Kunstenaars doen aan ‘Belgische progressieve censuur’?

donderdag 6 maart 2014 23:24
Spread the love

Peter De Roover (N-VA) is boos. Enkele fotografen zagen af van deelname aan een tentoonstelling omdat de curator van dienst, Johan Swinnen, tegenwoordig fractiesecretaris bij N-VA is. Lichtgeraakt en verongelijkt kruipt Peter De Roover in de pen (DM, 5 maart) en verliest zich daarbij in grote woorden: ‘dit is censuur!’ ‘Progressieve’ bovendien. Want N-VA denkt dat de kunstensector sowieso progressief is.

En ‘Belgische’. Uiteraard. Een Vlaamse kunstenaar die geen flamingant is, moet wel een ‘Belgicist’ zijn. Simpel. En natuurlijk: N-VA zou de onderdrukte ‘tegenmacht’ zijn. Deze riedel van een partij die op 40% mikt, blijft overeind in de hoofden van N-VAers. Gesteund door VOKA en in tandem met Kris Peeters is N-VA het establishment zelve, ook voor 25 mei. Dat weet nochtans zowat iedereen intussen.

Censuur?

Maar waarom is dat toch ‘censuur’, vraag ik mij af? Het gaat toch gewoon om een persoonlijke keuze om politiek ongebonden te blijven? Keer het om: stel dat de curator van dienst fractiesecretaris zou zijn van een linkse partij. Of stel bijvoorbeeld dat het de Cultuurminister zelf was. Heel wat kunstenaars zouden zich daarbij evengoed kunnen afvragen waarom dit nu nodig is. Als je het op voorhand weet, tot daar aan toe misschien.

Bovendien gaat het hier toch duidelijk om een thematische tentoonstelling, getiteld: Portrait imaginé de la Flandre, en dat wordt toch bijzonder ideologisch zodra de curator een Vlaams-nationalistische fractiesecretaris wordt? Swinnen nam bij zijn overstap naar de politiek ontslag uit de Gravensteengroep. Waarom dan, als een politiek mandaat bij N-VA er niet toe doet?

En in het geval van N-VA is het toch niet vreemd om als kunstenaar enig voorbehoud te maken? Is De Roover de cultuurstrijd die N-VA de laatste jaren voerde vergeten (zie hier)? Alsook het pijnlijke cultuurbeleid, zowel in de stad (zie hier) als de provincie Antwerpen (zie hier)?

Allicht bij gebrek aan argumenten trapt De Roover meteen naar alle kanten: kunstenaars zouden hun ‘middenvinger’ opsteken en ‘een bepaalde politieke strekking’ uitsluiten. Is dat zo? Overigens, mag ‘een politieke strekking’ dan sowieso niet uitgesloten worden? Ook het Vlaams Belang niet, meneer De Roover? Van Sarah Smeyers (N-VA) alvast niet, dat weten we intussen. Van haar mag extreem rechts, als ze wat beleefd blijven, gerust mee in de volgende regering.

Het kunstgenre ‘Vlaamse’ fotografie?

Maar deze kunstenaars sluiten toch geen politieke strekking uit? Ze kiezen er toch alleen maar voor om niet in een direct partijpolitiek verband samen te werken? Want natuurlijk zal Swinnen deze tentoonstelling ook wel politiek recupereren, ze staat al mooi te pronken op zijn N-VA profiel, en dat niet alleen om te stellen dat zijn partij toch lief en goed is voor kunstenaars, of dat kunstenaars hem nodig zullen hebben, enzovoorts.

Maar natuurlijk vooral door de ‘Vlaamse’ opzet van de tentoonstelling zelf, die op 24 mei, daags voor de verkiezingen zou opengaan in Charleroi (‘het buitenland’ voor N-VA): het moest een staalkaart van de Vlaams fotografie worden. Bestaat dat dan? In wat onderscheidt zich dat dan, professor Swinnen? Behoren ‘Nieuwe Vlamingen’ daar ook bij? Charif Benhelima bijvoorbeeld?

Kan De Roover trouwens nog voorbeelden geven van tentoonstellingen waarvan de curator een politicus is? En hoe begrijpen we die ‘censuur’ dan? Wordt de tentoonstellingsruimte misschien bezet? Swinnen is toch vrij om met andere kunstenaars aan de slag te gaan? Of met de 150 kunstenaars die niet afhaakten?

Kunstenaars belemmeren artistieke vrijheid?

De haat tegen ‘de culturo’ zit er bij N-VA helaas diep in, want daar gaan we weer: deze kunstenaars zouden anderen onder druk zetten, in een kramp schieten, vernieuwing tegenhouden, een gebrek aan zelfvertrouwen hebben, gebrek aan zelfspot, tekort aan kritische reflectie, infantiel, inwendige armoede en last but not least, de artistieke vrijheid belemmeren. Stel u voor.

