In Jemen er is een sprake van oorlogsmisdaden tegen de inwoners zowel van de kant van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië als van de kant van de rebellen (de Houthi’s en de oud-president Saleh) en de ontheemden zijn wellicht de meest onzichtbare oorlogsslachtoffers van deze tijd. Het conflict kan niet alleen als een godsdienstoorlog tussen soennieten en sjiieten beschouwd worden, maar het ligt ook veel te veel ingewikkelder. Het gaat namelijk om een grote spel in de regio waarin de supermachten met al hun belangen (alsook hun waakhonden zoals IS en Al Qaida die van de chaos en instabiliteit gebruik maken om hun greep op bepaalde delen van het land te versterken) zitten grondig daarachter.
Het conflict gaat echter terug op een mix van interne machtsverhoudingen en etnische, economische en religieuze geschillen en dateert sinds het ontstaan van de twee landen (Noord-Jemen en Zuid-Jemen na de tweede wereldoorlog) met als hoofdoorzaken het soort bestuur( kapitaal of sociaal), de pogingen tot een unie en de belangenvermenging ( grenzen, olie, militair en economisch strategische ligging,…) door zowel de Golfstaten als de supermachten. Hieronder wat achtergrondfeiten ter zake ( vooral de vergeten oorlogen tussen beide landen):
Alle politieke partijen en fracties in de Federatie van Zuid-Arabische Emiraten in 11 februari 1959 of de Volksrepubliek Zuid-Jemen /Democratische Volksrepubliek Jemen tussen 1967 en 1990 die vaak Zuid-Jemen genoemd werden samengevoegd in de Jemenitische Socialistische Partij, dat de enige toegestane partij werd, zodat het land een eenpartijstaat werd. Het land knoopte nauwe politieke relaties aan met de Sovjet-Unie, de Volksrepubliek China en Cuba, alsook met Palestijnen. Vanuit de grote socialistische landen ontving het bewind steun voor de opbouw van haar militaire apparaat. In ruil daarvoor kreeg de Marine van de Sovjet-Unie toegang tot marinebases in het land.
Sinds 1967 verliepen de relaties met Noord-Jemen of de Jemenitische Arabische Republiek vrij stroef, al bleven vijandigheden uit en werd in 1972 zelfs aangekondigd dat beide landen uiteindelijk samen wilden gaan. Maar dit liep uiteindelijk uit op een grensoorlog in 1979. Toen de Zuid-Jemenieten dreigden te winnen, grepen de Verenigde Staten in en ontstond een wapenstilstand door toedoen van de Arabische Liga en vooral onder de invloed van de Golfstaten vooral Saoedi-Arabië en Oman(grenzenlanden!!!!) die wilden de supermachten er voortaan buiten houden en Saoedi-Arabië begon daarop het noordelijke regeringsleger te bewapenen, op voorwaarde dat de islamitische bevolking (waaronder de Jemenitische tak van de Moslimbroederschap) in dat land met rust gelaten zou worden. In maart 1979 tijdens een bijeenkomst in Koeweit kwamen beide landen opnieuw bijeen om een unificatie te bepleiten maar onder de tafel kregen de Noord-Jemenitische opstandelingen echter nog steeds geldelijke en militaire steun, daar de socialistische leiding als uiteindelijk doel had het hele Arabische schiereiland onder socialistische bestuur te krijgen en bij een eventuele unie dus de dominante macht wilde vormen. Maar deze uitliep in 1986 op een kortstondige burgeroorlog en de dood van Abdel Fattah Ismail ( de socialistische leider van 1978 tot 1986 gesteund door de Sovjet-Unie) en de vlucht van zijn opvolger Ali Nasser Muhammad naar het buitenland.
Haider Abu Bakr al-Attas wist de rust weer terug te doen keren en werd president, waarop hij opnieuw begon toenadering te zoeken met Noord-Jemen. De verstoorde relaties met Saoedi-Arabië en Oman werden door hem weer verbeterd. Uiteindelijk leidden besprekingen met de Noord-Jemenitische leider Ali Abdullah Saleh ertoe dat op 22 mei 1990 de republiek samen ging met Noord-Jemen en ”de huidige zeer fragiele republiek Jemen” vormde (Saleh werd president en al-Attas premier). De Noord-Jemenitische regering kwam echter niet alle voorwaarden na uit het akkoord dat was gesloten. Zo had al-Attas een soort confederatiemodel voorzien tussen beide voormalige landen, maar daar zag Saleh niets in. Hierop scheidde Zuid-Jemen zich in 1994 onder leiding van Ali Salem al Baidh opnieuw af onder de naam Democratische Republiek Jemen. Hoewel het leger van Zuid-Jemen de beschikking had over een grotere luchtmacht, was het niet in staat om het veel grotere leger van Noord-Jemen, dat ook over veel meer tanks beschikte, te weerstaan en binnen een paar maanden was Aden bezet, waarop Zuid-Jemen definitief onderdeel werd van Jemen(Al Baidh vluchtte naar Oman).
