De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Tijdens één van onze tochten vroegen we de weg aan een oude man, die aan het uitrusten was op een muurtje. (Foto: Bahram Maaruf)

Bahram in Koerdistan Dag 12: De koning op de berg en de mier eronder

dinsdag 15 april 2014 14:07
Spread the love

Ik ben Bahram, 22 jaar oud en studeer sociaal-cultureel werk aan
de Katholieke Hogeschool Leuven. Mijn vader is een oud guerillastrijder
uit Iraaks Koerdistan. Ik heb dit jaar besloten om terug te keren naar
Koerdistan en te observeren hoe het sinds de bevrijding door de
Amerikanen veranderd is. Ik spreek de taal zelf nog maar een klein
beetje maar heb mijn vader om mij bij te staan en voor mij te vertalen.
In functie van mijn studies schrijf ik dit verslag over mijn bevindingen
als ontdekker en avonturier.

De koning op de berg en de mier eronder

Vandaag wordt onze laatste grote uitstap. We gaan naar een plek waar
ik acht jaar geleden ook geweest ben en die ik heel graag terug wou
zien. We rijden van Kirkuk naar Chamchamal en nemen een weg die ik mij
nog heel levendig herinner. Mijn vorige passage op deze weg was namelijk
erg memorabel.Aan de rechterkant van deze weg ligt het gebied van de
vierde divisie waar mijn vader in zijn guerillatijd bij gevochten heeft.
Aan de linkerkant van de weg ligt het gebied van de derde divisie. De
weg was de grens tussen deze twee.

De hinderlaag

Toen ik de laatste keer over deze weg reed, zat hij vol putten en kon
je  niet snel rijden. Wat toen gebeurde, heeft ons bijna onze auto en
ons leven gekost. We reden terug van een daguitstapje in het
schemerdonker richting Chamchamal. Op een gegeven moment staken we een
brug over een rivier over en aan de andere kant bevond zich een
checkpoint. Of dat dachten we toch. Mijn vader had meteen na het
passeren ervan door dat er iets niet pluis was.

De mensen die de post bemanden, waren geen echte militairen. Achter
ons zagen we al snel een auto aankomen. DHet was duidelijk de auto die
naast de checkpoint stond. Die mensen wilden ons voorbij steken en een
beetje verder een hinderlaag leggen!

Mijn vader gebood mijn nonkel om koste wat het kost de auto niet
voorbij te laten. Hij gaf gas en reed als een rallypiloot over de weg.
De putten en barsten kon hij niet ontwijken en de auto raakte meermaals
de weg met de onderkant. Mijn hoofd heeft toen ook enkele keren het
plafond geraakt door de snelheid waarmee we reden.

Uiteindelijk haalde de auto ons toch in en bij het voorbijsteken
zagen we enkele mannen die zwaar bewapend in de auto zaten en
vervaarlijk naar ons keken. We dachten dat we er geweest waren, maar wat
we niet wisten was dat we al te dicht bij Chamchamal waren genaderd
zodat ze geen tijd meer hadden om een hinderlaag te leggen en ons te
overvallen. Die avond zijn we door het oog van de naald gekropen.

Bergen en dalen

Nu rijden we deze weg in de omgekeerde richting. Hij is al lang niet
meer zo slecht en het wordt een zeer aangename tocht tussen groene
velden en over kabbelende beekjes. We paseren de bewuste plek waar al
die jaren geleden de checkpoint was en ik herinnerde het mij  alsof het 
pas gebeurd was.

Uiteindelijk komen we aan de bergketen die tijdens het rijden altijd
links van ons had gelegen. We beginnen te klimmen. Steeds hoger en
hoger, tot we op de top aankomen. Ik kan mijn ogen niet geloven! Diep
beneden ons liggen de velden als een lappendekentje uitgespreid.

We rijden de berg verder over en komen aan de andere kant weer een
dal tegen. Ik zie in de verte de berg Piramagrun en achter het dal
beneden een reeks besneeuwde toppen. Dat is Iran, zegt mijn vader me.
Die bergen liggen vijfhonderd kilometer verder. Zo ver kan je van hier
zien.

We rijden verder naar beneden en zien het ene na het andere
adembenemende schouwspel van bergen en dalen passeren. Ik kan ze blijven
beschrijven maar dat zou mij te lang kosten en te ver laten afdwalen.
Op deze weg komen we ook amper een levende ziel tegen.

We stoppen meerdere keren pal in het midden van de weg om foto’s te
nemen. Na een uur tussen de bergen slingeren, komen we eindelijk een
auto tegen. Nog een half uur later zijn we de bergketen over en rijden
we over het dal dat we eerst van boven hadden gezien.

