden in Israël, leven grote gemeenschappen Palestijnen in vluchtelingenkampen in door Israël bezet gebied en in de Arabisch buurlanden. Vooral Jordanië, Libanon en Syrië kennen een grote Palestijnse gemeenschap. Deze vluchtelingen en hun nakomelingen hebben het onvoorwaardelijk recht om naar hun huizen en dorpen in Israël terug te keren, maar Israël laat dit al zes decennia niet toe.
Het zionisme is een politieke strekking die het dagelijks beleid in Tel Aviv en de agressieve bezetting van het Palestijnse volk stuurt. Het heeft niets van doen met het vreedzaam geloof van miljoenen joden wereldwijd die zich afzetten tegen de apartheids- en kolonisatiepolitiek van Israël. Zo zijn er ook diverse joodse groeperingen die oproepen tot een boycot van de staat Israël tot de Palestijnen gelijke rechten krijgen in Israël en de afgrijselijke bezetting stopt. We kennen ondermeer de Unie van Progressieve Joden van België (UPJB), het Steuncomité Israëlische Vredesgroepen en Mensenrechten Organisaties (SIVMO), Matzpun en IJSN (International anti-Zionist Network).
Het verzwakken van de Arabische buren
Maar een tweede plan van de zionistische lobby is echter even belangrijk en verweven met het eerste. Het verstevigen van de joodse staat Israël en het verdelen, demoniseren en verzwakken van de Arabische buurlanden. Het kolonisatieproject Palestina kan men duidelijk vaststellen door de acties van Israëlische beleidsmakers die apartheidsmuren, checkpoints en uitgaansverboden installeren om het Palestijnse volk te ontmenselijken. Maar hun lobbywerk houdt ook in dat men de buurlanden voortdurend in een slecht daglicht stelt en dan vooral diegenen die een sterk standpunt innemen tegen de illegale kolonisatie en bezetting van Palestina.
De Irak-Iran oorlog – waarbij de V.S. aan beide partijen wapens leverde om deze jarenlange bloedige oorlog in stand te houden – en de oorlog en bezetting in Irak zorgden ervoor dat deze landen andere problemen aan hun hoofd hadden dat Israël op zijn plichten te wijzen. Het kwam Tel Aviv bijzonder goed uit dat de pro-Palestijnse Saddam Hussein aan de kant werd gezet en het land jaren op apengaten lag. Een gelijkaardige verdeel-en-heers politiek past de zionistische lobby heden toe op buurland Syrië, wiens Golanhoogten men bezet sinds 1967 en annexeerde in 1981. Voor hun vuil spelletje, bedienen zionistische politici zich maar al te graag van oppositiefiguren in Syrië.
Radwan Ziadeh: verdediger van het imperialisme
Eén van de bekendste Syrische oppositiefiguren is Radwan Ziadeh. Deze oprichter en directeur van het “Damascus Center for Human Rights Studies”, gebruikt deze dekmantel om zo om de haverklap in allerlei westerse media zijn haat tegen de Syrische president te ventileren. Radwan Ziadeh is een bezoekend scholier aan het Carr Center for Human Rights aan de Harvard University en Gezel aan het Chatham House (The Royal Institute of International Affairs) in London. Hij is lid van de Advisory Group en The International Institute for Strategic Studies (IISS ). Verder is hij politiek commentator voor media zoals Al-Jazeera, Al-Arabiya, BBC en Al-Hurra.
Chatham House is de belangrijkste denktank om de Anglo-Amerikaanse belangen in de wereld te verdedigen, de Amerikaanse politiek te beïnvloeden en als organisatie geopolitieke doelen wereldwijd na te streven. De denktank zorgt voor de promotie en het in de praktijk brengen van Brits imperialisme en kolonialisme in Afrika, Australië en India. Dit naar het grote voorbeeld van John Ruskin. (1)
Als Chatham House zijn imperialistische politiek via poedel Radwan Ziadeh aan de massamedia wil verkopen, dan moeten we als kritische burgers en media ernstig overwegen of dit denkbeeld wel past bij het seculier en onafhankelijk karakter van de Syrische staat.
De Balfour-verklaring van 2 november 1917 was het startschot van een zionistisch plan om het Midden-Oosten drastisch overhoop te gooien. Honderdduizenden Palestijnen werden drie decennia later verdreven door joodse milities, verantwoordelijk voor het plegen van aanslagen en geweld tegen families die al duizenden jaren onafgebroken in Palestina woonden en er een levende handel met de landen van de Middellandse Zee hadden uitgebouwd.
