De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De Duitse Groenen: van radicaal pacifisme tot rabiate oorlogszucht…

De Duitse Groenen: van radicaal pacifisme tot rabiate oorlogszucht…

maandag 29 mei 2023 21:24
Spread the love

Dit is een satire op een punt uit het programma van de Groenen van september 2021: “Geen wapens en militaire producten naar oorlogsgebied”.

https://www.democracy-deutschland.de/blog/tag/buendnis-90-die-gruenen/

In het partijprogramma van de Duitse Groenen van 1980 lees je hoe pacifistisch die partij toen was: “Vredespolitiek is gericht tegen alle vormen van agressie, militarisme, zowel intern als extern, bewapeningswedloop en bewapeningsmanie en oriënteert zich op het vreedzame en solidaire samenleven van de mensen.” Dat betekent onder andere “de onmiddellijk beginnende ontbinding van de militaire blokken, vooral van de NAVO en het Warschaupact”. Maar vandaag, nu er een oorlog aan de gang is in Oekraïne, zeggen de Duitse Groenen het omgekeerde: ze zijn voor militaire interventie, meer bewapening, sancties enz. Vanwaar die evolutie, vanwaar dat totale verraad aan de oorspronkelijke inspiratie? Een goed gedocumenteerd en uitvoerig essay van de politicoloog Stefan Luft zet de zaken op een rijtje. (1) Hier enkele krachtlijnen daaruit, met wat commentaar.

 

Oorspronkelijk zagen de “Grünen” zich als een deel van de vredesbeweging, net zoals zij vrouwenemancipatie en de strijd tegen kernenergie in hun ideologie opnamen. Vandaag ageren zij nog steeds tegen kernenergie, maar kernwapens zijn voor hen geen probleem. Toch was het de strijd tegen kernwapens (het plaatsen van Amerikaanse raketten met kernkoppen in Duitsland na het “Dubbelbesluit van de NAVO” tussen 1979 en 1983) die hen politiek vooruitstuwde en dichter bracht bij vertegenwoordiging in het parlement.

 

In het partijprogramma voor de verkiezingen van 1994 klonk het nog zo: “Voor vrede en veiligheid is op de eerste plaats de vooruitziende verhindering van conflicten, het vreedzame bijleggen van strijd, de uitbouw van instellingen die democratie en mensenrechten, in het bijzonder ook rechten van minderheden veiligstellen, en voor het geval dat deze middelen niet werken, efficiënte instrumenten van niet-militaire druk en beïnvloeding.”

 

De bocht tijdens de Kosovocrisis

 

Maar dat veranderde helemaal tijdens de Kosovocrisis. De etnische zuiveringen en massamoord zoals in Srebrenica boden Joschka Fischer, fractievoorzitter van de Groenen (toen “Bündnis90/Die Grünen”), de kans om het pacifisme onderuit te halen: “Kunnen pacifisten, kan juist een stellingname voor geweldloosheid de overwinning van het brutale, naakte geweld in Bosnië gewoon accepteren?” Was dat pacifisme, dat als antwoord op de Kosovocrisis het embargo van de Verenigde Naties, humanitaire hulp en het inzetten van VN-blauwhelmen accepteerde, niet hulpeloos? Het ging hier toch om een nieuw fascisme met een politiek van geweld?

 

In een volgende stap pleitte Fischer voor een wereldwijde “interventieplicht bij volkerenmoord”. Binnen de partij kwam er fundamentele kritiek van een groep rond Kerstin Müller:l

  • Dit principe zou wereldwijd talloze militaire interventies creëren.
  • Er zouden internationaal erkende criteria moeten zijn en een instelling die verantwoordelijk is en beslist over militaire actie.
  • Er zou moeten vastgelegd zijn wie bevoegd is en in staat om dergelijke militaire interventies uit te voeren, welke middelen aanvaardbaar zijn en wie beslist welke middelen geschikt zijn.
  • Behalve de VS en de NAVO zijn er niet meteen actoren te bedenken. Maar die hebben politiek en economisch eigenbelang en zouden als onpartijdige interventiemachten en vredestichters niet bruikbaar zijn. (2)

 

Dat waren gegronde overwegingen, maar de groep rond Müller haalde het niet. De militaristische en interventionistische vleugel van de groene partij overvleugelde de pacifistische en vele pacifisten verlieten haar. In 1998, negentien jaar na haar stichting, stemden de Groenen in met NAVO-bombardementen op Kosovo door Duitsland, dat tot dan toe een politiek van terughoudendheid had gevoerd als het om militair ingrijpen ging…

 

Opportunisme om aan de macht te komen

 

De Groenen werden kort daarna een regeringspartij, en meerdere anti-interventionisten pasten zich aan de nieuwe koers aan. Het partijprogramma van 2002 plaatste zich achter de NAVO-verplichtingen en stemde in met de rol van de NAVO in de “beveiliging van de vrede”. Maar de ideologische ommezwaai bleef niet beperkt tot het tolereren van gewelddadig ingrijpen in andere landen om van humanitaire redenen. De aanpassing was veel meer dan een toegeving, de Groenen ontwikkelden en propageerden een missionaire visie voor het gebruik van geweld, zoals nu heel sterk opvalt bij de Oekraïnecrisis.

