De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Het Rode Kruis is een van de oudste erkende organisaties voor fiscaal aftrekbare giften. Foto: Vitaly Volkov/CC BY-SA 2:5
Opinie - Erik Todts, Ethische Fondsenwerving vzw, Visie

De federale regering waardeert uw vrijgevigheid niet meer

De federale regering besloot de belastingvermindering voor giften te verlagen van 45 naar 30 procent. Dat zorgt voor een schokgolf voor de financiering van heel wat goede doelen. Erik Todts, voorzitter Ethische Fondsenwerving vzw, verwacht negatieve effecten op zowel het bedrag van de giften, als op de tewerkstelling in de sector.

woensdag 4 juni 2025 10:30
Spread the love

 

Het begint met enkele luttele woorden in de pers op 24 januari 2025. In het ontwerp van regeerakkoord van de Arizonacoalitie (de federale regeringscoalitie van N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés, nvdr) zou het ogenschijnlijk onschuldig zinnetje staan: ‘De belastingaftrek van giften gaat van 45 naar 30 procent.’ Dat nieuws wordt ons bevestigd uit de omgeving van de onderhandelaars.

De impact van die ‘kleine’ maatregel kan enorm zijn. Hij treft niet enkel 2.600 erkende goede doelen – vzw’s, filantropische stichtingen, internationale vzw’s en stichtingen van openbaar nut – ook 580 OCMW’s, 150 maatwerkbedrijven en een honderdtal instellingen van openbaar nut en bij wet erkende instellingen, delen in de klappen.

De ‘kleine’ maatregel van een verminderde belastingaftrek treft 2.600 erkende goede doelen, 580 OCMW’s, 150 maatwerkbedrijven en een honderdtal instellingen van openbaar nut

Het begon met liefdadigheid in 1601

Voor we ingaan op de dreigende consequenties van de verlaagde belastingvermindering, is het zinvol om te kijken naar de motivatie, modaliteiten en vormen van fiscale aanmoediging van filantropie en vrijgevigheid in het verleden, en niet enkel in België. Belastingvermindering voor giften voor filantropische doelstellingen, gaat terug op een ver verleden, met name in Groot-Brittannië.

Met de Income Tax Act van 1799 kwam er,  gekoppeld aan de invoering van de inkomstenbelasting, een eerste vorm van belastingvermindering voor ‘liefdadigheid’, waarbij bepaalde kerkelijke en educatieve instellingen werden vrijgesteld.

Deze belastingmaatregel staat indirect in verband met de Charitable Uses Act van 1601, waarmee het concept van ‘liefdadigheid’ en charities officieel in de wet werd opgenomen. Dat zou de basis vormen voor latere belastingvoordelen.

In 1913 werd in de VS een belastingvrijstelling toegekend aan filantropische stichtingen zoals (en onder druk van) de Rockefeller Foundation en de Carnegie Foundation, waarmee de grote filantropische monopolies zich verzekerden van belangrijke belastingvoordelen.

Dat gebeurde in het kader van het 16de Amendement bij de Amerikaanse grondwet, dat eerder dat jaar was geratificeerd en een federale inkomstenbelasting mogelijk had gemaakt. Het was een belangrijk precedent voor latere non-profitorganisaties en filantropische instellingen in de VS.

Inmiddels kennen vrijwel alle Europese landen een vorm van fiscale aanmoediging van de vrijgevigheid van de bevolking, gericht op het maatschappelijk belang.

Ook in België, waar een ‘belastingvermindering voor bepaalde giften’ werd ingevoerd door de wet van 15 juli 1949, weliswaar voor een zeer kleine club van begunstigde instellingen, hoofdzakelijk universiteiten. De regeling was dezelfde voor particulieren en bedrijven: giften werden afgetrokken van het belastbaar inkomen of het bedrijfsinkomen.

In 1964 werden diverse fiscale wetsbepalingen samengevoegd in een Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB64), waarin de uitgaven werden opgesomd die recht gaven op aftrek van het belastbaar inkomen.

Het clubje van 1949 werd wat uitgebreid met het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, het Nationaal Studiefonds, de koninklijke academiën, de rijksmusea en instellingen die hulp verlenen aan de ontwikkelingsgebieden (en erkend waren door het ministerie van Technische Bijstand).

