Zowel in het Reuzegom-proces als in dat over Schild&Vrienden duikt het begrip op. In het eerste proces was dat een reden om het proces niet te Antwerpen te laten doorgaan. Dat het dan toch gebeurde was reden tot negatieve commentaar: klassenjustitie.
Ook in het nu in Gent lopende proces wordt door de procedurepleiter bij uitstek het begrip ‘schijn van partijdigheid’ aangewend om te trachten de rechtbank ongeloofwaardig te maken. Dat roept de vraag op wat de juiste betekenis van het begrip is en wat je er kan door bereiken.
Dat rechters zich in hun oordeel niet mogen laten beïnvloeden door wat de media of de door buikgevoelens gedreven burgers er van denken is een evidentie. Zij moeten zelf naar de wet en in eer en geweten oordelen over de vraag naar schuld en boete. Dat zijn vragen over de grond van de zaak.
Bij het beoordelen van de schijn van partijdigheid is dat anders. Dan moet een rechter uit zijn zetel komen om op de stoel van de burger te gaan zitten. Dan is het de vraag of de wijze waarop de procedure, de behandeling van de zaak, verloopt niet bij de burger een schijn opwekt die aan partijdigheid doet denken.
Veelal heeft dat te maken met de plaats waar de procedure wordt gevoerd of met de persoonlijke overtuiging van de betrokken rechter. Wat was er nog te verwachten van de geloofwaardigheid in de afhandeling van de Operatie Kelk, de huiszoekingen en de inbeslagnames in de kerk, nadat de rechten van de benadeelden er door hetzelfde rechtscollege, tot driemaal toe, in geschonden werden?
De Reuzegom-zaak is er een schoolvoorbeeld van. Iedereen wist dat de in dat dossier betrokken jongelingen uit een bepaald Antwerps milieu kwamen dat bovendien banden heeft met de Antwerpse justitie.
In de dossiers over partij Vooruit-voorzitter Conner Rousseau was dat eveneens het geval. Dendermonde is te dicht bij Sint-Niklaas. In de verschillende te Antwerpen in onderzoek zijnde dossiers rond het wanbeheer van de burgemeester van Boechout zijn twee gerenommeerde Antwerpse advocaten betrokken.
Terecht kan het Hof van Cassatie wegens een schijn van partijdigheid een uitspraak van een Hof van Beroep verbreken en de zaak overmaken aan een hof in een ander rechtsgebied. Dat gebeurt dan aan het eind van een langdurige, arbeidsintensieve en kostelijke rechtsgang.
Dat kan vermeden worden indien de vraag, zo er ernstige elementen voor zijn, van bij het begin een dienstige oplossing zou verkrijgen, het dossier zou worden overgemaakt aan een ander rechtscollege dat verderaf staat van de mogelijke lokale of aan een overtuiging gebonden beïnvloeding.
Dat ook de persoonlijke overtuiging van een rechter een rol kan spelen mag niet worden ontkend. Of de oprichting van de Hoge Raad voor de Justitie een middel is om dergelijke invloed te vermijden kan ook betwijfeld worden.
Het gevaar voor inteelt blijkt nu uit de examenfraude. Om een overmacht van een bepaalde overtuiging te vermijden is een juiste toepassing van de grondwettelijke opdracht van de Koning om magistraten te benoemen een mogelijkheid.
De afwisseling van anders samengestelde regeringen zorgen er dan voor dat ook de samenstelling van de magistratuur in overeenstemming is met het voornaamste grondwettelijk principe dat voorhoudt dat alle macht bij de Natie ligt.
Wat moet op de eerste plaats komen? Magistratuur & Maatschappij of Maatschappij & Magistratuur?
Eigenlijk is het erg simpel: Als je de vereisten van het eerlijk proces eerbiedigt zit je altijd goed.