In het artikel “U.S. secretly backed Syrian opposition groups” in The Washington Post van 18 april 2011 beschrijft Craig Whitlock de geheime Amerikaanse steun aan de Syrische oppositie.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken financiert Syrische oppositiepartijen en aanverwante projecten, waaronder een satellietkanaal dat bekend staat voor zijn anti-regeringsprogramma’s, aldus geheime diplomatieke informatie die werd gelekt.
Het geld voor Syrische oppositiefiguren begon te stromen onder president George W. Bush, na de bevriezing van de politieke banden met Damascus in 2005. Deze financiering loopt gewoon door onder president Barack Hussein Obama, ook al stuurde zijn administratie aan op betere relaties met president Assad. In januari 2011 stelde het Witte Huis een ambassadeur aan te Damascus voor het eerst in zes jaar tijd. Op 8 mei 2011 verzamelden zich honderden studenten voor zijn residentie om te betogen tegen de Amerikaanse bemoeienissen in Damascus. Zo snel gaat de politiek in het Midden-Oosten. En dit omdat de Amerikanen zo nodig oppositiekanaal Barada TV moesten steunen.
Propagandazender Barada TV
Barada TV begon met uitzendingen in april 2009, maar ging in verhoogde versnelling met het berichten over “massale demonstraties in Syrië” als een campagne om het regime omver te werpen. Volgens mensenrechtenorganisaties werden “grote aantallen mensen gedood door de Syrische veiligheidsdiensten van president Assad” sinds de demonstraties begonnen op 18 maart 2011. Syrië zegt dat het geweld wordt uitgelokt door gewapende bendes.
Barada TV is nauw verbonden met de Movement for Justice and Development, een netwerk van Syriërs in het buitenland met als basis Londen. Deze groepering kreeg 6 miljoen dollar sinds 2006 om de propagandazender op te richten en voor andere anti-Assad activiteiten in Syrië. Het kanaal is genoemd naar de Barada rivier, die door het hart van de Syrische hoofdstad Damascus loopt.
Amerikaanse diplomaten aanzien de leiders van de Movement for Justice and Development als “liberale, moderne islamisten”. Het gaat om voormalige leden van de Moslimbroederschap.
Malik al-Abdeh, Barada TV’s nieuws-directeur, doet alsof zijn neus bloedt als wordt gevraagd of de zender wordt gesteund door president Obama. De zender zendt 24 uur per dag uit, maar heeft vele herhalingen. De bijzonderste programma’s zijn “Towards Change,” een panel discussie over de huidige gebeurtenissen en “First Step,” een programma dat wordt gemaakt door een groep Syrische dissidenten in Amerika.
Ausama Monajed, een Syrische banneling in Londen, die werkte als producent voor Barada TV en de mediacontacten verzorgde voor de Movement for Justice and Development, houdt zich nu voltijds bezig met het verzenden van – meestal getrukeerde – video’s van de oppositie naar alle media in de wereld. En zo wordt het Amerikaans geld dus gebruikt voor massale propaganda tegen de Syrische president en zijn Baathpartij.
Amerikaans geld voor Syrische ballingen
Geheime Amerikaanse diplomatieke documenten van de ambassade in Damascus maken duidelijk dat Syrische ballingen geld krijgen via het programma Middle East Partnership Initiative van het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het geld gaat naar de ballingen via de Democracy Council, een NGO met basis in Los Angeles. Zij ontvingen 6,3 miljoen dollar voor het project “Civil Society Strengthening Initiative” of in mensentaal de financiering van producties van de zender Al Barada. In totaal zou Middle East Partnership Initiative minstens 12 miljoen dollar fondsen hebben overgemaakt voor diverse Syrische programma’s van de oppositie in de periode 2005-2010 aldus gelekte informatie uit de Amerikaanse ambassade in Damascus.
Rol van Aljazeera
Het meest duidelijk kwam de destabilisatie campagne tegen Syrië naar boven door het ontslag van Ghassan Ben Jeddo, de meest bekende Aljazeera journalist en bureauchef in Beiroet (Libanon). Ben Jeddo nam ontslag uit protest tegen de eenzijdige berichtgeving door de zender en in het bijzonder “de smeercampagne tegen de Syrische regering” die Aljazeera veranderde in een “propaganda uitlaat”.
Het is goed om te weten dat Aljazeera nooit melding maakt van de militaire luchtmachtbasis van het Amerikaanse Centrale Legercommando in Qatar. Onbemande vliegtuigen (drones) stijgen dagelijks op van die basis voor opdrachten in de regio. Qatar zond eveneens vliegtuigen om deel te nemen aan de V.S./NAVO-bombardementen op Libië.
