AZ Groeninge, waar centen belangrijk zijn!
Mijn man had acute psychische gezondheidsproblemen. Na een paniekerige telefoon naar zijn huisdokter, belde ik naar zijn neuroloog in AZ Groeninge. Ik legde hem de situatie uit en vroeg, nog steeds in paniek, wat ik moest doen om mijn man te helpen. Hij antwoordde op een heel onverschillige toon: indien de situatie binnen twee weken nog hetzelfde is, breng je man dan binnen via de spoedopname. Ik haalde alles uit de kast om mijn man in die twee weken beter te krijgen, maar de klachten bleven en werden zelfs erger, met gevaar voor zijn leven. Ik bracht mijn man naar de spoedopname. Ik somde de klachten op voor de verpleger van de spoeddienst. Een collega-neuroloog werd erbij gehaald, mijn man moest enkele neurologische testen doen en hij werd naar de afdeling neurologie gebracht. Toen vond ik dat nog niet vreemd. Ik dacht dat de neuroloog mijn paniek goed begrepen had en ik was opgelucht dat mijn man eindelijk geholpen ging worden. Ik vond het raar dat mijn man zoveel medicijnen kreeg en ik wou de neuroloog de klachten uitleggen en ik wou hem vragen waarom mijn man zoveel medicijnen voorgeschreven kreeg, waaronder kalmeer- en slaapmiddelen. Maar de neuroloog wou mij niet ontvangen. Hij was onbeleefd, onverschillig en hoogmoedig. Toen ik hem een mail stuurde met de klachten van mijn man en met de vraag hoe hij mijn man ging behandelen, kreeg ik geen antwoord. Mijn man noch ik kregen medische informatie, werden gerustgesteld. Wij kregen geen gehoor… Integendeel, de verpleegsters hadden duidelijk handen tekort, want er was geen tijd voor de patiënten. Alles moest heel vlug gebeuren. De afdeling leek een heel haastig komen en gaan. Er waren ook veel verschillende verpleegkundigen. Sommigen waren ook heel onverschillig wanneer hun patiënten iets vertelden of zeiden. Toen ik daar een opmerking over maakte, werd ik op een onbeleefde manier duidelijk gemaakt dat ik mijn man best niet teveel bezocht. Ik vond dat hartverscheurend. Mijn man was ziek, ik was doodongerust, de neuroloog zei niks en de afdeling zorgde ervoor dat ik mijn man dan nog niet mocht bezoeken.
Ik had al geen te best gevoel bij AZ Groeninge. Toen wij enkele weken voordien op consultatie moesten in het ziekenhuis, moesten wij eerst langs de inschrijvingsbalies. In de inschrijvingshal voelde je je nog meer een nummer dan op andere plaatsen in het ziekenhuis. Je was ook letterlijk een nummer. En vlug moest het gaan. De verwarring, verbazing,… bij veel mensen was groot. Ik hoorde heel vaak het woord “fabriek” vallen. Een bezoek aan een ziekenhuis is meestal al geen goede zaak. Gevoelens als angst, verwarring, onrust, verdriet, paniek, pijn,… zijn er al meer aanwezig. De manier waarop met patiënten en zorgverlening omgegaan wordt, maakt dat alleen maar erger.
