De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De rijkste Rijkdom is…

De rijkste Rijkdom is…

zondag 14 augustus 2016 13:11
Spread the love

Speaking of Islam… Het is zondag. Ik houd enorm van mijn zondagen. Van de zondagen in dit land. In deze randgemeente. Die stilte in de zonbeschenen straten! Ik hoor nieuwe vogelstemmen. En dat wil wat zeggen, na precies tweeënveertig jaar ornithologie bedrijven. Ik zie de sperwer, (een compacte, zoals dat in een klein landje hoort, maar felle en doeltreffende roofvogel), zijn ellipsen maken op de warme lucht, boven ons bosje. De indiaan in mij weet dat dit een zeer goed voorteken is.

Nafi Thiam heeft net voor ons land de Tienkamp gewonnen. De ether in Vlaanderen zoemt ervan. Dat is echte rijkdom, toch, in sporttaal? Niet zomaar goud op de honderd meter, of als beste biljarter. Neen, in tien verschillende disciplines goed zijn. En nog een mysterieuze vrouwelijke en buitenlandse jonge schoonheid uitstralen ook. Een geheim meedragen in je lichaam en je geest, dat je doet excelleren.

 

De rijkste Rijkdom is opgebouwd uit meerdere verdiepingen

 

 

Boekenmensen gebruiken graag het woord “Meerlagige identiteit” . Of zij schrijven “deze film is uitstekend, want hij heeft meerdere lagen van Betekenis”.

Wat voel ik mij goed. Het is dus zondag, ik kan rusten. Na een van de meest intense weken in mijn barmhartige bestaan. Mijn laatste nieuwe beste vriendin heeft mij, (een gedrag waarvan we weten, het is eigen aan het crisisverweer van sommige meerlagige persoonlijkheden), beledigende short messages gestuurd. Na een eerste paar regeltjes cynisch antwoord te schrijven, heb ik ze gewist en heb met Zachtmoedigheid weten te reageren. Met trouw. Ondanks de dolkspeer die het lief je toegooit… Il faut le faire. “Heb uw vijanden lief, beste volgelingen, zoals ik de Farizeeërs tracht lief te hebben”. Evangelie volgens Mattheus, hoofdstuk I, vers 69.

Zonder scènes te veroorzaken ben ik gisteren op de Sabbat het armtierige deel van de stad Jeruzalem van Vlaanderen binnengegaan. Ik heb er aankopen verricht en in één bazaar wel twintig soorten gezichten gezien. Niet gewoon andere karakters, maar andere genen poolen, andere kleur, andere cultuur en religie wordt zichtbaar rond de ogen. En daarna heb ik nog, God zij geprezen, de moed en innerlijke rust gevonden om tussen de woontorens waar de armsten wonen, met Fellow te gaan zitten en een picknick te houden. De blikken van de jonge urban negro trotseren, (die naar luide muziek luistert maar die even later ook vriendelijk blijkt om te gaan met een klein jongetje met Pakistaans uiterlijk). En ik ben rustig blijven zitten en kauwen als de vader van een jaar of vijfentwintig met zijn zoontje met fraaie grote bos ravenzwart golvend haar op nauwelijks een meter op het speeltuig komt leven. En dat jongetje kijkt me dan, als een David uit de Hebreeuwse eeuwen, lang recht in de ogen. Hij blijkt gefascineerd door de heer in het speels geruite bruine Tweedpak met de mooie, rosse hond. Natuurlijk ben ik meteen ook een beetje doodongelukkig en vernederd. Ik ben geen vader. Ik heb geen kind.

Welke positie innemen naar migranten, ‘dodelijke gelovigen’ en vluchtelingen?

 

Het is zondag. Ergens in Vlaanderen. De kerk trekt. Dat is voor straks, als het God belieft. Nu even zondigen tegen de heiligste hoogdag van de week. Even een andere brok van mijn (rotsvaste) Identiteit aan bod laten komen. Ik hou van mijn huis. “De ziel van het huis, is het tapijt”. Dat leerde ik van een charmante man die recht uit het land van de tapijten afkomstig is. Perzië. Perzische tapijten. Dat is een begrip in de wereld kunst geschiedenis. Ik bezit er zelf geen. Mijn grote zwarte wollen Tapijt is van Nederlandse makelij. En ik koester een klein Turks tapijt met oranje, dieprood en beige, dat ik in mijn tijd als scholier aankocht. En dan is er mijn Kilim uit ruwe wol die wellicht toch uit Iran komt, maar merkwaardig genoeg de Belgische Driekleur uitbeeldt, en dan nog in een soort Navajo motieven… Dat zijn objecten waar ik zielsveel van houd. Het kamerbrede tapijt inspireert: de motieven zijn verrassend dicht bij mijn ziel in wat zij uitbeelden, bij mijn Utopia. En zie nu, onze tapijt ligt er schmutzig bij. Dat kan niet. Dus wijd ik mij een half uurtje aan het zorgvuldig en aandachtig stofzuigen. (Een toestel met groot vermogen dat je op laag toerental laat werken, maakt het minste lawaai.) Even laat ik dus mijn “Perzische Identiteit” de overhand nemen. Mijn broer en zijn eega Waheeda zullen content zijn, in hun zelfgekozen, prestigieuze ballingsoord in het voormalige Koloniale Imperium, als zij dit vernemen.

