Beste meneer Smet,
Ik ben Lyle Muns, een 17-jarige scholier humane wetenschappen. Ik schrijf u deze open brief omdat ik al een tijdje verveeld zit met een aantal vragen omtrent integratie van holebi’s in het Vlaams onderwijs.
Op mijn 11de begon ik de eerste vraagtekens te zetten bij mijn seksuele geaardheid. Het idee van een heteroseksueel gezinnetje conflicteerde met mijn gevoelens en ik vroeg mij af wat dat kon betekenen. In de tijd die daarop volgde zou ik die vraag alsmaar beter kunnen beantwoorden. Hiermee was de kous echter niet af. Het zou nog even duren voordat ik mijn seksuele geaardheid een plaats in mijn leven kon geven. Beetje bij beetje kwam ik de afgelopen jaren uit de kast voor mijn familie, mijn vrienden en uiteindelijk voor mijn hele sociale omgeving. Gedurende dat proces heb ik heel veel waardering en ondersteuning ontvangen. De tolerantie en onvoorwaardelijke acceptatie die ik van hun kreeg heeft mij toen gesterkt een veel zelfvertrouwen gegeven.
Ik besef echter ten volle dat ik mijn familie en vrienden op dat vlak erg dankbaar mag zijn. Velen hebben namelijk niet het geluk om in zo’n tolerante en accepterende omgeving te mogen opgroeien. De afgelopen jaren ben ik in contact gekomen met heel wat leeftijdgenoten die met dezelfde gevoelens rondlopen.
Hoewel heel wat onder hun, net als ik, positieve ervaringen hebben opgedaan met hun coming out, blijkt het zeker niet voor iedereen even evident. Veel homoseksuele jongeren krijgen negatieve reacties op hun seksuele geaardheid eens zij daarvoor uitkomen. Nog meer jongeren durven niet eens uit de kast te komen vanwege de vrees voor zulke reacties. De schoolomgeving is vaak het toneel soms vergaande pesterijen. Deze moeilijke omstandigheden leggen een zware belast op de ontwikkelingskansen en het welzijn van heel wat jongeren.
Dit is het verhaal achter de ‘facts and figures’ die een resem studies ons de afgelopen jaren brachten. Dat het met acceptatie van homoseksuele en transgenderjongeren niet zo goed gesteld is als we soms denken, wordt namelijk ook bevestigd in wetenschappelijk onderzoek.
Twee jaar geleden deden de UA en UHasselt uitgebreid onderzoek naar de attitudes van jongeren tegenover homoseksualiteit. De resultaten waren niet bepaald bevredigend. 20% van de jongens gaf aan niet met een holebi gezien te willen worden. Haast een even groot aantal vindt dat homoseksuelen niet dezelfde rechten zouden mogen hebben als heteroseksuelen. Een op de drie jongeren geeft aan het storend te vinden wanneer een jongen zich als een meisje gedraagt. En een op de tien vindt seks tussen twee personen van hetzelfde geslacht ronduit verkeerd.¹
Deze intolerantie drukt haar stempel op het welzijn van holebi-jongeren. In 2007 gaf een studie uit Massachusetts aan dat homoseksuele jongeren vier maal sneller geneigd zijn zelfmoord te plegen dan hun heteroseksuele leeftijdgenoten.² Hoe komt dit?
Een recent Amerikaans onderzoek toont het verband tussen een conservatieve omgeving en het welbevinden van homoseksuele jongeren aan. De studie wijst uit dat de kans op poging tot zelfmoord voor homoseksuele jongeren 25% minder groot is in een ethisch progressieve omgeving.³ Maar welk effect heeft zo’n intolerante omgeving dan op het welzijn van homoseksuele jongeren in Vlaanderen? In een studie van de VUB werd gepeild naar het welzijn van lesbische meisjes. Een op de vijf ervaart de emotionele gevolgen van het holebi-zijn als ‘zwaar’. 40% van de meisjes werd al geconfronteerd met verbaal of psychisch geweld. En een schokkende 15% van de ondervraagden ondernam al eens een poging tot zelfmoord.?
Men kan niet in een handomdraai de intolerantie wegnemen. Eenvoudige oplossingen liggen niet voorhanden. Desalniettemin zou ik het jammer vinden mocht er niet meer aandacht aan de problematiek besteed worden. En dan heb ik het hier voornamelijk over aandacht voor holebi’s binnen het onderwijs.
De schoolomgeving is veel meer dan louter een plaats waar rauwe kennis op jongeren overgebracht wordt. Het is ook een plaats waar leerlingen zich sociaal-emotioneel ontwikkelen. Zij leren er omgaan met anderen en de maatschappij. Om te kunnen functioneren in de maatschappij is het belangrijk te weten hoe deze eruit ziet. Om een juist beeld te kunnen schetsen is een accurate weerspiegeling van de samenleving noodzakelijk en daar wringt het schoentje wat betreft holebi-materie vaak.
Een klein kadertje over homoseksualiteit ergens achteraan in het handboek biologie of het onderwerp ooit eens tijdens een godsdienstles aanhalen zal niet volstaan om die weerspiegeling vorm te geven. De Vlaamse holebi-federatie Çavaria liet afgelopen weekend in de Morgen optekenen dat driekwart van de Vlaamse scholen totaal geen holebi-beleid heeft. Dat betekent dat ‘homoseksualiteit volstrekt niet aan bod komt’, stelde coördinator Yves Aerts.?