Dit is de groenste en mooiste plek die ik op mijn hele reis ben
tegengekomen! Alle bomen staan in bloei en de velden staan vol graan en
tarwe. Het is heel plezierig om hier door te rijden. Ik kijk mijn ogen
uit en krijg kriebels in mijn buik. Dat komt doordat de weg over en
tussen heuvels slingert. Je maakt de hele tijd een op- en neerbeweging
tijdens het rijden waardoor het lijkt alsof je in een rollercoaster zit.

Koning Naramsing

Onze bestemming deze voormiddag is een rotswand die behoort tot de
twaalf toppen van de bergketen. Tegen deze rots ligt een heel belangrijk
historisch stuk erfgoed van de Koerden. Saddam is met zijn leger nooit
tot hier geraakt omdat het land hier zo onneembaar is. Hier hebben
altijd guerillastrijders gezeten om de bevolking en zijn prachtige
plekken te beschermen. Daarom staan er ook nog zoveel bomen in dit
gebied.

In de tijd van Alexander De Grote was er een Nepalese koning genaamd
Naramsing die Alexander wilde volgen naar India. Hij wilde India
veroveren maar moest daarvoor door Koerdistan. Alexander had bij het
doorkruisen van het Koerdisch gebied tol moeten betalen. Hij weigerde
dat te doen bij zijn eerste poging en verloor een heel groot deel van
zijn leger, waardoor hij moest terugkeren.

Bij zijn tweede poging betaalde Alexander wel tol en mocht hij door.
Naramsing weigerde echter. Hij werd met zijn leger tegen een rotswand
gedrukt en kon geen kant meer uit. Hierop gaf hij zijn volgelingen de
opdracht om een beeltenis van zichzelf uit te kappen in de rots waar hij
in het nauw was gedreven. Onder zijn voeten beval hij de lichamen van
zijn dode vijanden af te beelden. Zijn leger en hijzelf zijn gesneuveld
omdat hij zich weigerde over te geven. Tot op de dag van vandaag kan je
deze beeltenis aanschouwen.

We stappen uit waar de weg eindigt en beginnen onze klim naar de
bewuste rotswand. Onder ons stroomt een riviertje uit een bron in de
berg . De dorpelingen van het naburige dorp hebben een pijplijn
getrokken waar de bron ontspringt om altijd zuiver water te hebben. Ik
kan me amper voorstellen dat een leger van duizenden soldaten hier heeft
kunnen overleven tot het bittere einde. Water hadden ze genoeg, maar de
plek moet echt een hel zijn geweest. Het is hier steil, één verkeerde
stap en je valt te pletter.

Je kan zelfs nog steeds de sporen zien van de aanwezigheid van de
soldaten. Op sommige plaatsen zie je dat er in de rots is gekapt om
schuilplaatsen te maken en het pad is nog steeds zeer duidelijk
zichtbaar. Deze plek wordt nog steeds niet veel bezocht.  Er zijn niet
veel mensen die ervan op de hoogte zijn.

Na een uitdagende klim zie ik hem eindelijk. Hiervoor hebben we drie
uur in de auto gezeten.  Ik moet zeggen dat het de moeite meer dan waard
is geweest. Het is een van de best bewaarde beeltenissen die ik ooit
gezien heb! Ik betuig hem in gedachten mijn respect. Na even  rusten  en
wat foto’s nemen, vertrekken we naar onze volgende bestemming.

Oud koppeltje op de bergtop

Deze keer nemen we een andere weg terug en rijden we het dal volledig
door. We moeten één keer de weg vragen bij een klein dorpje. Net voor
het dorp wandelt een krom oud vrouwtje langs de weg. Een beetje verder
zit een oud mannetje op een muurtje kennelijk uit te rusten. Hij toont
ons de weg op een manier zoals enkel een oude man dat kan.  Ik moet
glimlachen terwijl hij ons wijst waarheen we moeten.

Het vrouwtje, dat een eindje terug aan het wandelen is, is blijkbaar
zijn vrouw. Ze zijn samen een wandeling gaan maken. Ik voel een diep
respect voor deze twee bejaarde mensen en je kan zien dat dit koppel een
gelukkig leven heeft gehad met elkaar. Dat ze beiden nog leven en op
wandel gaan, vervult me van vreugde.

De asfaltweg maakt plaats voor grind en steentjes. In dit deel komen
heel weinig mensen en dat is er ook aan te zien. Het is hier prachtig en
ik geniet met volle teugen van het schitterende landschap. Voor de
zoveelste maal bedenk ik me wat een paradijs dit toch is.

Ik kom graag op plekken waar niet veel mensen komen en ik heb een
beetje een afschuw van plaatsen die te toeristisch zijn. Op zulke
verlaten plekken zie je het ware gezicht van een land . Je kan er de
cultuur en schoonheid zien en proeven. De natuur is op deze plekken ook
het puurst en niet aangeraakt door mensenhanden.