Aljazeera zal je ook nooit horen spreken over het feit dat 94 % van de arbeid in Qatar wordt verricht door buitenlandse werkslaven zonder fatsoenlijk loon of enige rechten. Ook de massale en bloedige onderdrukking van sjiitische demonstranten door Saudische soldaten in het naburige Bahrein worden verzwegen.
Sara Flounders
Volgens Sara Flounders in Global Research van 8 mei 2011 werkt Qatar nauw samen met het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken voor de steun van de Amerikaanse interventie in de regio. “Qatar was één van de eerste Arabische staten, en de eerste onder de Golfstaten om relaties aan te knopen met Israël. Tijdens de Israëlische bombardementen op de Gazastrook, annuleerde het deze banden, maar sindsdien bood het aan om deze te vernieuwen.”
Founders zegt: “De CIA en de National Endowment for Democracy zijn experts geworden in het gebruik van een spervuur van sociale media zoals Facebook, Twitter en Youtube om geviseerde overheden met miljoenen verzonnen berichten, wilde geruchten en beelden te overweldigen.”
Ze verwijst naar de valse berichten over Syrische troepen die elkaar bekampten, wat door gewezen Majoor-Generaal al-Rifai werd tegengesproken en de leugens over een de verplaatsing van het Hamas-kantoor van Damascus naar Qatar.
Geruchten, anonieme berichten op internet en satelliettelevisie rapporten zijn gericht op het benadrukken van sektarische verschillen en vormen een onderdeel van de destabilisatie campagne.
De reden waarom men aanstuurt op een regimewissel in Damascus? Syrië is één van de enige Arabische landen die geen relatie heeft met Israël. Verschillende Palestijnse verzetsgroeperingen hebben kantoren-in-ballingschap in Syrië, waaronder Hamas. Syrië is een nauwe bondgenoot met Iran en Hezbollah in Libanon.
Syrië is een seculiere staat waar geen enkele religieuze groepering de andere domineert. Grote industrieën en bronnen werden genationaliseerd in de jaren 1960 en 1970. Gezondheidszorg, een goede levensstandaard en onderwijs werden gegarandeerd.
Half miljoen Palestijnen
Syrië ving de voorbije 63 jaar 500.000 Palestijnse vluchtelingen en hun afstammelingen op. Hun levensomstandigheden zijn merkelijk beter dan deze in de omliggende landen, omdat in tegenstelling tot Libanon en Jordanië gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting toegankelijk zijn voor Palestijnen in Syrië.
Anderhalf miljoen Irakezen
Waar de media het ook nooit over heeft. De enorme huisvestingsoperatie door Damascus om 1,5 miljoen Iraakse ontheemden in een land op te vangen dat nauwelijks eigen natuurlijke bronnen heeft. In grote delen van Syrië heerst er bovendien waterschaarste en enorme droogte. Syrië is afhankelijk van het water via Turkije, die dit duur verkoopt aan zijn buren.
Op 11 mei 2011 nam het Syrische kabinet een reeks bijkomende maatregelen tegen de droogte in het oosten van het land. Er komen werkmogelijkheden en alternatieve vormen van inkomen voor de getroffen families. Zo zullen 7.500 kleinschalige projecten worden ondersteund rond kippenkwekerijen, vee, de voedingsmiddelenindustrie en handwerk. Er komt ook moderne irrigatieapparatuur en water bevoorrading met vrachtwagens. Eerder kregen getroffen landbouwers reeds financiële ondersteuning van president al-Assad.
Door de massale instroom van Iraakse vluchtelingen stegen de voedselprijzen en basisgoederen met 30 procent, de prijzen van eigendommen met 40 procent en de huishuur met 150 procent. De Amerikaanse oorlog in Irak zorgde ervoor dat 25 % van de bevolking op de vlucht sloeg. De V.S. gaf slechts een beperkt aantal Irakezen asiel en betaalde slechts de prijs van één dag oorlog ter compensatie aan de VN-organisatie voor de Iraakse vluchtelingen. Amerikaanse sancties tegen Damascus zorgden voor een nog grotere economische terugval.
Amerikaans imperialisme zorgt voor instabiliteit
Washington beweert dat het is bezorgd over de instabiliteit in Syrië. Maar het VS-imperialisme als systeem wordt gedreven tot het creëren van instabiliteit. De overweldigende dominantie en macht van de militaire- en oliebedrijven in de Amerikaanse economie en de enorme winsten van militaire contracten versterken eindeloos de stimulans om militaire oplossingen te zoeken.
