Update: slotparagraaf en illustraties, 19u35. Naar aanleiding van een indruk die schrijfster Kristien Hemmerechts deelde op sociale media na het lezen van Russische auteurs, dat de mens in die verhalen vaak wordt gepresenteerd als “de speelbal van grote krachten buiten en ook in henzelf”, heb ik voor mijzelf mijn bevindingen over Rusland en de Russische mens en de opeenvolgende regimes in kort bestek verwoord. Dat leek mij goed materiaal voor een blog.
Daarbij steun ik op enkele persoonlijke reizen in de regio gemaakt kort na de dooi, na het afzweren van het Sovjet-communisme vanaf 1989, en op literatuuronderzoek. Ik herinner mij dat ik als veertienjarige al het Russische alfabet instudeerde tijdens loze uurtjes begeleid door een studiemeester op het Heilige Drievuldigheidscollege aan de Oude Markt in Leuven. Het andere fascineerde me in grote mate. In latere levensfases heb ik die initiële interesse mogen verdiepen tijdens conversaties met Russen in hun land en in België en via zelfstudie.
Het is een feit dat het regime dat “leiding gaf” aan de Russische mensen al eeuwen naar onze normen erg hard en zelfs wreed kon optreden; van Ivan de Verschrikkelijke, die onder andere de bouwers van de mooie St. Vasily kerk op het Rode plein liet ombrengen opdat ze nergens anders aan de slag zouden gaan, tot de tsaren die met de Okrana, de politieke en geheime politie de burgers met het mes op de keel onder controle hielden. De communistische revolutie heeft daar naar onze normen niet veel verandering in gebracht, dat is bekend. De Goelag, de werkkampen in Siberië waar miljoenen vaak geheel onschuldige mensen, ook vrouwen en kinderen, naar toe werden gezonden om aan slavenarbeid te bezwijken, en de gevaarlijke KGB… FSB… het zijn bekende exponenten van die geest. Ook de houding van de legerleiding en het Kremlin naar eigen soldaten in oorlogstijd is lange tijd, en kennelijk tot op vandaag, lijkt wel erg nonchalant en zelfs wreed. Van de eerste wereldoorlog, waarin zoals wij al leerden als vijftienjarigen in de humaniora, aanvankelijk de mannen met niet meer dan een stok als wapen op de vijand werden losgelaten, tot WO II waar krijgsgevangen genomen Russische soldaten die konden terugkeren, als verraders werden behandeld, en soms koudweg geëxecuteerd, onder instigatie van Stalin. Waarin zeer vaak het uiterste werd gevraagd van de troepen van het Rode Leger, alsof het comfort er voor het voetvolk totaal niet toe deed. Waarbij we niet mogen vergeten hoe de officieren van de Britten en Amerikanen ook vaak erg veeleisend waren; in WO I werd nog “Shellshock” erkend; de jongens die er door zaten met een “zenuwinzinking”, bijvoorbeeld na zwaar onder vuur te zijn genomen door artillerie, werden dan opgevangen in medische etablissementen; dat was later opnieuw minder het geval, “zwakheid” werd niet erkend, frontlijndepressie werd gezien als “lafheid”. Generaal George Patton werd berucht door in Sicilië een gewonde soldaat in een legerkliniek in het gezicht te slaan. Nog erger ging het er aan toe bij de legers van de Duitsers onder de naziregering, die van “kracht” (en geweld) een trots waarmerk trachtten te maken, een logica waar zeer veel uitgeputte en angstige soldaten het slachtoffer van werden.
Maar ja, Ruslands geest is vreemd, kent trieste kanten en vooral minder zin voor “mensenrechten” en “de inherente waardigheid van elke mens” dan in onze uithoek, dat is niet moeilijk te bevestigen. Het zijn realiteiten die moeilijk te vatten zijn in woorden of verhalen; wij hebben onder onze buren een tachtiger die in Dagestan, een Russische deelrepubliek, opgroeide en van het Sovjetregime alle kansen kreeg als topatleet. Hij mocht grote reizen kon maken en kon schitteren met zijn fysieke vermogens; hij staat niet alleen nog altijd achter Poetin, wil ook niet aanvaarden dat Stalin een massamoord op zijn geweten heeft.
Sinds vier jaar lees ik nogal wat ‘Russen’, intussen bijna alles van Vasili Grossman; hij is een echte Rus in de zin dat hij veel kansen kreeg en de hoogste waardering onder het Stalin regime, maar deze bij de soldaten geliefde oorlogscorrespondent voor Krasnaja Svesda, De Rode Ster, en later succesvolle romanschrijver werd ook bijna geliquideerd omwille van zijn authentiek-kritische en onafhankelijke visies en standpunten. Grossman bouwde geleidelijk een dappere, vrij waarheidsgetrouwe, en toenemend kritisch discours op over Rusland, de tweede wereldoorlog en het regime.
In de grote romans Leven en Lot en Stalingrad, die ook Dirk De Wachter las en aanprijst,
drinken families en soldaten KVAS.
