De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Bart De Wever is niet Geert Bourgeois

Bart De Wever is niet Geert Bourgeois

zaterdag 22 januari 2022 13:14
Spread the love

Geschiedenis heeft de ambitie om de wereld in beeld te brengen. In al haar facetten en die zijn, net als het bewustzijn van het individu, ongemeen complex en vaak tegenstrijdig.
Wie enkel op de negatieve elementen focust, kan zich verwonderen over onzorgvuldige of ronduit slechte intenties. Maar daarmee hebben we nog geen beeld van de ontstaansgeschiedenis en van de moeizame verwezenlijkingen daarbinnen.
Wie daarentegen vat wil krijgen op het heden door constitutieve elementen uit het verleden uit te lichten, wordt vroeg of laat geconfronteerd met afwijkende elementen. Geschiedenis is voor alles een vat vol tegenstrijdigheden en beschrijft de evolutie van een onafgewerkt product.

Geschiedenis kan ons zeker helpen om de huidige tegenstellingen te begrijpen of om de ervaring van mislukkingen niet te herhalen. De toekomst vanuit het verleden projecteren evenwel, zoals het rijke conservatieve gedachtengoed van Edmund Burke, brengt vandaag een vorm van cohesie in een verdeeld wereldbeeld.

 

In De Standaard van 17.1.2022 beschrijft Joren Vermeersch (N-VA) vanuit de Gentse stadsgeschiedenis hoe middeleeuwse stedelijke keuren  of privileges vrijheid verschaffen aan de Gentenaar tegenover Keizer Karel V. Jelle Haemers (KUL) weerlegt de opvatting dat deze vrijheden kunnen beschouwd worden als een voorafspiegeling van wat we vandaag onder grondwettelijke vrijheden verstaan.(DS 18.1.2022)

Wie de vrijheid vandaag koestert op basis van een positie in een historische plaatselijke context neemt risico’s:

Karel V, Henry VIII en François I zijn als Habsburger, Tudor en Valois vooral typische vorsten van hun tijd waarin de basis wordt gelegd van het absolutisme van de vroegmoderne staat. Met de term vroegmoderne staat, als directe voorganger van de huidige natiestaat, worden de heersers omschreven die erin slagen om de verzwakte middeleeuwse vorstenmacht achter zich te laten en om veel van de maatschappelijke taken die voorheen op basis van voorrechten werden uitgeoefend te centraliseren. Een typisch voorbeeld is de kerk : In de middeleeuwen was deze autonoom. Relatief onafhankelijk. Terwijl de kerk in de vroegmoderne staat ondergeschikt wordt aan de belangen van de vorst.
De perceptie van openbaar geweld is gewijzigd. In de middeleeuwen konden de edelen er hun eigen legers op na houden, maar in een zich ontwikkelende vroegmoderne staat is er een staatsmonopolie op geweld.
Er is de organisatie van een rechtssysteem dat een enorme centralisatie en hervorming (professionalisering) onderging.
Tenslotte is er de vorming van nationale economieën met compagnieën, handelsprivileges en mercantilisme.

 

Keizer Karel V (1500-1558) is er niet in geslaagd zijn Rijk bijeen te houden. Zijn zoon Filips II stuit op tegenstand bij veel Duitse keurvorsten, verenigd in de Liga van Heidelberg, die hem te Spaans en te Katholiek vinden. De Duitse en Oostenrijkse gebieden komen zo toe aan Keizer Ferdinand I die als Katholieke vorst de Duitse tak van het Habsburgse Huis voortzet in respect met de geest van de Godsdienstvrede van Augsburg : cuius regio, eius religio. Keizer Karel had in 1555 als ‘beschermer van de Heilig Roomse Kerk’ aan de Lutherse Schmalkaldischer Bund moeten toestaan dat elke rijksvorst beslist over de godsdienst in zijn gebied met overgangsmaatregelen voor de bevolking.

