Zoals dat gebruikelijk is in het democratische westen, herinner u de uitspraken na de executies van Nicolae Ceaucescu (1989), Cheikh Ahmed Yassine (2004), Saddam Houssein (2006), Mouammar Kaddafi (2011), en recent na de executies van Qassem Souleimani, Ismaël Haniyeh, Hassan Nasrallah en vele anderen, werd ook de succesvolle executie van Sinwar door de leiders van de Verenigde Staten (VS) en van Europa met applaus onthaald.
Pijnlijke illustraties van hoe diep en onoverbrugbaar de kloof is met de volkeren uit het Zuiden en hoe close links en rechts en extreemrechts zijn als het gaat over de verdediging van het imperialisme. De ene hatelijke verklaring na de andere volgden elkaar op vanwege regimes en leiders die in de voorbije twintig jaar direct of indirect de dood van honderdduizenden Afghanen en Irakezen op hun geweten hebben. Dezelfden die het afgelopen jaar bij de stemming over UNO-resoluties voor een staakt het vuren om de genocide in Gaza te doen stoppen ofwel tegenstemden of zich onthielden. Dezelfden die de wapens hebben geleverd om sinds 7 oktober 2023, volgens de laatste tellingen van Euro-Med Human Rights Monitor, meer dan 50 000 Palestijnen om te brengen en meer dan 100 000 anderen te verwonden. Duizenden anderen worden nog vermist onder het puin (42 miljoen ton!), men spreekt van 13000 mensen, maar het totale aantal is onbekend. In Gaza gaan de kinderen die de bombardementen overleefden niet meer naar school: tachtig procent van alle scholen en universiteiten zijn beschadigd of verwoest.
Democraat Kamala Harris zei dat met het doden van Sinwar “gerechtigheid was geschied”. Republikein Trump, die zich enkele weken tevoren had uitgesproken voor het bombarderen van de Iraanse nucleaire installaties, zei dat de dood van Sinwar het gemakkelijker zou maken om een oplossing te vinden voor de oorlog in Gaza. De Amerikaanse president Biden draafde helemaal door toen hij de dood van Sinwar vergeleek met de dood van Osama bin Laden: “Voor mijn Israëlische vrienden is dit ongetwijfeld een dag van opluchting en herinneringen, vergelijkbaar met de taferelen die in de VS te zien waren nadat president Obama in 2011 het bevel gaf voor de inval om Osama bin Laden te doden.” De uitspraak was niet zijn eerste slip of the tongue.
Het VS-ministerie van buitenlandse zaken deed er nog een schep bovenop. Yahya Sinwar was, volgens het ministerie, niet meer of niet minder dan een tweede Hitler: “Yahya Sinwar was een wrede en onverbeterlijke terrorist, verantwoordelijk voor de grootste slachting onder Joden sinds de Holocaust. Zonder hem is de wereld een betere plek geworden. Een verklaring die werd herhaald door de Britse socialistische eerste minister Keir Starmer: “Het Verenigd Koninkrijk zal niet rouwen om de dood van de leider van Hamas, het meesterbrein van de dodelijkste dag in de Joodse geschiedenis sinds de Holocaust”.
De Duitse minister van buitenlandse zaken Annalena Baerbock van de partij Die Grünen: “Sinwar was een wrede moordenaar en een terrorist die Israël en zijn volk wilde vernietigen. Als aanstichter van de terreur van 7 oktober veroorzaakte hij de dood van duizenden mensen en onmetelijk lijden voor een hele regio”. En Josep Borrell, Spaanse socialist (PSOE) en Europa’s hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken, schreef op X: “Yahya Sinwar was een terrorist die op de terreurlijst van de Europese Unie stond. Hij was verantwoordelijk voor de gruwelijke aanval van 7 oktober. Hij was een obstakel voor het hoognodige staakt het vuren en de onvoorwaardelijke vrijlating van de gijzelaars.” Sic. Wie het waagde om, zoals Melanchon in Frankrijk, zelfs maar het doden van Sinwar een vergissing te noemen omdat ze het precies het einde van onderhandelingen betekent, kreeg de volle laag voor apologie van het terrorisme.
