De preventie binnen de ondernemingen behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de minister van Werk. Het ABVV vraagt dat minister Muylle de sociale gesprekspartners binnen de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk met spoed samenroept.
Het nut van PCR-testen is hoogst betwistbaar. PCR staat voor polymerase chain reaction en spoort een virus op met een keel- of neuswisser, maar de test is niet perfect. Er zijn vele redenen waarom een test valsnegatief kan zijn: kwaliteit en moment van afname, onvoldoende aanwezigheid van virussen in het neusslijm, omstandigheden van transport en de foutenmarge van de test zelf (1-10). De uitslag van de test is dus zeker niet altijd betrouwbaar.
Bovendien kan enkel de arbeidsarts tot een dergelijke test beslissen na een risicoanalyse. De beslissing tot testen kan ook genomen worden door de minister van Werk na advies van de Hoge Raad.
Het is van belang te onderlijnen dat de werkgever de werknemers niet kan verplichten om dergelijke test te ondergaan (evenmin als bloedtest of temperatuurmetingen). Hoewel werknemers een dergelijk test kunnen weigeren, zal in de praktijk hiervan vaak geen sprake zijn: een werknemer zal zijn werkgever niet durven tegenspreken uit vrees voor negatieve gevolgen.
In plaats van werknemers onnodig te testen, moeten ondernemingen inspelen op hun terechte angst door hen veilig te laten werken: als werknemers respectvol worden behandeld en alles in het werk wordt gesteld in overleg met de werknemersvertegenwoordigers (Comité Preventie en Bescherming op het werk) om veilig te werken (afstand houden, ontsmetten, beschermingsmiddelen enz) zal de angst automatisch verminderen.
Indien dan toch wordt getest op de werkvloer, dan spreekt het voor zich dat de kost niet bij de werknemer zelf mag worden gelegd, maar wel bij de werkgever (of RIZIV in de gevallen dat het RIZIV tussenkomt).