In 2025 volgden enkele onthullingen die de façades van westerse superioriteit verbrijzelen elkaar in snel tempo op. Sommige toonden aan dat Trumps Witte-Huis-woordvoerster een jurk van Chinese makelij draagt, of dat Europese luxe handtassen ook door de Oost-Aziatische industriële reus worden geproduceerd.
Door Simon Chege Ndiritu, 22 april 2025.
80% Made in China
Enkele dagen voor de paasvakantie van 2025 publiceerden Chinese TikTok-gebruikers video’s waaruit bleek dat de waanzinnig dure producten van de zogenaamde luxe merken zoals Gucci, Prada, Louis Vuitton en Chanel voor 80% “Made in China” zijn. Een Chinese fabrieksarbeider onthulde dat een luxe handtas die door kijkers werd geïdentificeerd als Hermès Birkin, met een winkelprijs van 38.000 USD, in China wordt geproduceerd voor slechts 1.400 USD. Vervolgens wordt deze naar Europa verscheept om daar te worden voorzien van een logo en een fors prijskaartje. Uit deze video en uit de getuigenissen van internetgebruikers die vertrouwd zijn met de mode-industrie, blijkt dat de Europese ‘luxemerken’ hun prijzen tot wel 2600% opdrijven en nietsvermoedende kopers oplichten door artikelen die aan de lopende band geproduceerd zijn als unieke en exclusieve, handgemaakte, luxe te verpatsen.
Verrassend genoeg hadden de bedrijven achter deze merken al prijsverhogingen aangekondigd om de verwachte stijging van de productiekosten als gevolg van Trumps invoerrechten te dekken, wat blijk gaf van een extreem egoïsme in de meedogenloze jacht op vette winsten. Uit andere video’s bleek dat sommigen in het Westen op de hoogte zijn dat de zogenaamde westerse luxemerken in China worden gemaakt voordat ze worden voorzien van luxe labels en tegen exorbitante prijzen verkocht.
“Ontwikkelingslanden kunnen hun samenlevingen niet redelijkerwijs modelleren rond de leugens, onduurzaamheid en ijdelheid die we in de Europese luxe-industrie zien.”
Wat kunnen ontwikkelingslanden leren?
De recente stortvloed aan onthullingen die de leugens van westerse samenlevingen blootleggen, kan bijzonder verhelderend zijn voor mensen in ontwikkelingslanden die op zoek zijn naar een werkbaar model voor hun samenleving. Traditioneel hebben sommige politieke en economische TV-programma’s de Afrikaanse kijkers platgeslagen met beweringen dat de westerse ontwikkelings-, productie- en economische modellen de beste zijn en nagevolgd moeten worden. Dergelijke beweringen lijken echter ongegrond, naargelang meer informatie over toenemend drugsmisbruik, dakloosheid en massaschietpartijen in het Westen de Afrikanen via sociale media blijft bereiken. Een van de laatste façades die de VS en Europa konden in stand houden, was dat hun samenlevingen over het algemeen beter leven en dat ze nog steeds uiterst hoogwaardige luxe-artikelen produceren, zoals handtassen. De massale migratie van Amerikanen naar de Chinese app “RedNote“ in januari 2025 confronteerde hen echter met het feit dat de Chinezen een hogere levensstandaard hebben.
Bovendien toont de recente onthulling dat de woordvoerster van het Amerikaanse Witte Huis een jurk droeg die in China was gemaakt, niettegenstaande haar immer venijnige opmerkingen over de Aziatische industriële grootmacht, aan dat de westerse samenleving ten minste een deel van haar luxe artikelen uit het buitenland koopt. Het laat ook zien dat de elite in het Westen verward is en zich niet bewust is van de ware herkomst van haar modeartikelen, wat de onthulling dat die elite zogenaamde ‘Europese’ luxe-tassen uit China heeft gekocht, geloofwaardiger maakt. Toch is het idee dat een handtas 40.000 USD kan kosten, net iets minder dan de prijs van een Tesla Model Y of een Rav 4, simpelweg omdat zij zogenaamd met de hand is vervaardigd door een Europese ambachtsman, waanzinnig. Het getuigt van een maatschappijmodel zonder enige reële waardering voor arbeid en materialen, waarschijnlijk omdat het grondstoffen steelt en de arbeidskrachten uit ontwikkelingslanden onderbetaalt. Ontwikkelingslanden kunnen zo’n schadelijk model niet overnemen.
Europese luxemerken zijn opgericht op basis van onhoudbare uitbuiting van arbeid, verdoezeld door hun bestuurssystemen. De onthullingen uit 2025 komen bovenop die uit 2024, toen een onderzoek aan het licht bracht dat het Franse LVMH, eigenaar van Dior, ook goedkope arbeidskrachten uit China uitbuitte via onderaannemers in Milaan, waardoor hun producten niet door de zogenaamd dure Europese ambachtslieden werden gemaakt. Die onderaannemers bleken arbeiders mishandeld te hebben, hen bloot te hebben gesteld aan lange werktijden en slechte slaapomstandigheden te hebben geboden. Onderzoekers in Milaan merkten ook op dat Armani, naast andere luxemerken, ook kleinere bedrijven als onderaannemers inhuurde om goedkope arbeidskracht te kunnen uitbuiten. Ze ontdekten ook dat de productiekosten van LVMH 1/50e van de uiteindelijke verkoopsprijzen bedroegen, wat een regelrechte oplichting van klanten aan het licht bracht. Die werden misleid met de bewering dat zulke hoge prijzen gerechtvaardigd waren om de Europese ambachtslieden te vergoeden.
