De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Achtergronden kennen is van levensbelang om de tijden te begrijpen. Een zekere gestrengheid kan best verantwoord zijn.

dinsdag 23 november 2021 08:56
Spread the love

Goedemorgen, beste lezeres,

Door een toeval vond ik bij het gebruiken van de bekende zoekmachine vanmorgen een opinieartikel terug dat ik in de lente van 1989 mocht publiceren in De Standaard. Het ging over het belang van een goed wereldbeeld. Vandaag merken we dat veel mensen opstandig worden, er is veel woede, zo schreef een commentator van een van onze grote kranten daarover. Volgens mijn analyse is dit ook te wijten aan de grote complexiteit, de ingewikkeldheidsgraad van veel hedendaagse problemen en kwesties. In die zin blijft onderwijs van het grootste belang. Ook dat is een discussie die vandaag gevoerd wordt, bijvoorbeeld op de opiniepagina’s van De Standaard, die nog steeds het debat met deze middelen aanvoert.

Daarom wil ik graag even gaan over enkele van de grootste structurele historische gebeurtenissen die ons mens-zijn bepalen. Als je goed weet waar de mens vandaan komt, dan heb je uitstekende instrumenten om heel veel kwesties goed te begrijpen. Dan hoef je niet door verwarring boos te worden.

 

In mijn visie, trouwe lezers weten dit, staat bij de verklaring van deze vraagstukken van onze tijd die het meest als onneembare kastelen voorkomen, een handvol perspectieven voorop: ten eerste is veel mist en onbegrip het gevolg van een enorm feit dat nog te weinig zichtbaarheid heeft: dat de mens een dier is en deel van het dierenrijk. Dat is biologie. Verder dat de mens inwendig, als geest en brein, als set van reflexen, gevormd is, geboetseerd werd, door een soort God, via de levensomstandigheden tijdens de laatste tien tot vier miljoen jaar. Het betreft een hard leven. Een leven waarin geregeld dodelijke gevaren optreden. Een leven waar van de weeromstuit solidariteit met de familie en de clan heel groot was. Een leven waarin niet koopkracht centraal stond, maar strijd; en als pendant van die strijd, de liefde, de wederzijdse steun, en ook heldendom en waardering voor moed. In die eeuwenlange, millennialange, miljoenen jaren lange voorgeschiedenis van dit uur, kwam oorlog om de paar jaar voor. Als je de mensheid beschouwt als een set van vele miljarden feiten, in wiskundige termen een Matrix, dan lijkt het logisch dat er vandaag heel wat problemen, veel vastlopen, diverse disrupties plaatsgrijpen die te wijten zijn aan het ongemerkt en in overdreven mate wegvallen van bepaalde centrale cijfers. Feiten, noden, omstandigheden die bij ons wezen, ons bio-psycho-sociaal systeem horen. Zo verklaar ik de rellen van vorige avond in onze hoofdstad bijna restloos. Sommige mensen kunnen niet leven zonder een goed gevecht op tijd en stond. Daar ontsnappen wij op termijn niet aan. Een regering kan niet tot in het oneindige trachten zalven en de echte confrontatie uit de weg gaan. De mens is voor eens en altijd een door grotendeels onbewuste drijfveren geleid wezen. Wij hebben als lid van de soort Homo sapiens altijd de behoefte deel uit te maken van een groot verhaal. Ons strak en zeer redelijk georganiseerde leven en samenleven biedt daartoe soms te weinig kansen. Voor de briljante uitwerking van deze gedachte, verwijs ik graag nog een keer naar “Goat Mountain” van David Vann, een werk dat in twintig talen werd vertaald.

 

Wie wil er nog streng zijn?