Op de VS en EU lijst van te elimineren terroristen
De dood van Sinwar is inderdaad ook het werk van de Amerikaanse veiligheidsdiensten. Net als Nelson Mandela tot 2008, stond ook Sinwar sinds 2015 op de Amerikaanse executielijst, ook wel internationale terroristenlijst genoemd. Sinds januari 2024 stond hij ook op de Europese lijst van uit te schakelen terroristen.
“Sinds 7 oktober 2023″, zo verklaarde Biden in The Times of Israel op 17 oktober, “werkte ons personeel van de speciale operaties en inlichtingendiensten zij aan zij met hun Israëlische tegenhangers om Sinwar en andere Hamasleiders te helpen opsporen. Met de hulp van onze inlichtingendiensten heeft het Israëlische leger meedogenloos Hamasleiders achtervolgd, hen uit hun schuilplaats gehaald en hen gedwongen te vluchten. Zelden is er zo’n militaire campagne geweest, zo zei Biden nog, vandaag wordt opnieuw bewezen dat geen enkele terrorist waar ook ter wereld aan gerechtigheid kan ontsnappen, hoelang het ook duurt.”
De VS leverden ondermeer Ground Penetrating Radar (GPR) om de ondergrond van Gaza in kaart te brengen en zo Sinwar te lokaliseren. Maar in het minuscule verwoeste Gaza wist Sinwar een jaar lang te ontkomen aan de Mossad, Shin Bet en de CIA, net als aan alle bombardementen, drones, spionnen en informateurs. Naar verluid zou hij tot vijf keer toe aan een arrestatie en een zekere dood ontsnapt zijn, drie keer bovengronds en tweemaal ondergronds, en was hij constant in beweging van het ene strijdtoneel naar het andere. Volgens The Wall Street Journal was Sinwar aangeboden om een onderkomen te vinden in Egypte, maar had hij dit geweigerd.
De stok als symbool
Zoals ze dat nog doen voor andere plunderingen en moordpartijen, besloot het IDF de beelden van de dood van Sinwar op het internet te gooien en de wereld in te sturen als een soort overwinningstrofee. Het effect was precies het omgekeerde. De beelden van de laatste momenten van Yahya Sinwar, gemaakt door een drone van het IDF, bedoeld om het militair succes in het licht te zetten, keerden als een boemerang terug in het gezicht van de Israëlische bezetters. Het beeld van Sinwar, met keffiyeh, onder het stof, met een gekwetste of afgerukte arm, in een kapotgeschoten gebouw, die, in een laatste daad van verzet, een stok gooit naar de drone die hem filmt, liet niemand onberoerd.
Sinwar stierf zoals hij geleefd had, als een verzetsleider, trouw aan de Palestijnse zaak tot het bittere einde. De stok van Sinwar werd een symbool voor de Palestijnse zaak, de metafoor voor de volharding van het verzet in de strijd tegen een overweldigende, moordende bezettingsmacht. De houten stok, het meest simpele wapen dat er bestaat, het wapen van de armen, tegen de hoogst technologische wapens die er op deze planeet te vinden zijn.
Miljoenen mensen bekeken de beelden. Er volgde een golf van boodschappen, publicaties, tekeningen, cartoons en kunstwerken op de sociale media om Yahya Sinwar te eren als een symbool van verzet en opoffering. Zowel in de Arabische wereld als tot ver daarbuiten. Alle Palestijnse verzetsorganisaties loofden Sinwar zodat hij als de heldhaftige nationale leider de geschiedenis zal ingaan. Op posters verscheen Sinwar als de Argentijns-Cubaanse revolutionair Che Guevara, geëxecuteerd in 1967, of naast de Libische verzetsstrijder Omar Al-Mukhtar, opgehangen in 1931. In een Japanse krant werd hij voorgesteld als een samourai.