Elke verklaring van de Syrische regering erkent het belang van interne hervormingen met behoud van de nationale eenheid in een uiterst divers land, dat historische verschillen kent in religie, stammen en regio’s en nu bijna 2 miljoen vluchtelingen heeft.
De diverse nationaliteiten, godsdiensten en culturele groeperingen in Syrië hebben het volste recht om deel te zijn van dit proces. Maar wat ze het meest nodig hebben is een einde aan de voortdurende, niet aflatende Amerikaanse interventie.
DE WERKELIJKHEID VAN DE GEBEURTENISSEN
De Amerikaanse professor Internationaal Recht, Franklin Lamb, zegt dat de Amerikaanse administratie één van de bijzonderste factoren is achter het opzet en de financiering van de crisis in Syrië. Hij voegde er aan toe dat de Verenigde Staten nadien tot het besef kwamen dat ze er geen belang bij hebben dat wanorde aan de dag is in Syrië.
Lamb zei in een vraaggesprek met de Syrische televisie dat het land de crisis zal overleven. Ook hoopt hij dat het Amerikaanse volk een beleid van algemene boycot tegen Israël zal aannemen, gezien zij door de gebeurtenissen in Syrië levendiger dan ooit zijn. De professor voegde er aan toe: “Het Amerikaans parlement is niet de effectieve vertegenwoordiging van de Amerikanen. Het werd gekocht door de zionisten (politieke leidende stroming in Israël die achter de bezetting en onderdrukking van het Palestijnse volk staat). De strijd van de Amerikanen is gelijklopend met deze van de Syriërs en de Palestijnen die Palestina willen bevrijden. Wij moeten onze regering bevrijden en de principes en de tijden terugwinnen toen wij geen vijanden hadden in het Midden-Oosten.”
Rusland zegt “net” tegen buitenlandse inmenging
De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergei Lavrov, waarschuwde op 13 mei 2011 tegen een buitenlandse interventie in Syrië en riep de Syrische oppositie op om geen herhaling te wensen van het “Libië-scenario”.
“We zijn erg bezorgd dat het proces van verzoening, het proces van de start van de dialoog – alle gezonde krachten in Syrië met inbegrip van het Syrische leiderschap zijn daar voorstander van – wordt afgeremd door een wens van sommige deelnemers om buitenlandse krachten aan te trekken ter ondersteuning van hun acties,” aldus Lavrov tegen Russische persbureaus.
“Het is heel jammer dat de Libische situatie een enorme verleiding is voor veel leden van de oppositie om in die regio een soortgelijke situatie te maken en zij verwachten dat het Westen niet afzijdig, maar zich actief zal mengen in het conflict in het voordeel van een van hen.”
“Enorm vergrootglas”
In een interview met het dagblad Moskovskie Novosti beklaagde Lavrov er zich deze week over dat het westen de bereidheid van Rusland om samen te werken rond Libië misbruikt. Hij zei dat van nu af aan Moskou zou kijken naar eventuele pogingen van de VN om het gebruik van geweld toe te staan zal bekijken door middel van een “enorme vergrootglas.”
Lavrov zei ook dat alle landen moeten ter verantwoording worden geroepen op de VN-Veiligheidsraad voor hun beleid. “Naar onze mening en de mening van landen zoals Brazilië, India, China en Zuid-Afrika voldoen de antwoorden van de coalitie op onze vragen niet volledig”. Het is duidelijk dat de V.S./NAVO-bommencampagne veel verder gaat dan wat binnen de VN werd afgesproken en dat dit deze landen bijzonder zwaar op de maag ligt. China zou grote energie-investeringen doen in het oosten van Libië, maar het land werd door steun van de internationale coalitie aan de Libische rebellen aldaar, verdreven. Het zullen nu Turken, Italianen, Britten, Amerikanen en Fransen zijn die de energiemarkt controleren. En China komt er niet bij aan te pas.
Wellicht was dit ook het werkelijke doel van de interventie in Libië: rebellen van allerlei pluimage zwaar bewapenen, honderden eenheden speciale troepen activeren in Oost-Libie, Khaddafi bloedbaden verwijten via leugens op sociale media en dan met een bommencampagne de Chinezen verdrijven uit dit land.
Volgens Champress van 12 mei 2011 zou Lavrov in Moskovskie Novosti ook gesproken hebben over concrete bewijzen dat de oppositie in Syrië van in het begin geweld gebruikt, welke het leven heeft gekost van burgers en veiligheidsagenten. Daaruit zou blijken dat de oppositie goed bewapend is en bij de Russische minister vragen oproept naar het streven van buitenlandse interventie. Rusland verzette zich samen met een meerderheid van de VN-veiligheidsraad tegen een veroordeling van Syrië.