Mijn man werd niet behandeld of deftig onderzocht, maar toch moest hij een week in het ziekenhuis blijven. De dokter informeerde ons niet, hij kwam dagelijks heel haastig binnen, deed zijn ronde zoals hij wellicht al jaren doet, zonder enige betrokkenheid. Vroeg even hoe het was en was even haastig weer weg. Het enige dat gebeurde, was een uitbreiding van de medicatie van mijn man. Na een week mocht mijn man het ziekenhuis verlaten, zonder enige bijkomende uitleg. Enkel een kaartje met een nieuwe consultatie na enkele weken. Die consultatie ging zoals alle vorige consultaties: even kijken vanop afstand, vlug vragen hoe het gaat, een voorschrift en dat was het. Ik werd steeds meer verontwaardigd, hoe kon je nu op die manier met zieke mensen omgaan? Mijn man was ziek, kwetsbaar en stelde er zich door zijn ziekte geen vragen bij. Dat maakte mij nog kwader. Voor mij leek het alsof zijn dokter misbruik maakte van zijn zieke, kwetsbare toestand. Terug thuis kwam er geen verbetering en ik nam in paniek contact op met mijn huisdokter. Ik legde de situatie uiteen en mijn huisdokter reageerde op een totaal andere manier. Hij zei dat mijn man het slachtoffer was van een maatschappij die geestelijke gezondheidszorg niet ernstig nam. Hij reageerde op een heel gewone, menselijke, medelevende manier. Hij veranderde de medicatie van mijn man. De dag erop kreeg mijn man een abnormale bloeddrukdaling en hij moest in allerijl opgenomen worden in AZ Groeninge. Toen ik tegen de verpleegkundigen op de spoeddiensten zei dat ik wou dat mijn man niet op neurologie, maar op psychiatrie opgenomen werd, kreeg ik als antwoord: hij wordt opgenomen op de afdeling van zijn behandelende dokter, zijn neuroloog dus. Ik zag dat helemaal niet zitten, maar toch kwam hij weer terecht op die afdeling. Mijn man noch ik waren van plan om op die afdeling te blijven, dan was mijn man beter thuis. Maar de neuroloog kwam en mijn man moest blijven, niettegenstaande mijn man aandrong om naar huis te mogen. Zijn bloeddruk was ondertussen weer min of meer genormaliseerd, dat kon verder opgevolgd worden door onze huisdokter. Weer volgde de haast en spoed van de verpleegkundigen, weer volgden de haastige bezoekjes van de neuroloog. Weer werd mijn man niet behandeld, wel moest hij naar de ergotherapie. Ik begreep niet wat de geestelijke problemen, ondertussen was het duidelijk dat mijn man een ernstige depressie had, te maken hadden met de ergotherapie. Mijn man werd wel beter door de medicijnen van mijn huisdokter. Na een week mocht mijn man naar huis. Ondertussen hadden mijn man en ik nog steeds geen informatie,… gekregen van de neuroloog. Integendeel, de neuroloog was volledig onverschillig, hoogmoedig en afstandelijk. Ik maakte een afspraak met een andere neuroloog in het stedelijk ziekenhuis in Roeselare. Dat bleek een heel goede beslissing. De ontvangst in het stedelijk ziekenhuis was hartelijker, zorgzamer, menselijker. Dat begon zelfs al aan het onthaal. Je voelde je geen nummer of euro. Ook de neuroloog was anders. Wij wisten niet waar we het hadden: we kregen informatie, er werden veel vragen gesteld, we kregen boekjes mee, alternatieve behandelingen, mogelijkheden, zelfs een staal medicatie. Ondertussen was ik ook stappen aan het ondernemen voor de kamergenoot van mijn man. Dat was een kennis van mij en ik herkende hem bijna niet. Hij was compleet verward, chaotisch. Hij had concentratieproblemen. Hij was gewoon volledig van de wereld. Zijn vrouw was ten einde raad, vertelde ze. Hij had al enkele keren een ernstige depressie gehad en hij werd niet geholpen. Ze begreep helemaal niet waarom hij op de afdeling neurologie was, hij had zelf om de psychiatrie gevraagd bij zijn opname. Hij werd ook niet behandeld. Hij werd niet onderzocht. Hij werd niet geobserveerd. Zowel mijn man als ik waren helemaal van de kaart door zijn toestand. Ik ging naar de sociale dienst en vroeg of niemand zag dat het niet goed ging met die man. De sociale dienst viel uit de lucht, zij dacht dat er niks aan de hand was. Ze was helemaal niet op de hoogte van zijn toestand. Ik zei de sociaal assistent wat zijn vrouw allemaal verteld had. Maar er veranderde niks, helemaal niks. Dag in, dag uit lag de man in zijn ziekenhuisbed. Verward, helemaal van de wereld. Je kon zelfs niet eens een gesprek met hem voeren. Zijn neuroloog deed zelfs geen moeite om langs te komen. Hij stuurde zijn assistenten die haastig waren en mijn man zijn kamergenoot werd niet behandeld, hij werd niet onderzocht. Er gebeurde helemaal niks. Zijn toestand verergerde zelfs. Hij had zware psychiatrische problemen. Toen zijn vrouw contact opnam met de hoofdverpleegkundige, antwoordde deze: mevrouw, wij zien niet dat uw man verward is. Mijn man en ik waren erg verontwaardigd. Als mijn man al niet deftig behandeld werd, en met zijn kamergenoot gebeurde hetzelfde, hoeveel patiënten lagen er op de afdeling die er eigenlijk niet thuishoorden??? Met een psychisch zieke, kwetsbare patiënt kan je namelijk alles doen. Zeker als je een dokter bent, die mooi geld ontvangt voor elke ligdag in het ziekenhuis. Een dokter zonder geweten. Wij hebben het verschil gemerkt tussen een dokter zonder en een dokter met geweten, dag en nacht verschil. Ik heb mails gestuurd naar de sociale dienst van de afdeling, in verband met de toestand van de kamergenoot van mijn man. Dit was het antwoord: “Geachte mevrouw, wij begrijpen uw bezorgdheid. Ik heb uw berichten getoond aan de hoofdverpleegkundige en de arts van de patiënt. Met vriendelijke groeten.”
