De twee verwoestende orkanen in 2008, de economische blokkade door de Verenigde Staten, de lage efficiëntie van de eigen economie en de moeilijke toegang tot buitenlandse deviezen in de globale economische crisis, maken de economische situatie van Cuba onhoudbaar. Cuba kan geen leningen aangaan bij de gangbare internationale monetaire instellingen. De enige uitweg is het huidige economische en sociale model aan te passen. Manuel Ríos, algemeen secretaris van de vakbond van de lichte industrie (SNTIL, partner van fos), stelt: “Meer uitgeven dan we produceren kan niet meer. We moeten ons economisch model actualiseren in functie van wat er in de wereld omgaat”.
In november 2010 werd het voorstel met richtlijnen voor het nieuwe economische en sociale beleid bekend gemaakt. Op verschillende fora boog de bevolking zich erover om het te bespreken en verbeteringen aan te brengen. Tijdens het Congres werd de definitieve versie opgemaakt en goedgekeurd. Het nieuwe beleid houdt een aantal opmerkelijke maatregelen in: algemene subsidie aan de hele bevolking vervangen door subsidie enkel voor zwakkere groepen, afschaffing van de algemene werkzekerheid, afschaffing van de in tijd ongelimiteerde werkloosheidsvergoeding, toelating van privé-werkgevers, stimuleren van zelfstandige beroepen en coöperatieven, o.a. door het invoeren van productiekredieten, algemenere en strengere heffing van belastingen. Deze veranderingen zullen ingrijpende gevolgen hebben in het dagelijks leven van heel wat Cubanen en vragen ook een stevige mentale omschakeling.
Eén economisch kerndoel is de productiviteit verhogen, oa. door het verminderen van de ondertewerkstelling. De vakbonden waken over de naleving van de arbeidsrechten tijdens dit proces. Vorig jaar hebben ze in alle bedrijven algemene vergaderingen gehouden om het doel en de procedure van de arbeidsherverdeling te analyseren en uit te leggen. Vakbondsleider Manuel Ríos zegt hierover: “Het is een ingewikkeld proces wegens de ingrijpende veranderingen in wetten en reglementen. In plaats van de voorziene drie maanden, zal het proces minstens een half jaar langer in beslag nemen. De arbeiders die klachten hebben, moeten gehoord worden”. Een andere weg om de productiviteit op te trekken, is de arbeidsorganisatie verbeteren. Carlos De Dios, secretaris van bouwvakkerssyndicaat SNTC, partner van fos, verklaart: “In de bouw gaan we ons enerzijds in grotere bedrijven organiseren. In de stad Havana, bijvoorbeeld, zullen we onze 18 bouwbrigades tot vijf bouwbedrijven groeperen. Maar anderzijds zullen we op de werven vrij autonome werkploegen vormen. Onze syndicale basisleiders zullen in het vervolg ook binnen deze werkploegen actief zijn, en meer dan vroeger, ook op de werkvloer aanwezig zijn”.
80% van de landbouwproducten wordt ingevoerd. Dat percentage moet over vijf jaar gehalveerd zijn. De eigen landbouwproductie verhogen door uitbreiding van het landbouwareaal, het verhogen van de productiviteit en het verbeteren van de commercialisering zijn hier de speerpunten. Voor de federatie van boerencoöperatieves ANAP, partner van fos, betekent dit een fikse groei van het ledenaantal, een meer commerciële houding aannemen en ook hier hun kader bijscholen in de nieuwe visie. Voor de Cubaanse regering is duidelijk dat de vakbonden, de landbouwcoöperatieven en andere massaorganisaties de komende maanden en jaren een centrale rol bij de uitvoering van de nieuwe sociale en economische keuzes toebedeeld krijgen. Om deze taak naar behoren te volbrengen, moeten ze ook zichzelf vernieuwen. Yanira Kupper, van de vrouwenorganisatie FMC, partner van fos, licht toe: “Op korte termijn moeten we ons herorganiseren en bepalen voor wie, hoe en waar we gaan werken. De situatie en noden van de actuele vrouw zijn niet te vergelijken met deze van bij het begin van de revolutie”.