In 1969 bedroeg de inkomensderving voor de overheid 27 miljoen BEF voor de aftrek van giften van rechtspersonen tegenover 12 miljoen voor giften van particulieren. In 1999 was die verhouding volkomen omgekeerd: 18 miljoen euro op een totaal van 120 miljoen.

Het minimaal bedrag van de gift bedroeg 10.000 Belgische frank (250 euro). Het belastingvoordeel was beperkt tot 5 procent van het (bedrijfs)inkomen, hetzij tot 5 miljoen BEF, later opgetrokken tot 10 procent en 10 miljoen BEF.

Het kantelpunt van 1972

De belangrijkste wijzigingen, die meteen de basis zouden vormen voor de huidige regelgeving, werden in april 1972 gevat in het Wetboek. De lijst van begunstigde instellingen werd gevoelig uitgebreid, zoals voor hulp aan gehandicapten, ouderen en minderjarigen, het Rode Kruis, musea van provincies en gemeenten, OCMW’s, culturele instellingen en hulpverlening bij rampen in het buitenland.

De organisaties die wensten erkend te worden om aftrekbare giften te ontvangen, moesten een erkenningsprocedure doorlopen en werden gecontroleerd op de bestedingen. De materialiteit van de giften werd nagegaan en een fiscaal attest moest aan de schenkers afgeleverd worden.

Er werden principes ingevoerd die gelden tot op vandaag: de activiteiten van de instellingen moeten complementair zijn aan die van de overheid en (culturele) instellingen moeten bovenlokaal actief zijn.

Het drempelbedrag om de belastingvermindering te bekomen werd naar 1.000 BEF gebracht, met de expliciete bedoeling om ook bescheiden inkomens te betrekken. Hiermee werd een historische verschuiving ingezet van de bijdragen van private rechtspersonen naar gezinnen.

Ter illustratie, in 1969 bedroeg de inkomensderving voor de overheid 27 miljoen BEF voor de aftrek van giften van rechtspersonen tegenover 12 miljoen voor giften van particulieren. In 1999 was die verhouding volkomen omgekeerd naar 18 miljoen euro op een totaal van 120 miljoen.

Overigens werd in de wet de inkomensbelasting voor particulieren afgescheiden van de belasting voor rechtspersonen, met andere plafonds. In 1992 volgde een consolidatie en een verdere uitbreiding in het nieuwe Wetboek voor Inkomstenbelastingen (WIB92), aangevuld met meer gedetailleerde toepassingsbesluiten (KB/WIB92).

Bedrijfswinst

Op 22 juni 2001 richtte toenmalig minister van Financiën Didier Reynders (MR) de Contactgroep Giften op, om een aantal aanslepende problemen aan te pakken met betrekking tot de fiscale aftrek van giften.

De vraag kwam van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF, vandaag Récolte de fonds Ethique asbl – Ethische Fondsenwerving vzw (RE-EF)) en werd aangebracht tijdens een manifestatie van enkele tientallen VEF-leden aan de Financietoren.

Na anderhalf jaar van maandelijkse vergaderingen met de fiscale administratie, de ‘functionele overheden’ (verantwoordelijk voor de erkende actiedomeinen) en vertegenwoordigers van de sector van erkende instellingen, werd op 21 oktober 2002 een rapport voorgelegd aan de minister en aan de Kamercommissie Financiën en Budget.

De conclusies van de Contactgroep werden in 2006 in een omzendbrief bekrachtigd. Vooral twee punten zijn bijgebleven. Wellicht de voornaamste verworvenheid was dat de kosten voor fondsenwerving voor de erkende instellingen gelicht werden uit de kosten voor algemeen beheer (niet meer dan 20 procent), met een plafond van 30 procent van de bruto-inkomsten.

Daarnaast werd onder bepaalde voorwaarden toegestaan om giften, met recht op fiscaal attest, door te storten aan niet-erkende instellingen. Vandaag kunnen we van zo’n overlegplatform alleen maar dromen.

In 2012 onderging het WIB92 een herschikking, waarbij het hoofdstuk over aftrekbare giften in artikel 145/33 werd ondergebracht, zonder noemenswaardige inhoudelijke wijzigingen, behalve de mogelijkheid om giften aan erkende goede doelen in de Europese Economische Unie aftrekbaar te maken voor Belgische belastingplichtigen.