Wij volgen alles van nabij op. Van zijn vrouw hoorde ik dat de kamergenoot eindelijk op de wachtlijst van de psychiatrie stond. Op de wachtlijst??? Het was een ernstig zieke man, hij was er erg aan toe. Hij moest al niet op de afdeling neurologie liggen en al zeker niet op de wachtlijst van de psychiatrie staan. Mijn man en ik begrepen steeds meer dat het de behandelende neurologen niks kan schelen wat er met de patiënten aan de hand is. Zolang ze het geld van de ligdagen maar ontvangen. De kamergenoot van mijn man lag er ondertussen 2 weken, zonder behandeling, zonder onderzoek, helemaal niks. Vandaag ligt hij nog steeds op de afdeling neurologie. Zijn toestand is nog steeds niet gewijzigd. De neuroloog heeft ondertussen aan zijn vrouw gemeld: hij moet hier zo vlug mogelijk buiten. Dat is een dokter die over een patiënt praat. Zo praat een dokter niet. Zo ga je écht niet met mensen om, zo ga je niet met zieke mensen om. Zo ga je niet met psychisch zieke, kwetsbare mensen om. Onze verontwaardiging is echt niet in woorden te vatten.
Dit staat in het auditverslag van AZ Groeninge (2011):
“Psychiatrische patiënten opgenomen op niet-psychiatrische afdelingen van AZ Groeninge krijgen onvoldoende een kwaliteitsvolle zorg:
oDe infrastructuur is niet afgestemd op de doelgroep
. Zo zijn de ramen niet beveiligd op sommige afdelingen (bv. LS).
oHet personeel op deze afdelingen kreeg geen specifieke opleiding en heeft onvoldoende kennis over psychiatrische aandoeningen (bv. inschatten van suïciderisico, observaties i.v.m. psychologische toestand, psychiatrische anamnese).
oPatiënten krijgen er geen multidisciplinaire behandeling. Er gebeuren geen multidisciplinaire patiëntenbesprekingen. Een psycholoog of liaisonpsychiater wordt niet systematisch betrokken bij de zorg. Patiënten kunnen geen beroep doen op het uitgebreid therapie-aanbod zoals patiënten opgenomen op psychiatrische afdelingen.
oOp een neurologische afdeling waren tijdens de audit 3 patiënten opgenomen met depressie en 4 patiënten met neurologisch-psychiatrische problematiek.
Slechts bij één patiënt was een psychologisch consult aangevraagd. Bij de patiënten met depressie was de behandeling beperkt tot medicamenteuze therapie (en enkele dagen rust tijdens de opname).
Er waren geen patiëntenbesprekingen over deze patiënten van de behandelende arts met het team. Verpleegkundigen krijgen geen duidelijke opdrachten van de arts i.v.m. zorg voor deze patiënten (bv. observaties, gesprekken). Verpleegkundigen hebben geen zicht op wat er besproken wordt tijdensde gesprekken met de arts. Er gebeurt geen suïcidescreening, verpleegkundigen verwachten dat patiënten zelf zullen aangeven wanneer ze suïcidaal zijn. In de patiëntendossiers waren geen nota’s terug te vindeni.v.m. evolutie van de psychische toestand van de patiënten met depressie; noch medisch, noch verpleegkundig.”
