Auteur: Talinay Strehl La Ruta
“Ik werd bedreigd, omdat ik een vrouw ben.” In een drukke kantine in El Alto, de schaduwstad van La Paz, spreken we met Fanny Nina Colque. Zij werd als eerste vrouw in 44 jaar gekozen als president van de Federatie van Buurt Comités in El Alto, de Fejuve genaamd. Via democratische verkiezingen in juli 2010 onder de 2500 congresleden van de Fejuve, afkomstig uit alle wijken van El Alto, kwam zij aan het hoofd van deze grote organisatie. Via een sluw spel van andere bestuursleden en bedreigingen vanuit de overheid werd zij ruim een half jaar later gedwongen deze positie weer te verlaten. “In de Grondwet staat dan wel dat vrouwen gelijke rechten hebben, maar daar heb ik weinig van gemerkt”.
Met de uitdrukking “Chacha Warmi” propageert Evo Morales gender gelijkheid hoog in het vaandel te hebben. In het Aymara betekent Chacha Warmi dat man en vrouw elkaar evenredig aanvullen en dus op gelijke voet staan. Sinds Evo’s tweede termijn als president, past hij deze inheemse visie naar eigen zeggen toe tot in de hoogste lagen van zijn regering. De helft van de ministersposten in zijn kabinet wordt vervuld door vrouwen. Daarnaast legde hij de gelijke rechten voor mannen en vrouwen vast in de Grondwet van Bolivia.
De praktijk is minder rooskleurig. Vrouwen in leiderschapsposities hebben nog steeds vaak te kampen met discriminatie, vooral als zij zich kritisch naar de regering opstellen, zo laat de geschiedenis van Fanny Nina zien. Als eerste vrouwelijke leidster van de Fejuve vocht zij voor betere leefomstandigheden voor de bewoners van El Alto en was zij een luis in de pels van de regering Morales.
Huis van het volk
El Alto is een stad van migrantenfamilies, die vanuit het platteland en de mijnen vanaf de jaren zeventig massaal naar de stad trokken. Hun op de gemeenschap gebaseerde organisatievormen namen ze mee, en zo heeft elke buurt in El Alto, een junta vecinal, oftewel buurtcomité. De Fejuve is het overkoepelende orgaan van al deze juntas vecinales. “De Fejuve is als het huis van het volk en daarom vertegenwoordig ik hun rechten, van de kleinste zaken tot de grootste.” Fanny Nina, die zelf uit een mijnwerkersgezin komt, vertelt dat de meeste van haar voorgangers aan de macht kwamen door politieke banden met de overheid en vriendjespolitiek. Bij haar was dit niet het geval. Ze probeert zo onafhankelijk mogelijk de rechten van de inwoners van El Alto te verdedigen bij de nationale overheid.
Eén van de problemen waar Fanny Nina zich mee bezig houdt is de achtergestelde positie van vrouwen in El Alto. “Veel vrouwen kennen hun rechten niet en daarom komt hier veel geweld tegen vrouwen voor.” Tijdens buurtbijeenkomsten probeert Fanny Nina de aanwezige vrouwen bewust te maken van hun rechten. Makkelijk is dat echter niet. “Vrouwen lijden niet alleen aan machismo en mishandeling, maar ook aan gebrek aan economische middelen. De meeste vrouwen zijn financieel afhankelijk van hun echtgenoten, en willen daarom geen aangifte doen.” Fanny Nina vindt daarom dat de overheid meer moet doen aan het genereren van werkgelegenheid voor vrouwen, want “wat hebben we aan al die mooie parkjes en lanen, als ze bezocht worden door mishandelde vrouwen en kinderen?”.
Om de belangen van de bewoners van El Alto te verdedigen, vatte het congres van de Fejuve onder leiding van Fanny Nina hun behoeftes en eisen samen in een petitie die ze op 13 september 2010 aan de nationale overheid presenteerden. Enkele hoofdpunten, naast gendergelijkheid, waren betere basisvoorzieningen, veiligheid, gezondheidszorg en armoedevermindering. Verschillene punten refereerden aan de bekende ´Agenda van October’ waarmee El Alto in 2003 expresident Goni afzette. “Voor een vrouw is het moeilijk om dit soort thema’s aan de kaak te stellen. Daar heb je veel kracht en inzet voor nodig.” In plaats van verbeteringen voor El Alto, resulteerde de bijeenkomst met de overheid in een toename van bedreigingen. “Ze namen me niet serieus en dachten me de mond te kunnen snoeren met bedreigingen. Ze zeiden ‘vrouwtje, het presidentschap is toch niets voor jou, dat is een mannenzaak’.”
Dichte deur
In januari 2011 werd Fanny Nina gedwongen uit de Fejuve te treden. Op straat, via de telefoon en op haar werk ontving ze bedreigingen, zowel vanuit de nationale overheid als vanuit de Fejuve zelf. Collega’s verzonnen beschuldigingen om haar zwart te maken. “Bijvoorbeeld dat ik niet meedronk met de mannen tijdens festiviteiten. Ze zeiden ‘alleen een man weet hoe je moet drinken dus alleen een man kan een goede president zijn’. Als je niet drinkt, dan hoor je er volgens hen niet bij.”
Begin 2011 was Fanny Nina één van de zichtbare leiders in de protesten tegen de Gasolinazo, het decreet waarmee Evo Morales extreme verhogingen in de benzineprijzen aankondigde. Kort daarna werd ze midden op de dag aangereden door een auto. Fanny Nina weet bijna zeker dat dit een geplande aanslag was. Noodgedwongen verbleef ze enkele weken in het ziekenhuis. Toen ze na haar herstel terug wilde keren naar kantoor, trof ze een dichte deur. “Mijn plek was ineens bezet door een MAS aanhanger. Door zijn politieke banden kon hij gewoon mijn plek innemen zonder dat er eerst verkiezingen werden gehouden.” Alle sloten van het kantoor waren verwisseld en noodgedwongen trad Fanny Nina af als presidente van de Fejuve.
Maar zo makkelijk geeft Fanny Nina niet op. Naar eigen zeggen vecht ze nu des te harder om de rechten van de inwoners van El Alto te behartigen. “Als ik één klap krijg, dan geef ik er twee terug.” Vandaag de dag werkt ze niet meer vanaf kantoor, maar gaat bij de mensen thuis op bezoek om naar hun verhalen te luisteren. “Ik zal er voor zorgen dat de Grondwet wordt nageleefd, en er dus niet alleen mannen aan de top zitten. Wij vrouwen willen niet alleen als slachtoffers gezien worden, maar zelf inspraak hebben.”