Minister Onkelinx en de federale politie waarschuwen voor het gebruik van de “criminaliteitsgraad”. Met de “hitparade” van de criminaliteitsgraad+ in 2011 voor alle gemeenten in België met verrekening van arbeidspendel, toerisme en HO-studenten voor 8 typen van verstedelijkingsgraad (politietypologie), bedienen we hen op hun wenken, uniek en nog nooit gepubliceerd materiaal. Deze aangepaste criminaliteitsgraad wordt ook toegepast voor het 2de sem. 2012.
Maar eerst een kerstwens
Kerstwens voor alle daders van agressie tegen personen en persoonlijk bezit, dat zij tot het inzicht komen of gebracht worden dat zij niet beter zijn dan de misdadigers onder het nationaalsocialisme die systematisch werden ingeschakeld als opzichters, dieven, folteraars en beulen in de terreur tegen een weerloze bevolking en hun goederen, juist omdat zij misdadiger waren. Wie de persoonlijke integriteit van mensen en hun persoonlijke bezittingen niet respecteert mag beseffen dat hij op dezelfde wijze de morele norm doorbreekt als diegenen die uit de gevangenissen gehaald werden omdat zij andere personen en hun bezit niet ontzagen in het 12 jarig rijk van de nazi’s. Zoals toen zal de bevolking in solidariteit zich met alsmaar meer succes blijven verzetten en organiseren tegen deze aanslagen op hun persoon en goed.
1. Eindelijk
Na drie jaar publicatie van de gemeentelijke criminaliteitsstatistiek geeft de federale politie eindelijk een toelichting en analyse bij de kwartaalcijfers. Gezien npdata enkel doet wat anderen nalaten te doen is dit een hoopgevende evolutie. Dat hierin de publicatie van de criminaliteitsgraad per gemeente door de krant Le Soir op 7 juli 2012 het intellectuele en wetenschappelijke potentieel van de federale politie tot grotere activiteit heeft gebracht is daarmee de grote verdienste van deze krant. Verschillende burgemeester (Blankenberge, Brussel Stad, Verviers) voelden zich geschoffeerd en Tobback stelde zelfs de vraag waarom die ‘belachelijke criminaliteitsgraad’ nog gebruikt werd, die moest allang in de vuilbak liggen volgens hem. Minister Milquet dreigde zelfs even met het niet meer publiceren van de criminaliteitsstatistieken. Zo ver is het (nog) niet gekomen maar zij verplichtte de politie wel om in het vervolg zelf een analyse en methodologische waarschuwing te publiceren. Deze waarschuwingen, toelichting en gegevens kunnen langs 4 linken geëxploreerd worden: 1. “Schrijft u een artikel, voert u een studie uit, Opgelet!”, 2. Criminaliteitsstatistiek 1ste sem 2012 gemeenten België, 3. Criminaliteitsbarometer: Verklarende nota en 4. Persmededeling 20/12/2012.
2. Uit de “Verklarende nota” van de federale politie
.
De ‘criminaliteitsbarometer geeft duidelijk aan welk materiaal verwerkt wordt, de extracties en de methodologische beperkingen. Vervolgens wordt het 1ste semester 2012 besproken.
Enkele kanttekeningen en waarschuwingen bij het gebruik van de politionele waarschuwing zijn evenwel nuttig:
– Een algemeen totaal van misdrijven omvat uiteraard erg verschillende elementen, maar dat is juist het basiskenmerk van een algemeen totaal.
– Als men spreekt van ‘criminaliteitsbarometer’ geeft men aan dat de onderzochte fenomenen in verhouding gesteld worden tot wie de fenomenen ervaart, dwz dat een fenomeen vergelijkbaar in beeld gebracht wordt, zodat kan gemeten worden in welke mate een (vergelijkbare) bevolking met een fenomeen te maken heeft.
– De argumentatie om dit niet voor het totaal fenomeen te doen, maar enkel voor specifieke onderdelen, bv proactieve (haalmisdrijven waarbij de politie zelf op zoek gaat naar misdaad) enerzijds en reactieve misdrijven (waarbij de burger naar de politie gaat) slaat nergens op. Het ene (totaal) én het andere (berekening criminaliteitsgraad voor het detail) moet gebeuren, tot op het meest concrete niveau, maar dus ook voor het geheel van alle misdrijven samen. Best ook dat de politie het onderscheid proactief en reactief in haar rapporten toepast.
