Liefste Ex(xen),
Herinner je je nog dat wij met de alleswetende blik van de onwetende jeugd in elkaars armen meezongen met ‘will you still need me, will you still feed me when I’m 64…’?, het was voor ons toen een retorische vraag met maar één mogelijk antwoord.
Ondertussen haalde de realiteit samen met enkele scheidingen en zelfs een nieuw huwelijk ons alweer in, verdomd verrassend weerbarstige tegenstander die werkelijkheid, enkel drugs, medicatie en alcohol schijnen hem tijdelijk weg te kunnen moffelen.
Maar ik wijk af, deze week was het hier in de kerk van mijn dorp –tja, als je een beetje aan grootheidswaanzin lijdt wordt alles snel van jou, ‘mijn’ bar, ‘mijn’ burgemeester, zelfs ‘mijn’ dorp- een feest ter bedanking van al het goede de aarde en het leven heeft voortgebracht dit jaar, gelijkaardig aan thanksgiving in dat andere bastion van het katholicisme, de Verenigde Staten. Ondertussen stierf Angela, de echtgenote van Giacomo, aldus het leven perfect illustrerend, het gaat allemaal om het geven en het meer terug nemen, schijnheilig beestje als je het mij zou vragen, dat leven.
Gelukkig vraagt niemand mij ooit iets.
Angela was vierentachtig, Giacomo is vierennegentig, hij blakend van gezondheid, één en al pees en spier, dagelijks werkend op het land of rondsnorrend op zijn scooter op zoek naar wilde tijm, zij al enkele jaren zwaar dementerend, liggend op een zetelbed in de living, wezenloos lijkt een juiste omschrijving.
Daar waar gezonde jonge mensen in de fleur van hun leven het leven van hoogbejaarden vermoedelijk ergens zouden waarderen rond zes op tien lijkt het leven van dergelijk koppel waarvan één partner dementerend hoogstens nog drie op tien waard. Giacomo zag dat anders, het feit dat zijn echtgenote er nog was, dat hij haar elke ochtend goedemorgen kon zoenen was ruim voldoende. Na zeventig jaar samenzijn moest er niet zo nodig nog veel gecommuniceerd, dat de leegte was opgevuld volstond. Van euthanasie heeft hij nog nooit gehoord en mocht hij het kennen hij zou het snuivend afgewezen hebben, hij kon nog best voor haar zorgen, thuis uiteraard en haar hoorde je toch niet klagen. Ondraaglijk lijden?, dat doen we volgens hem allemaal elke dag, op zich is dat geen reden om dood te willen.
Tja, grote wijsgeren vind je niet enkel in de bibliotheek onder de afdeling oude grijze Grieken maar ook doodgewoon in een boerengemeenschap in het Italiaanse achterland.
Daarnet passeerde ik tijdens mijn fietstocht de begraafplaats en Giacomo zat eenzaam op het afscheidingsmuurtje, ik ben nog eens langs haar geweest stamelde hij, straks ga ik terug te voet naar huis, alleen, er wacht niemand meer op mij, tranen welden op, de stoere bast leek verslagen.
De essentie van leven en liefde, iemand hebben die op je wacht, wat er ook gebeuren mag, volgens mij haalt Giacomo Oudejaar niet, net zoals wij geen enkele jubileum haalden of het zou blik moeten geweest zijn maar of dat echt een vermeldenswaardige prestatie was…?.
Wulfy15, de voor eeuwig en drie dagen ondankbare