Dr Yasser Salihee (hier met zijn vrouw Dr Raghad Wazzan) gaf zijn baan als dokter in het Yarmouk Hospitaal op om journalist worden.
Nieuws, Wereld, Politiek, Groot-Brittannië, VS, Irak, BRussells Tribunal, Journalisten, Analyse, Reporters Without Borders (RSF), Yasser Salihee, Committee to Protect Journalists, Medialeugens -

Irak in 2013 opnieuw dodelijkste land voor journalisten

Irak was het dodelijkste land voor mediaprofessionals van 2003 tot 2008, in 2010-2011 en in 2013 (media-activisten en burgerjournalisten niet meegerekend, want ’amateurs’). 21 journalisten werden vermoord in 2013 alleen, in totaal minstens 404 mediamensen sinds de VS-invasie van 2003, waarvan 374 Irakezen, volgens The BRussells Tribunal. Er is totale straffeloosheid in Irak. Toch hebben de media hier daar nauwelijks aandacht voor.

maandag 6 januari 2014 14:12
Spread the love

Dr Yasser Salihee

Dit artikel is een in memoriam voor dr. Yasser Salihee, een Iraakse correspondent voor het persbureau Knight Ridder. Hij werd gedood op 24 juni 2005 door een Amerikaanse sniper, toen hij een controlepost naderde van Amerikaanse en Iraakse troepen in de buurt van zijn huis in het westen van Bagdad.

Sinds mei 2005 rapporteerde Dr. Salihee over de gelijkenissen tussen de doodseskaders in El Salvador tegen de ‘opstandelingen’ daar en de oprichting van de ‘Wolf Brigade’ door de Amerikanen om het Iraakse verzet te elimineren. Hij verzamelde bewijsmateriaal over buitengerechtelijke executies door Iraakse milities met steun van de VS.

Wij zijn van mening dat hij werd vermoord omdat hij te dicht bij de waarheid kwam. Er is immers ernstige twijfel dat de schietpartij ‘een ongeluk’ was. Niettemin heeft het Comité voor de ‘Bescherming’ van Journalisten (Committee to Protect Journalists CPJ) dr.Yasser Salihee in de vergeetput van de geschiedenis gegooid. Hij komt in geen enkele van hun lijsten voor.

Straffeloosheid voor moordenaars van mediaprofessionals

DeWereldMorgen.be

In Irak werden minstens 404 mediamensen gedood sinds de Amerikaanse invasie in 2003 begon, onder hen 374 Irakezen, volgens The BRussells Tribunal. De straffeloosheid in Irak is veel erger dan elders in de wereld. Geen enkele moord op journalisten in Irak werd opgelost in de afgelopen tien jaar. Geen enkel geval van moord op journalisten werd onderzocht om moordenaars te identificeren en te straffen .

Hassan Shaaban, hoofd van het Centrum voor de juridische bescherming van journalisten, vertelde Human Rights Watch (HRW) dat “terroristen systematisch hun wapens richten op journalisten, maar dat de overheid deze mensen niet in bescherming neemt.”

De New York Times meldde op 24 december 2013 dat : “Veiligheidstroepen hebben lijsten van journalisten gevonden, die het doelwit voor moord waren, tijdens invallen in schuilplaatsen van militanten in Mosul en veel journalisten zijn gestopt met het rapporteren in de straten of het bijwonen van persconferenties.” De veiligheidstroepen van eerste minister Maliki zijn niet geïnteresseerd in het beschermen van de journalisten op deze dodenlijst.

Maliki’s intimidatie van journalisten

Human Rights Watch stelde: “Journalisten in Irak worden geconfronteerd met een dubbele dreiging. Gewapende bendes schieten ze neer en aanklagers leggen straffen op, allemaal vanwege wat ze schrijven. De recente golf van moorden op journalisten heeft een intimiderend effect op journalisten, die dreigen te worden vervolgd door dezelfde autoriteiten, die worden verondersteld om hen te beschermen.”