– En dat het niet altijd de bevolking is die als referentie dient genomen, ook het aantal woningen in een bepaalde omschrijving, is eveneens evident, maar doet geen afbreuk aan het gebruik van de bevolking als referentiegroep. Het aantal inwoners is ook voor woningen een goede indicator is. Ook hier is het én én, niet het ene zonder het ander
– In volgende twee punten wordt dieper ingegaan op de verrekening van arbeidspendel, toerisme en studenten in de berekening van de criminaliteitsgraad en op de verstedelijkingsgraad/gemeentetypologie.
3. Niet alleen de inwoners maar de aanwezige bevolking dient meegeteld
Zoals npdata bij elke publicatie er op gewezen heeft dat de criminaliteitsgraad idealitair dient berekend in verhouding tot de bevolking met inbegrip van de bevolkingsevolutie in de onderzochte periode alsmede het bevolkingsequivalent van de arbeidspendel naar en uit de gemeente, de toeristische verblijven en bezoeken en de studenten in het hoger onderwijs, zowel op kot als pendelstudenten.
De federale politie stelt terecht dat :”De criminaliteitscijfers van gemeenten vergelijken enkel op basis van het afwegen ten opzichte van het bevolkingsaantal niet volstaat om op een verantwoorde manier een vergelijking te maken tussen gemeenten. Gemeenten verschillen onderling ook sterk op andere gebieden die een invloed kunnen hebben op de criminaliteit, dan enkel qua bevolkingsaantal. Zo zijn bijvoorbeeld de steden aantrekkingspolen voor werk, handel, onderwijs, toerisme,… Het aantal personen aanwezig op hun grondgebied is dagelijks veel hoger dan het aantal officieel ingeschreven inwoners. Al deze personen kunnen vanzelfsprekend ook slachtoffer worden van misdrijven en de dagelijkse toestroom van personen creëert op zijn beurt een aantrekkingskracht voor crimineel gedrag. Ook de kustgemeenten situeren zich in een gelijkaardige positie en kennen op sommige tijdstippen een grote tijdelijke bevolking. Andere voorbeelden zijn studentensteden, toeristische trekpleisters, shoppingcentra buiten de stadskernen,… Men moet steeds in het achterhoofd houden dat voor een gemeente waar een sterk verschil kan bestaan tussen de officiële bevolking en de aanwezige dagelijkse bevolking de criminaliteitsgraad niet altijd een accuraat beeld geeft en dus ook niet de juiste posities in dergelijke “hitparades” weergeeft.“
Hiermee geeft de politie aan dat “hitparades” wel kunnen als men met de opgegeven parameters rekening houdt en dat dan misschien wel de “juiste posities” weergegeven worden. Het gaat uiteraard niet om het denigrerende “hitparade” maar om het zoeken naar kenmerken en verklaringen in functie van een betere veiligheid voor de bevolking.
Spijtig ook dat de federale politie de reeds gepubliceerde ‘hitparade’ niet heeft onder ogen genomen die reeds op 10/10/2012 door npdata werden gepubliceerd, zie BuG 171. Of gaat de politie ook enkel voort op wat in de pers verschijnt zonder naar de bronnen ervan terug te grijpen en de publicaties ervan.
Ter Zake deed bij de voorbereidende research voor z’n verkiezingsdebatten over criminaliteit en diversiteit beroep op npdata die daarvoor nog 2 speciale tabellen heeft opgemaakt waaronder Criminaliteitsgraad+ 2011. Speciaal om rekening te houden met de burgemeesters van Brussel-stad, Verviers, Blankenberge en Leuven werden bijkomend aan de bevolkingscijfers het toerisme, de arbeidpendel en de studentenaanwezigheid per gemeente omgezet in een bevolkingsequivalent zodat de criminaliteitsgraad+ tot stand komt die hiermee rekening houdt, zie tabel: Crimigraad+ in 2011. Voor verder toelichting zie de mail aan de medewerkers van Ter Zake.
