De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Bericht uit Bangladesh

Bericht uit Bangladesh

maandag 8 april 2013 21:51
Spread the love

Op 6 april kwamen in de Bengaalse hoofdstad Dhaka tussen de 100000 en 500000 aanhangers van de Islamitische Hefajat-e Islami op straat. De manifestanten eisten de doodstraf voor atheïstische bloggers die de Profeet Mohammed beledigd zouden hebben. Dit werd gretig opgepikt door Westerse media. De vraag stelt zich echter of een focus op Hefajat-e Islami wel de volledige lading dekt van de erg complexe en gespannen politieke situatie in Bangladesh.

Bangladesh is een land vol politieke, sociale en economische tegenstellingen. Sinds de bloedige onafhankelijkheidsstrijd tegen West-Pakistan in 1971 is het er zelden of nooit rustig geweest. De huidige crisis is allesbehalve een recent fenomeen. Integendeel: de kiemen hiervan zijn reeds de afgelopen decennia gelegd. Na de onafhankelijkheid in 1971 werd Bangladesh bestuurd door Sheikh Muhibur Rahman (de ‘Vader des Vaderlands’ en vader van de huidige Eerste Minister Sheikh Hasina), tot deze in 1975 door een militaire coup van Generaal Ziaur Rahman (de echtgenoot van de huidige oppositieleidster Khaleda Zia) ten val werd gebracht. Deze werd in 1982 op zijn beurt van de macht verdreven door Generaal HM Ershad, totdat een massale volksbeweging Ershad in 1990 tot aftreden dwong. Een periode van democratische transitie brak aan. Bangladesh wordt sindsdien afwisselend geregeerd door de Awami League (AL, geleid door Sheikh Hasina) en de Bangladesh Nationalist Party (BNP, geleid door Khaleda Zia en in een alliantie met de Islamitische Jamaad e-Islami). De nieuwe grondwet voorzag bovendien in de ontbinding van het Parlement en de installatie van een neutrale ‘caretaker government’ in de laatste drie maanden voor nieuwe verkiezingen. Dit om een eerlijke stembusgang te verzekeren. 

Het democratiseringsproces verliep sinds 1991 echter moeizaam: corruptie viert nog steeds hoogtij, er is sprake van een manifest gebrek aan politiek pluralisme en de twee grote partijen verhouden zich als water en vuur tot elkaar. Telkens de ene partij aan de macht komt, wordt het volledige staatsapparaat vervangen door partijgetrouwen en wordt de bewegingsvrijheid van de andere partij danig ingeperkt. De oppositiepartij-van-het-moment roept vervolgens op tot massale manifestaties, betogingen en hartals (algemene stakingen die het hele land volledig platleggen). Op die manier is er sinds 1991 sprake van een steeds massalere politieke polarisatie, toenemende instabiliteit, regelmatig straatgeweld en een totaal gebrek aan een zoektocht naar nationale verzoening en consensus. Politieke en sociale spanningen worden gevoed door een kleine elite die belang heeft bij het instandhouden van de status-quo. Sociale relaties zijn zo cruciaal in het begrijpen van de gespannen politiek-sociale toestand in Bangladesh: gewone burgers voelen zich verplicht ‘mee te doen’ aan rellen en manifestaties om hun relaties met (lokale) politici in stand te houden. Het extreme niveau van cliëntelisme en corruptie leidt er immers toe dat het spelen van een actieve rol in politiek geweld voordelen met zich meebrengt (een overheidsjob of extra inkomsten), terwijl een passieve rol nadelige effecten kan teweegbrengen. Religieuze sentimenten worden daarnaast vaak schaamteloos uitgebuit door een manipulatieve politieke elite. Deze dienen als nuttig wapen ter mobilisering van de vaak laaggeschoolde of ongeschoolde massa. Een focus op religieuze gevoelens als verklaring voor de huidige golf van geweld en protest dekt echter allesbehalve de volledige lading, en geeft slechts een zeer beperkt beeld van het erg complexe politieke en sociale landschap in Bangladesh. De huidige toestand is het product van het samenvallen van verschillende soorten breuklijnen en protesten binnen de Bengaalse samenleving, veeleer dan enkel een probleem van een aantal religieuze fanatici die een mars op Dhaka organiseerden en de doodstraf voor ‘atheïstische bloggers’ eisen.