Na de publicatie van het onderzoek van de UA, de Uhasselt en de VUB dat ik eerder aanhaalde, riep woordvoerder van de holebi-jongerenorganisatie WJNH (wel jong niet hetero) al op om meer aandacht te besteden aan de materie op de Vlaamse scholen. ‘Wij pleiten ervoor om het thema expliciet in de eindtermen te vermelden’, stelde hij in een interview met de Standaard.? Dit lijkt mij een cruciale eerste stap. Maar ik zou zelfs verder willen gaan dan dat. En hier komt mijn vraag aan u. Waarom geen ambitieus actieplan om holebi-materie meer te integreren in het Vlaams onderwijs?
Daarbij is het belangrijk om jongeren structureel, langdurig en al op jonge leeftijd met homoseksualiteit te confronteren. Zorg dat er al in het basis onderwijs over homoseksualiteit gesproken wordt. En waarom kan er tijdens de biologieles niet verteld worden over homoseksueel gedrag in het dierenrijk? Waarom wordt er tijdens de lessen seksuele voorlichting niet dieper ingegaan op seks tussen twee personen van hetzelfde geslacht?
Waarom kan er tijdens de lessen chemie niet gesproken worden over recente ontdekkingen rond het ‘homogen’? Over vragen ‘als kiest iemand voor zijn seksuele geaardheid?’, ‘is homoseksualiteit natuurlijk?’ en ‘zijn alle homo’s ‘relnichten’?’ bestaan heel wat misverstanden. Deze vragen kunnen in verschillende vakgebieden besproken worden. Vakoverschrijdende eindtermen zouden dan ook opgesteld moeten worden om te garanderen dat iedereen een basispakket kennis over het thema meekrijgt tijdens de schoolloopbaan.
Tevens denk ik dat het belangrijk is dat leerlingen holebi-materie niet enkel binnen een problematische context voorgeschoteld krijgen, maar ook binnen een alledaags, normaal kader. Waarom geen leestekst over twee getrouwde mannen in het handboek Engels of een luisteroefening over een lesbisch koppel tijdens de les Nederlands? Door zo te werk te gaan laat je leerlingen zien dat homoseksualiteit niet altijd een probleem vormt, maar juist normaal is en overal om hen heen voorkomt. Het ministerie van onderwijs zou samen met scholen en uitgeverijen rond de tafel kunnen gaan zitten en kijken wat op dit vlak gedaan kan worden.
Tenslotte zou ik willen oproepen een voorbeeld te nemen aan het Amerikaanse Gay-Straight Allianceproject.(GSA) Het idee hierachter is dat homoseksuele leerlingen verbroederen met hun heteroseksuele leeftijdgenoten om op school te sensibiliseren over homoseksualiteit. Het project heeft onder meer in Nederland navolging gekregen. Het bieden van een ondersteunend kader maakt het makkelijker voor jongeren om zich te engageren omtrent holebi-emancipatie. Hier zou ik willen vragen het onderwijsmiddenveld en holebi-organisaties samen te brengen om een gelijksoortig project in Vlaanderen te kunnen opzetten.
Het opleggen van tolerantie lijkt me ineffectief en onjuist. Iedereen heeft het recht op een eigen mening, ook als die homofobisch is. Dat geeft jongeren echter niet het recht homoseksuele leeftijdgenoten te pesten. Fysiek, verbaal of ander psychisch geweld dient adequaat aangepakt te worden zodat men ook voor homoseksuele leerlingen een veilige schoolomgeving creëert. Leerlingen vrij laten zelf hun mening over onderwerpen te formuleren betekent niet dat er in het onderwijs niet gesproken mag worden over homoseksualiteit. Het overbrengen van feitelijke kennis, het geven van een accurate weerspiegeling van de samenleving en het bespreken en bediscussiëren van het thema zijn taken die het onderwijs op heel wat vlakken op zich neemt, dus wat mij betreft ook voor holebi-materie.
Het actieplan waartoe ik u oproep zou dus geenszins een dogmatisch lespakket mogen zijn, maar moet juist ruimte creëren voor discussie en debat over het onderwerp. Tevens zou het actieplan moeten inzetten op een respectabele omgang tussen de leerlingen en meer feitelijke kennis om misverstanden weg te nemen. Daarbuiten dient holebiseksualiteit tijdens de lessen ook in een alledaagse context aangehaald te worden en is het wenselijk dat er meer wordt gesensibiliseerd door middel van campagnes en bijvoorbeeld GSA’s. Zo’n actieplan kan zoals gezegd geen wonderen verrichten, maar ik ben ervan overtuigd dat het wel zou bijdragen tot een veiligere omgeving en meer begrip voor homoseksualiteit.
Noten:
¹De Standaard ‘Vlaamse jongeren staan vijhandig tegenover holebi’s’, 05/05/2009
²Massachusetts Department of Education: ‘The Massachusetts Youth Risk Behavior Survey 2007’. http://www.mass.gov/Eeohhs2/docs/dph/com_health/violence/youth_risk_behavior_survey07.pdf
³Mark L. Hatzenbuehler: ‘The Social Environment and Suicide Attempts in Lesbian, Gay and Bisexual Youth’, 18.04.2011
?zie noot ¹
?DM: ‘scholen zwijgen homoseksualiteit dood’ 25/06/2011
?zie noot ¹