Stofzuigen en borstelen, dat doe ik overigens zonder schaamte en zelfs met trots. Dat kan zo nadat ik vernam van prof. Renaat Devisch in de colleges “World Etnography I”, dat in Rwanda dit taakje van het borstelen van het erf niet de opdracht is van de vrouw, maar van de man des huizes, onmiddellijk na het opstaan na de nacht in de hut. In mijn hart-geest vormde dit feit na een aantal maanden gisten op fles een link met dat andere immense verhaal. Onze goede oude voedstervader, mislukte student KU Leuven psychologie, Jérémie… Na terugkeer au pays, kwam het nieuws via de tamtam tot in Leuven dat de man nu de straten veegde van Gisenyi. Of was het Butare? Er schuilt een goede Rwandees in mijn borst. En ik haal hem soms doodgemoedereerd aan. Van de zwarte mensen met hun donkerbruine vel valt heel wat te leren. Ook juist  dat dagelijkse karweitjes een spirituele lading hebben. Dat borstelen en de was en de strijk doen, een uiting zijn van interesse in en stille toewijding aan ons huis, aan wat onze eigen menselijke huid bedekt. Dat die manuele werkjes onze Existentie Houdbaar & Bewoonbaar maken. Niet alleen in de strijd tegen stof en bacteriën, maar juist op het geestelijke, religieuze niveau. Dat geestelijke rust en innerlijke Vrede onmogelijk te bereiken of behouden zijn zonder! Handenarbeid is meditatie. Dat mag ik zeggen, na veertig jaar omwille van een laakbare afkeer van dit soort klussen, redelijk vuile keukens en stoffige slaapkamers te onderhouden. Schrijf op: “Terrorisme en Banditisme gaat te keer als een Duivel in het wijwatervat van de Innerlijke Vrede”.

Na het opstaan ben ik met de hond gaan wandelen. Tussen de huisjes en appartementjes. Door het pastoor R. parkje. Waar ik plots wordt getroffen door de ongelofelijke mooie muziek en groene klanken die de zeldzame, grote, exotische boom nu, in volle zomer maakt als de wind hem aait. Ik blijf minuten lang geconcentreerd luisteren en kijken. Fellow protesteert niet. Ik ben baas. Achter ons zie ik in de ooghoeken de oude kranige man Paul met zijn vrouw passeren langs het aarden pad. Hij blijft vandaag niet na in de koffiezaal na de Heilige Mis in de Don Bosco parochie. Bij vorige gelegenheden hebben wij elkaar aangespoord toffe verhalen te vertellen na de liturgie. – Dan gaan Fellow en ik nog eens door ons gemengde Eiken-, Esdoorns-, Berken-, Beuken- en Veldesdoornbos. Ik zet mij daar na tweehonderd meter gaan even neer. Ik heb er voor dat doel een tronk neergezet, die mannen met een motorzaag even verderop hadden laten liggen. Zonder zichtbare reden is daar een berk van een jaar of twintig omgezaagd. Dat uurtje is dus weer iets anders. Het is De Indiaan in mijn Identiteit het zijne geven. Net zoals we dat deden vanmorgen om zes uur, via het internet, door met Native American Friends te communiceren in de VSA en Canada. The World Wide Web. Jammer dat je die vrienden niet kan aaien.

De rijkste Rijkdom heeft vandaag maar marginaal met geld te maken of kapitaal. De Rijkste mensen zijn mensen met rijke lagen in hun grote persoonlijkheid. Laat niemand je iets anders wijsmaken. – En als jou leven anders in elkaar zit, volg dan ook maar jou roeping. Ik ben een Heilige Dwaas. “Zo zou  Russische Kerk u noemen, een man die op Pasen, de heiligste dag door het jaar, de kerkdienst binnen komt gestapt met zijn hond aan de lijn. In het laatste kwartier”, zo liet B. een geleerde vriend, zelf een schrijver en publicist, mij gisteren weten. “Maar zij zouden een en ander wel door de vingers zien”, de Russische gelovigen en baardige popes in hun goudbrokaten gewaden. “God wil nu eenmaal dat zulke typen er ook zijn”, gaf de heremitisch levende zestiger nog mee.

Stefaan Christophe Solfrian Hublou Vojvoditz Aerts Simanga Gashugi

 

take down
the paywall
steun ons nu!