Sommige lezers valt het op hoe mijn standpunten niet alleen pertinent, dit is goed doortimmerd zijn, maar ook van buitengewone stelligheid getuigen. Ik verontschuldig mij daar graag over. Het is echter een feit dat wanneer je helder de dingen ziet, en je betrokken voelt, ook graag de verbeteringen van toestanden ziet waar worden. Mijn invloed is niet de macht van de politicus. Mijn teksten zijn mijn enige wapen, mijn enige instrument om aan verbetering mee te werken. Toen ik in de begintijd dat ik deze blog instelde, eens erg streng uithaalde naar een panel van vooral vrouwelijke filosofen die in mijn thuisstad naar mijn gevoel de populaire (dier)ethicus uit Australië, Peter Singer, veel te weinig kritisch weerwerk hadden geboden (u zult zich herinneren dat ik het lef had een zelfgemaakt groepsportret van het panel mee te geven als illustratie, waarop de dames allen als slaapwandelaar met de ogen dicht naar Segers luisterden), schreef het meest eminente lid van dit groepje, de filosofe Tinneke Beeckman prompt een column in De Standaard. Daarin legde de zeer intelligente observator van de tijd en de maatschappij en de heersende geestesstromingen uit dat vandaag de dag bijna niemand nog Streng is. Niet de leraren op school, niet de ouders naar de kinderen, niet de overheden in Brussel naar de landgenoten. (Over de uitzondering dat veel reporters van de tv sinds jaren onbeschoft impertinente vragen stellen en de spreker voortdurend onderbreken, sprak zij niet. Misschien geniet het publiek teveel van de identificatie met de journalist, vanuit een chronisch minderwaardigheidsgevoel?). De verklaring die de filosofe gaf is: tegenwoordig gaat elke mens op zeer open manier in debat; daardoor raakt elke burger al vrij snel zijn ergste obsessies kwijt. Het zijn met andere woorden obsessies, “strong opinions” in de termen van iemand als Lawrence of Arabia, toen die over zichzelf sprak, die mensen toelaten streng te zijn naar medemensen. Intussen klagen vele burgers en denkers erover dat we in Europa nog weinig politici hebben met echte Visie (ik hoorde Herman Van Rompuy dit zeggen tegen een publiek waar ik deel van uitmaakte), maar ook velen vinden dat we geen persoonlijkheden, geen politieke leiders met ballen meer meemaken. Mij lijkt dus dat stelligheid en een zekere veeleisendheid best wel goed mag heten.

 

Tip

Om te kunnen blijven volgen wat de maatschappij betekent en aan kwesties meebrengt, zijn de Krantencommentaren van Radio Klara een gedroomd en gratis instrument. Een medewerker stelt ze elke nacht op basis van de “standpunten” die verschijnen in de vijf belangrijkste kranten.

 

Hier laat ik graag het opiniestuk volgen over het grote en nog vaak te weinig bemerkte belang van een goed uitgebouwd wereldbeeld/mensbeeld, zoals dit in De Standaard stond.

 

Een eigentijds en adequaat wereldbeeld ontwikkelen blijft een belangrijke uitdaging voor burger en  onderwijs

 

De Standaard van 15 februari bracht een samenvatting van een toespraak van gemeenschapsminister D. Coens onder de titel “Coens wil geschiedenisonderwijs vanaf de kleuterklas”. Naar aanleiding van de 45ste pedagogische week werd gesteld dat de minister geschiedenis beschouwt als het hart van het onderwijs. Er werd op gewezen dat historische vorming een voortdurend proces is dat moet worden aangepast naargelang het maatschappelijk referentiekader dat zich permanent wijzigt. In dit verband hebben wij als historici een bekommernis.

Het belang van een zo juist mogelijk wereldbeeld voor de mens is evident. Denken we maar aan de gevolgen van de stoutmoedige inzichten van Christoffel Columbus en zijn tocht, die volgend jaar precies vijf eeuwen geleden plaatsvond.

Daarom komt het ons voor dat het project te leren denken in tijd en ruimte nooit mag beperkt blijven tot de klassieke chronologische grenzen, wil het werkelijk effectief zijn. Het beeld dat bij velen leeft over het verleden is er een waarbij de grens a.h.w. uit de lucht komt vallen met de Egyptenaren, of de Grieken en de Romeinen.

Dat is natuurlijk een onjuist beeld. Deze culturen, waarvan het begin zich situeert van ongeveer 3000 tot ongeveer 300 voor onze tijdrekening, konden maar tot bloei komen op de voedingsbodem van oudere gemeenschappen. Voorbeelden van deze minder bekende culturen zijn de Kelten en de Skythen. Op deze beschavingen en meer nog op de uitvinders van de landbouw, die in onze gewesten plaatsvond omstreeks 6000 voor Christus, werpt de moderne archeologie een verhelderend licht. Wanneer wij ons blikveld op het succesverhaal van de mens dusdanig verruimen is de verbazingwekkendste uitvinding niet de industriële revolutie of zelfs niet de vernietigende atoomkracht, maar de truc om zijn eigen voedsel te gaan voortbrengen door inzaaiïng van voedzame planten en door veeteelt.

Het is van groot belang dat de jongeren de unieke positie van de mens kunnen situeren in een ruimere natuurlijke wereld. Een wereld waarin de evolutie aan de verschillende soorten wezens steeds perfecter functionerende zintuigen, hersenen, bijbehorende sociale vaardigheden en een steeds rijker (zelf)bewustzijn heeft toebedeeld. Dit wonderlijke proces is voor velen nog onbekend terrein. Natuurstudie is nochtans in, en in elke wetenschappelijk opgevatte vogelgids kan men vaststellen dat de afgebeelde dieren vooraan in de gids de oudste soorten zijn. De duikeenden en de futen zijn a.h.w. de proefstukken van de natuur, zij vliegen en lopen moeizaam en traag, alleen in het water zijn zij goed thuis. Achterin zulk werk zal men de kraaiachtigen, waaronder de raaf en de ekster, aantreffen. Hun sluwheid is legendarisch. Het zijn meestal fenomenale vliegers en zij hebben een sterk ontwikkeld sociaal leven.