4. Voor wanneer overzichten van alle gemeenten mét detail misdrijven
Professor Ponsaert, UGent en z’n toenmalige assistente en huidige professor VUB Els Enhus hebben 12 jaar geleden het informaticasysteem ontwikkeld voor de politionele statistiek. Zij zijn nog altijd wanhopig omdat, zelfs voor wetenschappelijke doeleinden, de misdrijfgegevens niet vrijgegeven worden in bestanden waar alle gemeenten samengebracht zijn met het detail van misdrijven in de kolommen. Neen. Wie gemeenten, politiezone’s, categorieën steden onderling wil vergelijken moet elk van de 587 gemeenten, arrondissementen, politiezones apart openen en dan vanuit het pdf -bestand de gegevens kopiëren en bv naar een excelbestand overbrengen waarop alle gemeenten zijn genoteerd. Om het totaalgegeven van 2000 tot 2011 over te brengen zijn door npdata dus 587 pdf bestanden geopend en één voor een de cijferreeks gekopieerd en overgebracht naar een excelbestand. Daar is dus uren tijd in gestoken met een opmerkelijk resultaat, ‘de lijstjes’ waar met veel minachting over gesproken wordt maar die wetenschappelijk volledig conform zijn aan de internationale en wetenschappelijke code.
De vraag stelt zich dus tav de federale politie en Minister Milquet: wanneer geeft zij toezegging tot het exploreren van de gekende en over 587 aparte bestanden verspreid materiaal. Enerzijds een zogezegd wetenschappelijke of methodologische ‘kritiek geven terwijl anderzijds het materiaal niet vrijgegeven wordt ter exploratie gaat niet samen. Met het viseren van Le Soir en hun collega’s van het Laatste Nieuws, die als een kwaliteitskrant deze crimigegevens genuanceerd gebracht heeft met een uiterst relevant achtergrond artikel, is gemakkelijk. Deze kritiek wordt evenwel ook anoniem geformuleerd, zonder duidelijk aan te geven over wie het gaat en over welke publicaties. Ook wordt enkel de naam van perswoordvoerder vermeld in de politionele teksten. Waarom kon/kan hierover geen gesprek of debat opgezet?
5. De verstedelijkingsgraad, een belangrijke parameter
In 1974 werd voor het eerst een ‘verstedelijkingsgraad’ op punt gesteld, door Urbain Claeys van de KUL, toenmalig directeur van het Sociologisch Onderzoeksinstituut, waar wij ook tussen 1975 en 1980 werkzaam waren als onderzoeker. De door de politiediensten zelf ontwikkelde verstedelijkingsgraad is een knap staaltje van wetenschappelijke accuraatheid. Hij is daarbij voldoende gedifferentieerd om de bevolking voldoende gelijkmatig over de 8 categorieën te spreiden. Waarom hij niet(meer) gebruikt wordt is een raadsel. Dat hij een update verdient is nog geen reden om hem (nu) aan de kant te leggen.
In de toelichtende nota klinkt het zo: “Wat betreft de onderlinge vergelijking van gemeenten is het daarom aangewezen gebruik te maken van de gemeentetypologie, die alle gemeenten opdeelt in vergelijkbare groepen (bijvoorbeeld zwak uitgeruste kleine stad, grote stad, sterk morfologisch verstedelijkte gemeente) qua morfologie, uitrustingsniveau,… Vergelijkingen binnen één vergelijkbare groep geven dan een realistischer beeld. Deze gemeentetypologie is momenteel evenwel in herziening, aangezien de laatste versie zich baseerde op gegevens van 1991 en de accuraatheid ervan afgenomen is.” Verder wordt gewaarschuwd voor de moeilijke vergelijkbaarheid van steden categorie 1: “Bovendien blijft ook binnen een zelfde type van gemeenten vergelijkingen maken moeilijk, specifiek voor wat de vergelijking tussen de 5 grote steden betreft (Antwerpen, Gent, Brussel-stad, Charleroi en Luik) . Daar komen de gemeentegrenzen niet steeds overeen met de werkelijke “stadsgrenzen” (het aaneengesloten stedelijk weefsel)”
Juist door de standaardisering van de meeteenheid (de misdrijven in al hun diversiteit) en de geografische verschillen bv kan men op zoek gaan naar specifieke kenmerken van bepaalde regio’s of lokaliteiten en nagaan welke onderliggende dynamieken spelen voor verschil of voor gelijklopendheid in het voorkomen van criminaliteit, juist om ze beter te voorkomen. Dat is juist de dynamiek en de relevantie van wetenschappelijke analyse. In de toelichtende nota put de politie zich echter uit om deze vergelijking en onderzoek te ontmoedigen of zelfs belachelijk te maken, zoals het praten over “hitparades”. Blijkbaar heeft men teveel Wolinski gelezen in politiekringen, Wolinski die trouwens zeer aan te raden is, dat is méér dan alle gekheid op een stokje.