Uittreksels uit het heel toepasselijk gedicht van Mahmoud Darwish “In Praise of the High Shadow”, geschreven op het schip dat duizenden Palestijnse strijders van Beirout naar Tunis bracht na de Israëlische agressie tegen Libanon in 1982, circuleerden op het internet ter nagedachtenis van Sinwar: “Je hebt geen water, geen medicijnen, geen hemel, geen bloed, geen zeil, je kan noch vooruit noch achteruit…er is geen ontkomen aan. Je arm is gevallen, raap hem op en sla je vijand … Ik viel dicht bij jou, raap me op en sla je vijand met mij… Je bent nu vrij, vrij, vrij… Je hebt de munitie in je van degenen die je gedood of gewond hebben, sla ermee…”
Op sociale media poseerden kinderen verkleed als Sinwar, met stokken en keffiyehs. Van Aman in Jordanië tot Sanaa in Yemen trokken tienduizenden betogers de straat op met foto’s van Sinwar. In Marokko kwamen de mensen op straat in Casablanca, Marrakech, Fes, Agadir, Rabat, Meknes en Tanger voor “Jabalia, symbool van opoffering en weerstand”. Op de betoging in Tanger, werden de laatste momenten van Sinwar nagespeeld, in scène gezet met sofa en al, en meegevoerd op een vrachtwagen.
Een jaar lang bagger
Een heel jaar lang werd Yahya Sinwar in de zionistische media voorgesteld als laf, corrupt, een bourgeois die leefde in de luxe, in tegenstelling tot de arme bevolking van Gaza. Een gebruikelijk procedé in een poging om een leider van het verzet te discrediteren.
Nog voor de uitbraak uit Gaza op 7 oktober, zo verklaarde de IDF-woordvoerder Daniel Hagari, waren Sinwar en zijn familie al bezig met zichzelf in veiligheid te brengen. “Ze sleurden urenlang voedsel, een televisietoestel en andere benodigdheden aan in een tunnel. Die man was alleen bezorgd om zijn eigen persoonlijke overleving”. Na 7 oktober, zo zegde de Israëlische propaganda, hield Sinwar zich schuil als een rat in een tunnel, met de Israëlische gevangenen (gijzelaars!) als een menselijk schild rondom hem. En dat terwijl duizenden stierven in Gaza.
Een jaar later, enkele weken voor zijn dood, kon men in de Amerikaanse zionistische pers lezen dat Sinwar Israëlische garanties vroeg voor zijn eigen veiligheid en zijn leven, als een van de voorwaarden voor een akkoord over de gijzelaars: “Sinwar pleit ervoor dat iedereen martelaar wordt – behalve hijzelf”, zo kon men er lezen. Een filmpje waarop Sinwar’s vrouw zou te zien zijn in een tunnel, met een Hermes Birkin handtas van 32000 dollar aan haar hand werd de wereld ingestuurd, vergezeld van het commentaar van een andere IDF-woordvoerder, luitenant-kolonel Avichay Adraee: “Terwijl de mensen in Gaza geen geld hebben om eten te kopen, zien we hier de bijzondere liefde van Yahya Sinwar en zijn vrouw voor het geld”. In december 2023 werd de vroegere woning van Sinwar opgeblazen en met de grond gelijkgemaakt, voor de vierde keer sinds 1989, maar niet voor IDF-militairen opnieuw pakjes bankbiljetten van Sinwar hadden getoond aan de pers.
De laatste momenten van Yahya Sinwar spoelden alle bagger die over hem verteld was in de goot. Sinwar was net als de tienduizenden andere Palestijnen een anoniem slachtoffer, een anonieme soldaat, tot zijn levenloos lichaam werd geïdentificeerd. Volgens het autopsierapport van de Israëlische forensische diensten zou Sinwar nog enkele uren hebben geleefd, tot hij zou bezwijken aan een schotwonde in het hoofd. “De resultaten van de autopsie op het lichaam van Yahya Sinwar toonden aan dat hij de laatste 72 uur voor zijn dood niets gegeten had,” zo stelde het rapport nog. Net als tienduizenden andere Palestijnen.