Nog steeds zijn met name de socialistische krachten in Zuid-Jemen het niet eens met de machtsovername door het noorden, alsmede een deel van de bevolking. Sinds 1994 is de invloed van het veel conservatievere islamitische noorden ook steeds verder doorgedrongen in de maatschappij. Zo werden vrouwen, wier rechten goed waren geregeld in het socialistische zuiden, plotseling opgeroepen hoofddoeken te gaan dragen en werden elementen die niet in de islam pasten als beelden van vrouwen zonder hoofddoek omvergehaald in Aden. Ook werd de enige brouwerij van Aden vernietigd. op 19 maart 2015 begon de Jemenitische burgeroorlog voortkomend uit de onrust die volgde op de Jemenitische Revolutie in 2011–2012 die de regering van Saleh ten val bracht en sindsdien kwamen de sjiitische Houthi’s in opstand tegen de nieuwe, overwegend soennitische, regering van Al-Hadi en bezetten zij grote delen van Noord-Jemen, waaronder de hoofdstad Sanaa ( De Houthi’s zijn oud-president Saleh ook steeds openlijker gaan steunen). Ten slotte kwam het tot een gewapend treffen tussen beide partijen, waarna een coalitie van soennitische Arabische landen onder leiding van Saoedi-Arabië intervenieerde ten gunste van Al-Hadi.
Iran, dat traditioneel een bondgenoot is van sjiitische minderheden, reageerde verbolgen: “De militaire operatie dreigt de toestand nog ingewikkelder te maken, waardoor de crisis dreigt uit te breiden en de kans op een vreedzame regeling in Jemen kleiner wordt”, meldde een officiële woordvoerder. Iran zelf ontkent ook iets van steun te geven aan de rebellen, iets waarvan het door de Arabische coalitie werd beschuldigd. VN-secretaris reageerde eerder gematigd en bleef erbij dat onderhandelingen op lange termijn de enige oplossing zijn
De VS en de Arabische liga steunden de interventie terwijl Rusland en de Europese Unie eerder negatief reageerden.De Belgische minister van buitenlandse zaken Didier Reynders was vrij positief na de eerste interventies: “Ik denk dat het een heel goede zaak is om een regionale militaire actie te hebben. Het is erg belangrijk om een heel sterke reactie vanuit de Golflanden te hebben, en niet alleen van een internationale coalitie.” De Hoge EU-Commissaris Buitenlands Beleid Federica Mogherini verklaarde dat alle regionale spelers in de huidige kritieke fase met verantwoordelijkheidbesef en constructief moeten meewerken aan de basis voor een terugkeer naar de onderhandelingstafel. Ook Frankrijk bekrachtigde inmiddels zijn steun aan de regering van de huidige president Abd Rabbo Mansur Hadi.
Officieel dient de oorlog om de veiligheid in het Arabische schiereiland te waarborgen, maar hoewel het een complexe oorlog is draait het vooral om een machtsstrijd tussen soennieten en sjiieten. De meeste Arabische landen uit de coalitie hebben een sjiitische minderheid en vrezen voor oproer onder deze bevolking. Een sjiitisch Jemen kan een bedreiging vormen voor hun eigen binnenlandse veiligheid. Ook willen ze de groeiende invloed van Iran terugdrijven. De invasie vormt een nieuwe fase in de buitenlandse politiek van Saoudi-Arabië waarbij er veel assertiever wordt opgetreden. Doordat de VS minder bereid zijn tot militair ingrijpen in het Midden-Oosten treden de Arabische landen veel meer rechtstreeks op tegen bedreigingen.Een grotere invloed van Teheran in de Golf wil de nieuwe Saoedische koning Salman bin Abdoel Aziz al-Saoed daarom absoluut voorkomen. De inmenging in Jemen wordt in de regio als een eerste grote beproeving voor Salman ingeschaald. Achter de schermen wordt het Midden-Oosten nu opgedeeld in nieuwe invloedssferen – en de Russische belangen in Syrië zijn duidelijk. Moskou heeft daarentegen nauwelijks interesse in Jemen, dat echter van vitaal belang is voor de Arabische Golfstaten. Deze Golfstaten zijn Amerikaanse bondgenoten, maar voelden zich door president Obama verwaarloosd en zelfs verraden door het nucleaire akkoord met Iran. De nieuwe Amerikaanse regering wil de Iraanse aspiraties in de regio beteugelen, en Jemen lijkt hiervoor bij uitstek geschikt. Washington hoeft in Jemen geen rekening te houden met een eventuele confrontatie met Rusland. Vervolgens kunnen de VS in Jemen een krachtig signaal afgeven richting de Golfstaten dat die weer op hen kunnen rekenen. Meer dan de helft van ze slachtoffers zijn gewone burgers. 2,8 miljoen mensen zijn op de vlucht en er is hongersnood. Beide kampen (de Houthi-rebellen en coalitie met al hun bondgenoten worden beschuldigd van oorlogsmisdaden. Scholen, zieken en openbare gebouwen zijn doelwitten. De oorlog in Jemen spaart de kinderen niet. Het land verglijdt verder in de chaos.