Monica Deconinck, Minister van Werk geeft weerwoord op de verzuchtingen van werklozen die nog dit jaar de gevolgen van de door de regering DI RUPO I getroffen maatregelen aan den lijve zullen ondervinden.
Ik verschiet mij regelrecht een pinnemuts wanneer ik haar stellingen lees. De uitkering voor de langdurig werkloze gezinshoofden zakt met 31% onder de armoedenorm. Voor alleenstaanden is dat 12% maar, zegt de minister “dat is juist een extra impuls om mensen sneller aan het werk te krijgen”. Als je dat niet doet krijg je verzuurde mensen die door geldgebrek geen gezin of toekomst hebben. Het is een uitspraak die een beetje zijn gelijke kent aan deze van Siegfried Bracke “het ergste wat de armen kan overkomen is dat er geen rijken meer zijn”. Dus door mensen nog armer te maken dan ze al zijn, door ze in feite zo arm te maken dat ze nog nauwelijks kunnen overleven, zullen ze sneller werk vinden, niet meer verzuurd zijn en een familie en toekomst hebben. Ik doe mijn best om dat te kunnen begrijpen maar het lukt mij moeizaam. Ik vraag me af of je die verzuring en je geloof in de maakbare maatschappij de facto nog ooit te boven komt na zoveel kilheid. Moeizaam omdat hier onderliggend weer dat verwijt weerklinkt dat mensen die werkloos zijn ofwel niet, ofwel niet snel genoeg werk zoeken. Ze zijn er zeer zeker en ik ken ze zelfs , de parasieten die ons sociaal systeem misbruiken, maar ook dezen die onze welvaart ondermijnen om volledig te zijn, maar wat een pijnlijke afgang toch voor al dezen die onvrijwillig en om zoveel verschillende redenen in de armoede verzeilt zijn geraakt, tijdelijk of voor langere duur.
De Minister is blijkbaar wel bereid om dezen die meer dan 33% arbeidsongeschikt zijn hun huidige vergoeding te laten behouden, tenminste als ze wel zo snel mogelijk weer aan de slag gaan. Weer dat “snel”, dat schuldgevoel, ook al ben je werk onbekwaam omdat je letterlijk je kloten van je lijf gewerkt hebt, slechte rug, gekwetste spieren, versleten knieën en kapotte kloten dus, je moet en je zal opnieuw werken! Ook de verworpenen der aarde dus, ontwaken zult gij doen. Niet meer om u bewust te worden van de roofbouw die de notabelen op uw lijf en geest plegen, dan wel ontwaken om u bewust te worden van het feit dat de socialisten blijkbaar een blauwtje hebben opgelopen, besmet door de aanhoudende neoliberale gedachten die sinds 30 jaar nu ook onze Europese geesten bezoedelen en ongemerkt zijn binnengeslopen in het collectief. De uitspraak alleen al heeft iets ranzigs, verwoord Jo Libeer van Voka zich op zijn blog, hij heeft gelijk, neoliberalisme is iets ranzigs.
Samen met Marcel Van Dam, ex-Nederland minister en ex-parlementariër vraag ik mij af hoe het mogelijks is dat dit vergif ongemerkt is kunnen doordringen in een maatschappij die in oorsprong, al was het maar heel even, de goede weg op was. Lees even mee uit het voorwoord dat zijn boek “niemands land” voorafging.
