De dood als milde bondgenoot
Greet De Cock – Verpleegkundige.
vrijdag 22 oktober 2021 om 3.25 uur
Greet De Cock mist één perspectief in het debat over het tekort aan zorgpersoneel: dat van de patiënt.
Het tekort aan verpleegkundigen en zorgkundigen laat zich voelen. Verhalen over een opnamestop, uitgestelde ingrepen of de afschaffing van bedden wegens te weinig zorgpersoneel zijn legio.
Ik beluister en lees met interesse de voorstellen uit verschillende beleidshoeken om meer personeel aan het bed te krijgen: meer inzetten op arbeidsmigratie, de opleiding voor zijinstromers meer vergoeden of zorgverleners op invaliditeit opnieuw inschakelen voor deeltaken. Samen met de loonsverhogingen, de toegenomen maatschappelijke erkenning en de hogere interesse in zorgopleidingen doet dat vermoeden dat er een kentering op til is. Ik wou dat ik dat kon geloven.
Zolang we onze blik alleen richten op wie er rond een bed staat (of wie ontbreekt) negeren we een essentieel perspectief: dat van de patiënt. We kunnen blijven ijveren voor een grotere instroom van personeel. Maar we moeten ook over de grote instroom van patiënten met complexe hulpvragen reflecteren. Door de vergrijzing bevinden die zich in toenemende mate in de ouderenzorg.
Door het oog van de naald
Meestal blijven ze uit beeld, maar wij zien ze al te vaak: de ouderen die bij de meeste dagelijkse handelingen hulp nodig hebben. Om van houding te wisselen, om gewassen te worden, om te eten en te drinken. Daarbij komen ongemakken als pijn, incontinentie, kortademigheid, wonden, diabetes en het mentale gewicht van angst en verdriet. Herhaaldelijk helpen we hen door het oog van de naald kruipen. Soms zeggen patiënten ons dat ze niet meer wakker willen worden.
Laatst feliciteerde ik een patiënte met haar 89ste verjaardag. Ze antwoordde: ‘90 moet ik nu niet meer worden hé, 88 was eigenlijk genoeg geweest.’ Vanuit de alsmaar toenemende hulpbehoevendheid begreep ik haar volkomen. Soms is het sterven waardiger dan doorgedreven levensverlenging.
Zolang sterven taboe is, blijft kiezen voor het leven de evidente keuze lijken
Het is aan zorgverleners om daarover te getuigen. Het is aan ons als samenleving om onze eindigheid te aanvaarden. Zolang sterven taboe is, blijft kiezen voor het leven de evidente keuze lijken.
Het is niet omdat we medisch tot iets in staat zijn, dat we organisatorisch altijd kunnen volgen. Als samenleving geven we patiënten en zorgteams de vrijheid om te beslissen over levensverlenging. Daaruit zou de verantwoordelijkheid moeten vloeien om die levensverlenging menswaardig te organiseren en te financieren. Maar daar slagen we niet in.
Dat zal niet veranderen als de duizenden vacatures ingevuld raken, of toch niet zolang we voorbijgaan aan existentiële en essentiële vragen. Tot wanneer blijft het verantwoord om therapeutisch in te grijpen in natuurlijke stervensprocessen? Hoeveel zorg kan een samenleving aan? Hoe vitaal is een samenleving nog als het aandeel zorg stelselmatig toeneemt?
Het verzuim van de dood
Ik zou geen verpleegkundige geworden zijn als ik levens redden niet als een nobele en uitdagende missie zag. Ik zou ook geen verpleegkundige blijven als ik er niet van overtuigd was dat kwetsbaarheid en hulpbehoevendheid deel uitmaken van het leven en van verbonden samenleven.
Toch moet ik geregeld denken aan het boek Het verzuim van de dood van José Saramago. In dat verhaal beslist de dood het werk neer te leggen en sterft er plots niemand meer. Het is ontstellend te lezen hoe de aanvankelijke euforie overgaat en er problemen ontstaan. Zwaar hulpbehoevende patiënten smeken naar de dood als verlossing en omdat gaandeweg haast iedereen noodgedwongen in de zorg is ingeschakeld, voltrekt zich een onhoudbare sociologische ontwrichting.
Misschien kan Saramago ons inspireren om, midden in een gezondheidscrisis, de moeilijkste vraag te belichten. Houden we voor een waardige, evenwichtige samenleving niet beter de dood als milde bondgenoot?
Meer info:
Verschenen op vrijdag 22 oktober 2021
____________________________________________________________________
Persoonlijke bedenkingen
Zeer mooi en degelijk getuigenis en bijhorende reflectie!
Goed dat deze krant ook de essentiële vragen aan bod laat komen (hoewel opvallend is dat er weinig reacties op komen: de “zware vragen”, dat ligt niet iedereen).
Wat ik onthoud is onder andere dit. Dat we de dood niet moeten wegduwen. Dat je de dood moet leren kennen, als je goed en wijs wilt leven. (Dat heb ik zelf onder andere gedaan als vrijwilliger palliatieve zorg en nog tien jaar vroeger door mijn deelname aan het afschotplan van het teveel aan Rode Herten in de Hoge Ardennen). Verder dat het voor een gemeenschap niet fijn is om heel veel stokoude mensen te kennen en te moeten verzorgen. Ook al onderstreep ik in aanvulling van De Cock graag hoe verrijkend en verdiepend het is, van nabij voor iemand te kunnen/mogen/moeten zorgen. Veel waan van de dag komt voort uit gebrek aan zorgverplichting of zorgkansen! Verder lees ik de oude klacht: mensen, denk doorheen paradoxen. Kijk verder dan je neus lang is. De dood is O.K.
Wat mij in deze opinietekst ook bijblijft als een nuttig en waardevol element dat het verdient te worden toegevoegd aan het maatschappelijk debat: de strijd om de menselijke Waardigheid.
Dat lijkt mij essentieel om goed te leven, waardigheid. De uitwerking in wetten en gewoonten lijkt mij nog geregeld ondermaats.
Tot slot wijs ik er graag op dat “strijd om de waardigheid” ook de diepere drijfveer is van een vruchtbaar en krachtig denker en schrijver als professor Jonathan Holslag.
Laten we er ons aan zetten, ieder met voldoende bronnen en bezieling.
Jouw Waardigheid verdedigen. En die van de mensen die je lief zijn. En van de medemensen in jouw gemeenschap.
Graag eindig ik met dezelfde tonen als De Cock: dat we de dood best blijven zien als een milde bondgenoot. (Zelfs Churchill stelde zichzelf tijdens zijn tijd als premier geregeld graag aan doodsgevaar bloot. Hij sprak van “the tonic of mortal danger”. Leerzaam). Ik herinner er graag aan dat in onze cultuur in de vorige eeuwen gesproken werd van een bepaalde ziekte als “Old man’s friend”: van longontsteking ging je vrij snel en vrij pijnloos dood. Die mensen slaagden er dus in de dood als een milde bondgenoot te zien.
In elk geval blijft dit een moeilijke vraag. De dood brengen, dat brengt voor de mens, van jager tot rechter, soldaat, slachter, beul of hulpverlener-verzorger, een hele verantwoordelijkheid. Een van de manieren om ermee om te gaan lijkt… samenspraak, luisteren en samenwerking bij het nemen van beslissingen. Met inbegrip van een zekere controle door derden.