Dat is een drank van gefermenteerd graan zonder alcohol².
Ook Anton Tsjechov lees ik toenemend graag; hij schreef in de laatste jaren van de negentiende eeuw. Mijn indruk is dat hij en nogal wat landgenoten het leven zeer goed begrijpen en onder woorden brengen, en wel in een niet veel verbloemende lezing. Ik denk dan dat dit te maken heeft met het Russische sociale- en regeringsklimaat: wel driehonderd jaar langer dan bij ons bleef er slavernij, lijfeigenschap in zwang! Er was lang een groot klassenverschil; eerst onder de tsaren en de edellieden-landeigenaars, dan met de communistische “nomenclatura”. In de sovjet tijd werd openlijk de lof gezongen van “het proletariaat”, ging het discours vaak over de noblesse van de toegewijde, gewone arbeider en die kreeg een hoog loon, zelfs meer dan artsen of docenten. Maar anderzijds hadden de partijbazen wel een luxewagen zoals de Ziss ter beschikking die op speciaal en exclusief voor hen gereserveerde rijstroken reed in Moskou… Toch is het beeld niet eenduidig. Persoonlijk sprak ik met Russische families die uit hun armoede waren getild door wat wij de sociale zekerheid zouden noemen en Sociale Huisvesting: zij hadden hun appartementen van de staat in bezit, in eigendom gekregen. Daar kan Vlaanderen nog wat van leren, waar in de meeste steden wachtlijsten van vijf tot negen jaar bestaan voor sociale woningen; ook al hebben wetenschappelijke onderzoekers aangetoond dat een betaalbare huurwoning bij de allerbeste hefbomen is om mensen te laten klimmen op de sociale ladder, het is een ideaal middel om sociale mobiliteit te bevorderen. Het lijkt soms dat in onze streken nog heel wat ondemocratische reflexen zijn overgebleven bij regeringen, ministers en parlementen.
Voorts lijkt mij dus de interessante eigen stijl, kleur en diepgang van Russische sprekers en schrijvers (de Rus houd van filosofische, diepgravende gesprekken) verband te hebben met het meer ongenadige winterklimaat dan bij ons; in Rusland kan je nog echt doodvriezen in de winters. Hoewel de zomers in Moskou zonniger zijn dan in Parijs: dat heet een continentaal klimaat. Die ernst in het schouwen naar het leven, dat bewustzijn dat het bestaan best hard en ongenadig met je kan omgaan, merkte ik ook bij bezoeken aan de oblast Moskova en meer bepaald aan de stad Ryazan: in die stad zag ik in het theater een prachtige reeks grote zwart-wit portretten in de rondgang; maar anders dan bij ons, waar vaak de Amerikaanse “pepsodent-smile” in zwang is, zag ik hier diepzinnige portretten van acteurs die geen enkele moeite deden om de levensernst op hun gezicht weg te moffelen. Russische kunst is interessante kunst voor Belgen en aanverwanten.
De Russische mensen spreken zelf graag, in dialogen, gedichten en boeken, over “De Russische geest”; daar bedoelen zij vaak mooie en positieve aspecten mee, zoals te verwachten viel, en komische, ze verstaan de kunst van de zelfspot, de hoogste vorm van humor. Ze hebben het dan over een zeker doorzettingsvermogen, en de kunst “van de nood een deugd te maken”. En ook leeft er een liefde voor het landschap van het moederland, dat onder andere fraai bezongen wordt door Vasily Grossman in Stalingrad en Leven en Lot; die wordt geregeld lyrisch in zijn twee romans van meer dan negenhonderd pagina’s, zowel over Oekraïense steppe als over de streek rond Moskou. En dan zijn er aspecten zoals de koude, over de lusteloosheid van sommigen in de (hogere) middenklassen, over de fauna en flora, de steur, de kwabaal, de Grote Trappen, de Kraanvogels, de wolven… die dieren en natuurelementen komen ruim aan bod zowel in bepaalde kortverhalen van Tsjechov, de dokter die schrijver van wereldformaat werd als bij Toergenijev, bekend van zijn diepmenselijke “jagersverhalen” en anderen.
Vasily Grossman was overigens van Joodse afkomst (zijn ouders en hijzelf praktiseerden echter niet, als fysicus had hij een eerder wetenschappelijk dan religieus wereldbeeld), en hij was in hedendaagse termen een Oekraïener: hij leefde als kind in Berditsjev en in studeerde in Kiev, maar hij bezocht ook Bern in Zwitserland met zijn moeder. Het valt te vermoeden dat die veelzijdige identiteit mede mogelijk maakte dat zijn houding naar het regime en de Russische toestanden een zodanig rijk spectrum heeft opgeleverd, zodat zijn romans en oorlogsnotities tot op vandaag van hand tot hand gaan, in alle continenten.
