De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De onderschatting van Bart De Wever

De onderschatting van Bart De Wever

zondag 11 december 2016 15:48
Spread the love

De titel is naar analogie van het artikel door Willem Melching: De onderschatting van Adolf Hitler. Dit artikel verscheen in Historisch Nieuwsblad, een uitgave van Veen Media. De originele tekst gaat over de machtsoverdracht van de traditionele macht van von Hindenburg naar de toekomstgerichte visionaire macht van Hitler. De gelijkenis met wat in onze tijd gebeurt, is groot. De tekst werd integraal overgenomen, maar de namen werden bij wijze van oefening aangepast aan de huidige Belgische situatie. Zo kan men huidig eerste minister Charles Michel de rol van Rijkskanselier Paul von Hindenburg toebedelen. Door het aaneenbreien van de Belgische politieke arena aan de Duitse geschiedenis kan de tekst soms gekunsteld overkomen. Toch is er voor gekozen om niet te veel aan het originele artikel te raken. Stoor u dus niet voor kleine onvolkomenheden. Wie de moeite neemt om de oorspronkelijke tekst te lezen, valt stijl achterover van de gelijkenis met onze tijd. Ook de protagonisten zijn zonder moeite te herkennen. Zelfs is er enige gelijkenis van de Rijksdagbrand met de aanslag in Zaventem waarna een politieke partij het land een flinke schok naar rechts toebrengt en het volk aan zich bindt.- de dansende moslims – weet u nog.

Sommige onderzoeken suggereren dat de laatste 150 jaar elke financiële crisis werd gevolgd door een tien jaar lange golf van steun voor extreemrechtse populistische partijen. Dit blijkt uit een recente analyse van meer dan 800 verkiezingen door Duitse economen. (bron: Oxenham Simon, Wat verklaart Brexit, Trump en de opkomst van extreem rechts?, Historisch Nieuwsblad februari 2013). Het is niet de bedoeling de zachtaardige persoon van Bart De Wever te vergelijken met de psychopaat Adolf Hitler. We willen hier alleen de gelijkenis in het bekomen van de macht aantonen, en een scenario uitschrijven aan de hand van het verloop van de jaren dertig. Als we de Rijksdagbrand van 1933 gelijk leggen met de aanslag in Zaventem in maart 2016, en als we die historische lijn doortrekken, want die kennen we, dan kunnen we aan de hand van de geschiedenis een mogelijk toekomstbeeld van de Belgische toekomst schetsen. Of het allemaal zo’n vaart zal lopen, kan in de handen van één man liggen. Onderschat de macht van die man niet…

Originele tekst over “De onderschatting van Hitler” is hier .

 

In 2014 was de definitieve doorbraak van Bart De Wever in het federale België. Hij kon de post van eerste minister pakken, maar besloot dat de tijd nog niet rijp was. We zaten nog met de volle economische crisis en zijn einddoel was het uit elkaar laten vallen van België en het Vlaamse Rijk tot bloei brengen. Maar wat niet is, kan nog komen. Zoals al vermeld, vertoont de opgang van Bart De Wever gelijkenissen met die van Hitler. Hij had een ‘nasty’ groet in zijn verkiezingscampagne, hij had de mars op het stadhuis van Antwerpen, hij had de polarisering en verrechtsing van de maatschappij bewerkstelligt, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dienen herschreven te worden en wereldvreemde rechters verliezen hun integriteit. Een politieke partij komt rechter spelen over de rechters omdat hun oordeel niet strookt met de ideologie van de partij. Dit zal latere generaties de vraag ontluiken; hoe is het mogelijk dat deze man aan de macht kon komen.

Bart De Wever had buiten de politiek weinig ervaring. In de zomer van 1994, hij was dan 24 jaar, besloot hij beroepspoliticus te worden. Dat bleek een goede keus, want hij was al snel succesvol. Zijn doel was het veroveren van de macht in België, om daarna een oorlog te beginnen tegen de Walen. Oorlog en strijd is immers de kern van zijn ideologie en levensovertuiging.
 