Plan Nieuw Midden-Oosten
Maar het plan om het Midden-Oosten te hertekenen kent nu een tweede hoofdstuk: de installatie van een Nieuw Midden-Oosten. Dit moet de suprematie van de zionistische politici en de Ango-Amerikaanse belangen bevestigen. In zulk Nieuw Midden-Oosten passen kritische stemmen uit Damascus over de bezetting in Irak of de Palestijns-Israëlische kwestie niet. Daarom ontstond door neo-conservatieven onder president George W. Bush en zionisten het plan om eerst Irak en nadien Syrië aan te pakken. Eerst is er de demonisering (“massavernietigingswapen” in Irak of “ongewapende betogers die worden gedood door veiligheidsagenten” in Syrië).
In Irak waren geen mobiele chemische labo’s of massavernietigingswapens.
En in Syrië worden de demonstranten zwaar bewapend en gefinancierd door het buitenland. Zevenhonderd Syrische veiligheidsagenten en honderden Syrische burgers werden gedood door deze “vreedzame betogers”. Het gaat om gevaarlijke criminele bendes die sluipschutters, explosieven en doodseskaders inzetten om maximale onrust, chaos en instabiliteit te veroorzaken in Syrië.
De zionistische pogingen om Syrië te destabiliseren
Chronologie van enkele gebeurtenissen
28 maart 2011: Ammar Abdulhamid, een zogenaamde “Syrische mensenrechtenactivist” spreekt met Marc Perelman op France24 over de recente protesten en het tekort aan vrijheid in Syrië. (VIDEO)
Maar wie is deze kerel? Hij is een Syrische intellectueel die werkt voor het Brookings Institute. Dat is de zionistische denktank van Strobe Talbott, een advocaat voor wereldregeringen en partner van het Saban Center voor het Midden-Oosten; een andere zionistische denktank, waar Ammar Abdulhamid voorheen actief was.
Ammar Abdulhamid runt ook het kantoor van het Front voor Nationale Redding van Abdel Halim Khaddam, de voormalige Syrische vice-president. Khaddam is afkomstig van de Syrische stad Banyas, maar liep na dertig jaar dienst over naar de oppositie. Hij vluchtte in 2005 naar Frankrijk.
Volgens Press TV van 10 april 2010 betaalde de Saudi’s 30 miljoen dollar aan Khaddam om in Parijs een groep opposanten zoals de Moslimbroeders rond zich te scharen.
De driehoek Khaddam-Abdullah-Hariri is algemeen gekend in het Midden-Oosten. Khaddam, die een familielid is van de Saudische koning Abdullah en de voormalige Libanese premier Rafiq Hariri, gebruikte zijn grote rijkdom om een politieke groep te vormen met als doel het neerhalen het bestuur van de Syrische leider Bashar al-Assad.
Khaddam’s volledige familie geniet van de Saudische identiteit en de waarde van investeringen door zijn zonen, Jamal en Jihad, in Saudi-Arabië wordt geschat op meer dan drie miljard Amerikaanse dollar. Zodoende zagen de Saudische autoriteiten met de volksprotesten in Tunesië, Egypte, Jemen en Bahrein een mogelijkheid om een wig te drijven tussen de as Teheran, Damascus en Beiroet.
Door de directe invloed van de Saudische wahabisten op de Syrische Moslimbroeders, volgden de mensen in de steden Daraa en Homs de Saudische aanbevelingen op en werd een volksprotest als excuus aangewend voor het geweld door criminele bendes dat men ontketende.
De Saudische ambassade in België zou ook één van de hoofdkwartieren zijn vanwaar de onrust tegen Syrië in scène wordt gezet.
Israël, de Verenigde Staten, Jordanië en Saudi-Arabië zouden daar volgens Press TV op geregelde tijdstippen bij elkaar komen. Het moet intussen voor iedereen duidelijk zijn dat het niet gaat om volksprotest, maar een campagne tegen Syrië door buitenlandse machten. En de onrusten gebeurden net toevallig in Daraa, de geboorteplek van de Jordaanse Moslimbroeders.
Jordanië zou de Moslimbroeders in Parijs en Brussel van logistieke modaliteiten en persoonlijke wapens voorzien. Ondanks de beloofde en daadwerkelijke hervormingen door de Syrische president, zoals het afschaffen van de noodwet en algemene amnestie, weigerden de Moslimbroeders hun protest tegen Bashar al-Assad te stoppen.