De belastingvermindering van 45 procent van de giften werd ingevoerd in augustus 2014 bij koninklijk besluit, in de plaats van de eerdere benadering waarbij giften als aftrekbare uitgaven van het netto-belastbaar inkomen beschouwd werden. Tot dan was het fiscaal voordeel afhankelijk van de marginale belastingvoet, dus van de hoogte van het inkomen.

De overstap naar een belastingvermindering met een vast percentage (45 procent) maakte het dus interessanter voor bescheiden inkomens en minder aantrekkelijk voor de hogere. Voor zover wij konden nagaan, had deze nogal ingrijpende wijziging evenwel geen impact op de (fiscaal aftrekbare) vrijgevigheid.

Bij wijze van vergelijking: in Frankrijk geldt een belastingvermindering van 66 procent (75 procent voor bepaalde domeinen). In Duitsland, Nederland en Luxemburg geldt een aftrek van het belastbaar inkomen van 100 procent van de giften, maar met een bepaalde onder- en bovengrens. België zet zich dus allesbehalve op eenzelfde niveau als de buurlanden.

In de vennootschapsbelasting daarentegen wordt het bedrag aan giften nog steeds afgetrokken van de bedrijfswinst, waarvoor de belastingvoeten de voorbije jaren daalden. Het reëel fiscaal voordeel is dus lager dan binnen de personenbelasting, wat een rem zet op het bedrijfsmecenaat in ons land.

Arizona: de drooglegging

Hiermee zijn we terug bij de maatregel in het regeerakkoord van Arizona om de belastingvermindering voor giften van 45 procent, ingevoerd in 2014, naar 30 procent terug te brengen.

De maatregel is nog niet bij wet aangenomen, al kan dat snel gaan, maar de mogelijke impact valt niet te onderschatten. De verlaagde stimulans zal honderdduizenden begunstigden treffen, mensen die min of meer afhankelijk zijn van diensten of hulp die mede mogelijk gemaakt worden dankzij de vrijgevigheid van de bevolking. Op dit ogenblik is onduidelijk wat die reële impact zal zijn, in de tijd en naargelang de sector.

De middelen van instellingen zonder winstoogmerk (IZW’s) voor het maatschappelijk belang in ons land komen voor ongeveer de helft van de overheden, deels uit verkoop van goederen en diensten, en uit giften en legaten. Die laatste waren voor alle IZW’s samen goed voor gemiddeld bijna een derde van alle inkomsten (2017). Het aandeel van de vrijgevigheid in de werkingsmiddelen van de sector is dus belangrijk.

In 2023 deden ruim één miljoen particuliere huishoudens in België voor 354 miljoen euro fiscaal aftrekbare giften. Per huishouden gemiddeld 320 euro, gespreid over meer dan twee attesten. Belgen zijn multidonoren.

Volgens de fiscale administratie werden in 2023 voor 354 miljoen euro fiscaal aftrekbare giften gedaan, door ruim één miljoen particuliere huishoudens. Een belangrijke meerderheid van de gezinnen in ons land schenkt dus niet aan goede doelen.

De gemiddelde gift per fiscaal attest liep op tot 140 euro, terwijl het totaal van aftrekbare giften per huishouden gemiddeld ruim 320 euro bedroeg, gespreid over gemiddeld meer dan 2 attesten, Belgen zijn multidonoren.

Volgens een extrapolatie, na een peiling door iVox voor Fundraisers Belgium (2024), bedroeg het totaal bedrag van ‘monetaire vrijgevigheid’ (giften en andere, geen legaten) voor goede doelen in 2024 750 miljoen euro.

Met andere woorden, ruimschoots de helft van de giften, per jaar en per huishouden, geniet van belastingvermindering in België. Het stimulerend effect van het fiscaal voordeel speelt een zeer belangrijke rol voor de vrijgevigheid van de bevolking in ons land en dus voor de ‘eigen middelen’ van de IZW’s voor het maatschappelijk belang.

In ons land is het stimulerend effect van het fiscaal voordeel een belangrijke factor.

