De afzonderlijk van elkaar levende culturen
Half jaren zestig van vorige eeuw deed ik in het raam van mijn hotelieropleiding, stage in een hotel-restaurant. Daar ontmoete ik een Marokkaanse leeftijdgenoot, Omar, die werkte in de ‘plonge’, zoals de ‘afwas-afdeling toentertijd met dat Franse woord werd genoemd. Samen gingen wij na de diensturen op stap, en werd hij toentertijd één van mijn beste vrienden. Indien hij soms, wegens een banket langer diende te werken, en ik vrij was, ging ik hem vrijwillig en kosteloos helpen, zodat hij vlugger klaar was en we samen weg konden. De andere werknemers in het hotel hadden daar nogal gemengde gevoelens bij… Wat voor een Belg was ik, dat ik mijn autochtone soortgenoten links let liggen om zo kameraadschappelijk met een ‘Noord-Afrikaanse luiaard’ zo vriendschappelijk om te gaan. Het échte racisme vierde toen, nog veel meer dan heden, hoogtij.
Opgegroeid in een stad waar het grootste deel van de inwoners hu hele leven woonden en werkten in een straal van een paar kilometer rond hun geboortehuis, had ik er destijds geen flauw benul van dat mijn vriend Omar uit Noord-Afrika de voorbode was van een nieuwe wereld die steeds sneller in beweging raakte, grenzen deed vervagen en, samen met de voorheen (tijdelijk) gemigreerde Italianen en Spanjaarden, toen nog ‘gastarbeiders genoemd, België veranderde. Een halve eeuw later kent zelfs een provinciestad als Aalst bepaalde wijken bevolkt door Oost-Europese- Afrikaanse- en Aziatische inwijkelingen en hun 2de- en zelfs derde-generatieafstammelingen. Zoals dat voor het gros van de andere West-Europese steden het geval is.
Een aanzienlijk deel van de Europeanen heeft moeite heeft met deze veranderingen. En dat laten ze merken in het stemhokje. Steeds meer politici en beleidsverantwoordelijken durven het aan om dat te onderkennen, en spelen daar aarzelend, op in. Zelfs een centrumpoliticus als de Franse president Macron merkte dat onlangs toen hij immigratie als een veiligheidsprobleem aanduidde nadat aanslagen waren gepleegd door moslimmigranten. Hij werd door de linkse partijen, en de gelijkgestemde media dan ook prompt vergeleken met de Nederlandse Wilders en Amerikaanse president Trump. Wie massa-immigratie niet meteen ziet als een zegenrijk natuurverschijnsel, wordt al snel beticht van onderbuikgevoelens, of is een xenofoob, racist of fascist.
Uiteraard zijn er meerdere dergelijke figuren aan de extreemrechtse kant van het politieke spectrum in Europa. Bij partijen zoals het Vlaams Belang, de Nederlandse PVV rn FVD, rn de partij van de Franse Marie- Le Pen, voelen zij zich best thuis, al is het dan in uiteenlopende verschillende gradaties, en zijn de extremen er tegenwoordig och in de minderheid. Hoe dan ook, ons systeem heeft de pretentie heeft zich ‘democratisch’ te noemen. Als een deel van de samenleving de immigratie, vooral van niet- of moeilijk integreerbare culturen, als problematisch ervaart, moet en kan dat bespreekbaar zijn, zonder dat diegenen die het naar voor brengen meteen worden weggezet als onwetend, onmenselijk of onfris.
Globalisering maakte bepaalde wijken van de grote steden steeds meer ‘multicultureel’. In Antwerpen en Brussel heeft de helft van de bewoners een migratieachtergrond, waarvan het grootste deel onder de armoedegrens leeft, en velen van een uitkering leven. Zulke wijken vragen veel aandacht en geld. De meeste wijken met niet-Europese bewoners liggen dan ook langdurig aan het overheids-infuus. Deze realiteit gaat regelrecht in tegen het Algemeen visie van de Europese Unie, die migratie als ‘heilzaam’, ja zelfs als noodzakelijk acht. Het resultaat pleit echter helemaal niet voor meer immigratie.