N-VA

Na een mislukte verkiezing in 1994 van de Volksunie koos hij voor de N-VA en concentreerde hij zich op de opbouw van zijn partij. Electoraal haalde dit vooralsnog weinig uit. Bij de verkiezingen van 2003 haalden de Vlaams-nationalisten niet meer dan 3 procent. Om op het voorplan te komen maakte hij een deal met de CD&V om een kartel te vormen.

Met het uitbreken van de bankencrisis in 2008 kreeg De Wever de wind in de zeilen. In 2010 scoorde de N-VA 28 procent in de federale verkiezingen en was in één klap de grootste partij. In de beide verkiezingen van Kamer en Senaat kwam De Wever zelfs boven de dertig procent. Maar hoewel zijn partij de grootste was, was hij nog niet automatisch eerste minister. Omdat De Wever geen absolute meerderheid had, was hij afhankelijk van coalitiepartners en de welwillendheid van de koning, die hem moest benoemen. De bejaarde koning streefde naar een Belgisch model met een regering die ‘boven’ de partijen zou staan. De Wever was naar zijn smaak te veel een ‘partijmannetje’. Bovendien was hij volgens hem een onbetrouwbare Vlaming die de rol van luis in de pels met verve speelde.

Absolute macht

De vraag is waarom politici, premier en ambtelijk en maatschappelijk establishment uiteindelijk wél bereid waren De Wever tot schaduwminister te aanvaarden. En hoe wist deze binnen enkele maanden na zijn aanstelling de absolute macht te veroveren?Lange tijd dachten veel historici dat de Belgische geschiedenis was voorbestemd om een leidersfiguur als De Wever aan de macht te brengen. Maar deze Sonderweg, een soort Autobahn richting catastrofe, is niet geloofwaardig. De Belgische politiek na de bankencrisis liet talloze keuzemomenten zien. Het had heel anders kunnen lopen.

Marxistische historici schoven de schuld op het ‘kapitalisme’. Maar De Wever had in ondernemerskringen relatief weinig steun en zijn kiezers kwamen voornamelijk uit de kleine burgerij. Een andere veelgehoorde verklaring is dat ‘de werklozen’ De Wever uit wanhoop over de crisis aan de macht hebben geholpen. Arbeiders en werklozen stemden echter voornamelijk op de sociaal-democratische SP.a en het communistische PTB-PVDA.

‘De vluchtelingencrisis zou De Wever aan de macht hebben geholpen

Bovendien waren fascistische partijen in andere landen met minstens evenveel vluchtelingen – zoals Nederland en Groot-Brittannië – opkomende verschijnselen. De schuldvraag is dus gecompliceerd en de verantwoordelijkheid kan niet zomaar worden afgeschoven op anonieme factoren als ‘de gang van de geschiedenis’, het kapitalisme, de werkloosheid of de vluchtelingencrisis. De bankencrisis is wél de sleutel tot de verklaring – de N-VA haalde immers pas na 2008 veel stemmen –, maar op een indirecte en ingewikkelder manier.

Beurskrach en crisis van 2008

De wereldcrisis van 2008 raakte Europa hard. Het standaardantwoord was net als in andere landen: bezuinigen. De bezuinigingspolitiek betekende dat de relatief hoge uitkeringen omlaag moesten en de werkgeversbijdrage omhoog. Tegen deze druk was de brede coalitie onder leiding van christen democraat Yves Leterme niet bestand. Alexander De Croo gooide de handdoek in de ring onder het mom van eeuwigdurend probleem Brussel-Halle-Vilvoorde. Het was het begin van het einde.