De mens is in de evolutie van de natuur een “jonge” soort: sedert drie miljoen jaar onderscheidt hij zich omdat hij zijn eigen werktuigen is gaan maken (tool maker), in tegenstelling met andere ontwikkelde wezens die zich hooguit van een werktuig bedienen (tool users). Andere verschillen in gedrag en lichaamsbouw kwamen zich daarbij voegen: de taakverdeling tussen de hersenhelften, het spraakvermogen, het gebruik van het vuur, de georganiseerde jacht (ongeveer 300.000 jaar voor onze tijd) en ten slotte de eerder genoemde neolitische landbouwrevolutie (sedert tienduizend jaar in het land van Tigris en Eufraat). Deze tijdschaal bevat nog het ontstaan van de eerste organismen omstreeks 600 miljoen jaar geleden en het ontstaan van het eerste leven zelf, vier miljard jaar geleden toen de aarde reeds een miljard jaar rond de zon draaide.

Vanwege het belang van deze optiek is het aangewezen bevindingen van disciplines als de geologie, de biologie en de geschiedenis van de oudste tijden (de prehistorie) samen te smeden tot één didactisch geheel. Het is onze overtuiging dat de lessen geschiedenis op deze manier onder meer een nuttige factor kunnen zijn in de vorming van een gezond verantwoordelijkheidsbesef tegenover plant en dier. Iets waaraan het alom belaagde leefmilieu uiteraard grote nood heeft.

  1. Wildiers schreef precies de dag na de verschijning van de geciteerde opinie van de minister van Onderwijs in deze krant het volgende: “Wij beleven (…) een moment in de geschiedenis waarop onze voorstelling van de wereld een radicale verandering ondergaat en wij onze plaats en taak in deze wereld anders gaan interpreteren“. “Mens en wereld vormen één organisch geheel.

Zoals bekend speelt ons kleine land in dit wereldwijd denkproces een belangrijke rol. Het baanbrekende werk van Prigogine1 en het gehele werk en in het bijzonder het recente essay van Jan Van der Veken2 zijn daar, naast de werken van Wildiers, sprekende voorbeelden van. Het zou daarom jammer zijn als de jongeren van nu, die de denkers van morgen zijn, zouden verstoken blijven van de meest elementaire historische perspectieven. Perspectieven die het mogelijk maken een fascinerend nieuw en dynamisch profiel van de mens te schetsen. Onze bekommernis is daarom dat dit boeiende gedachtegoed geïntegreerd zou worden behandeld in de leerprogramma’s van het secundair en het lager onderwijs.

Drie jaar geleden stelde Max Wildiers reeds dat “een nieuwe houding tegenover de natuur, gekenmerkt door eerbied, bewondering en ontzag in vele geesten begint te ontwaken.” In een tijd die slechts lijkt aan te sturen op productie en consumptie is het niet alleen om redenen van natuurbehoud of van algemene vorming noodzakelijk de opbouw van dit nieuwe paradigma op alle niveaus aan te moedigen. Op de grote bouwwerf, waar op het einde van het millennium met ideeën en goede wil aan een levensbeschouwelijke thuis voor de mensheid gewerkt wordt, zijn een heldere blik en een bundeling van krachten ten zeerste gewenst. Als de mens zich stilaan een actief deel gaat weten van het grote permanente genesisverhaal dat de evolutie is, kan dat hem o.i. alleen maar helpen een leven uit te bouwen dat gericht is op harmonie en schoonheid. En wie stelt zich zoiets niet tot ideaal?

 

 

Stefaan Hublou, De Standaard, 5 maart 1991.

1 I. PRIGOGINE en I. STENGERS. La nouvelle Alliance. Métamorphose de la science. Brussel, 1979.

2 J. VAN DER VEKEN. Een kosmos om in te leven. Een nieuw gesprek tussen kosmologie en geloof. Kapellen, 1991. Recensie door M. Wildiers in De Standaard van 16-2-1991.

3 M. WILDIERS. Het verborgen leven van de kultuur. Brussel, Leuven, 1988.

 

_____________________________________________________

Illustratie

  1. Het atomium is een mooie en trotse herinnering aan de Wereldexpo 1958, maar ook een herinnering aan het belang van de wetenschappen; de structuur verwijst naar de molecule van ijzer, zoals natuurwetenschappers en fysici deze hebben ontdekt, beschreven (fe).
  2. Naast intellectueel bijbenen zal in de toekomst ook stille bezinning waarschijnlijk in belang toenemen.

 

Hemelsfeerbeeld van op de aarde

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!