6. De bevolking heeft zelf ook het ‘onderscheid des geestes’
En de bevolking of lezer van Le Soir en het Laatste Nieuws zien ook wel dat een hogere crimi-graad samenhangt met verschillende soorten stedelijke milieus, en dat dit niet altijd hoeft af te stralen naar randgemeenten, zoals bv in Herent of in Dilbeek. Interessant is na te gaan waarom dit zo is, maar dan moet men ze eerst op een vergelijkbare wijze naast elkaar kunnen leggen en dat wordt momenteel onmogelijk gemaakt door de wijze van verslaggeving. Er bestaat geen samenvattend bestand van alle gemeenten en de verschillende misdrijfvormen. Enkel omdat Le Soir en npdata het algemene cijfer eens naast elkaar gelegd heeft voor alle gemeenten schieten burgemeesters, ministers uit hun kram en moet de beleidscel van de federale politie zich schikken naar de ‘wetenschappelijke norm’ van de minister. Voor wanneer een wetenschappelijke discussie en inbreng van universitaire instituten, en niet alleen Brice De Ruyver wiens (politieke) adem allicht niet ver hangt van deze politionele analyse.
7. De criminaliteitsgraad + voor 2011
7.1. Berekeningswijze crimigraad + (zoals reeds op 08/10/2012 gepubliceerd!)
We hernemen hier de toelichting zoals gegeven in een mail aan de journalist van Ter Zake in voorbereiding op het item criminaliteit in de reeks voorbereidende programma’s voor de verkiezingen:
De crimigraad+ zoals terug te vinden in de tabel Crimigraad+ in 2011 alle gemeenten, wordt als volgt berekend. Deze berekening en de gebruikte parameters zijn alle in de tabel aanwezig en kunnen langs de +jes verder geëxploreerd worden voor elke gemeente.
1. Gemiddelde bevolking in 2011: (bevolking op 01/01/2011 + bevolking op 01/01/2012)/2 plus het
2. Bevolkingsequivalent vanuit
– Arbeidspendel: In BuG 167 wordt uitvoerig bericht over de arbeidspendel in alle gemeenten in België. Deze pendel wordt omgezet in een bevolkingsequivalent voortgaande op een gemiddelde jobtime van 75%, 261 arbeidsdagen min verlof, feestdagen, klein verlet, ziekte en dit aan gemiddeld 9h per dag. Zowel de uitgaande als binnenkomende pendel wordt mee verrekend.
– Toerisme: de door AD SEI gepubliceerde toeristische overnachtingen per gemeente (gemeenten met 1 hotel worden door hen niet weerhouden gezien het privacykarakter van de gegevens). Voor de dagjestoeristen wordt hetzelfde aantal genomen als de overnachtingen. Als in Brussel gemiddeld 3 overnachtingen zijn, dan zijn er met deze berekening 3x zoveel dagjestoeristen als toeristen in hotels of andere verblijfsaccommodatie. Aan de kust is de gemiddelde verblijfsduur hoger dus ook het aantal dagjestoeristen. Elke overnachting telt mee voor 1/365 van een bewoner, een dagjestoerist voor 10/24 van een dag.
– Studenten: Op basis van de officiële studentenstatistiek per gemeente van inplanting van hoger universitair en niet-universitair onderwijs werd een verschillende berekening gemaakt. Voor niet-universitair: 30% op kot voor de helft van een jaar + 70% aan 10h per dag voor de helft van een jaar, voor de universitaire studenten werd voortgegaan op 60% kotstudenten en 40% dagstudenten.
3. De Bevolking en bevolkingsequivalenten worden samengeteld tot Bevolking+.
4. De vastgestelde en geregistreerde criminaliteit zoals blijkt uit de kwartaalstatistiek van de federale politie. Na eerste publicatie zit hier soms een verschil met in volgende kwartalen aangehaalde cijfers gezien het een ‘dynamische’ statistiek is. In deze cijfers wordt voortgegaan op de eerste officiële publicatie.
5. Eerst wordt de crimigraad gegeven zonder bevolkingsequivalenten (zoals terug te vinden in het reeds gepubliceerde materiaal)
6. De crimigraad+ waarbij het aantal misdrijven gedeeld wordt door de bevolking+ vermenigvuldigd met 100 om de crimigraad+ te bekomen, zijnde het aantal misdrijven per 100 inwoners in elke gemeente rekening houdend met toerisme, arbeidspendel en studenten in elke gemeente.