Fisk over de mediastilte inzake Bahrein
De Britse journalist Robert Fisk verbaast zich in The Independent van 14 mei 2011 over Christopher Hill,. Deze voormalige Amerikaanse staatssecretaris voor Oost-Azië, die ook ambassadeur was in Irak beweert dat “de tijd dat een dictator het soeverein recht had om zijn mensen te misbruiken onaanvaardbaar is geworden” niet opgaat voor het soennitische koningshuis in Bahrein dat sjiitische demonstranten bloedig onderdrukte zonder dat de massamedia daar veel aandacht aan schonk. De al-Khalifas hebben geen problemen met de oppositiekrant Al-Wasat. Karim Fakhraw, één van de oprichters werd op 5 april 2011 aangehouden en stierf een week later in de gevangenis. Tien dagen later werd de columnist van deze krant, Haidar Mohamed al-Naimi, opgepakt. Hij is nog steeds vermist. Londen en Washington zwijgen als de dood over de gebeurtenissen in Bahrein.
De V.S. heeft haar Vijfde Vloot in Bahrein. Dus is de nieuwe dagtaak van Hillary Clinton het demoniseren van het bestuur van de Syrische president. Geen woord over de taliban die steun kregen van Saudi-Arabië, de 9/11-daders die kwamen uit dat koninkrijk, dat bin Laden een Saudi was of dat de meest gruwelijke versie van de islam wordt beleden in Saudi-Arabië, waar al talrijke hoofden en handen zijn afgehakt. Neen, want er is te veel olie in het land van de familie Saud.
Saudisch plan om Syrië te destabiliseren
Op 28 maart 2011 schrijft Champress over een goed georganiseerd plan op Syrië te vernielen en chaos te veroorzaken in het land. Het idee komt van Bandar bin Sultan, de voormalige Saudische ambassadeur bij de Verenigde Staten, in samenwerking met de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Libanon, “Jeffrey Feltman” om het bestuur in Syrië omver te werpen en Syrië terug naar het “stenen tijdperk” te brengen.
Het lange gedetailleerde plan kwam in 2008 tot stand met een financiering van 2 miljard dollar, bestaande uit diverse onderdelen en precieze details die aanzienlijk kruisen met de incidenten van verstoringen die de stad Daraa onlangs heeft meegemaakt. Het plan zou zich organiseren rond netwerken van: 1) geschoolde en werkloze jongeren, 2) criminele bendes, 3) etnisch-sectarisch team van jonge ongeschoolden, 4) media netwerk en 5) hoofdstad (handelaren, bedrijven, banken).
Het criminele tuig zou men zo trainen als sluipschutters en in het binnendringen van politiekantoren. En zo had elk netwerk zijn specifieke taak in het verstoren van de veiligheid en stabiliteit die Syrië reeds elf jaar kende onder president Bashar al-Assad.
Profetische woorden in 1919
Sir Arthur Hirtzel, hoofd van de Britse regering van het ‘India Office Political Department’ had in 1919 al profetische woorden over de westerse bemoeienissen rond Irak en Syrië op instructie van de Saudi’s.
“Wat we willen hebben in het bestaan, wat we hadden moeten maken in deze tijd is een administratie met Arabische instellingen die we veilig kunnen verlaten, terwijl wij de touwtjes in handen hebben, iets dat niet veel zal kosten, dat de Labour-regering kan slikken in overeenstemming met haar principes, maar waaronder onze economische en politieke belangen veilig zullen zijn. […..] Als de Fransen in Syrië zullen blijven, moeten we voorkomen dat ze een excuus hebben voor het opzetten van een protectoraat. Als ze gaan, of als we tegenstand krijgen in Mesopotamië, is er altijd het risico dat [Koning] Faisal de Amerikanen zal aanmoedigen om beide landen over te nemen, en dient te worden bedacht dat de Standard Oil Company zeer gegeerd is om Irak over te nemen.”
Elliott Abrams roert zich weer
En natuurlijk zijn er mensen zoals Elliott Abrams, vice-nationaal veiligheidsadviseur onder George W. Bush, die het vuur nog wat aanport bij president Obama om krachtiger op te treden tegen Syrië. (National Review Online, 19 april 2011)
Toenmalig Amerikaans vicepresident Dick Cheney en zijn ‘Witte Huis rechterhand’, Elliott Abrams, wilden een burgeroorlog tot stand brengen in Libanon door de Arabische Islamitische Majils van Libanon (een soennitische behoudsgezinde stroming van wahabieten en salafisten) te steunen als tegenpool voor Hezbollah. Als bondgenoten zag men naast Saudi-Arabië ook de Golfstaten, Egypte en Jordanië tegen de ‘As van het Kwade’ (Hamas/Hezbollah/Iran/Syrië).
