Photograph from the COP26 Weymouth Rally and Demonstration organised by the COP26 Coalition Dorset Hub in support of the Global Day of Action for Climate Justice, 6 November 2021. Photo: Stephen and Helen Jones (Wikimedia Commons)
Het Westen weigerde zich te binden aan een afdwingbare klimaatovereenkomst. Klimaatfinanciering bleef dode letter. De pijlen werden gericht op steenkool, andere fossiele brandstoffen bleven buiten schot. Het Pentagon is slecht voorbereid op de geopolitieke gevolgen van klimaatverandering.
In de aanloop naar COP26 wees de linkse Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador op hypocrisie: “De machtigste landen investeren in fossiele brandstoffen en houden tegelijk een top over het milieu. De strijd moet gaan om de gigantische ongelijkheid in de wereld. Dat zal ik straks als voorzitter van de Veiligheidsraad aan de orde stellen”. Maar de fossiele-brandstof-lobby is sterk. Wie als milieuactivist aan de bel trekt, wordt onmiddellijk gebrandmerkt als ‘radicaal’ en ‘links’. Daar komt de recensie1 van RU-docent Bert Bomert van mijn boek ‘De wereld na Trump en Merkel’ ook op neer: “Veel onderwerpen komen voorbij: de coronacrisis en de klimaatproblematiek, … en vooral het neoliberalisme2 als bron van alle kwaad”.
Na afloop van de klimaattop liet de Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg de media weten dat het akkoord uitblinkt in vaagheid. “Een garantie dat we het akkoord van Parijs zullen halen is er niet. De deur naar investeringen in fossiele brandstoffen3 staat nog wagenwijd open, de wereldwijde uitstoot blijft toenemen”, aldus Thunberg. Voor de Britse The Guardian-columnist George Monbiot was COP26 een fiasco. “De delegaties waren er niet om het leven op onze planeet te beschermen, maar om de fossiele brandstofindustrie uit de wind te houden”. Opvallend ook was hoe het Westen de oprichting van een fonds om landen te vergoeden die schade lijden als gevolg van klimaatverandering, op de lange baan schoof.
Cynische manoeuvre
In de eindfase maakte de Britse delegatie wereldkundig dat de top op een succes afstevende, ware het niet dat China en India zogezegd op de valreep een wijziging afdwongen: het gebruik van steenkool moest niet worden afgebouwd, maar uitgefaseerd. Dat was een uiterst cynische manoeuvre van de Britten: de EU, de VS en het VK hadden het uitfaseren als voldongen feit in de tekst van het slotakkoord opgenomen. India en China kregen dus voor het oog van de wereld de zwartepiet toegespeeld. De verontwaardiging bij ontwikkelingslanden en klimaatactivisten aan het adres van India en China was dan ook groot. Het plan van het Westen was duidelijk: India en China, die gegeven de ontwikkelingsfase van hun economie geen kans hebben gezien een traject uit te tekenen dat vanaf 2030 moet leiden naar -1,5°C, worden op de volgende COP onder zware druk gezet.
India en China verdienen deze politieke druk niet. Hun delegaties zijn naar Glasgow gekomen met de beste bedoelingen. India had aan de vooravond de wereld laten weten dat het tegen 2030 50% van zijn energie uit hernieuwbare bronnen wil halen en tegen 2070 0% CO2-uitstoot wil bereiken. En China had aangekondigd die 0% te plannen tegen 2060, de steenkoolproductie tegen 2026 niet verder te zullen laten groeien, en niet langer de bouw van kolencentrales in het buitenland te zullen financieren. China en India zijn vooralsnog economisch sterk afhankelijk van kolencentrales. Die zijn essentieel in het overheidsbeleid om honderden miljoenen burgers uit de armoede te tillen en hen een redelijke levensstandaard te bieden. Dan kan het Westen niet eisen dat hun regeringsleiders maatregelen nemen die de economische ontwikkelingsmogelijkheden van hun land doorkruisen.