Ik herhaal: kunstenaars die de artistieke vrijheid belemmeren. Dat is zoals socialisten die asociaal zijn of vakbonden die de arbeid onmogelijk maken? Een debat van N-VA niveau alweer. “De kracht en morele waarde van een maatschappij wordt goed gereflecteerd in de kwaliteit van het publiek debat”, zo stelt De Roover nochtans zelf in zijn opinie. Daar heeft hij gelijk in. Hij geeft met die opinie zelf meteen een mooie illustratie waarom sommige kunstenaars liever niet met N-VA in zee gaan.

Dat brengt ons bij een debat dat Siegfried Bracke en Johan Swinnen onlangs voerden met ‘de culturo’s’ in Campo. Hierbij het videoverslag. Dat debat leek goed nieuws te brengen: Bracke en Swinnen deden hun best om kunstliefhebbers op het hart te drukken dat N-VA kunst helemaal niet wil gebruiken als een instrument voor hun volksnationalisme.

De Vlaamse kweek zou geen prioriteit worden, evenmin moeten grote kunstinstituten zich als intrinsiek ‘Vlaamse’ vuurtorens profileren. Wie zijn wij om daar nadien nog aan te twijfelen? Terzijde: was Swinnen, die droomt van een postje als Cultuurminister, dan niet bezig met een tentoonstelling over ‘Vlaamse fotografie’?

Kunstenaars zouden ook niet onthecht zijn, dat was een misverstand. De animositeit tussen hun voorzitter en enkele kunstenaars? Een margefenomeen waar de grootste partij van Vlaanderen toch niet op afgerekend mag worden. Wij Vlamingen zijn aldus Bracke gewoon één lotsgemeenschap omdat we toch allemaal samen naar de VRT en VTM kijken. Dat is alles, punt aan de lijn.

Neoliberaal cultuurbeleid? nee bedankt!

Bracke benadrukte wel dat zijn partij de grote roerganger wil zijn van méér participatie, méér vermarkting en méér zelfbestuur. Het is aldus N-VA dan wel de kiezer die beslist, maar dat de volgende regering alvast niet méér cultuursubsidies zal vrijmaken, daar konden we nu al vanuit gaan.

Dus, beste Peter De Roover, ook al zouden we Bracke en Swinnen oprecht geloven, namelijk dat ze lief willen zijn voor de kunstenaar en zeker geen Vlaams-nationalistisch cultuurbeleid beogen, zeker niet, dan werd hier toch met veel stelligheid benadrukt dat zij een neoliberaal beleid beogen?

Méér vermarkting, méér zelfbestuur en méér participatie – dat zijn toch net dé wezenskenmerken van zo een cultuurbeleid, met name een beleid dat de publieke sector ten dienste stelt van de vrije markt?

Bracke is natuurlijk vrij het woord ‘neoliberalisme’ anders te begrijpen (zoals wat dat ook met het woord ‘censuur’ zouden kunnen doen, nietwaar?) namelijk alleen in de psychologische betekenis (teveel individualisme) en niet in de politiek-economische betekenis (een steunbeleid voor bank en beurs). Zoals N-VA ook graag het woord ‘sociaal’ anders begrijpt, eigenlijk. Handig toch: herdefinieer het woord, en het past in de Vlaamse kermiskraam.

Helaas, de uithaal van De Roover illustreert overduidelijk dat Bracke en Swinnen dit debat zijn aangegaan met een strategisch doel voor ogen: damagecontrol. Geen potten breken, kunstenaars losweken. Het toneeltje heeft lang geduurd… .

Nieuw-Vlaamse obsessie

Nog eentje: op de dag van Jan Hoet zijn begrafenis haalt Doorbraak.be, het huisblad van De Roover, de modder al boven (zie hier). Onmiddellijk wordt zijn overlijden gerecupereerd voor de ‘Vlaamse zaak’. Want het feit dat Hoet zijn overlijden geen voorpaginanieuws in Wallonië was, zou bewijzen dat de taalgrens een ‘kunstgrens’ is? Zelfs Beeldende Kunst, toch niet bepaald talig, zou dus afhankelijk zijn van de moedertaal van de schilder of de curator?

Maar nee dus, de kunstenaar zou geen goede redenen hebben om liever niet in artistiek opzicht samen te werken met de fractiesecretaris van N-VA. ‘Censuur!’ Nog eentje op diezelfde site: de kunstenaars zouden ‘sektariërs’ zijn, uit ‘bibberland België’, want door hen zouden academici zich niet meer politiek mogen outen, op risico niet meer objectief te zijn (zie hier). Hoezo?

Is het niet net professor Swinnen zelf die zijn objectiviteit op de helling zet met allerhande semantische bokkesprongen als ‘Vlaamse fotografie’? Gaat het hier dan louter om ‘een politieke overtuiging’ hebben? Is Van De Lanotte dan bijvoorbeeld geen professor in ‘bibberland België’ en wordt er getwijfeld aan de objectiviteit van zijn academisch werk?

En werden de analyses van professor Jan Blommaert niet net door Bracke en De Wever weggezet omdat hij een sympathisant van PVDA+ is? Bleven de vele pogingen van De Vooruitgroep om de discussie met N-VA of de Gravensteengroep aan te gaan, met lange artikels op De Wereld Morgen, niet onbeantwoord omdat er een politieke overtuiging zou achter zitten?

take down
the paywall
steun ons nu!