Sinds begin 2007 is de politieke crisis in Bangladesh immers in een stroomversnelling gekomen. De aanhoudende instabiliteit sinds 1991 en dreigende politiek-sociale afgrond leidde het leger ertoe om op 11 januari 2007 een staatsgreep te organiseren. Een Provisional Caretaker Government (PCG) werd geïnstalleerd die aanvankelijk werd verwelkomd door de bevolking. Het groeiende autoritaire karakter van deze instantie, de vernietigende effecten van twee grote overstromingen en één cycloon, en de toenemende voedselcrisis ondergraafde echter de publieke steun van de PCG. Nieuwe verkiezingen werden in december 2008 georganiseerd, en werden met een overweldigende twee-derde meerderheid gewonnen door de Awami League. De politieke polarisatie in Bangladesh tussen de AL en de BNP is sindsdien naar ongekende hoogten gestuwd.Er is sprake van een groeiende politisering van het gerecht, de uitvoerende macht en het veiligheidsapparaat door de AL, nieuwe inperkende wetten met betrekking tot het functioneren van NGOs, de media en het internet, groeiende schendingen van de mensenrechten, een verbod op en gewelddadige uiteendrijving van bijeenkomsten van de BNP en het openen van verschillende corruptiezaken tegen de BNP-top. Daarnaast werd in juni 2011 de ‘caretaker government’ afgeschaft die instond voor een eerlijk verkiezingsproces en gezien werd als de voornaamste garantie tegen verkiezingsfraude. De introductie van het‘vijftiende amendement’ aan de Grondwet maakte het erg moeilijk om in de toekomst nieuwe amendementen aan de Grondwet toe te voegen, terwijl pogingen tot opschorting of afschaffing van de Grondwet sindsdien gezien worden als een daad van verraad. Dit heeft een pervers effect tot gevolg: het bemoeilijken van het toevoegen van nieuwe grondwettelijke amendementen zorgt ervoor dat de grondwet bijna alleen aangepast kan worden door een volledige opschorting of vervanging van de Grondwet, waar echter de doodstraf op staat. De democratische fundamenten van de Bengaalse staat werden zo volledig ondergraven. Dit leidde tot de terugkeer en verdere expansie van massaal straatgeweld, massamanifestaties en het uitroepen van hartals door de BNP. De slachtoffers die hierbij vallen leidden sinds 2008 tot wederzijdse beschuldigingen van genocidale praktijken door beide partijen.

Sinds enkele jaren is er bovendien sprake van de gerechtelijke vervolging van kopstukken van Jamaad-e Islami voor hun vermeende betrokkenheid in de genocide die plaatsvond tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in 1971. Hoewel verschillende Jamaad-kopstukken wel degelijk bloed aan hun handen hebben, worden AL-kopstukken ongemoeid gelaten voor hun eigen rol in de genocide, waardoor de processen als politiek gemotiveerd worden gezien door Jamaad. Jamaad bevindt zich bovendien in een alliantie met de BNP, waardoor de combinatie van het groeiende autoritaire karakter van de AL en de vervolging van Jamaad-kopstukken leidt tot een explosieve cocktail van haat en rancune van de BNP-Jamaad Alliantie tegen de regerende AL. BNP-Jamaad boycotte hierdoor tot voor kort het parlement, en ziet het als zijn voornaamste taak de AL-regering ten val te brengen door massale straatprotesten.

De extreme polarisering van het politieke landschap leidt op zijn beurt tot een tegenreactie van elementen die de AL steunen, wat verder straatgeweld nog in de hand werkt. Een groot deel van de bevolking maakt zich bovendien zorgen over de opmars van de salafistische Jamaad. Negentig procent van de bevolking in Bangladesh noemt zichzelf dan wel moslim, hiervan beschouwt naar schatting slechts tien procent zichzelf als salafisten en negentig procent als soefi. Deze soefi-meerderheid ziet de groeiende invloed van salafistische elementen met lede ogen aan, en kiest hierdoor vaak partij tegen de BNP-Jamaad Alliantie.

Binnen deze groep spelen sinds het begin van het jaar een aantal bloggers en (seculiere) studenten een actieve en luidruchtige rol. Deze eisen een strenge vervolging van Jamaadkopstukken voor hun aandeel in de genocide van 1971. Dit leidt Islamitische groeperingen als Hefajat-e Islami, die nauwe banden onderhouden met Jamaad, ertoe om deze bloggers als ‘atheïstisch’ te brandmerken. De vaak opruiende taal die de bloggers tegen de Profeet Mohammed hanteren zorgt er voor dat Hefajat op zijn beurt de doodstraf voor deze bloggers eist. Het dient echter benadrukt te worden dat Hefajat pas relatief recent op de voorgrond is getreden. Het is slechts één van de vele pionnen in het complexe schaakbord die de Bengaalse samenleving en politiek is.

De huidige situatie in Bangladesh kan dus enkel begrepen worden door zich bewust te zijn van de verschillende breuklijnen die door de Bengaalse samenleving lopen, veeleer dan zich enkel te focussen op het geweld van Islamitische fanatici tegen atheïstische bloggers. De groeiende machtsgreep van de Awami League sinds 2008 en toenemende onderdrukking van kopstukken van de BNP en Jamaad-e Islami, de pogingen van de Awami League tot de grondwettelijke verankering van haar macht, de groeiende agitatie rondom de genocideprocessen tegen de Jamaad-top, en de ongerustheid rond de stijgende invloed van het salafisme (vaak actief gepromoot door Saoedi-Arabië) hebben de bestaande maatschappelijke instabiliteit en politieke polarisering in Bangladesh de laatste jaren nog in een stroomversnelling gebracht. Men dient echter op te letten met een overdreven nadruk op één bepaalde dimensie van het conflict. De plotse opkomst van Hefajat-e Islami toont aan dat er elke dag sprake kan zijn van een nieuwe speler in het spel. Woelige tijden lijken alleszins hoe dan ook in het verschiet te liggen in Bangladesh. De BNP, Jamaad-e Islami en Hefajat-e Islami hebben April reeds tot strijdmaand gebombardeerd in hun gevecht tegen de regering en atheïstische bloggers, waarbij Hefajat een nieuwe deadline om aan haar eisen te voldoen op dertig april heeft vastgelegd. Verdere pogingen tot een volledige en genuanceerde mediaberichtgeving rond dit conflict zijn dan ook aangewezen.

Willem Staes is een masterstudent conflict&ontwikkeling aan de Universiteit Gent. De afgelopen twee weken vertoefde hij in Bangladesh in het kader van een studiereis georganiseerd door de Ugent.

take down
the paywall
steun ons nu!