7. Het verschil tussen de gewone crimigraad en de crimigraad+, dwz de mate waarin de voornoemde factoren de crimigraad doen dalen (of stijgen want in gemeenten met een negatioeve arbeidspendel, dwz méér mensen die in de dag in andere gemeenten gaan werken dan er komen, die hun noemer verkleint en zien dus hun crimigraad stijgen) wordt als laatste kolom in de tabel toegevoegd.
8. Het verschil crimigraad en crimigraad+ wordt als % berekend tav de oorspronkelijke crimigraad
7.2. “Hitparade” gemeenten per gewest crimigraad en crimigraad+ in 2011
De gegevens voor alle gemeenten in België kunnen eenvoudig geëxploreerd worden in de tabel Crimigraad+ in 2011 alle gemeenten. Ook alle onderdelen van de berekening van het bevolkingsequivalent voor arbeidspendel, toerisme en studenten is erin terug te vinden (+jes bovenaan de tabel openen). Het is duidelijk dat desgewenst de parameters voor de berekening van de bevolkingsequivalenten kunnen aangepast (verzwaard, verlicht) worden. Een eenvoudige vraag om een bepaalde aanpassing te simuleren is voldoende.
Vlaams gewest
De gemeenten zijn geordend in afnemende crimigraad+. De tabel is afgekapt op een crimigraad van 10,0 of meer misdrijven per 100 inwoners, voor de volledige tabel dient men eerst een sort te doen op crimigraad+ en dan een sort op gewest. De crimigraad van Blankenberge gaat met 1,9 of 19% achteruit van 19.0 tot 17,1 maar blijft toch de kop trekken, vóór Antwerpen dat zijn crimigraad+ ziet dalen met 1,2 tot 16,6. Burgemeester Tobback kan tevreden zijn, met een vermindering van 3,7 of 19,6% daalt de crimigraad in Leuven van 18,9 naar 15,2 en klasseert hij zijn gemeente op hetzelfde niveau als Mechelen, Oostende en Gent, dat als studentenstad ook z’n crimigraad “genormaliseerd’ ziet in deze nieuwe berekening.
Tabel 1 hierboven: 1. Criminaliteitsgraden Vlaamse gemeenten in 2011, volgorde criminaliteitsgraad+
Als gesorteerd wordt op het % verschil tussen Crimigraad en Crimigraad+ (laatste kolom) dan krijgt men een overzicht van de impact van arbeidspendel/toerisme/studenten per gemeente voor gemeenten waar het verschil 10% of groter bedraagt.
Tabel 2 hierboven: 2. Criminaliteitsgraden Vlaamse gemeenten in 2011, volgorde verschil graden
Met Herstappe als buitenbeentje, is het Machelen met de gevoeligste daling en verder Leuven (van 18,9 naar 15,2 feiten per 100 inwoners – alhoewel het onveiligheidsgevoel van alle centrumsteden het hoogste is in Leuven volgens de monitoring van de Vlaamse gemeenschap) en Gent als studentensteden en vooral de kustgemeenten, naast Lommel en Peer.
Brussels Hoofdstedelijk gewest
Zelfs met verrekening van arbeidspendel (203.000 pendelaars die dagelijks naar Brussel Stad komen werken), het toerisme met enkel miljoenen overnachtingen en een beperkte studentenaanwezigheid blijft Brussel stad met 28,8 feiten per 100 inwoners+inwonersequivalenten veruit aan de kop staan van de stedelijke criminaliteit. Ook Sint-Gillis blijft boven het peleton uitsteken. Voor Sint-Jans Molenbeek en Schaarbeek is de impact van de crimigraad minimaal, maar zij bevinden zich al langer dan vandaag in de middenmoot.
Tabel 3 hierboven: 3. Criminaliteitsgraden Brusselse gemeenten in 2011, volgorde criminaliteitsgraad+
Buiten Brussel en Sint-Gillis zijn het vooral Etterbeek (VUB) en Elsene (ULB) die hun crimigraad zien dalen met respectievelijk 12,6 en 16,1% omwille van de er aanwezige universiteiten.
Waals Gewest
Luik, Charleori en Verviers zien hun crimigraad dalen maar blijven de top drie in Wallonië. Voor Luik is de daling het grootst van 23,8 naar 21,4 feiten per 100 bevolkings+equivalenten.
Tabel 4 hierboven: 4. Criminaliteitsgraden Waalse gemeenten in 2011, volgorde criminaliteitsgraad+
In Ottignies-Louvain-La-Neuve is de daling het sterkst omwille van de studenten, naast Luik, Namen en Bergen zijn het vooral toeristische centra die met de pendel en toeristische correctie de crimigraad zien dalen.