Tegen beter weten in blijven de beleidsmakers het mentale absorptievermogen van de autochtone bevolking onderschatten. Menig filosoof, waaronder de bekende Nederlander Gabriël van den Brink, wijzen er op dat veel burgers zich lid voelen van een eenduidige gemeenschap, en hechten aan saamhorigheid, zekerheid, traditie en nationale identiteit. “Door de globalisering en de komst van veel vreemdelingen schieten ze in de verdediging en gaan ze hun nationale identiteit benadrukken, zeker als politici die bewegingen als onvermijdelijk voorstellen. Men kan die reactie veroordelen, maar ‘een verstandige politiek houdt daar rekening mee”, aldus Van den Brink.
Geen zinnig mens zal er aan twijfelen dat immigratie beter is dan het gebrek er aan, welke inteelt veroorzaakt Immigratie houdt de samenlevingen vitaal. Maar daarvoor dient een immigratiebeleid streng, voorwaardelijk, selectief, en restrictief te zijn. Vooral met mate, volgens en de noodwendigheid, en niet te snel. Men moet meer aandacht schenken aan diegenen die in de vorige jaren zijn binnengekomen, alsook hun afstammelingen, waarbij het huidig gevoerde integratiebeleid blijkbaar gefaald heeft. Men dient van overheidswege zich meer te realiseren dat verschillende culturen ook verschillende integratiemethoden vereisen, én dat zelfs een bepaalde, door een indoctrinerende religie gedomineerde cultuur, zoals de islam, niet compatibel is met onze westerse samenleving, en bijgevolg niet te integreren is, al was het maar omdat die religie dat verbiedt
De kwaal van het tot heden gevoerde beleid, is dat men weinig of geen rekening houdt met de gevoelens van vervreemding onder steeds groter wordend deel van de autochtone Belgen, en vooral dan, Vlamingen.
Diegenen die voorstander zijn van een onvoorwaardelijke immigratie- en asielbeleid, dienen zich ervan bewust te zijn dat zij daardoor in feiten oproepen tot wat zij denken te bestrijden: nl xenofobie en alles wat daar mee samenhangt.
Blijkbaar leert men bitter weinig uit de geschiedenis, die bezaaid is met goede bedoelingen die averechts uitpakten. Sinds de mens de ‘gezinsgrotten’ heeft gewisseld om in familieverband, en later met andere stammen samen te gaan leven, toont het verleden aan dat een multiculturele samenleving helemaal niet werkt. De gewenste ‘smeltkroes’ waarin de ‘kansenparels’ voor verfijnde smaken moesten zorgen, evolueerden op termijn naar een vervaarlijk trillende en sissende snelkookpan, waarvan op op tijd en stond de drukknop de lucht invliegt. Het individu bestaat niet meer, er zijn alleen nog maar met mekaar botsende groepsidentiteiten.
Het aloude ‘tribalisme’, welke een toestand van voortdurende stammenstrijd of van collectieve weerstand tegen mensen die geen deel uitmaken van de eigen stam of groep, voortvloeiend uit een al te sterk gevoel van verbondenheid binnen een stam of groep inhield, wordt vandaag in een nieuwe verpakking gestopt en als multiculturalisme en vooruitgang voorgesteld.
Mijn Marokkaanse voormalige vriend Omar en ikzelf, hebben het nooit gehad over zijn cultuur of de islam, noch over de verhouding tussen zijn tot mijn cultuur. Hij ging samen met mij uit in dancings, dronk bier, zong en danste. Misschien was hij een ‘afvallige’ en was hij blijkbaar volledig ‘geïntegreerd. Wij hebben elkaar, na mijn stageperiode uit het oog verloren.
Hoe dan ook, ik heb de indruk dat er in deze , afzonderlijk van elkaar levende culturen, wat een ‘multiculturele samenleving in de praktijk is, steeds minder, aan de islamitische druk ontsnapte ‘omar’s te vinden zijn…