Hoe onvolkomen in een hedendaagse context ook, de Godsdienstvrede van Augsburg is voor het westen een belangrijke fase in het besef dat vrijheid niet compatibel is met een vorstelijk en kerkelijk logistiek monopolie. De erkenning van een pluraliteit op basis van de keuze van de vorst schept een referentiekader voor het bestaan van een veelheid aan religies.
Na de ontkerkelijking van Vlaanderen in de tweede helft van de vorige eeuw dat een einde heeft gesteld aan een Roomse hegemonie, is dit thema van godsdienstvrijheid terug actueel in Vlaanderen met een algemene invraagstelling van het retrograad conservatisme van het Islamisme en met de populaire vijandigheid van conservatief Vlaanderen tegen de… behoudsgezinde elementen in de Islam.

Diezelfde Geschiedenis leert ons dat het ook anders kan door een vergelijking met tijdgenoten. De Protestantse Koningin Elisabeth van Engeland (1533-1603) zal, als opvolger van de Katholieke Bloody Mary (en haar echtgenoot Filips II), in haar land een gedoogbeleid ontwikkelen tegenover de verspreide katholieke gemeenschappen. Zoals vaak, is deze praktijk geen blijvertje. Maar ervaring in de geschiedenis is als een feniks, ze blijft aanwezig en duikt vroeg of laat terug op als kritisch potentieel.

 

Edmund Burke (1729-1797) was als Brits-Iers conservatief filosoof gekant tegen de Amerikaanse Revolutie en de Franse Revolutie die hij zag als een gevolg van de Verlichting. Tegenstander dus van veralgemeende individuele rechten en van de idee dat de natuurlijke vrijheid kan versterkt worden door rechtszekerheid en door een overheid die wordt aangestuurd om te beantwoorden aan maatschappelijke behoeften voor elk individu. Tegenover het Sociaal Contract van John Locke en Jean-Jacques Rousseau stelde Burke de organisch gegroeide en goddelijk gesanctioneerde traditie.

Waar Geert Bourgeois de Verlichtingsideeën hanteert, horen we bij Bart De Wever zowel dat hij een onderkoelde minnaar is van de Verlichting tegenover de behoudsgezinde invloeden van de Islam, als heimwee deelt met Edmund Burke die, tegenover de idee van de universele rechten van de mens, de eigenheid en de natuur van de mens koestert en de identiteit onderzoekt. Je moet het maar doen: als Partijvoorzitter, Burgemeester en vooral als Parlementslid van de N-VA fractie een opiniebijdrage publiceren met als titel “De tirannie van slechte wetten. There is something rotten in het Western civilisation.” (DS 10.1.2022)

Daarin beschrijft hij de egalitaire (onvlaamse) aanpak van het onderwijs in Vlaanderen dat ertoe zou leiden dat men uitgaat van een “recht op diploma’s”  in de plaats van het gekende adagio plus est en vous. Alsof de ondersteuning die gepaard gaat met de democratisering van het onderwijs een hypotheek legt op de ‘juiste’ motivatie van leerkrachten en van scholieren?

In hetzelfde opiniestuk hekelt Bart De Wever het bestaan van het federale Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen dat binnen haar opdracht is tussengekomen in de advocatenkosten van de slachtoffers in de zaak-Bart De Pauw. Men heeft destijds niet gekozen voor een sanctionerende bevoegdheid, maar wel voor een juridische ondersteuning van slachtoffers van geslachtsdiscriminatie. De kritiek kan verwonderen van een burgemeester die met zijn administratie wekelijks advocaten inschakelt om de belangen  van de stad en om het algemeen belang te verdedigen. Tegenover de kostprijs van het IGVM staan de gemiste kansen en de maatschappelijke kost van de mistoestanden die ze als instelling wil verhelpen.

Binnen de Vlaamse Beweging vandaag schaart een meerderheid zich militant achter de idee van een homogeen Vlaanderen dat heimwee koestert naar het beeld dat de Romantiek erover in de jonge Belgische context ontwikkeld heeft. Niet de democratische ontwikkeling in de wereld, maar wel de afgebakende identiteit van de gemeenschap moet garanties aanreiken voor de vrijheid binnen de beoogde samenleving. Zou het kunnen dat de democratische oppositie geen open debat wil over corona, maar opportunistisch beoogt te profiteren van het ongenoegen in de samenleving?
Wie verdedigt nog onomwonden een pluralistisch Vlaanderen in een duurzaam wereldbeeld? De vernieuwing van de afgedwongen Godsdienstvrede van Augsburg van 1555 indachtig.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!