Gaby’s boek vertelt hoe een kwajongen uit de cité
van Zwartberg in Genk opgroeit tot’de meest bekende
vakbondsafgevaardigde van Vlaanderen’, zoals de VRT hem omschrijft.
Een rebel die priester-arbeider Jef Ulburghs en Che Guevara
inspiratiebronnen noemt. Gaby Colebunders heeft iets met spiegels:
‘Je moet erin kunnen kijken zonder schaamrood,’ zegt hij.
Altijd aan de kant van hen die niets anders hebben
dan de kracht in hun armen en het verstand in hun hoofd. Natuurlijk
botst dat. Met de directie van Ford als die de fabriek in Genk wil
sluiten. ‘Ai, ai, ai… ik ben machteloos,’ zei minister-president
Kris Peeters. ‘Op zijn knieën is een mens altijd machteloos’,
antwoordde Gaby.
Hoe werkt zo’n délégué? Hoe probeert hij
de arbeiders op de vloer te overtuigen en te organiseren? Hoe
probeert Ford die vakbondsman het zwijgen op te leggen? Hoe beleven
duizenden werknemers en hun gezinnen dat een multinational hun werk
en hun fierheid afneemt?
Dit is een realistisch verhaal. Non-fictie, met
kleine en grote overwinningen maar ook met nederlagen. En één
conclusie die uit het leven van Gaby Colebunders naar voor
springt: strijd loont…