 

Die visie berust op een dualistisch wereldbeeld dat de staten van de wereld opdeelt in goede en slechte. De slechte zijn landen als Rusland en China, de goede zijn de VS en hun bondgenoten, de NAVO-landen voorop. De conflicten in de wereld worden gezien als waardenconflicten: de goeden zijn de democratische landen, de slechten zijn autocratische landen, in het bijzonder die welke een machtspolitiek voeren.

 

De waarden die de goeden verdedigen zijn democratie, vrijheid, mensenrechten, soevereiniteit van elk land… Dat precies de VS tot de grote schenders van deze waarden behoren, kan niet worden gezegd of gezien, de Groenen zijn er blind voor en het is taboe. De slechte partij wordt gedemoniseerd: Poetin is een schurk, een waanzinnige imperialist die de Europese integratie bestrijdt en die democratische landen vreest omdat democratie zijn macht zou kunnen ondermijnen. Hij en zijn kompanen moeten de rekening hiervoor betalen.

 

Simplisme en onvermogen tot politieke analyse

 

De erg naïeve kijk op de wereldpolitiek van de Groenen leidt tot een zeer emotioneel en agressief discours. Zo zei de Groene minister van buitenlandse zaken, Annalena Baerbock, op 1 maart 2022 op een bijzondere algemene vergadering van de Verenigde Naties: “Een paar dagen geleden werd in een metrostation in Kiew een klein meisje geboren. Ik heb gehoord dat het Mia heet. Haar familie moest beschutting zoeken, zoals miljoenen mensen overal in Oekraïne. Beschutting voor bommen en raketten, voor tanks en granaten. Ze leven in angst, ze leven in pijn. Ze zijn gedwongen van hun dierbaren te scheiden. Omdat Rusland een aanvalsoorlog tegen Oekraïne begonnen is. Ik denk dat het bij de stemming vandaag gaat om Mia.”

 

Dit soort infantiele prietpraat is het tegendeel van een politieke analyse en geen bijdrage tot conflictmanagement. Ook militaire NAVO-acties zijn soms duidelijk agressie, maken burgerslachtoffers, en veroorzaken angst en pijn. Denk maar aan de aanval op Joegoslavië. En het aanwakkeren, doen escaleren en langer doen duren van de oorlog in Oekraïne zorgt voor steeds meer ellende en steeds meer slachtoffers in Oekraïne. Vanuit het gezichtspunt van het tegengaan van menselijk leed is het standpunt van de Groenen contraproductief.

 

De bedoeling van de minister is niet het conflict in Oekraïne te ontmijnen en de vrede te herstellen, maar Rusland economisch en financieel te ruïneren. Daartoe moeten wapens geleverd worden aan Oekraïne, veel en steeds meer. Want de enige oplossing voor de oorlog is dat Rusland overwonnen wordt. De vrede komt door Rusland te verslaan. Dus geen onderhandelingen, maar steeds verdere escalatie. Dat is heel ver weg van “het vreedzaam bijleggen van strijd” dat het uitgangspunt van de prille Groene beweging was.

 

Oorzaken van de degeneratie

 

Hoe komt het dat de Duitse Groenen zo volledig hun oorspronkelijke inspiratie achter zich gelaten hebben – ook al herhalen ze nog wel eens elementen uit hun vroegere ideologie als holle frasen? De Groenen zijn begonnen als een marginale, alternatieve beweging, maar de drang om een regeringspartij te worden en ministers te leveren hebben de ideologie doen omslaan. Dat heet opportunisme. Die machtsdrang heeft veel leden weggejaagd, maar de partij ook acceptabeler gemaakt voor een meer burgerlijk publiek.

 

Tegelijk speelt de sociaal-economische achtergrond van de achterban mee. Die telt een hoog percentage aan mensen met een diploma uit het hoger onderwijs met de daarbijhorende tewerkstelling – zij behoren tot de beter verdienende middenklasse. Die heeft een voldoende groot inkomen om niet te lijden onder de negatieve gevolgen van de sancties tegen Rusland.

 

Tot het profiel van deze achterban behoort dat hij vooral bestaat uit haviken. 53% is voor militaire interventies als oplossing van conflicten. Meer dan in andere partijen worden militaire interventies als efficiënt gezien. Een meerderheid is voor NAVO- en EU-lidmaatschap van Oekraïne. Bijna alle aanhangers zien Rusland als een bedreiging en zijn voor volledige economische afkoppeling van Rusland. En van China. De aanhangers van deze visie geloven in sancties als efficiënte strategie in de buitenlandse politiek. Meer dan in andere partijen en veel meer dan bij de aanhangers van de sociaaldemocratische SPD zijn zij voor verhoging van de militaire uitgaven.

 

Sara Wagenknecht, prominente (en dissidente) politica van de partij Die Linke, zei in oktober jl.: “Voor mij zijn de Groenen de meest huichelachtige, leugenachtige, onrealistische en incompetente partij, en gemeten aan de schade die ze veroorzaakt, ook de gevaarlijkste partij die wij nu in de Bondsdag hebben.” Ja, juist.

 

  1. Stefan Luft, Die Grünen und der Krieg, in: Sandra Kostner en Stefan Luft (red.): Ukrainekrieg. Warum Europa eine neue Entspannungspolitik braucht, Westend Verlag, Frankfurt, 2023, p. 259-287.
  2. Deze kwestie is een voorloper van de huidige R2P, Responsability To Protect, onder controle van de Verenigde Naties, waarin geprobeerd is een aantal problemen op te lossen.

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!