Wereld is verslaafd aan steenkool
China en India zijn niet de enige landen die voor hun energie nog sterk leunen op steenkool. Volgens Bloomberg is de wereld nog altijd verslaafd aan steenkool. De vraag naar steenkool in Azië blijft “robuust” en trekt aan in Europa en Noord-Amerika. De prijs van steenkool in de VS heeft in 12 jaar niet zo hoog genoteerd. En Japan haalt nog altijd 30% van zijn elektriciteit uit steenkool. De Britse manoeuvre om India en China in Glasgow in een hoek te drukken, leert dat het rijke Westen niets voelt voor solidariteit met de derde wereld. Dat gebrek aan solidariteit is kwalijk. Ontwikkelingslanden worden het meest getroffen door klimaatverandering en kunnen zich de gevolgen het minst veroorloven. Het zijn veelal ex-kolonies van het Westen dat goede sier heeft gemaakt met hun bodemrijkdommen.
De klimaattoppen lijken een instrument van cynische propaganda te zijn geworden. Het Westen doet alsof het een leidende rol speelt in de strijd tegen klimaatverandering en stelt dat de ontwikkelingslanden daar de belangrijkste veroorzakers van zijn en zij dus de zwaarste lasten moeten dragen. De statistieken leren echter dat de rijke landen een veel hogere CO2-uitstoot per capita hebben dan ontwikkelingslanden. Australië heeft een per capita voetafdruk van 17 ton, de VS 16,2 ton en Canada 15,6 ton, meer dan 3 maal hoger dan het wereldgemiddelde (4,8 ton in 2017). Ongeveer de helft van de uitstoot van de rijkste 10% (24,5% van de wereldwijde uitstoot) is het gevolg van consumptie van burgers van Noord-Amerika en de EU, en ongeveer een vijfde (9,2% van de wereldwijde uitstoot) van die van burgers van China en India.
Die uitstootcijfers houden geen rekening met de ecologische voetafdruk van het Amerikaanse leger. Dat is met zijn wereldomspannend netwerk aan containerschepen, vrachtwagens en vrachtvliegtuigen de 47e grootste vervuiler ter wereld. Het Pentagon is niet blind voor deze problematiek, maar verder dan een onderzoek naar alternatieve energie zoals biobrandstoffen is het niet gekomen. Wel maakt men zich zorgen over de gevolgen van de klimaatverandering. “Defensie is slecht voorbereid op crises die klimaatverandering wereldwijd zal veroorzaken. Extreme weersomstandigheden, massale migratie, gebrek aan drinkwater, nieuwe ziektes, conflicten in het Noordpoolgebied, druk op het Amerikaanse elektriciteitsnet en kernreactoren, en de stijgende zeespiegel zijn bedreigingen waar wij een antwoord op zullen moeten kunnen geven”.
Maar dat zijn lang niet alle onheilspellende geopolitieke consequenties die een uit de hand lopende klimaatcrisis met zich mee kan brengen. In een volgend artikel gaan we daar gedetailleerd op in.
1 in opdracht van NBD Biblion, de Nederlandse organisatie die nieuwe boeken selecteert, recenseert en uitleenklaar aanbiedt aan de Nederlandse en Vlaamse openbare bibliotheken.
2 Het Anglo-Amerikaanse neoliberale model kenmerkt zich als een samenleving waar het bedrijfsleven domineert en de markt alleszaligmakend is. Shareholders value is het sleutelwoord. Efficiëntie in het ondernemen en resultaten op de korte termijn staan centraal. Het is een ideologie die leidt tot individualisering en materialisme. Bron: ‘De wereld na Trump en Merkel. Europese rivaliteit, neoliberalisme en het machtsevenwicht’, p. 259
3 terwijl steenkool op de korrel werd genomen, bleef uitfasering van het gebruik van aardolie en aardgas, fossiele brandstoffen van economisch belang voor rijke landen in het Midden-Oosten en grote mogendheden als de VS en Rusland, buiten schot.
Dit artikel verscheen eerder vandaag op Geopolitiek in context.