Recent is de ‘entartete Kunst”, de ‘ontaarde’ kunst onder het nationaalsocialisme, onder de aandacht gekomen naar aanleiding van de ontdekking van een groot aantal kunstwerken bij Cornelius Gurlitt . Cornelius’vader was ondermeer de ‘heler’ van honderden door het nazisme in beslaggenomen kunstwerken.
Database ‘entartete’ Kunst
Maar langer dan vandaag bestaat in de Freie Universität te Berlijn een unieke en toegankelijke database waar alle ‘entartete’ kunstwerken gerepertoriëerd en gedocumenteerd worden. Op 21/04/2010 werd deze database met veel (Duitse) publieke belangstelling geopend. De nationaalsocialisten hielden zelf een inventaris bij van in beslag genomen werken, met een nummering tot 16.558. Maar er zijn méér werken door nazi-beslagnames verdwenen, of meerdere exemplaren van hetzelfde schilderij of afdruk, en die zijn door de onderzoekers later toegevoegd, zodat het totaal aantal op 21.000 wordt ingeschat.
Die Brücke geviseerd
Momenteel zijn er 10.139 kunstwerken online waarvan de geschiedenis hersamengesteld is, waar ze hingen bij de inbeslagname, of ze verdwenen of vernietigd zijn en waar ze nu te vinden zijn, en voor sommigen een foto of beeld ervan. Het aantal werken per kunstenaar varieert. Van een kunstenaar als Ernst Ludwig Kirchner, zijn er 767 aanwezig in de database, voor Erich Heckel, 796, Max Pechstein (die een tijdje in Palau gewerkt heeft dat nu onder de recente tyfoon erg geleden heeft) 338, Otto Mueller 414, Emil Nolde 1.102. Deze vijf schilders behoorden alle een tijd tot Die Brucke, een kunstenaarsgroepering van Duitse expressionisten in het begin van de 20ste eeuw die blijkbaar speciaal geviseerd werd in de inbeslagnames ‘entartete’ Kunst, alleen om die reden al interessant om er wat meer over te weten. De vermelde aantallen gaan voort op de ingifte van deze namen in de database.
In 2010 waren we aanwezig op de opening van de Database in Berlijn en we hebben toen een kort artikeltje gemaakt dat evenwel niet gepubliceerd is. Wie was er toen (en nu) geïnteresseerd in de impact van een ‘nationalisme’ dat zich op de volkskunst, volkse kunst of volksziel baseert om een goed deel van de ‘andere’ kunst uit te sluiten. Het geeft misschien wat stof in het onbegrip van het Vlaamse nationalisme in de kunsten van tegenwoordig, of het onbegrip van sommige kunstenaars voor het (Vlaams) nationalisme.
De databank is gehuisvest in de Freie Universiteit van Berlijn en rechtstreeks te raadplegen langs de Database entartete Kunst. Langs de link in de titel van elk werk kan verdere informatie bekomen over de kunstenaar.
De ‘volksziel’ boven
De ‘nationaalsocialistische’ kunstopvatting aanvaarde enkel kunst die uitdrukking gaf aan de volksziel, een soort symbolistisch realisme dat door het volk eenduidig en ondubbelzinnig kon/moest begrepen worden als bouwsteen van het duizendjarig Rijk der nazi’s. Al het andere was ontaard en dus joods, communistisch, spielerei, abstract dus onzinnig. Elk impressionisme of expressionisme was des duivels zodat ook het Duits expressionisme en andere kunstuitingen zoals Die Brücke, Der Blauwe Reiter, Bauhaus, Kandinsky, Klee, Otto Dix, Barlach, Nolde, Beckman, Höfer en bv ook de Belg Henri van Straten uit alle musea van Duitsland werden verwijderd, verbrand en een groot aantal verkocht om deviezen op te brengen voor de Duitse oorlogsmachine. Door deze verkoop zijn deze kunstwerken voor een goed deel in privé-handen verzeild, in andere museum terechtgekomen en slechts zeer gedeeltelijk terug bezorgd aan de musea waaruit zij werden ontvreemd en verbannen werden, of bij hun oorspronkelijke eigenaars terecht gekomen. Deze “ontaarde kunst” heeft de ganse wereld rondgezworven en er een plaats gevonden als teken en brandmerk van de “andere tijden” waarvan de echo nog weerklinkt als het Vlaams Belang en andere het hebben over de “echte” en over de “verwerpelijke” kunst.
Geen rechtsgeldige wetten
De opmaak van de databank is een laattijdig eerherstel dat tot doel heeft de alle 21.000 kunstwerken in beeld te brengen met hun volledige geschiedenis vanaf hun creatie, hun verbanning en de verdere weg tot hun huidige locatie en eigenaars. Het is tevens een oproep om mee de ‘gaten te vullen’ en de kunstwerken op te sporen en mee te ijveren om ze bij de rechtmatige eigenaars terug te krijgen. Want de wetten van de nationaalsocialisten waren geen rechtsgeldige wetten wat verkoop van deze kunstwerken betreft. De recente claim van Cornelius Gurlitt op de 1.500 kunstwerken die op z’n appartement opgeslagen waren omdat z’n vader ze ‘rechtsgeldig’ verworven had, houdt daarom geen steek.