Is dit zorgverlening? Is dit in het welzijn van mensen? Neen, dit is puur winstbejag. Alles voor nog meer hebzucht. Dit is een “ivoren toren” managersbeleid. Wij hebben alleszins onze conclusies getrokken, AZ Groeninge is voor ons gedaan. Wij rijden met veel plezier naar het stedelijk ziekenhuis in Roeselare. Mijn man zal nooit meer verblijven op de afdeling neurologie, met een hand op mijn hart. De enige dokter die hem geholpen heeft, is mijn zorgzame huisdokter. Al de rest heeft er veel geld aan verdiend, dat is alles. Op de behandeling van de artsen van het stedelijk ziekenhuis vertrouwen wij. Dat komt wel in orde. Maar wat met al die mensen die in eenzelfde situatie zitten? Ik heb de briefjes met patiëntenrechten verspreid. Maar zoals met veel gaat het er dikwijls anders aan toe in de werkelijkheid, alles is mooi op papier. Zelfs in de welzijns- en zorgsector. Ik heb het al veel te vaak aan den lijve ondervonden, zelfs in mijn jobs.
Gaat het met onze maatschappij in het algemeen écht die richting uit? Want daar lijkt het wel op?
De welvaartsslinger is compleet doorgeslagen. In onze comfortabele luxepositie zijn wij beetje per beetje de resultaten van een decennialange strijd van onze sociaal democratisch voelende en militante ouders, grootouders,… teniet aan het doen. Wij kijken toe, we doen eraan mee, we vergeten dan maar de toekomst van onze kinderen, van de wereld en de planeet. We laten ons drogeren door alle luxe, consumentisme, genot, “ZELF”ontplooiing,… .
We laten onze verontwaardiging, hersenen,… plat drogeren.
Machts- en geldbeluste dokters mogen hun gang gaan en dat is toch allemaal zo ok. Ziekenhuizen hoeven geen kwaliteitsvolle, zorgzame zorg meer aan te bieden. Keuze is er zelfs niet meer in Kortrijk. Waar moet je anders heen? Het monopolie is zelfs al tot in de zorg doorgedrongen.
Echt, ik kan maar één ding zeggen: proficiat, echt van harte. We zijn goed bezig. Hopelijk zetten we alle spiegels op zolder, want daarin wordt toch niet meer gekeken. En al zeker niet door ons: twintigers, dertigers, veertigers.
Waar zijn de verontwaardigden naartoe?? Zijn er eigenlijk nog mensen die iets doen uit puur idealisme??
Dat is helaas een anekdote die vaak terugkomt in die vele verhalen van gezonde ’50-igers en ’60-igers: de intrede van de yuppies die door de democratisering van het onderwijs, een “hoger niveau” hebben dan hun ouders, grootouders,… en er niet meer bij stilstaan dat dat recht verworven geweest is door de strijd van hun ouders, grootouders,… (ik heb het dan nog niet over de slachtoffers die gevallen zijn), net zoals ze er niet meer bij stilstaan dat heel veel mensen niet leven zoals zij leven. Niet in de yuppie-kringen vertoeven. Niet in “hét milieu” vertoeven.
Ze hebben geen voeling meer met gewone mensen, mensen die niet verder gestudeerd hebben, mensen die ziek, arm, gehandicapt,… zijn.
Ze hebben moraalwetenschappen of een ander moeilijk woord gestudeerd, kennen de theorie, maar de praktijk is hun totaal vreemd, hun geweten is veraf als de welvaart lonkt. Ze denken dat ze meer zijn dan een ander en dat alles er gekomen is dankzij de kabouters: de sociale zekerheid, gelijke rechten, solidariteit, vrede, democratie, het einde van de slavernij, de democratisering van het onderwijs, het stemrecht en zovéél meer.
Ze lachen met de zwakheid van mensen die lijden, het staat té ver van hun eigen leven.