Nogmaals Human Rights Watch: ” Iraakse aanklagers hebben strafrechtelijke vervolging van journalisten voor smaad opgevoerd en de intimidatie van journalisten is toegenomen. Drie journalisten vertelden Human Rights Watch in november dat veiligheidstroepen hen arresteerden en hun apparatuur in beslag hadden genomen, nadat ze over politiek gevoelige onderwerpen hadden geschreven, zoals de onveiligheid, corruptie en inadequate reactie van de regering op de behoeften van mensen die getroffen zijn door de overstromingen.”

“Een andere journalist vertelde Human Rights Watch dat de politie hem gearresteerd had op beschuldiging van smaad, een misdaad in het strafwetboek van Irak, op basis van een artikel dat ambtenaren beschuldigde van corruptie.”

“Sinds het begin van de protesten in Irak in februari 2011 tegen de wijdverbreide corruptie en gebrek aan basisdiensten, hebben journalisten te lijden onder escalerende aanvallen en bedreigingen van de veiligheidstroepen.”

21 Iraakse mediaprofessionals vermoord in 2013

In 2013 heeft het BRussells Tribunal 22 vermoorde mediaprofessionals geteld, terwijl de twee bekendste belangengroepen voor journalisten, het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) en Reporters Zonder Grenzen (RSF) respectievelijk slechts 12 en 11 vermoorde Iraakse collega’s vermelden of in hun statistieken opnamen. Hier zijn de 22 namen:

