Het essay van Marwa Fatafta over de digitale repressie van de Palestijnse stemmen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen beschrijft o.a. hoe Meta dat aanpakt en hoe partijdig anti-Palestijns en medeplichtig aan de Israëlische repressie het bedrijf is. Terwijl Netanyahu in zijn werkomgeving omringd is door een team medewerkers van Microsoft voor de directe oorlogsvoering met inschakeling van AI, is er ook de digitale oorlogsvoering die Palestijnse standpunten moet weren uit de media en de onderlinge communicatie van Palestijnen moet bemoeilijken of beter nog: uitschakelen. Hoe werkt dat?

Terwijl de “Cyber Unit” van Israël Palestijnse inhoud van de online media wegdrukte via klachten en meldingen bij de organiserende bedrijven, werden Israëli’s door de overheid ook aangemoedigd om mee te doen aan censuurcampagnes gericht tegen anti-Israëlische inhoud op de sociale media. Zo werd de BDS-campagne (Boycott, Divestment, Sanctions) een vreedzame protestactie die via boycots druk wilde uitoefenen om Israël te verplichten zich aan de internationale wetgeving te houden en de verdrukking van Palestijnen te stoppen. En natuurlijk ook Amnesty International, dat een opgemerkt kritisch rapport over de Israëlische apartheidspolitiek gepubliceerd had.

Bij deze vorm van repressie werd misbruik gemaakt van de kanalen die de online media boden om wantoestanden te signaleren. Terwijl Israël maar 5,8 miljoen van de Facebookgebruikers telde, was het de leidende natie bij het melden van zogenaamd “terrorisme” met 155.000 klachten in één enkele week. Israël was het land met het derde grootste aantal meldingen inzake geweld en “hate speech”.  Na de Hamasaanval op 7 oktober nam het toch al grote aantal klachten tegen Palestijnse inhouden nog fors toe.

Anti-Palestijnse tendens bij het modereren van online inhoud  

In het algemeen zijn de sociale media al problematisch, zij oefenen macht uit over de communicatie van mensen, zelfs wereldwijd. Marwa Fatafta: “Ondanks hun beweringen dat hun regels voor het modereren van inhouden op alle gebruikers in gelijke mate gelden, zijn sociale media-maatschappijen geen neutrale en egalitaire actoren. Hun beleidsregels en hun acties hebben systematisch gemarginaliseerde en historisch onderdrukte groepen die de firma’s geen financieel of politiek voordeel brengen, benadeeld. In de context van Israël en Palestina hebben de sociale media-bedrijven een ondoorzichtig en discriminerend systeem van inhoudelijke moderering ontwikkeld, dat vijandig staat tegenover de expressie van identiteit en het politieke lexicon van Palestijnen.” De censuur van dit systeem werd nog verergerd doordat de software die automatisch inhoud moet verwijderen slecht getraind was.

Aan de spits van de anti-Palestijnse censuur door de mediabedrijven staat de firma Meta (Facebook, Instagram, Whatsapp), heel populair bij de Palestijnen. Zo’n 88% van de 3,9 miljoen internetgebruikers in de bezette gebieden gebruikten Facebook en Instagram. Meta is juist het bedrijf met de strengste wegfiltering van Palestijnse inhoud. Met verwijzing naar het boek Silicon Values van de verdedigster van digitale rechten Jillian C. York merkt Fatafta op dat Meta sinds 2014 dicht bij de standpunten van de Israëlische regering staat.

Een problematische zwarte lijst 

Meta weert naar eigen zeggen inhoud van organisaties en individuen die “een gewelddadige zending voorstaan of geëngageerd zijn in geweld” en ook elke steun of elke lof voor die organisaties en individuen.  Dat is het DOI-beleid van Meta, wat staat voor “Dangerous Organisations and Individuals”. Die zijn opgenomen in een niet gepubliceerde lijst, die wel uitgelekt is. Daaruit bleek dat een disproportionele meerderheid van de opgesomden een Arabische of Zuid-Aziatische identiteit heeft, en dat moslims oververtegenwoordigd zijn.

In 2022 liet Meta zelf een onderzoek doen naar zijn inhoudelijke moderering en daaruit bleek dat die, hoewel ongewild, tendentieus was. Arabische inhoud werd overgemodereerd en Hebreeuwse inhoud ondergemodereerd. Dat komt voor een deel door wettelijke voorschriften en voor een ander deel door de software: die was wel afgestemd op Arabische inhoud, maar niet op Hebreeuwse.

Waar komt dat op neer? Palestijnen op Metasites kunnen automatisch gecensureerd en geweerd worden omdat ze iets online zetten waarin Hamas of het Volksfront voor de bevrijding van Palestina vermeld worden, zelfs als dat kritisch zou zijn…

Citaten en gedachten uit: “Digital Repression: How Palestinian Voices are Censored, Surveilled, and Threatened Online” door Marwa Fatafta, in: Zaha Hassan en H.E. Hellyer (ed.) “Suppressing Dissent: Shrinking Civic Space, Transnational Repression and Palestine-Israel,” uitgeverij Oneworld.

(Wordt vervolgd…)

———————-