Wat écht niet moeilijk is als men als yuppie-zondagskind met minstens één diploma hoger onderwijs door het leven gaat, met een functietitel die niet op een post-it kan (liefst in het Engels), omdat je ouders veel in de industrie werkten om zich die studies te kunnen permitteren. Yuppies die niet meer weten wat onrecht is. Die zelfs geen schaamte of schuldgevoel meer kennen. Die zelfs niet inzitten met de toekomst van hun eigen kinderen, laat staan van de samenleving of de planeet.
De gezonde ’50-igers, ’60-igers zijn gedesillusioneerd en weten niet wat ze met die hoogmoedige yuppies moeten aanvangen, ze snappen ze niet. Ze moeten de yuppies zelfs met mijnheer of mevrouw aanspreken, mooi hun mond houden, want ze zitten een verdieping of een diploma hoger.
Zij hebben nochtans voor alles gestreden, net zoals hun ouders, grootouders,… . Dus eerbied voor hun ervaring, strijd, expertise,… en hun idealen verder zetten, leren uit het verleden en werken aan het heden en de toekomst, zou hier echt wel op zijn plaats zijn. Of hoe hoogmoed voor de val komt. Hoe is de tweede wereldoorlog ook weer begonnen?
Wat een kaakslag voor alle mensen die elke dag in alle bescheidenheid, achter de schermen streden en strijden voor het heden en de toekomst, de eenzame uitstervende strijders. Ook de dokters die het wel uit idealisme doen. Proficiat. Dit is nog maar een stukje uit één verhaal van de vele verhalen van gewone integere mensen, die nooit iets gedaan hebben voor de eer, des te meer uit idealisme en met een groot geweten. Omdat zij wél oprecht inzitten met de wereld, het leed, de planeet,… . Omdat zij beseffen dat zij niks tekort hebben, dat hun ouders ervoor gezorgd hebben dat ze meer rechten hebben. Omdat zij beseffen dat zijzelf de ongelooflijke luxe hebben om zelfs maar bezig te kunnen zijn met moraal! Omdat zij beseffen dat het dan ook hun verdomde plicht is om ervoor te zorgen dat alle mensen recht hebben op die luxe, zodat een betere wereld werkelijkheid wordt.
Want zeg nu zelf: als je geen honger en geen dorst hebt…
Als je onderwijs (en zelfs hoger onderwijs) geniet…
Als je niet in een oorlogssituatie leeft…
Als je een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid hebt…
Als je niet lijdt…
Als je een goede job hebt (en laat ons niet vergeten dat ambtenaren en bedienden nog altijd veel meer sociale voordelen hebben dan arbeiders en kleine zelfstandigen)…
Als je veilig bent…
Waarom zouden de mensen die niet in zo’n situatie zitten, geen recht hebben op hetzelfde???????
Het is verdomd gemakkelijk om te zeggen: ik heb het goed en de rest kan stikken. Het is ongelooflijk egoïstisch en wat ik mij altijd afgevraagd heb: dan moet je zelfs zodanig egoïstisch zijn dat je je eigen naasten geen betere toekomst wenst? Want wat vandaag is, kan morgen niet meer zijn? We zijn zodanig gemakkelijk en gewetenloos bezig met ons in onze eigen luxe te wentelen en zodanig hebzuchtig te worden, dat zelfs dat ons niets meer kan schelen. Zolang ik het maar goed heb, ik ik ik, mijn vrijheid, mijn genot, mijn zelfontplooiing, mijn mijn mijn… Wie in de spiegel kan kijken en oprecht kan zeggen dat het bij hem niet zo is, hou vol en strijd verder! Wie dit niet kan, proficiat, je hebt de teloorgang van ganse generaties op je geweten…O ja, juist ja, je kent het woord geweten of moreel besef niet meer. Het is vervangen door eindeloos consumeren, produceren, hebzucht en zeker niet meer nadenken. Ik ben alleszins beschaamd. Zijn we dan zo geëvolueerd? Ik denk het niet. Barbaarse apen die met mes en vork eten (en als dokter een witte schort dragen), dat zijn we. Niet meer dan dat. Met een harde wind van de planeet geveegd en nog denken dat we alles zijn.