Tabel 5 hierboven: 5. Criminaliteitsgraden Waalse gemeenten in 2011, volgorde verschil graden
Of met de opmaak van deze “hitparades” de grenzen van het wetenschappelijk fatsoen overschreden worden laten we in het midden. Zaak is dat de politiediensten door het niet ter beschikking stellen van gedetailleerde criminaliteit voor alle gemeenten in één bestand juist de oorzaak zijn dat niet verder kan gedifferentieerd worden naar specifieke vormen van criminaliteit. Aha je houdt geen rekening met elementen die we je niet geven.
8. De Criminalietitsgraden+ volgens de verstedelijkingsgraad
De kers op de taart, en daarmee volledig tegemoetkomend aan de strenge eisen van de beleidscel criminaliteitsstatistiek van de politie, worden nu de “hitparades” opgemaakt van gemeenten, binnen elke categorie van de politionele gemeentetypologie, die nog perfect bruikbaar is ook al is een update welkom.
8.1. De 8 gemeentetypes en hun crimigraad+
Voor de verdeling van de gemeenten naar typologie zie Gemeenten naar gemeentetypologie van Ellen Van den Bogaerde, Isabelle Van den Steen en Annelies De Bie, o.l.v. Patrizia Klinckhamers en Marc Vandendriesche van de dienst Beleidsgegevens, Politiebeleidsondersteuning bij het Commissariaat-Generaal van de Federale Politie, Directie Operationele Politionele Informatie.
Voor elk van de 8 types wordt de feitelijke bevolking, het bevolkingsequivalent na verrekening van arbeidspendel, toerisme en studenten, het aantal misdrijven en de crimigraad en de crimigraad+ weergegeven, alsmede het verschil tussen deze laatsten.
Tabel 6 hierboven: 6. Bevolking, criminaliteit en criminaliteitsgraden volgens de 8 verstedelingsgraden
De bevolkingsverdeling op 01/01/2011 geeft aan dat de typologie de bevolking voldoende gelijk verdeelt. Het differentiërend vermogen wat criminaliteit betreft is evenwel beperkt. De 2de en 3de categorie, de 4de en 5de en de 6de tot 8ste categorie zijn wat crimigraad betreft erg gelijklopend. Maar deze gelijklopendheid relativeert ook, op de grote steden na, enigszins het belang van de verstedelijking. De Brusselse gemeenten, Brussel stad niet inbegrepen en de regionale steden laten een gelijklopende crimigraad+ zien, met een zelfde globale impact van pendel, toerisme en studenten. Ook de op een grootstad aansluitende agglomeratiestad en een kleine losstaande stad geven ook gelijklopende waarden, terwijl de impact van pendel, toerisme en studenten bij beiden minimaal is. Vanaf categorie 6 (morfologische verstedelijkte gemeenten van sterk tot zwak) is de crimigraad ook quasi gelijk.
8.2. “Hitparade” crimigraad+ van gemeenten binnen elk gemeente type
Om helemaal tegemoet te komen aan de wensen van de politiebeleidsondersteuning (en van de minister en burgemeester) maken we voor elk van de 8 typelogiëen een rangorde op overeenkomstig hun score op de criminaliteitsgraad+, dwz met verrekening van de arbeidspendel, toerisme en studenten hoger onderwijs. een opdeling per gewest laten we hier achterwege. Voor volledige lijsten, zie de tabel Crimigraad+ in 2011 alle gemeenten (eerst selectie op crimigraad+ (aflopend) dan op Verstedelijking (selectie type van 1 tot 8). Voor overzicht per gewest in kolom Gew het gewest selecteren. Uiteraard kan hier een ander beeld komen voor specifieke misdrijfvormen, maar wil men dat nagaan dan moet het bestand gemeenten/aard misdrijf vrijgegeven worden. Kan hier eens iemand een (parlementaire) vraag naar stellen?
Hieronder wordt zonder commentaar de “hitparade” van gemeenten volgens crimigraad én crimigraad+ voor elk van de gemeentelijke typologiën weergegeven.