  1. Hamid Rashid Abbas (Niet vermeld door CPJ  en RSF). Journalist, voorheen van de krant Jumhuriah (Republiek), vermoord op 6 februari 2013. “De Iraakse journalistenvakbond veroordeelt in een verklaring van 7 februari 2013 de moord op Hamid Rashid Abbas, die vroeger voor de Jumhuriah werkte, ten zuidwesten van Bagdad gisteravond. Een gewapende groep vermoordde de journalist gisteravond toen hij de moskee na de avondgebeden verliet.”
  2. Muwaffak al-Ani (Niet vermeld door CPJ en RSF). Radio-omroeper in Bagdad en een van Iraks bekendste mediastemmen. Vermoord op 6 mei 2013. “Muwaffak al-Ani was een van Iraks langst dienende omroepers. Hij begon zijn carrière bij radio en televisie in 1962 bij Radio Bagdad en had sindsdien gewerkt voor een aantal van ‘s lands grote netwerken . Hij onderwees ook radiojournalistiek. Volgens de media werd hij gedood samen met zijn broer en een aantal anderen, toen een bom ontplofte buiten de Mansour-moskee in het westen van Bagdad tijdens het avondgebed op maandag.”
  3. Zamel Ghannam al- Zoubaie (Niet vermeld door CPJ en RSF). Journalist in het Bagdad-bureau van Iraq News Network. Vermoord op 9 juni 2013. “De Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) veroordeelde dinsdag de moord op een Iraakse journalist die omkwam bij een terroristische aanslag in Bagdad. Het lichaam van de bekende journalist, Zamel Ghannam Al Zoubaie, werd gevonden in het Al Washwash gebied van West-Bagdad.”
  4. Imad Ali Abbas (Niet vermeld door CPJ en RSF). Journalist, vermoord op 10 september 2013. “Een journalist werd gedood toen een geïmproviseerd explosief geplaatst in zijn auto ontplofte op dinsdag 10 september, in het noorden van Mosul. De auto behoorde toe aan een journalist genaamd Imad Ali Abbas.”
  5. 5- Tahrir Kadhim Jawad (Niet vermeld door CPJ en RSF). Freelance cameraman voor het VS gefinancierde Al-Hurra TV satelliet kanaal. Vermoord op 5 oktober 2013. “Een freelance cameraman van de door de VS gefinancierde Al-Hurra TV-satellietzender was een van de 10 Irakezen gedood in het geweld in Bagdad en het noorden van het land op maandag. Tahrir Kadhim Jawad werd gedood toen een magnetische “sticky bomb” gehecht aan zijn auto ontplofte in de stad Garma, 50 km (30 mijl) ten westen van de Iraakse hoofdstad. Jawad reed naar Bagdad om beelden te leveren toen de bom ontplofte. Hij was op slag dood.”
  6. Mohammed Ghanem. Cameraman van de onafhankelijke tv-zender Al-Sharqiya en
  7. Mohammed Karim al-Badrani. Correspondent voor de onafhankelijke tv-zender Al-Sharqiya. Beiden vermoord op 7 oktober 2013. “Schutters openden het vuur op Mohammed Karim al- Badrani, correspondent van de onafhankelijke tv-zender Al-Sharqiya, en Mohammed Ghanem, een cameraman, terwijl ze aan het filmen waren in het Al-Sarjkhana gebied van Mosul in de Nineveh provincie, aldus het tv-station. De journalisten werden geraakt in het hoofd en de borst, aldus de rapporten.”
  8. Saad Zaghloul (Niet vermeld door CPJ en RSF). Verslaggever voor diverse kranten in de noordelijke stad Mosul. Vermoord op 8 oktober 2013. “Saad Zaghloul, die voor verschillende kranten schreef in de noordelijke stad Mosul, werd doodgeschoten buiten zijn huis.”
  9. Bashar al-Nuaimi. Cameraman voor de lokale tv-zender al-Moussilyah. Vermoord op 24 oktober 2013. “In de noordelijke stad Mosul, aldus de politie, doodden schutters Bashar al-Nuaimi, een cameraman werkzaam voor de lokale tv-zender al- Moussilyah, toen hij in de buurt van zijn huis liep.”
  10. Alaa Edward Boutros. Cameraman voor het al-Ghad tv-kanaal in Niniveh. Vermoord op 24 november 2013. “Onbekende schutters openden het vuur op Alaa Edward Boutros in het noorden van Mosul. Het slachtoffer behoorde tot de christelijke godsdienst. Hij werkte als cameraman in het Nineveh al-Ghad tv-kanaal maar had zijn baan opgezegd na het ontvangen van doodsbedreigingen.”
  11. Wahdan al- Hamdani (Niet vermeld door RSF). Cameraman voor het Al Taghee televisiestation in Bagdad. Vermoord op 27 november 2013. “Wahdan Al- Hamdani, een cameraman van het Al Taghee televisiestation in Bagdad, werd doodgeschoten tijdens het verslag van een begrafenis in de zuidelijke stad Basra, aldus een verklaring van de Verenigde Naties.”
  12. Aadel Mohsen Husain (Niet vermeld door CPJ). Reporter voor een aantal nieuwsmedia in Irak .Vermoord op 2 december 2013.“Aadel Mohsen Husain, een verslaggever voor een aantal nieuwsmedia in Irak, werd doodgeschoten in de noordelijke stad Mosul. Er is geen directe informatie over wie de aanval heeft uitgevoerd. Husain’s dood op 43-jarige leeftijd werd bevestigd door de Iraqi Journalists Rights Defense Association.”
  13. Kawa Ahmed Germyani. Hoofdredacteur van magazine Rayal en correspondent voor de krant Awene. Vermoord op 6 december 2013. “Kawa Ahmed Germyani, onderzoeksjournalist, werd voor de ogen van zijn moeder neergeschoten in het hoofd en de borst in zijn huis in de stad Kalar, ten zuiden van de tweede grootste stad van Iraaks Koerdistan Suleymaniyah. Germyani werd bedreigd en voor de rechter gedaagd door politici en ambtenaren omwille van zijn artikels over de corruptie”.
  14. Nawras al- Nuaimi. Presentatrice van tv-zender Al-Mawsiliyah. Vermoord op 15 december 2013. “Een onbekende gewapende groep vermoordde tv-presentatrice Nawras Al- Nuaimi, werkzaam bij het Al-Mawsiliyah Channel, in de buurt van haar huis in het Al-Jazaer District in Mosul.”
  15. Muhanad Mohammed (Niet vermeld door CPJ en RSF). Journalist die voor zowel buitenlandse en Iraakse media werkte. Vermoord op 20 december 2013. “Muhanad Mohammed, een journalist die voor zowel buitenlandse als Iraakse media werkte, was een van de slachtoffers van de zelfmoordaanslagen op donderdag. Hij was de zevende journalist die werd gedood in Irak in minder dan drie maanden.”
  16. Raad Yassin. Hoofdnieuwsredacteur van Salah al-Din TV samen met
  17. Jamal Abdel Nasser. Producer van Salah al-Din TV en
  18. Mohamed Ahmad al – Khatib. Cameraman van Salah al-Din TV en
  19. Wissam al- Azzawi. Presentator van Salah al-Din TV en
  20. Mohamed Abdel Hamid. Beheerder van de archieven manager en redacteur van Salah al-Din TV en
  21. een niet geïdentificeerd persoon. Medewerker van Salah al-Din TV. Allen vermoord op 23 december 2013. “Vijf aanvallers bestormden de kantoren van het TV-kanaal van de provinciale overheid van Salah al-Din in de stad Tikrit ten noorden van Bagdad, bliezen een autobom op bij de poort terwijl twee anderen met explosieve zelfmoordgordels het gebouw binnendrongen, aldus de politie. Twee werden gedood door veiligheidstroepen. Zes personeelsleden stierven en zes anderen raakten gewond, aldus de politie en de ambtenaren van de gezondheidsdienst. Eerder in 2013 had de Iraakse regering de licenties van 10 stations geschorst, waaronder die van Salah al-Din, op beschuldiging van het aansporen tot sektarisme voor hun verslaggeving van de soennitische protesten in Hawija buiten Kirkuk.”
  22. Omar al-Dulaimi (Niet opgelijst door CPJ – Niet vermeld door RSF). Reporter voor een van de lokale instanties in Ramadi. Vermoord op 31 december 2013. “Gedood toen hij verslag uitbracht over de gewapende confrontaties tussen de veiligheidstroepen en gewapende mannen in de stad Ramadi, waar hij werd neergeschoten door een sluipschutter in het hoofd. Omar al-Dulaimi, afgestudeerd aan de afdeling informatie in de Faculteit der Letteren, Universiteit van Anbar.”

