Mail naar de griffie van het Grondwettelijk Hof. We zien wel wat het uithaalt.
Geachte,
Ondergetekende wenst zijn rechten, die volledig zijn opgeschort door de voornoemde wet in het onderwerp van deze mail, in ere hersteld te zien.
Gelieve in bijlage de gewraakte wet te vinden, alsmede een afschrift van de Belgische Grondwet waarnaar ik verwijs.
Deze Wet en de daaruit volgende Besluiten zijn een ernstige aantasting van mijn burgerrechten, meer bepaald Art 5 § 2 van deze wet, dat volledig in tegenspraak is met de Grondwet : “Artikel 187 De Grondwet kan noch geheel, noch ten dele worden geschorst”. Desondanks worden mijn burgerrechten, mijn bewegingsvrijheid, mijn recht op het bijwonen van vergaderingen e.d. wederrechtelijk beperkt, dan wel verboden. Deze Besluiten behelzen ook strafmaatregelen die absoluut niet in verhouding staan met eventueel gepleegde feiten en geeft de ambtenarij buitensporige niet-proportionele bevoegdheden om de burger te dwingen.
Ook stel ik mij vragen bij Art. 3 betreffende de vrijwaring van de koopkracht. Door de lock-down van de bedrijven zijn de werknemers ernstig benadeeld en lijden een aantoonbaar verlies van koopkracht dat niet gecompenseerd wordt.
Verder ook Art. 5 § 1 – 3° betreffende de beschermende maatregelen : op geen enkele wijze heeft de bevolking toegang tot beschermingsmiddelen. Deze Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s) zijn enkel gereserveerd voor de zorgverleners en de ambtenarij. Burgers moeten zelf aan de slag om niet-werkzame (!) mondkapjes te fabriceren.
Derhalve verzoek ik U beleefd maar dringend deze wet en de daaruit ontstane Besluiten en Wetten, nietig te verklaren.
Beleefde groeten en dank bij voorbaat,
Dirk Landuyt