1. Grote stad : tabel 7 hierboven
2. Brussel 18 (zonder Brussel stad): tabel 8 hierboven
3. Regionale stad (volledige lijst van de 17 regionale gemeenten):
tabel 9 hierboven
4. Agglomeratiegmeente (22 van de 61 agglomeratiegemeenten
zijn weergegeven): tabel 10 hierboven
5. Kleine stad (16 van de 60 kleine steden zijn weergegeven):
tabel 11 hierboven
6. Sterk morfologisch verstedelijkte gemeenten
(14 van de 68 gemeenten zijn weergegeven): tabel 12 hierboven
7. Matig morfologisch verstedelijkte gemeenten
(12 van de 162 gemeenten zijn weergegeven): tabel 13 hierboven
8. Zwak morfologisch verstedelijkte gemeenten of ruraal
(13 van de 190 gemeenten zijn weergegeven): tabel 14 hierboven
9. De “criminaliteitsbarometer” 1 ste semester 2012
De politie geeft voor het eerst een criminaliteitsbarometer 1ste semester 2012 mét commentaar in de Criminaliteitsbarometer: Verklarende nota . Het is een interessant en verhelderend document, samen met de persmededeling Persmededeling 20/12/2012 ware het niet dat men zich beperkt tot het aantal misdrijven, zonder ze in verhouding te stellen tot de bevolking. Ook wordt geen rekening gehouden met de overtredingen van het lokale politiereglement, gegeven dat toch in de politiestatistiek is opgenomen.
Evenmin worden de verschillen per gewest besproken, met alle nuances en toelichting die men zelf had kunnen maken. Maar niet geklaagd, npdata vult zonder problemen dit gat op, en dit op 2 manieren, zoals terug te vinden in de Tabel bevolking, misdrijven, crimigraad en criminigraad+ 1Sem/2012:
– het overzicht van de bevolking, misdrijven en criminaliteitsgraad, zonder rekening te houden met arbeidspendel, toerisme en studenten met vergelijking 2000, 2005 tot 2012 en de evolutiepercentages.
– het criminaliteitsoverzicht 2de semester 2012 rekening houdend met arbeidspendel, toerisme en studenten, terug te vinden in de laatste kolom van de tabel en de onderstaande extracties.
Voor alle gegevens waaruit onderstaande gegevens betrokken zijn, zie Criminaliteitsstatistiek 1ste sem 2012 politie
9.1. Opdeling per gewest
In onderstaande tabellen worden de aantallen misdrijven weergegeven zoals opgegeven in de politiestatistiek, met inbegrip van overtredingen van het lokale politiereglement. De evoluties komen overeen met wat in de Criminaliteitsbarometer is opgenomen voor België, nl vergelijking 2012 tav 2008 en 2011. In de tabel van npdata wordt ook de vergelijking gemaakt met 2000 en alle tussen liggende jaren tussen 2005 en 2012. Tevens worden ook de aantallen en graden per gewest opgenomen en de evoluties per gewest. Naast het algemeen totaal worden enkel Woninginbraken als concreet misdrijf verwerkt. Een gewestelijke opdeling leert dat naast een eerder gelijklopende daling van het aantal misdrijven er in Brussel bv. een afname is van woninginbraken tav van een gemiddelde stijging met 10,8% voor het gehele land. Welk bezwaar is er om het detail per gewest te geven en te bespreken, en dit voor alle misdrijfcategorieën?
Tabel 15 hierboven: 15. Aantal misdrijven 2de semester 2012 België en de gewesten
9.2. Criminaliteitsgraad: misdrijven in verhouding tot de bevolking
Met aantallen wordt geen beeld of inzicht gegeven van de mate waarin misdrijven voorkomen in verhouding tot het bevolkingsaantal. Een Criminaliteitsgraad is een internationaal en wetenschappelijk erkend instrument om de ‘densiteit’, de mate van voorkomen in een bevolking weer te geven. In de mate het risico betrekking heeft of speficieke of niet altijd in de bevolking aanwezige groepen kunnen andere referentieaantallen ingeschakeld worden, zoals bv de arbeidspendel, toerisme en studenten hoger onderwijs. Onderstaande tabel geeft voor de hierboven vermelde aantallen misdrijven de criminaliteitsgraad én de criminaliteitsgraad+ in de laatste kolom.
Tabel 16 hierboven: 16. Criminaliteitsgraden 2de semester 2012 België en de gewesten
De evolutie van aantal misdrijven in Brussel is opmerkelijk, -8,3 in vergelijking met 4 jaar geleden, het laatste jaar gelijklopend met de andere gewesten. De crimigraad in Brussel zakt tot 16,7 en wat crimigraad+ betreft tot 15,2 dezelfde graad als de kop van de regionale steden in België nl. Mechelen, Verviers, Leuven en Oostende (zie hierboven).
