Na de inval van de Vikingen werd de Sint-Pietersabdij machtiger dan de Sint-Baafsabdij. Als keizer Karel de genadeslag gaf aan deze laatste, was Napoleon Bonaparte diegene die de Sint-Pietersabdij de das om deed. Onder dit Frans Bewind heeft het toenmalige stadsbestuur de compleet verminkt.
Amandus stichtte de Sint-Baafsabdij en de Sint-Pietersabdij. Het verhaal over Amandus schreven we al in de bijdrage over de Sint-Baafsabdij.
We schrijven: de 7e eeuw, in de tijd van de Merovingische koningen, voor welke de christianisatie van de noordelijk gelegen gebieden een middel was om hun orde op te leggen aan een bevolking.
Vikingen.
De Sint-Pietersabdij zou in 851 en 880 zijn aangevallen door de Vikingen. De Sint-Pietersabdij was het net iets minder slecht vergaan dan de Sint-Baafsabdij. Ze was toen veel kleiner en minder welvarend dan haar collega-abdij en dus minder aantrekkelijk voor de Vikingen. Niettemin gingen de kloosterlingen ook daar op de vlucht, maar kwamen tientallen jaren vroeger dan de Bavelingen terug. Na het vertrek van de Vikingen had Graaf Boudewijn II (de Kale) de kloostergronden voor zichzelf opgeëist.
Arnulf en de Pieterlingen.
De teruggekeerde Pieterlingen konden het goed vinden met de graaf, zodat ze de touwtjes in handen hadden op het ogenblik dat de Bavelingen terugkeerden naar Ganda. De Sint-Pietersabdij werd heropgebouwd met steun van de Vlaamse graven. Toen de Bavelingen begin de 10e eeuw aankwamen, waren ze hun glans en hun dominantie kwijt en dit zou zo blijven.
Terwijl – in de eerste helft van de 10e eeuw – graaf Arnulf I de Sint-Pietersabdij favoriseerde, gaf de graaf de Bavelingen slechts in beperkte mate hun gronden terug en plaatste hen onder het gezag van de Pieterlingen. In de 10e en 11e vochten de twee abdijen een vete uit.
11e, 12e eeuw: bloei.
Tijdens de bloeiperiode van de 11e en 12e eeuw hadden de abten wereldlijke, geestelijke en rechterlijke macht in het Sint-Pietersdorp. Ze waren tegelijk onafhankelijk van de opkomende stad. Dit gold ook voor dat deel van het Sint-Pietersdorp dat, door de expansie van de stad, binnen de stadsmuren was komen te liggen.
De Spanjaarden. Samen met de opkomst van de Calvinisten, kwamen de Beeldenstormers. Tijdens het regnum van zijn opvolger en kettervervolger Filips II werden in 1566 in Gent kerken, kloosters en abdijen aangevallen en geplunderd door Calvinisten. Het stadsbestuur trad niet op tegen de Beeldenstorm.
De protestanten wilden de kerken zuiveren van alles wat verwees naar de heiligenverering. Men wilde soberheid als modus om terug te keren naar de essentie van het geloof. Ook de abdijen werden geplunderd. Opnieuw sloegen Beeldenstormers toe tijdens het eerste jaar nadat de Republiek was uitgeroepen in Gent. Het Calvinistisch Bewind (1577-1584) liet de oude Sint-Pieterspoort of Heuvelpoort weer opbouwen met stenen van de Sint-Pietersabdij.
De Franse Revolutie en Napoleon. In 1796 ging de eeuwenoude autonomie van de Sint-Pietersabdij voor de bijl – net toen die opnieuw een hoogtepunt van haar macht genoot.
Een jaar na de aanhechting van onze contreien bij Frankrijk, confisqueerde Napoleon Bonaparte alle kerkelijke bezittingen, incluis die van de abdijen.
Het stadsbestuur verwierf nu de kloostergebouwen. Het huidige Sint-Pietersplein kwam er doordat het stadsbestuur in 1799 opdracht gaf tot het slopen van de parochiale Onze-Lieve-Vrouwekerk, en in 1811 voor de afbraak van de rechtervleugel van de abdij, de proosdij (bestuursgebouw) en de prelaatsgebouwen (de woningen van de bestuurders).
In de overgebleven gebouwen kwam een kazerne. De gesloopte delen werden ingericht als paradeplaats en oefenveld. Pas in 1950 verlieten de militairen het klooster en besliste de stad om de Sint-Pietersabdij te restaureren. Daarbij werd ook het terrein voor het klooster genivelleerd, waardoor het reliëf tussen wat rest van het klooster en het Sint-Pietersplein geen correct beeld meer geeft van de oorspronkelijke situatie.
Rivaliteit.
De rivaliserende kloosters betwistten elkaar het eerstgeboorterecht. Ze waren er ook altijd op uit om elkaar de loef af te steken inzake bedevaarten en vereringen, wat pelgrims lokte en in inkomsten voorzag. Ze ontzagen daarbij niets. Ze vervalsten hun oorkonden en overtroefden elkaar met valse relikwieën en dito heiligen. De heilige Amelberga van Sint-Pieters en de heilige Lieven van Sint-Baafs waren allicht nooit heiligen geweest. Ze dienden om het aanzien van de abdijen te verhogen. Hierbij werd flink aan ‘marketing’ gedaan. Zo bekwam de Sint-Pietersabdij in 1330 van de bisschop van Doornik dat een plechtige feestdag werd ingeroepen voor de heilige Amelberga. Gentenaars die op die dag de abdijkerk bezochten, verwierven veertig dagen aflaat (vrij vertaald: ‘vrij van zonden’). De Bavelingen van hun kant hadden dan weer jaarlijks een ongeziene processie voor Sint-Lieven tussen Gent en Sint-Lievens-Houtem. Deze traditie wortelde in de 11e eeuw. Keizer Karel schafte ze af, omdat ze al eeuwenlang het voorwerp was van ongeregeldheden.
Lees meer bijdragen over Gentse monumenten op persblog.be – Verhalen uit en over Gent