Groot aantal Iraakse mediaprofessionals niet vermeld door CPJ en RSF

DeWereldMorgen.be

De vraag is waarom zoveel mediaprofessionals, vermoord in Irak, niet werden vermeld door CPJ en RSF of opgenomen in hun statistieken? Een van de redenen is te vinden op hun websites: 

  • RSF: ‘gedode journalisten’ in de tabel bevat alleen de gevallen waarin Reporters Zonder Grenzen duidelijk heeft vastgesteld dat het slachtoffer werd vermoord omwille van zijn/haar activiteiten als journalist. Gevallen waarin de motieven niet waren gerelateerd aan het werk van het slachtoffer of waarin een link nog niet bevestigd worden niet geregistreerd.
  • Opmerking CPJ: De lijst van gedode journalisten van CPJ is anders dan die van andere organisaties. Waarom ? “Wanneer CPJ journalisten publiceert, gedood tijdens hun werk, vermeldt de lijst enkel die gevallen waarin het motief is ‘bevestigd’. Lijsten samengesteld door andere organisaties kunnen journalisten vermelden wiens moorden CPJ niet met redelijke zekerheid heeft kunnen verbinden met hun werk. Andere organisaties kunnen ook een lijst van media-assistenten vermelden, zoals chauffeurs en tolken. CPJ houdt een afzonderlijke lijst van media-ondersteunende medewerkers die gedood werden terwijl ze hun werk deden. CPJ onderhoudt ook een aparte lijst van gedode mediaprofessionals waarvan het motief ‘niet bevestigd’ is.

Een snelle blik op de databank van de BRussells Tribunalmoet moet duidelijk maken dat hun verklaring in veel gevallen geen steek houdt . Het is moeilijk te bevatten dat de moord op 144 Iraakse media professionals volgens RSF en 180 Iraakse media professionals volgens CPJ tussen 2003 en 2013 geen verband zou hebben gehad met hun werk.

Discrepantie tussen de lijsten RSF en CPJ met lijst The BRussells Tribunal

DeWereldMorgen.be

Het is een vaststaand feit dat sinds de invasie van 2003 de westerse mediaconcerns consequent de sterftecijfers in Irak hebben geminimaliseerd. Vermoorde mediaprofessionals vormen daarop geen uitzondering. Het is ook duidelijk dat de belangengroepen van journalisten in het Westen terughoudend zijn om het echte aantal slachtoffers te vermelden van collega’s die hun leven verloren, onder de meedogenloze bezetting van de VS en Groot-Brittannië, een bezetting die nog steeds voortduurt. Zij vernauwen daarom de criteria die moeten worden gehanteerd om opgenomen te worden in één van hun lijsten. Dit is een verwerpelijke houding, vooral omdat het gaat om professionele collega’s.