10 mei 2011: Syrië-kenner Josua Landis schrijft op zijn blog: “De Syrische misdaden tegen de menselijkheid zullen volgende week worden voorgesteld aan de Verenigde Naties door Radwan Ziadeh, die de Cairo-bijeenkomst in Cairo (Egypte) aankondigde. Hij geeft dit jaar les aan de George Washington Universiteit.” En verder: “Verbannen leden van de oppositie” zijn van plan om “tegenstanders van het regime te ontmoeten in Cairo” deze maand, aldus verklaringen van een aantal van deze mensen. Organisatoren zeiden dat de conferentie, die wordt gepland met inbreng van de oppositie en vertegenwoordigers van de maatschappij in Syrië, mensen zullen verzamelen uit het gehele politieke spectrum, waaronder activisten verbonden met de in het land verboden Moslimbroederschap (Al-Ikhwan Al-Moslemun).”
18 mei 2011: Press TV: Een ontmoeting tussen de Israëlische vice-minister en Syrische oppositieleden in Wenen gaat niet door om “veiligheidsredenen”, maar de werkelijke reden is wellicht dat het zionistische regime niet wil aantonen dat het direct betrokken is bij de opstand in Syrië.
31 mei – 2 juni 2011: Conferentie door de Syrische oppositie in Antalya, Turkije.
28 juni 2011: AP: Mikhail Margelov, de Midden-Oosten gezant verwelkomt een delegatie van de Syrische oppositie geleid door de mensenrechtenactivist met basis in Washington, Radwan Ziadeh, en Mulham Al-Droubi, één van de leiders van de Syrische Moslimbroeders. Rusland vraagt aan de Syrische president Bashar al-Assad om hervormingen door te voeren en heeft kritiek op de oppositie die gesprekken verwerpt met de Syrische regering.
4 juli 2011: Bernard-Henri Lévy houdt in Parijs een “SOS Syrië” Conferentie met een allegaartje aan zionisten, Moslimbroeders en andere leiders van “Change in Syria”. Lévy is een Frans filosoof, journalist, activist en filmmaker die in 1948 in Béni Saf, Algerije, werd geboren. Dezelfde Syrische oppositieleden, die eind mei in het Turkse Antalya bij elkaar kwamen, komen nu ook in de de lichtstad (la ville lumière) hun banden versterken met zionisten en Moslimbroeders.
Deze Nouveaux Philosophe wil ondanks het duidelijke Russische verzet tegen een militaire operatie in Syrië (de Russen hebben in het Syrische Tartous hun belangrijkste marinebasis in het Midden-Oosten), de westerse publieke opinie warm maken voor meer economische sancties en een VN-resolutie om de Syrische leiders te laten berechten door het Internationaal Strafhof.
Bernard-Henri Levy is een felle verdediger van Israël. Het was ook één van de eersten die de rebellen contacteerde en een bericht vanuit Libië doorstuurde naar de Israëlische premier Benjamin Netanyahu dat de leiders van Benghazi normale betrekkingen wensten met Israel, iets wat werd ontkend door de rebellen. Maar de Israëlische krant Haaretz van 24 augustus 2011 wijst toch op dezelfde bereidheid tot zulke contacten tussen Libische opstandelingen en Tel Aviv.
Onder de Franse deelnemers van SOS Syrië: Bernard Kouchner (de meest pro-Israëlische minister van Buitenlandse Zaken in de Franse geschiedenis), André Glucksman (de filosoof en groot verdediger van de neo-conservatieven, Israël en de “vrije wereld”), Axel Poniatowski (Secretaris-generaal van de Union pour un mouvement populaire en voorzitter van de Commissie van Buitenlandse Zaken van het Franse parlement), Dominique Sopo (de secretaris-generaal van SOS-racisme beweging waarvan de kern wordt gevormd door de Unie van Joodse Studenten van Frankrijk) en Frédéric Encel, “die zijn eerste daden leerde in de Betar jongerenorganisatie van Likud”. En laten we vooral voormalig Knesset-lid Alex Goldfarb van de extremistische beweging Tzomet niet vergeten.
De vraag is welke Syriërs de handen willen schudden van een groep zionisten die de apartheidsstaat Israël blijven verdedigen.
Er was ook Ashraf al-Moqdad, een lid van het “Front voor Nationale Redding in Syrië” onder leiding van Abdul Halim Khaddam. Moqdad, zegt volgens As-Safir dat, eens “democratie” komt naar Syrië, “Hezbollah, ‘Iraanse agenten’, en de Palestijnen” daarvoor de prijs zullen betalen.” De As-Safir reporter zegt dat Moqdad hem ook nog heeft bedreigd.
Haytham Manna, woordvoerder voor de Arabische Commissie voor Mensenrechten, beschrijft de bijeenkomst van Bernard-Henri Lévy en bondgenoten als volgt: “Het is een samenzwering tegen jonge mensen, die niet alleen hun roep naar vrijheid niet mogen uiten, maar ook (een samenzwering) tegen de bevrijding van Palestina en het zwaaien met de vlaggen van Palestina en Syrië op hetzelfde moment.”