De meeste Europese landen hebben een vorm van fiscale stimulans voor particulieren en bedrijven. De enige invulling die grondig verschilt is de geefsubsidie, bekend vanuit Groot-Brittannië.

Bij de geefsubsidie ontvangt de erkende charity, en niet de schenker, in aanvulling op de gift, een bedrag dat afhangt van de hoogte daarvan. Deze aanpak kent ook elders pleitbezorgers en de effecten van een geefsubsidie werden vorig jaar in Nederland zelfs onderzocht als beleidsoptie.

Maar België is Groot-Brittannië niet en ook buurland Nederland kent andere gebruiken dan wij, zeker als het om geld gaat. In ons land is het stimulerend effect van het fiscaal voordeel zo’n belangrijke factor, dat bij eventuele invoering van de geefsubsidie de vrijgevigheid allicht sterk zal dalen en ook het nettoresultaat voor de organisaties lager zal uitvallen.

Winst en verlies

Terwijl de winst van de belastingmaatregel voor het federale budget nogal beperkt is – volgens minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) zo’n 40 miljoen euro bij het begin, nadien zelfs minder – zijn de verliezen voor de social-profitsector en voor de samenleving aanzienlijk.

We verwachten een daling van het gemiddelde bedrag van de giften, dus een vermindering van de eigen en vrije middelen. Volgens de eerste reacties zou het gaan over een vermindering van 10 à 20 procent, en reeds vanaf 2025.

Dat zorgt voor een negatieve impact op de budgetten om opdrachten van maatschappelijk belang te verzekeren, terwijl de noden veeleer stijgen en de subsidies eerder dalen. Bovendien verwachten we een negatieve impact op de werkgelegenheid in de sector van goede doelen en een verhoogde werkdruk voor wie in dienst kan blijven.

We verwachten een daling van het gemiddelde bedrag van de giften. Volgens de eerste reacties zou het gaan over een vermindering van 10 à 20 procent, reeds vanaf 2025.

Volgens rapporten van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Bank van België dragen IZW’s significant bij aan de creatie van rijkdom in de Belgische economie, met een toegevoegde waarde van 5 procent van het BBP (2020).

Het aandeel in de totale gesalarieerde werkgelegenheid bedroeg 546.000 personen in 2022, 13 procent van de totale werkbevolking. De IZW’s zijn immers een arbeidsintensieve en weinig kapitaalintensieve sector. Dat weerspiegelt zich in de structuur van hun productiekosten, bezoldigingen zijn er goed voor 57,6 procent van de kosten, tegenover 21,6 procent bij bedrijven.

Van de kant van de overheid is het zo goed als zeker dat de meeropbrengst aan belastingen, dankzij de maatregel, geen proportionele ‘winst’ oplevert in lijn met de ambities in het regeerakkoord. Zo staat het negatieve effect op de werkgelegenheid haaks op het streefdoel van een 80 procent-tewerkstellingsgraad.

Het negatief effect op de economie zal evenmin bijdragen tot positieve terugverdieneffecten. Een zure kers op de taart, en de brutaliteit van de maatregel, is dat de verlaagde belastingvermindering al zou toegepast worden voor giften in 2025, en dus retroactief.

In onzekere tijden is het vitaal voor de samenleving dat bemoedigende, stimulerende en hoopgevende signalen gegeven worden. De verlaging van de belastingvermindering voor giften, zoals in voorzien door het regeerakkoord, doet net het omgekeerde.

Bovendien wijkt de maatregel af van de lijn die de voorbije decennia werd gevolgd: belastingvermindering aanbieden als erkenning en waardering door de overheid van het werk voor het maatschappelijk belang dat het middenveld verzet.

 

Deze tekst werd overgenomen van Visie.net, het online platform van ACV, CM en beweging.net.

Erik Todts is Voorzitter van de vzw Ethische Fondsenwerving. Deze organisatie is actief op vier domeinen: belangenbehartiging, als representatieve sectororganisatie, gebaseerd op het lidmaatschap van verenigingen die beroep doen op de vrijgevigheid van de bevolking; ethiek en transparantie in de fondsenwerving, zoals bepaald in de Code van de ethische fondsenwerving; bevordering van professionaliteit, kwaliteit en duurzaamheid van de fondsenwerving; de vrijgevigheid van de bevolking in brede zin.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!