Wat woninginbraken betreft is de evolutie in Brussel de laatste 4 jaar -2,3 tegen een vermeerdering met 1/3 in het Vlaamse en Waalse gewest. In verhouding tot de bevolking zijn er minder woninginbraken in Brussel dan in Wallonië.
Is het niet geven van dit detail per geweest het gevolg van een politieke beslissing of welke andere reden kan hiervoor aangegeven worden?
9.3. Vergelijkende gegevens voor enkele steden in België
Hieronder wordt de criminaliteitsgraad berekend voor inbraken in woningen in enkele steden. Op vier jaar tijd is het aantal inbraken in woningen met 27,6% gestegen in België, het laatste jaar met 10,1%, voortgaande op de criminaliteitsgraden.
Is het niet interessant te weten dat het aantal woninginbraken in Leuven, Luik, Mechelen en Vilvoorde bv met meer dan 14% gedaald is de laatste 4 jaar en met 8% of meer in 2012. In Gent en Genk daarentegen is er meer dan een verdubbeling op 4 jaar. In Hasselt is er samen met Genk het laatste jaar een stijging met 26 à 29%, in Genk een verdubbeling. Deze stijging is sterk omdat het aantal inbraken vorige jaren erg laag lag.
Tabel 17 hierboven: 17. Criminaliteitsgraden 2de semester 2012 Diegstal in woningen, enkele steden
9.4. Detail Brussel 19 gemeenten totaal criminaliteit 2de sem 2012
Voor alle Brusselse gemeenten wordt de bevolking, aantal misdrijven en criminaliteitsgraad in beeld gebracht, met tevens de criminaliteitsgraad+ waarbij rekening gehouden wordt met arbeidspendel, toerisme, studenten. Voor enkele gemeenten verhoogt de criminaliteitsgraad als gevolg van de arbeidspendel, dwz méér inwoners die buiten de gemeente gaan werken dan er naar toe komen, zodat de noemer verkleint en de graad verhoogt
Op vier jaar tijd wordt het belang van het verband duidelijk tussen bevolkingsevolutie en aantal misdrijven: op 4 jaar tijd is de bevolking in het Brusselse gewest met 8,0% gestegen. Met een vermindering van het aantal misdrijven met 0,7% daalt de criminaliteitsgraad met 8,3%, iets dat onzichtbaar zou blijven wanneer er geen verband met de bevolkingsevolutie gelegd wordt. De vermindering van de criminaliteitsgraad in Brussel op een jaar is 5,8%.
Er is natuurlijk een grotere variëteit tussen de Brusselse gemeenten. Behalve in Elsene is er in alle gemeenten een daling van de criminaliteitsgraad op 4 jaar tijd, met in Brussel West, op Ganshoren na, bijna alle met -20%, Sint-Jans-Molenbeek inbegrepen. Ook Anderlecht, Etterbeek en alle gemeenten zone Schaarbeek/Sint-Joost/Evere halen die hoge score.
Tabel 18 hierboven: 18. Criminaliteitsgraden 19 Brusselse gemeenten en politiezones 2de semester 2012
De evolutie op een jaar laat in alle gemeenten, weer op Elsene (studentengemeente) na een positieve evolutie zien, die de komende maanden nog kan wijzigen wanneer de ingifte vollediger zal zijn. Maar toch is de evolutie in zone West met Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht en Schaarbeek erg positief met -10% of hoger. Ook Brussel stad zit aan de goede kant met -3,8%, enkel Sint-Gillis blijft hangen op +10,5% in vergelijking met het 2de semester 2011.
Deze evoluties en de uiteindelijke criminaliteitsgraad kunnen onmiddellijk geconfronteerd worden met de criminaliteitsgraad+ met verrekening arbeidspendel, toerisme en studenten. Deze correctie is evenwel niet van aard om de situatie in Brussel-stad, Sint-Gillis of Elsene te wijzigen, zij zijn de hot points in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Anderlecht met een positieve evolutie en ook Sint-Joost nemen een tussenpositie in.
Besluit: In plaats van afschieten criminaliteitsgraad, vrijgeven van de basisbestanden
Deze analyse kan verder geconcretiseerd, verdiept, en punctueler gemaakt worden voor andere misdrijven en voor alle gemeenten in het land, onder voorwaarde dat bestanden met gemeenten en misdrijven in een kruistabel vrijgegeven worden. Wie zorgt ervoor?
Jan Hertogen, socioloog