De eindfase van de Belgische traditionele partijen zou tot 2018 duren. Door de crisis raakten de Belgische politiek en samenleving op drift. Rode draad in de ondergang van de democratie was de zoektocht naar politiek draagvlak voor de bezuinigingen en een mogelijkheid om de democratische federale natie te ontmantelen. Deze zou uitlopen op de onzalige gedachte dat met De Wever kon worden samengewerkt. Vanwege gebrek aan parlementaire steun kwam het na twee jaar regeringsvorming tot een noodkabinet.  Van 2012 tot en met mei 2014 leidde de socialistische politicus Elio Di Rupo een noodbestuur zonder een duidelijke parlementaire meerderheid. Hierop volgde met de verkiezingen van 2014 op federaal vlak de grote doorbraak van de N-VA.
 

De Vlaams-nationalisten gingen naar 33% en 33 zetels. Ook de radicale PTB-PVDA boekte winst en kwam met twee zetels in de kamer. De extremisten scoorden. Maar de traditionele partijen onder leiding van Charles Michel bleven aan de macht door de post van premier in handen te houden. In noodsituaties mocht deze aantreden en verordeningen uitvaardigen zoals in maart 2016  nodig was met de aanslag in Zaventem. Vijf terroristen hadden bommen laten ontploffen in de luchthaven en in de metro van Maalbeek. Bij deze gruwelijke aanslagen vielen 35 doden en honderden gewonden. Onder Jambon en Francken werd dit te pas en te onpas gebruikt om dansende moslims te viseren. Uiteindelijk zouden vele tientallen verordeningen worden uitgevaardigd die de vrijheid inperkten. Om te voorkomen dat deze door het parlement weer ongedaan werden gemaakt, werd de oppositie op geregelde basis belachelijk gemaakt.

Men zegt wel eens dat de geschiedenis zich voortdurend herhaalt. Voortbordurend op wat er in de jaren dertig in Duitsland verder gebeurde, we zitten nu ongeveer in 1933-34, kunnen we een Belgisch vervolg schetsen. Hopelijk geen selffulfilling prophecy.

 

N-VA maakt Charles Michels regeren onmogelijk

Heel effectief was Michel I niet. Voorjaar 2017 maakte Michel I  een einde aan zijn lijden. Hij weigerde botweg om verder nog de decreten gedicteerd door de N-VA te tekenen. Dat betekende dat hij niet meer kon regeren, en hij diende op 30 mei 2017 zijn ontslag in.

De sfeer was niet goed. Michel I ontving Bart De Wever voor een laatste gesprek op 30 mei 2017 om 11.55 uur, terwijl algemeen bekend was dat hij om 12 uur stipt een toespraak moest houden. Bart De Wever gunde zijn eerste minister na twee jaar trouwe dienst precies 3,5 minuut spreektijd.

Wouter Beke wilde in de regering de N-VA inruilen voor een brede ‘nationale coalitie’. Hij wilde daadkracht, zodat er eindelijk iets aan de massale spanningen kon worden gedaan. Als leider van de grootste partij was De Wever een voor de hand liggende kandidaat. Maar Michel I was niet bereid om hem te steunen. Dat leverde een patstelling op; zonder de Vlaams-nationalisten zou een brede coalitie wel weer tamelijk smal worden.
 

Door straatgevechten tussen met name Vlaams Belang en de communisten hadden de Belgen het gevoel dat er een burgeroorlog voor de deur stond. In de samenleving was de chaos inmiddels compleet.
Omdat De Wever van Michel I nog geen kans kreeg, trad op 2 juni 2017 een kabinet aan onder de conservatieve katholiek Chris Peeters. Peeters genoot het volste vertrouwen van Michel I en zijn hofhouding, maar was politiek geïsoleerd en kon in het parlement nauwelijks steun te vinden. Vervroegde verkiezingen moesten hem meer draagvlak geven; de regering bleef daarbij zitten, maar kwam nauwelijks tot enige activiteit.
 