“Hoe is het mogelijk dat een ervaren oud-politicus (ex-minister en ex-parlementariër), iemand die al bijna twintig jaar lang wekelijks een column in de Volkskrant schrijft over Nederland, nota bene een socioloog, niet in de gaten heeft gehad dat ons land aan het begin van de jaren tachtig ideologisch radicaal begon te veranderen? Niemands land is een beschrijving van die veranderingen en ook het verslag van een dwaling. In de afgelopen dertig jaar heeft een dwangmatig streven naar meer welvaart Nederland veranderd in een bv. De overheid werd ondernemer en de burger klant, zij het helaas geen koning. De maakbaarheid van de samenleving werd uitbesteed aan de markt. De oude ideologie dat we met zijn allen verantwoordelijk zijn voor elkaar, werd terzijde geschoven. Iedereen moet nu voor zichzelf zorgen. Maar er zijn vele mensen die daartoe de vaardigheden niet hebben en die in een alleen op rendement gerichte samenleving een nieuwe kaste vormen: de onrendabelen. Hun inkomen is de laatste dertig jaar steeds verder achteropgeraakt. De armoede in ons land is verdrievoudigd en de problemen stapelen zich op. En we zijn als land door de nieuwe ideologie niet sterker dan andere landen geworden, wat de bedoeling was, maar juist zwakker. Marcel van Dam zocht uit waarom het hedendaagse Nederland van niemand meer is. En hij gaat na of het mogelijk is recht te zetten wat in dertig jaar is scheefgegroeid. Zijn zoektocht is even gepassioneerd als gedegen, en vormt een pleidooi voor vernieuwde, duurzame idealen”.
In het betoog van de minister belanden we verder bij de vijftigplussers die het moeilijk hebben om nog een job te vinden. De getuigenis van Lieve is de basis voor haar betoog. Lieve komt na een echtscheiding op straat te staan. Jarenlang oefende ze “flutjobs” uit. Ze vond geen vast werk omdat werknemers haar vaak “te oud” vonden. De Coninck somt de voordelen op waarom een werknemer alsnog een vijftigplusser zou moeten aanwerven. Ze haalt haar duim boven want het wordt stilaan zuigen geblazen… . Vijftigplussers zegt ze, hebben heel wat netwerken en veel ervaring. Vijftigplussers die jarenlang flutjobs hebben uitgeoefend hebben geen netwerken Mevr. De Minister. Die hebben hooguit een lijst van doorgaans kleine bedrijven waar het slecht werken is, waar je onderbetaald wordt en waar een door het UNIZO opgefokte ondernemer op je neerkijkt. Netwerken mevr. de socialist is iets voor de hogere klasse, voor de ondernemer die ervaringen wil uitwisselen met gelijkgezinden en daar hebben we het nu even niet over. Bovendien Mevr. De minister, welke daadkrachtige maatregelen heeft u al genomen tegenover de werkgevers? Ik lees dat u binnenkort een campagne zal lanceren waarin werkgevers aangespoord worden om vijftigplussers aan te werven. Helaas vind dit idee geen draagvlak aan ondernemerskant zo weten we uit het verleden. Het verschil met de maatregelen die u treft om luie werklozen te activeren en anderzijds de maatregelen die u neemt om luie ondernemers te activeren is groot. Kunnen we niet gewoon uw stelling aanhouden dat hoe meer je iemand afneemt hoe sneller hij gevolg geeft aan de opgelegde maatregelen. Dat geld toch ook voor ondernemers en dat zou toch ook voor hen juist een extra impuls kunnen zijn om sneller vijftigplussers aan te werven of heb ik dat verkeerd?
Socialistische arbeiders mevr. Deconinck, bij uitbreiding arbeiders aller naties en partijen, aan het werk of werkloos, ziek of hulpbehoevend, zijn van oorsprong een groep van harde werkers die onze maatschappij én onze ondernemingen een grote dienst bewijzen en u beledigd hen door hen samen met uw voltallige regering meer en meer als rotte vis te beschouwen. Werk is uw corebusiness geworden in de lijn van het gedachtengoed van dezen die u zou moeten bestrijden. Ziekte, pech, maar ook levensvreugde. Het zijn woorden die voor u niet meer van tel zijn en die meer en meer als niet meer toepasselijk worden geweerd uit het economische jargon. Geen medelijden meer, vooruit met of zonder geit.
Afspraak met uw partij op 14 oktober 2012.