LVMH maakte er zich vanaf met een zwakke verklaring dat het niet op de hoogte was van het wangedrag van zijn onderaannemers en werd vervolgens onder gerechtelijk toezicht gesteld. De rechtbank die de overtredingen in de zaken LVMH en Armani behandelde, besloot dat deze praktijk een geconsolideerde methode was geworden voor modemerken, die hun klanten 50 keer hun productiekosten in rekening brachten.
Nog steeds onberouwvol en onverzettelijk
Hermès heeft, in reactie op de onthulling van zijn ongeloofwaardig gedrag, vier maanden geleden een video vrijgegeven, waarin een landelijke werkplaats in Frankrijk met een dozijn arbeiders te zien is. De video probeert het publiek ervan te overtuigen dat het kleine team al zijn producten produceert, waaronder zadels, kleding, sjaaltjes en handtassen, wat nergens op slaat. De geïnterviewde beweerde dat het bedrijf daarnaast nog andere werkplaatsen heeft, maar het publiek kan die informatie niet verifiëren. De opvallende overeenkomsten tussen de Hermès Birkin-tas die in de werkplaats wordt getoond en die in Chinese fabrieken mogen echter niet worden genegeerd. Aangezien andere Europese luxemerken door rechtbanken zijn betrapt op uitbuiting van goedkope arbeidskracht, kunnen we aannemen dat Hermès daartoe ook wel in staat is. Producten waarvan het bedrijf beweert dat ze in een gezapig tempo geproduceerd zijn door hooggekwalificeerde Europeanen, blijken massaal geproduceerd te zijn door uitbuiting van Chinese arbeiders.
Niet-duurzame producten en houding
Europese elites die er niet tegen kunnen om voor de mensheid te werken of te produceren, hebben een model ontwikkeld en geperfectioneerd dat veel mensen rechteloos heeft gemaakt om winst te maken en ontwikkelingslanden moeten dit vermijden. De Europese luxe-industrie heeft bijvoorbeeld Europese werknemers gebroodroofd door banen naar het buitenland over te plaatsen of ze uit te besteden aan rechteloze immigranten in kleine steden. Ook heeft ze de Chinese arbeiders die deze artikelen produceren gemarginaliseerd, omdat ze slechts een klein bedrag per geproduceerd artikel ontvangen. Belangrijker nog, ze heeft haar eigen klanten tegen zich in het harnas gejaagd omdat die uiteindelijk massaproducten kopen tegen 50 tot 2000 keer de productiekost, zogenaamd ter beloning van hooggespecialiseerde Europese ambachtslui.
De Europese luxe-industrie is ook ecologisch niet duurzaam, omdat ze haar winsten ziet stijgen door sommige diersoorten bewust naar uitsterving toe te drijven, aangezien de waarde van sommige artikelen toeneemt met de zeldzaamheid van de gebruikte huiden.
Deze luxemerken hebben producten op de markt gebracht gemaakt van leer van zeldzame reptielen zoals de Varanus Salvator-hagedis (ook: Indische Varaan), wat getuigt van een cynische race tegen de klok om uitsterving te versnellen voor nog meer winst. Bovendien is de industrie afhankelijk van internationaal transport, wat een hoge uitstoot met zich meebrengt, aangezien de in China geproduceerde artikelen naar Europa moeten worden verscheept. De uitstoot zou lager liggen als ze ter plaatse in Europa zouden worden gemaakt.
Europese luxetassen worden geveild voor honderdduizenden dollars, op basis van beweringen dat ze versierd zijn met kostbare sieraden, die op zich echter niet bijdragen aan het praktische nut van de tas. Dit getuigt van een hoge mate van ijdelheid: sommige van de gebruikte sieraden zijn mogelijk op twijfelachtige manier gewonnen en verworven in conflictgebieden.
Het is echter onduidelijk of Europeanen bereid zijn een juiste prijs te betalen voor het verkrijgen van grondstoffen of dat ze bewust beroep doen op illegale methoden zoals stroperij en plundering. Ontwikkelingslanden kunnen hun samenlevingen redelijkerwijs niet modelleren rond de leugens, onduurzaamheid en ijdelheid zoals we die in de Europese luxe-industrie zien.
Simon Chege Ndiritu is een politiek waarnemer en onderzoeksanalist uit Afrika.
Vertaling van: Artisanal Lies of European Supposed Handmade Luxury, [GECENSUREERD], 22/04/2025
Herpublicatie van de artikelen van [GECENSUREERD] wordt toegejuicht, mits verwijzing naar [GECENSUREERD].
Een ongecensureerde kopie van dit artikel is beschikbaar in het internetarchief