Genadeklap voor het federale België

De verkiezingen van 2018 waren de genadeklap voor de traditionele democratie. Onverhoopt legde de terrorist Salah Abdeslam met zijn aanslag in 2015 in Parijs het fundament voor de Vlaams nationalismedictatuur. De Vlaams-nationalisten waren, zo blijkt onder meer uit de dagboeken van Jambon, totaal verrast door de aanslag in Parijs en die van Zaventem. Zo noteerde hij op 23 maart 2016 in zijn dagboek.‘De Wever is uitzinnig van woede. […] De vergaderzaal is compleet verwoest. Nu moeten we handelen! […] Iedereen straalt. Dit ontbrak nog. Nu zijn we uit de problemen.’

Na aanvankelijke paniek herstelde De Wever zich. Het is tekenend voor zijn grote politieke talent dat hij van deze onverwachte ontwikkeling zo goed gebruik wist te maken. De aanslag op Zaventem had makkelijk in een crisis of een burgeroorlog kunnen uitmonden, maar De Wever maakte met een briljante improvisatie op gewiekste wijze gebruik van de chaos en verwarring.

De N-VA haalde in 2018 met 37,3 procent het hoogste resultaat van een Belgische partij sinds het millenium. Dat maakte De Wevers claim op het eerste ministerschap alleen maar sterker. Het Vlaams Belang kreeg 14,3 procent. Samen hadden de twee rechtse partijen een meerderheid van 51.6%.

De Wever werd op 13 augustus 2018 gepolst over regeringsdeelname. De koning ontbood hem en blafte hem in een persoonlijk gesprek af. De koning dacht de meester zo te kunnen overtuigen om genoegen te nemen met het vice eerste ministerschap. Dat werkte alleen maar contraproductief. België stond op barsten.

 

De Wever stelt zich op als harde onderhandelaar

De Wever betoonde zich, net als in de zomer, een harde onderhandelaar. Hij wilde uitsluitend als eerste minister in de regering plaatsnemen, maar was wel bereid om met minder ministersposten genoegen te nemen. In een gesprek suggereerde hij Filip De Winter dat een machtigingswet een einde zou kunnen maken aan de federaliteit van het land. Het parlement zou daarmee afzien van zijn macht en de deelregeringen alle volmachten geven. Een dergelijke ingrijpende wet vereiste een tweederde meerderheid in het parlement. Het was een kwestie van aan de andere kant nog 15% te overhalen.

Filip De Winter stelde hoge eisen aan zijn toestemming voor De Wevers eerste ministerschap. Zo wilde hij een veto over de ministersbenoemingen en weigerde hij hem presidentiële volmachten te garanderen. Hij ging daarbij zijn staatsrechtelijke bevoegdheden ver te buiten. De Wever trok daarop zijn aanbod terug. Een burgeroorlog ter rechterzijde leek niet meer uitgesloten.
 
De Wever en De Winter gaven met hun geheime onderhandelingen het begrip ‘achterkamertjespolitiek’ een volstrekt nieuwe dimensie

In de coalitieonderhandelingen bleef De Wever bij zijn eis dat hij eerste minister wilde worden, maar hij wilde wel concessies doen. Hij voelde de hete adem van zijn partij en met name van het Vlaams Belang in zijn nek, en moest zijn politieke kapitaal nu zien te verzilveren.
 

Theo Francken

Naast De Wever zouden er slechts twee N-VA-ministers in het kabinet komen. Eén van hen, de legendarische vluchtelingenjager Theo Francken, zou zelfs genoegen nemen met een ministerschap zonder portefeuille. De conservatieven zelf leverden maar liefst acht ministers, onder wie een aantal partijloze technocraten. Filip De Winter op zijn beurt zou De Wever steunen met vernietigende decreten die het einde van België inluidden.

‘Het is zover. We zitten in de Wetstraat. De Wever is eerste minister. Het is een sprookje!’ aldus een opgetogen Jambon op 31 januari 2019 in zijn dagboek. Het bondgenootschap tussen de extremisten en de Vlaams-nationalisten was een feit. De Wevers coalitie bestond uit een bont gezelschap: grootgrondbezitters, industriëlen, conservatieve politici en vertegenwoordigers van Vlaams-nationalistische organisaties.