Testament
Wie Yahya Sinwar werkelijk was, komt misschien nog het meest treffend naar voor in zijn ontroerend politiek en poëtisch testament, waarvan hier enkele uittreksels:
“Ik ben geboren in het vluchtelingenkamp Khan Younès in 1962, in een tijd waarin Palestina niet meer was dan een verscheurde herinnering, een vergeten kaart op de tafels van politici… Terwijl ik deze woorden schrijf, denk ik terug aan elk moment van mijn leven – aan mijn jeugd in de steegjes, aan de lange jaren in de gevangenis, aan elke druppel bloed die op dit land is vergoten… Mijn testament begint hier, bij het kind dat zijn eerste steen gooide naar de bezetters, een kind dat leerde dat stenen de eerste woorden zijn die we spreken tegen een wereld die zwijgt over onze pijn”.
“Ik leerde in de straten van Gaza dat de waarde van een persoon niet wordt afgemeten aan het aantal jaren dat hij geleefd heeft, maar aan wat hij zijn thuisland heeft te bieden. En zo is mijn leven geweest: gevangenissen en gevechten, pijn en hoop… Ik ben de man wiens leven geweven was tussen vuur en as, en ik begreep al heel vroeg dat leven onder bezetting niets anders betekende dan een permanente gevangenis”.
“In de Al-Aqsa storm was ik niet de leider van een groep of een beweging, maar de stem van elke Palestijn die droomt van vrijheid. Mijn geloof leidde me, wetende dat verzet niet alleen een keuze is, maar een plicht. Ik wilde dat deze strijd een nieuwe bladzijde zou worden in het boek van de Palestijnse strijd, waar alle facties zich verenigen en waar iedereen aan dezelfde kant staat, tegen een vijand die nooit onderscheid heeft gemaakt tussen een kind en een oude man, of tussen een steen en een boom. Wat ik achterlaat is geen persoonlijke nalatenschap, maar een collectieve nalatenschap, voor elke Palestijn die droomde van vrijheid, voor elke moeder die haar gemartelde zoon op haar schouders droeg, voor elke vader die rouwde om zijn dochter die werd neergemaaid door een verraderlijke kogel”.
“Mijn testament aan jullie: wees niet bang voor gevangenissen, ze maken slechts deel uit van de lange weg naar vrijheid. De gevangenis leerde me dat vrijheid niet zomaar een gestolen recht is, maar een idee geboren uit lijden en gesmeed met geduld… Mijn testament is dat jullie gehecht blijven aan het geweer, aan de waardigheid waarover niet onderhandeld kan worden en aan de droom die nooit sterft. De vijand wil dat we het verzet opgeven, dat we van onze zaak een eindeloze onderhandeling maken…Ik zeg jullie: onderhandel niet over wat rechtmatig van ons is. Ze vrezen jullie doorzettingsvermogen meer dan jullie wapens. Verzet is niet alleen een wapen dat we dragen, het is onze liefde voor Palestina, het is onze wil om te blijven, ondanks de belegering en de agressie”.
“Mijn testament is dat jullie trouw blijven aan het bloed van de martelaren, aan hen die dit met doornen bezaaide pad verlieten en ons achterlieten. Zij hebben de weg naar de vrijheid voor ons geplaveid met hun bloed, dus verspil hun offers niet aan berekeningen van politici en aan diplomatieke spelletjes”.
“Wij zijn hier om af te maken wat de eersten begonnen zijn, en we zullen niet van dit pad afwijken, koste wat het kost. Gaza is altijd de hoofdstad van het verzet geweest en zal dat ook blijven, het hart van Palestina dat nooit ophoudt met kloppen… Ik laat jullie Palestina na, dit land waar ik tot mijn dood van heb gehouden, en de droom die ik op mijn schouders heb gedragen als een berg die niet buigt”.
“Als ik val, val dan niet met mij. Maak van mijn bloed een brug voor de generatie die sterker uit onze as zal herrijzen. Vergeet niet dat ons vaderland geen verhaal is dat verteld moet worden, maar een realiteit die geleefd moet worden en dat in elke martelaar die uit dit land geboren wordt, duizend opstandelingen worden geboren…”