Strategisch voordeel

We passeren een berg met op de flank een klein dorpje. Deze plek
heeft voor mijn vader veel emotionele waarde. Toen hij nog
guerillastrijder was, werd hij overgeplaatst naar dit dorp om er het
leger dat zich in het dal bevond tegen te houden.

De soldaten zijn er nooit voorbijgeraakt omdat de peshmarga’s een
strategisch voordeel hadden op de flank van de berg. Zij konden ze heel
precies beschieten maar omgekeerd konden de soldaten hen niet raken.
Telkens als ze probeerden op te rukken, hielden de peshmarga’s hen
tegen. Ongemerkt langsgaan was niet mogelijk omdat je een overzicht had
van heel het dal beneden. We zijn even gestopt waar het leger zich al
die jaren geleden bevond en ik merkte dat mijn vader emotioneel werd van
het uitzicht. Aan deze kant heeft hij nooit kunnen staan.

Geheime schuilplaats

Na een tocht van twee uur komen we aan op onze tweede bestemming.
Normaal doen mensen er hier twee dagen over om elk van deze twee
plaatsen te bezoeken. Wij hebben er één dag over gedaan.

We staan beneden aan de voet van een canyon met langs beide kanten
hoge rotsen. Boven mij kan ik een gigantische grot zien die door Jalal
Talabani, de leider van de Koerdische politieke partij PUK, werd
uitgeroepen tot historisch erfgoed. In deze grot was de schuilplaats en
het ziekenhuis van de peshmarga’s.

In de grot zelf was plaats voor meer dan honderd mensen. Geen enkel
vliegtuig of helikopter kon hier komen en dit is jarenlang de
uitvalsbasis geweest van de guerillastrijders. Tijdens de Anfahl hebben
ze zich hier verschuild. Hier durfde Saddam met zijn leger niet te komen
en dit is altijd bevrijd gebied geweest.

We lopen door de grot waarvan de muren zwart zijn door de roet. Je
hebt één grote grot en ernaast nog een kleinere die met elkaar verbonden
zijn. Ik vond het ongelofelijk om erbij stil te staan dat hier
honderden gewonden verzorgd werden en hier echt mensen geleefd hedden in
deze barre omstandigheden. De grootste verrassing moest echter nog
komen! Er was namelijk een grot onder de berg die nog groter en dieper
was dan deze.

Gigantische onderaardse grot

We lopen langs de rotswand naar een kleine ingang die de berg
binnenloopt. Is dit nu de grote grot, vraag ik me af. Zo groot is hij
nochtans niet. Ik kon er echter niet meer naast zitten! Zodra we
binnenwandelen wordt het vochtig en drukkend warm. We volgen een kleine
smalle gang die steeds dieper en dieper de berg inloopt. Ik ben met
stomheid geslagen als de gang opeens groter en groter wordt, tot we in
een gigantische onderaardse grot staan.

Overal zie ik kleine vleermuisjes tegen het plafond hangen en soms
komen ze met tientallen tegelijk los van de wand en flapperen boven onze
hoofden. We wandelen dieper de berg in en ik voel me plots een kleine
mier binnenin de aarde. Mijn vader vertelt me dat dit grottencomplex
helemaal doorloopt tot onder de stad Kirkuk en dat het grootste deel
zelfs nog niet ontdekt is door mensen. Ook zijn er stukken die nog onder
water staan.

Tijdens de Anfahl hebben de peshmarga’s zich in deze grot verscholen
voor het leger van Saddam Hoessein. Zelfs in de twee grotten die open
zijn, was het toen te gevaarlijk. Ik kan het amper geloven als mijn
vader het mij vertelt.
De Anfahl is een periode in de geschiedenis waarbij Saddam zijn leger de
opdracht gaf om op te rukken tegen de Koerden en alles en iedereen dat
ze tegenkwamen om te brengen of plat te branden. Vele duizenden mensen
hebben toen het leven gelaten en er is veel kapotgemaakt en verloren
gegaan.

We lopen nog wat dieper de grot in tot ik me benauwd begin te voelen.
We zijn ondertussen al veertig minuten binnen en ik wil stilaan terug
naar buiten. Er lijkt maar geen einde aan te komen. Geef mij toch maar
open ruimtes waar ik kan zien wat er rondom mij gebeurt. Dit is zeker
een van de meest indrukwekkende plekken die ik in mijn leven bezocht
heb, maar ik ben toch blij als we uiteindelijk na een uur terug uit de
grot zijn. Dit was zonder twijfel de mooiste dag van mijn reis. Ik ben
blij dat ik mijn ervaring kan delen met degene die dit leest.

© 2014 – C.H.I.P.S. StampMedia – Bahram Maaruf

take down
the paywall
steun ons nu!