Bij de laatste vrije verkiezingen in 2020 haalde de N-VA ondanks de uitschakeling van de oppositie en de heftige propaganda niet meer dan 43,9 procent van de stemmen

Om De Wevers imago als serieus staatsman en Vlaams-nationalist te versterken organiseerde Jambon op 22 maart van dat jaar– twee dagen voor de stemming over de machtigingswet – de zogeheten ‘Dag van Vlaanderen’. In het Vlaams Parlement vierde De Wever samen met Filip De Winter de eerste bijeenkomst van de nieuw gekozen Vlaamse Natie.

 

Krachtdadig regeren

Met deze wet Zur Behebung der Not von Volk und Reich zette het parlement zichzelf buitenspel. Voortaan kon de regering zonder enige consultatie besturen en zelf beslissen over de begroting. De wet moest krachtdadig regeren mogelijk maken. Bij de stemming was de PTB-PVDA-fractie afwezig; de communisten zaten al in het concentratiekamp, waren naar het buitenland gevlucht of ondergedoken.

De SP.a was de enige fractie die tegen de wet stemde. Binnen de CD&V was wel tegenstand, maar het katholieke eigenbelang gaf de doorslag. De Wever chanteerde de katholieken namelijk met het dreigement dat hij bij een tegenstem de onderhandelingen tussen het Vaticaan en het Vlaamse Rijk over een concordaat zou laten mislukken.

Sommige Vlaamse juristen, onder wie de bekende rechtsfilosoof Etienne Vermeersch, suggereerden dat De Wevers machtsovername volstrekt legaal was verlopen. De Wevers benoeming op 30 januari 2019 was – afgezien van de gebruikelijke achterkamertjespolitiek – inderdaad nog min of meer volgens de regels gegaan.

Maar de gebeurtenissen daarna laten van deze legaliteit weinig over. Het politieke geweld van de kant van het Vlaams Belang, de wilde vechtpartijen tegen Walen, het misbruik maken van de noodverordening van 28 februari, en de intimidatie bij de stemming over de machtigingswet op 23 maart maken duidelijk dat De Wevers revolutie beslist niet wettelijk was verlopen.
 

Wie was er verantwoordelijk?

De benoeming van De Wever tot eerste minister was geen bedrijfsongeval, maar ook niet de onontkoombare uitkomst van de loop van de Belgische ondergang. De verantwoordelijkheid was breed verdeeld. De staatstragende partijen – sociaal-democraten, katholieken, liberalen en conservatieven – waren niet bereid geweest om over hun eigen schaduw heen te springen. De communisten voerden in opdracht van Poetin een nihilistische oppositie. Aansprakelijk waren ook de meer dan 33 procent van de Vlamingen die kozen voor een man die hun een nationale wedergeboorte beloofde.

Maar de hoofdverantwoordelijkheid ligt bij de CD&V en de conservatieve elites, die onder leiding van Michel I bewust kozen voor het avontuur met De Wever. Zij namen uit eigenbelang het risico om de Vlaams-nationalisten regeringsmacht te geven. Ze dachten dat De Wever een simpele ziel was die ze met groot gemak onder controle zouden kunnen houden en desgewenst weer aan de kant konden schuiven. Ze wilden hem gebruiken om de overgang naar een autoritair bewind een populistische legitimatie te geven.

Ze begingen een fatale vergissing. De historicus Bruno De Wever formuleert het glashelder: ‘De beslissende factor […] was de totale onderschatting van Bart De Wever.’ Nauwelijks anderhalf jaar na zijn aanstelling was De Wever de oppermachtige dictator en klaar om aan zijn volgende project te beginnen: het aanvoeren van het Vlaamse Rijk.

take down
the paywall
steun ons nu!