“Het democratische Israëlische leger”
Bernard-Henri Lévy is ook bekend voor zijn uitspraak: “Ik heb nooit in mijn leven zo’n democratisch leger gezien als het Israëlische dat zichzelf zo veel morele vragen stelt.” (Bernard-Henri Levy: I Have Never Seen An Army As Democratic As The IDF door Or Kashti, Haaretz)
Hij is ook diegene die een onderhoud regelde over Libië tussen de Franse president Nicolas Sarkozy en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, en Sarkozy op het hart drukte dat “zonder Franse tussenkomt er een bloedbad zat aan te komen in Benghazi”. (By His Own Reckoning, One Man Made Libya A French Cause door Steven Erlanger, The New York Times)
Eén van de opmerkelijkste aanwezigen op de conferentie was de Syrische oppositiefiguur Ammar Qurabi. Hij is de bijzonderste bron voor informatie, statistieken en geruchten voor media-bedrijven in eigendom van Qatar en Saudi-Arabië. Om de haverklap geeft hij ook foutieve informatie aan de zionistische media. Zijn vrouw schrijft voor Saudische propaganda media in Londen, genaamd Elaph. Qurabi wordt voortdurend vermeld als een “geloofwaardige bron” door westerse bronnen zoals Reuters en AFP inzake “burgerslachtoffers”. Dat hij een speeltje is van het huis van Saud, Qatar en het zionisme wordt er natuurlijk niet bij verteld.
Maar ook linkse Franse politici zoals Martine Aubry, Bertrand Delanoë en François Hollande gaven hun steun aan deze zionistische roadshow om Syrië en zijn leiders te demoniseren.
Misschien wel de meest intrigerende deelnemer aan SOS Syrië was Mulham al-Droubi, die de leiding heeft van de internationale betrekkingen van het Syrische Moslimbroederschap, evenals een lid van de Uitvoerende Raad van “Verandering in Syrië”. Terwijl het Moslimbroederschap zich uitte in het voordeel van “normalisatie” met Israël zonder een einde aan de Israëlische bezetting en de monarchie in Bahrein en de rest van de Arabische Golfstaten steunde, hebben de Verenigde Staten en de Europese Unie hun steun voor het Moslimbroederschap publiek gemaakt, tot grote vreugde van deze Broeders.
5 juli 2011: IPS bericht over een bijeenkomst van neo-conservatieven en extreme moslims in Washington, georganiseerd door de Muslim Public Affairs Council en de New American Foundation, politiek analisten en internationale advocaten met de Syrisch-Amerikaanse figuren die betrokken zijn bij de oppositiebeweging om de rol van de internationale gemeenschap te bespreken omtrent de Syrische crisis.
De banden tussen de Syrische oppositie, zionistische beleidsmakers en de Moslimbroeders wordt in de algemene media doodgezwegen. Toch is dit erg belangrijk om de gebeurtenissen in Syrië en het gedrag van de Syrische oppositie goed te begrijpen en in kaart te brengen.
Beetje bij beetje worden de plannen duidelijk die buitenlandse machten hebben om Syrië te destabiliseren. Tegen de wil van het Syrische en Palestijnse volk in wil men het Midden-Oosten hertekenen tot een Nieuw Midden-Oosten welke neo-conservatieven, zionisten en Moslimbroeders in hun gedachten hebben.
—
(1) John Ruskin, een bekende schrijver en denker van die tijd, rechtvaardigde imperialistische expansie in de wereld. In een lezing aan de Universiteit van Oxford in 1870, betoogde Ruskin dat het imperialisme zorgt voor het verspreiden van de beschaving. Het Britse “lot”, aldus Ruskin, was een “bron van licht, een centrum van vrede ‘en de’ Meesteres van Leren en van de Kunsten” voor de hele wereld. Ter bevordering van dit lot, “moet zij [Groot-Brittannië] gevonden kolonies zo snel en zo ver als ze in staat is, bevolken met haar meest energieke en meest vooraanstaande mannen. Zij [Groot-Brittannië] moet elk stukje vruchtbare afvalgrond grijpen en daar haar voet op zetten en daar haar kolonisten onderwijzen dat het hun voornaamste deugd is om trouw te zijn aan hun land en dat het hun eerste doel is om door te gaan in het veroveren van de macht door Engeland over land en zee, en dat, hoewel ze leven van een afgelegen stuk grond, ze zichzelf niet meer verwijderd van hun eigen land beschouwen, dan de zeilers van haar vloot dat doen, omdat ze varen op verre golven ‘(Said, 103).
# Meer informatie over Syrië kan U terugvinden op: http://mediawerkgroepsyrie.wordpress.com