“In de Kamercommissie Sociale Zaken ontplofte woensdag 27 november 2024 een bommetje. Een debat over de vermoedens van vriendjespolitiek en fraude met leeflonen in Anderlecht krijgt extra munitie door de brief van een klokkenluider (De Morgen, 28 november 2024).”
Dezelfde vriendjespolitiek komt in de media uitvoerig aan bod door de reeks van burgemeesters die verdacht worden van gesjoemel in de samenwerking met bouwpromotoren. Mag het gezegd? De corruptie is ook op gemeentelijk vlak een fenomeen geworden. Vraag is daarom wat zij die verantwoordelijk zijn voor de sanctionering van dit fenomeen er mee doen.
De vraag richt zich vooreerst naar de betrokken voogdijministers. Federaal Minister van Pensioenen en Sociale integratie Karine Lalieux (PS)verweerde zich door te stellen dat haar diensten al enkele jaren op de hoogte zijn van de problemen bij het OCMW van Anderlecht én er ook tegen optreden met sancties.
Commissielid Wouter Raskin (N-VA) was verbolgen dat de betrokken OCMW-voorzitters afwezig waren, maar ook dat de minister niet antwoordde of haar kabinet contact met hen had voor deze hoorzitting. Raskin: “Het doet vermoeden dat het PS-apparaat heel wat te verbergen heeft”.
In Vlaanderen is dat niet anders.
Vorig Vlaams minister van Binnenlands bestuur Bart Somers (Open VLD) nam geen sancties en bedacht een eigen zelf bedachte maatregel om dat niet te moeten doen. Hij keek erop toe en stelde gemeentesturen onder verscherpt toezicht. Hij meende ook dat het parlement niet de geschikte plaats is om er een debat over te voeren. Plots gaf hij er vervolgens de brui aan en verdween naar zijn eigen stad Mechelen. Om er zijn eigen dossiers te bewaken?
Aan toezicht is er nochtans geen gebrek. Daarvoor heeft de Vlaamse regering een onafhankelijk agentschap Audit Vlaanderen. Dat agentschap doet forensische onderzoeken over het wanbeheer en rapporteert daarover zowel aan de minister als, wanneer er ook misdrijven worden ontdekt, aan de procureur des Konings. Wat heeft dat voor gevolg?
Bart Somers nam geen sancties omdat hij wenste te wachten op het resultaat van de strafrechtelijke afhandeling. Dat duurt in ieder geval lange tijd. Intussen gebeurt er niets. Er is ook een merkwaardig verschil naargelang de procureur die er moet over oordelen.
In West-Vlaanderen worden verkeerd gelopen burgemeesters vervolgd. In Antwerpen seponeert de procureur de in de rapporten van Audit Vlaanderen aangegeven, bewezen en besproken misdrijven van belangenvermenging en schending van het beroepsgeheim. Bovendien roept ook de verantwoording die wordt gegeven voor het zonder gevolg laten grote vraagtekens op.
Het rapport van Audit Vlaanderen over het beheer van de gemeente Boechout zou volgens de procureur een tekort aan bewijzen hebben. Dat is een flagrante miskenning van wat er in het rapport staat. Daarin worden aan de hand van het eigen e-mailverkeer tussen de burgemeester en de twee lokale promotoren onweerlegbare bewijzen vermeld, besproken en toegelicht.
In een ander dossier over corruptie waarin de burgemeester en twee advocaten zijn betrokken zouden de daders onbekend zijn gebleven. Ook dat is in flagrante tegenspraak met de stukken van het dossier. De verdachten werden zelfs persoonlijk door de onderzoeksrechter gehoord.
Omdat de verdachte advocaten als getuige werden gehoord konden zij zich beroepen op het beroepsgeheim. Dat is hier echter niet van toepassing. Het gaat niet over de bescherming van de belangen van hun cliënt maar om de door deze advocaten zelf gestelde handelingen.
Er wordt in de gerechtelijke dossiers ook geen aandacht gegeven aan de persoon van de medeverdachte bouwpromotor. Dat is ongewoon vermits er in corruptiedossiers minstens twee verdachten actief zijn. Bij corruptie moet immers ook steeds de vraag worden gesteld waar het geld vandaan komt en waar het naar toe gaat. Gaat het om witwaspraktijken en eventueel om crimineel geld?
Wat gebeurt er tijdens dit verscherp toezicht? De burgemeester van Boechout weigerde iedere verklaring en deed er alles aan om de inhoud van de rapporten geheim te houden. Hij beschuldigde de auditeurs ervan niet zelf het onderzoek te hebben gedaan.
Hij plaatste een medeverdachte op zijn lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen en wees de verkozen dochter van één van de betrokken bouw promotoren aan als schepen. Hij hernam ook het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) dat aan de grondslag lag van alle herrie.
Daardoor komt ook de vraag naar voor die door de Raad van State werd beantwoord door de vernietiging van het RUP Vijverhof. Gaat het opnieuw over een vooraf gemaakte geheime samenwerkingsovereenkomst tussen de burgemeester en de twee lokale bouwpromotoren, tevens eigenaars? Kan je hier niet spreken van recidive?
“Om het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen, moeten we een gemeenschapsgerichte justitie creëren die rekening houdt met de behoeften van een samenleving”. Dat zei Antwerps procureur-generaal Guido Vermeiren bij de opening van het gerechtelijk jaar in zijn eerste mercuriale.
Om vertrouwen te herstellen en te winnen, is volgens de procureur-generaal ook de bereidheid om antwoorden te geven cruciaal. “Uitleggen waarom bepaalde beslissingen zijn genomen, luisteren naar de maatschappelijke kritiek en erkennen wanneer er procedure- of andere fouten zijn gemaakt en aangeven welke lessen eruit getrokken worden en welke acties worden genomen. Justitie kan op die manier een helende kracht hebben, tonen dat ze verantwoordelijkheid neemt.”( Belga, 3 september 2024). De procureur-generaal weet dus precies wat er in zijn rechtsgebied moet gebeuren.
“In haar kersverse beleidsnota benadrukt de nieuwe Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits (CD&V) nu dat ze “integriteit en deontologie van lokale besturen bovenaan op de agenda zal zetten”. Dat betekent onder meer dat het schepencollege in de toekomst meer beslissingen zal moeten voorleggen aan de gemeenteraad. Tegelijk wil Crevits ook het statuut van de gemeenteraadsleden aantrekkelijker maken.
“Belangenvermenging is zeer schadelijk voor de politiek, ook op het lokale niveau, en daar wil ik deze legislatuur nauw op toezien”, zegt Crevits, “niets is zo kostbaar voor een schepen, mandataris of ambtenaar als een onberispelijke deontologie en ethiek. Het is vandaag meer dan ooit essentieel voor het geloof en vertrouwen in de politiek.”
Zowel de procureur-generaal als de voogdijminister zijn dus erg bewust van het fenomeen. Zij willen erop toezien, er een uitleg voor geven en het op de agenda zetten. Maar wat doen zij eraan? Dat zal binnen kort zichtbaar woorden.
Kan een burgemeester wel worden benoemd tegen wie Audit Vlaanderen twee erg negatieve rapporten opstelde, waarin zowat alle bestuurlijke inbreuken die hij kan begaan worden opgesomd en bovendien ook bewijzen worden geleverd voor de aangegeven misdrijven?
Wat gaat de procureur-generaal in zijn advies daarover aan de minister schrijven? En vooral wat gaat minister Crevits er mee doen? Enkel toezien en het op de agenda zetten?
Dat zal het gebrek aan vertrouwen van de burger niet helen.