Heerlijke ontmoetingen
Persoonlijk heb ik vooral aangename, goede ervaringen met de aard van Russen opgedaan tijdens mijn reizen in de regio Moskou en Novgorod. De “droejsba” trof mij als diepmenselijk en sympathiek: de Russische vriendschap en medemenselijkheid. De mensen, zoals Anna en Tatiana, Ivan en Pjotr, waren ook meer dan in onze streken gebruikelijk is, dankbaar voor vriendelijke aandacht en geschenken; je ontving steevast méér in retour van deze lieden, die over veel minder konden beschikken. Ik voel tot op heden medeleven en droefenis over het regime dat deze mensen moeten ondergaan. Dat is natuurlijk een Belgisch standpunt. Als je de vele klagende stemmen op sociale media leest, is ‘ons’ regime ook verre van perfect en bereiken nogal wat mensen een weinig voldoening gevende leefstatus.
President Poetin
Geregeld maak ik mij de bedenking: de Rus kent het menselijk bestaan als een harde(re) conditie; wellicht wil iemand als Vladimir Poetin dat wereldbeeld als “echter” opdringen aan het Westen, dat hij herhaaldelijk als “wekelijk” en “decadent” heeft bestempeld. In zijn hoofd en in zijn land lijkt er, zoals bij ons in voorgaande generaties, nog meer waardering voor “flink” gedrag te leven.
Aandacht maakt macht
Met Lien Verpoest, docente Russische literatuur aan de KU Leuven en de gewezen vrouwelijke vice-rector, de slaviste van wie de naam mij even ontsnapt, die daarover geregeld opiniestukken schrijven in De Standaard, meen ik dat West-Europa de Russen en Rusland vaak onterecht en in onfatsoenlijke mate heeft laten links liggen. Dat steekt allicht deze mensen, van hoog tot laag. Mensen negeren is iets dat verwant is aan verwaarlozen, vernederen, beledigen. Het gevoel te worden vernederd, zo weten wij intussen dankzij bepaalde degelijke studies, zoals deze van Dominique Moïsi en Koert Debeuf, heeft al menige oorlog op de sporen gezet.
Onze vrijheid danken wij ook aan Russen
Komt daarbij dat ten gevolge van de rivaliteit tussen het Westen en het Oostblok na de oorlog, bij ons tientallen jaren de reuzenbijdrage aan het verslagen van het Derde Rijk en zijn legers door het Rode Leger, door Rusland, is verzwegen, werd weggemoffeld. In onze humaniora en ook aan het departement Moderne Geschiedenis, kregen wij over die prestatie niets te horen. Zelfs Churchill vermeldt het immense offensief dat de Russen de Duitsers aandeden, en dat naar een historische generaal Operatie Bagration werd genoemd, niet in zijn vijfdelige geschiedenis van de oorlog!. Dat moet pijn doen, en rancune induceren. De tijd lijkt rijp, als daar te midden van de enthousiaste herbewapening nog ruimte voor kan komen, om de relatie met de Russische mens op nieuwe leest te schoeien.
__^__
___<>___
Het was alvast een gebaar waar veel wijsheid in schuilde, toen The Beatles in de jaren zestig tijdens de Koude Oorlog een beetje tegen de stroom in hun empathische lied zongen “Back in the USSR”, met daarin de diepmenselijke woorden “The Russians love their children too!”. Of was dat een stanza in een lied van Sting?
__________<<< >>>____________
Eigen illustraties
Als twintiger in de late jaren zeventig leerde ik voor het eerst Russische voeding kennen via de Russische winkel in de hoofdstad; later, in de jaren negentig kon ik op gastronomische verkenning in Rusland zelf, in Moskou, Ryazan, Novgorod, Kasimir, Zagorsk en andere steden van de “Gouden Cirkel” rond Moskou. Na het schrijven van deze blog ontdekte ik via Russische Belgen die ik al een kwarteeuw ken, dat er een interessante Aziatisch-Europese winkel ligt nabij de Naamse Poort in Leuven. Een Armeens-Belgische die het Nederlands machtig is baat de winkel uit die “Kavkaz” heet; een naam waar zonder veel moeite de bergketen ‘Kaukasus’ in te lezen valt. Het gebied waar de Sovjets na de inval van de troepen van het Derde Rijk vanaf 22 juni 1941 hun vitale fabrieken en legers naar overgeplant hebben. Om na een jaar of drie de onstuitbare tegenaanval in te zetten. Een strategie, een titaneninspanning, waar ook ik en u vandaag onrechtstreeks onze vrede, politieke vrijheid, welvaart en veiligheid aan te danken hebben. Wie de andere veroordeelt, wijst meestal tegelijk naar zichzelf.
___________________________________________________________________________
² Kvas blijkt ook in Vlaanderen beschikbaar en best lekker. Deze “Ruskij Kbas”, Russische kvas, wordt overigens in Litouwen gemaakt in opdracht van een Duits voedingsbedrijf. De Europese naties zijn verbonden en verweven in gastronomie, economie, cultuur, belangen en geschiedenis.