Het project kreeg wapens van de V.S. via de westersgezinde Libanese regering van Saad Hariri en Fouad Siniora, en financiële steun van Saudi-Arabië. Fatah-al-Islam was een voorproefje van deze extreme soennitische moslims en de Arabische Islamitische Majils van Libanon zijn ervan de actuele versie. Een burgeroorlog is gelukkig uitgebleven in Libanon, maar het blijft een kruitvat dat constant kan ontploffen.
Mensenrechtenschendingen in Syrië
Elliott Abrams verwijst in zijn aanklacht tegen het Syrische regime naar de grove mensenrechtenschendingen met details van alle mogelijke folteringen. Opmerkelijk want zijn eigen land past precies diezelfde tactieken toe in Guantanamo op Cuba, waar honderden mensen jarenlang onschuldig werden opgesloten en in het Afghaanse Bagram, de foltergevangenis die president Obama als één van zijn eerste beleidsdaden liet verdubbelen in omvang en daarvoor de nodige budgetten uittrok.
En wat te zeggen over de foltergevangenissen in Israël, Bahrein, Egypte, Turkije, Jordanië, Saudi-Arabië, de Emiraten en al die andere landen in het Midden-Oosten? Er bestaat geen enkel land in de Arabische wereld waar mensenrechten niet massaal geschonden worden bij arrestaties. Dit is geen eenzijdig Syrisch verhaal van schendingen van mensenrechten, maar de dagelijkse praktijk van 22 landen in de Arabische wereld. Jammer genoeg.
Ingrijpen omwille van mensenrechtenschendingen in Syrië en anderzijds 21 andere Arabische landen en Israël met rust laten getuigd van een enorme vooringenomenheid en onevenredigheid inzake het beleid. Bovendien komt men dan tussen in de interne politiek van een land en tot welke drama’s dat heeft geleid zien we nog dagelijks in Irak, Afghanistan, Pakistan (aanvallen door onbemande Amerikaanse vliegtuigen met vele burgerdoden) en Libië. Het is het openen van de doos van pandora, mocht dit nog niet geopend zijn door het Amerikaans imperialisme in de regio.
Echte reden om Damascus aan te pakken
Maar dan verklapt Elliott de ware reden voor de noodzaak van een interventie in Syrië: “Syrië is de enige bondgenoot van Iran (…) en de val van Iran’s bondgenoten in Damascus geeft ons meer mogelijkheden om dat land aan te pakken.”
In een artikel in de Jordaanse krant Ad-Dustour schrijft de Jordaanse schrijver Fares al-Habashneh – volgens een citaat door Champress op 14 mei 2011 – “Iedereen in Syrië moet hier stoppen. Samenzweringen moeten instorten en de Syriërs horen luid te spreken. Er is geen plaats voor enige roep naar hervorming en vrijheid, tenzij deze afkomstig is van de Syriërs zelf. Een nieuwe fase wacht de Syriërs, waarvan de totale politieke vooruitzichten van de hervormingen onbeperkt zijn, omdat het Syrische regime dicht staat bij zijn volk,” aldus de conclusie van het artikel.
Meteen een duidelijke oproep aan het westen om de Syriërs zelf te laten beslissen over hun toekomst in respect met de wetten en geplogenheden van het land. Niet de criminele bendes die het land afbreken, noch de zogenaamde “internationale gemeenschap” die het imperialisme steunt, hoort zijn dictaten te geven aan de Syrische burgers.
De hervormingen door president Bashar al-Assad moeten versneld verder worden gezet in respect voor alle godsdiensten en inwoners van de Syrisch Arabische Republiek. De Syrische president heeft een duidelijk mandaat gekregen van de Syrische bevolking, die hem nog altijd met een enorme meerderheid steunt. Zeker in deze moeilijke dagen met bendes die het land ontwrichten en de buitenlandse sancties zonder een onafhankelijk rapport van de VN-mensenrechtenraad af te wachten.
Het westen en de V.S. horen zich nu te focussen op het beëindigen van hun bezettingsoorlogen in Irak en Afghanistan en de ontmanteling van de foltergevangenissen in Guantanamo en Bagram. Laat zij zich daar op concentreren, dan kan Syrië terug een stabiel en vreedzaam land worden zoals voorheen zonder de buitenlandse inmenging.
# Meer informatie over Syrië kan U terugvinden op: http://mediawerkgroepsyrie.wordpress.com