Twee tentoonstellingen ‘entartete’ Kunst en miljoenen bezoekers
Het meest opvallende aan de Nationalistische kunstaanpak was de organisatie van twee mobiele tentoonstellingen die het Duitse volk duidelijk moesten maken wat “entartete kunst” was. Het betrof een mobiele tentoonstelling van honderden kunstwerken van “entartete” kunstenaars, in een opmaak om elk werk lachwekkend, ondermaats en anti-Duits voor te stellen. Vanuit Dresden, de geboortestad van Die Brücke, vond in 1933 een eerste tentoonstelling entartete kunst z’n weg naar de Duitse Musea. In het stadsmuseum van Dresden zijn nog altijd de affiches te bekijken waarop deze tentoonstelling bekend gemaakt wordt alsmede lijsten van kunstenaars en hun werken. Het is allicht niet toevallig dat deze tentoonstelling in Dresden begon, het ontstaansoord van De Brücke. In 1937 werd in München een tweede, grotere tenstoonstelling geopend, terwijl op hetzelfde ogenblik ook de tentoonstelling van echte Duitse kunst liep. Beide tentoonstellingen werd door hitler met een bezoek ‘vereerd’. Deze tentoonstellingen zouden tot het einde van de oorlog de Duitsers confronteren met de decadente kunst en op deze wijze de geesten van miljoenen Duitsers zuiveren.
De nazi-inventaris
Door de jaren heen hebben verschillende wetenschappers en de musea zelf de aandacht gericht op deze beslagname van kunstwerken en een bestand proberen op te maken van de uit musea ontvreemde werken en af en toe werden tentoonstelling georganiseerd met teruggevonden of terug verzamelde werken entartete Kunst, nu als uitdrukking van levende en waardevolle kunst. Andreas Hüneke inventariseerde in de negentiger jaren in excel alle kennis over de in beslaggenomen kunstwerken op basis van het 1ste deel van de inbeslagname-inventaris met ondermeer ook welke werken aan wie werden verkocht. Pas toen het 2de deel van deze nazi-inventaris teruggevonden werd kon een volledig overzicht opgemaakt worden.
Het is pas sinds 2002 dat dit en andere materiaal in opdracht van de Ferdinand-Möller-Stichting door De Freie Universität Berlin werd gevaloriseerd en dat er in 2010 een begin gemaakt werd aan de ontsluiting van deze lijst voor alle geïnteresseerden, vooral onder impuls van Uwe Fleckner en Klaus Krüger
Het aantal werken en de informatie is momenteel nog beperkt, men is aan de helft van de rit. Bedoeling is om zo volledig mogelijk de lijst van kunstwerken te publiceren, het lot van kunstwerken en dit van de kunstenaars toe te voegen met speciale aandacht voor de handel en de verkoop van deze kunstwerken.
‘Vlaamse’ en andere kunst?
In feite gaat het ook om een historische rechtzettingen, een herwaardering van de artistieke arbeid die onder het nationaalsocialisme onder de mat geveegd is. Het doet ook beter begrijpen tot wat het nationalisme kan leiden in een deprivatie van kunst die niet aan de ‘volkse’ wensen zou voldoen, zoals soms herkenbaar wordt in de kunstopvattingen van het Vlaams Belang en anderen. Door hun verdwijning en stigma dat jarenlang op deze kunst en kunstenaars gelegen heeft is hun kunst veel oneer aangedaan.
Wanneer in België een tentoonstelling over het Duits expressionisme?
Is het daarom te begrijpen dat sinds 1971 geen enkele tentoonstelling in België doorgang gevonden heeft over het Duits-Expressionisme en die Brücke, terwijl Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel en Max Pechnstein hoogwaardige kunst geproduceerd hebben, die vooralsnog enkel in vele musea en tentoonstellingen in Duitsland maar ook New York, Zwitserland en Moskou te bezien is. Een vraag aan het Goethe Instituut in Brussel waarom dit zo was en of zij er wat aan konden doen leidde enkel tot een verwijzing naar Bozar en de verantwoordelijken van Belgische musea. Een vraag aan Bozar bleef vooralsnog zonder gevolg.
Frans Masereel en Henri Van de Velde
Frans Masereel is nochtans schatplichtig aan de houtsnijkunst van Ernst Ludwig Kirchner en Henri Van de Velde was kind aan huis in Davos in Zwitserland waar Ernst Ludwig Kirchner z’n atelier had en waar Henri’s dochter Nele zich bekwaamde in de houtsnijkunst maar niet alleen mocht gaan, Henri moest haar begeleiden van z’n vrouw. Kirchner en Vandevelde hadden elkaar al vroeger leren kennen in Kohnstamm’s sanatorium in Königstein in de Taunus, waar ze beiden voor een depressie in behandeling waren.
Dus zien wanneer de Vlaamse kunst- en museascene in België zal zorgen voor een historische opwaardering van de Entartete Kunst en haar gebrek aan interesse voor enkele hoofdstromingen zoals het Duitse expressionisme en die Brücke. Misschien is een tentoonstelling over wat “entarted” was in het 12 jarig rijk van het Nationaalsocialisme wel geen slecht idee. Het zou misschien al een goed tegengif zijn voor de kunstopvatting zoals ze door de restanten van het nationaalsocialisme wordt meegedragen.
De databank ‘entartete’ Kunst is gehuisvest in de Freie Universiteit van Berlijn en rechtstreeks te raadplegen langs de Database entartete Kunst.
Jan Hertogen