Het verschil met de situatie in Syrië is zonneklaar. Het CPJ is dan ook gevestigd in de VS, het land dat illegaal Irak is binnengevallen en bezet, terwijl in Syrië de VS aan de kant van de ‘oppositie’ staat. Sinds de ‘burgeroorlog’ in Syrië in 2011 heeft RSF een nieuwe categorie van journalisten ingevoerd: media-activisten en burgerjournalisten. Dit is logisch. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen ‘mediaprofessionals’ en ‘media-amateurs’.

Het CPJ heeft hierover een andere mening: “Het CPJ maakt geen onderscheid tussen professionele en amateur-journalisten zoals sommige organisaties. We fixeren ons ook niet op vaak gebruikte etiketten in het Syrische conflict zoals ‘media-activist’ en ‘burgerjournalist’. In plaats daarvan concentreren we ons op wat het individu aan het doen was. Heeft hij of zij een consistente inspanning gedaan in het verzamelen, produceren en in het openbaar verspreiden van het nieuws? Dan is dat een journalist volgens onze criteria.”

Het zou fair geweest zijn als het CPJ dezelfde criteria hanteerde wanneer het over Iraakse ‘journalisten’ gaat ……

DeWereldMorgen.be

Het CPJ houdt 3 afzonderlijke lijsten bij: ‘journalisten motief bevestigd’, ‘media assistenten motief bevestigd’ en ‘motief onbevestigd’. RSF houdt ook 3 afzonderlijke lijsten bij: ‘journalisten gedood’ , ‘media assistenten gedood’ en sinds 2011 ‘media activisten en burgerjournalisten gedood’.

Eason Jordan, voormalig CNN-journalist veroordeelt deze discrepantie over de tellingen in Irak: “Kunnen we nu komen tot een consensus inzake all-inclusive tellingen over het aantal journalisten/media assistenten die zijn gedood in Irak in plaats van dit soort ongelijke statistieken?”.

Mediamanipulatie

Deze media manipulatie vanuit de VS begon echter niet in 2003. John Catalinotto van het International Action Center (IAC) maakte deze som: “935 leugens. De bende van Bush loog 935 keer tussen 11 september 2001 en 19 maart 2003, om de invasie van Irak te rechtvaardigen. Bush zelf loog 259 keer. De grootste leugen was dat Irak ‘massavernietigingswapens’ had en dat Saddam Hoessein met al-Qaida samenwerkte.”

“Waarom is het aantal leugens belangrijk? Er waren 935 mogelijkheden om de leugenaars te ondervragen. Deze 935 leugens zijn het bewijs dat de gehele Amerikaanse heersende klasse verantwoordelijk is voor het complot om oorlog te voeren tegen Irak.”

“De miljoenen mensen die tegen de oorlog marcheerden wisten dat dit leugens waren. Je hoefde daarvoor geen Einstein te zijn. De hele heersende klasse en haar instellingen spanden echter samen. Het ministerie van defensie ging gewillig mee. Het ministerie van buitenlandse zaken bezorgde de valse verklaringen aan de VN. Het Congres stemde de fondsen.”

“Geen enkel groot mediaconcern heeft de beleidsmakers over deze leugens kritisch ondergevraagd. De invloedrijke New York Times en de Washington Post steunden de oorlog. Evenmin heeft de media toegestaan aan de tegenstanders van de ??oorlog om de leugens bloot te leggen.”

The Common Ills, zowat de beste blog om de situatie in Irak te begrijpen, reageerde op 18 december 2012 geschokt over het niet vermelden van een moord op een Iraakse journalist door het CPJ: 

“Ziyad Tarek ontbreekt in hun lijst (het gaat hier niet over de in 2007 vermoorde journalist met ongeveer dezelfde naam, waar ik met mijn CPJ vriend maar bleef over discussiëren). Al-Shorfa rapporteerde over de dood van Ziyad Tarek in november 2012 dat hij werd gedood in Baqubah door een sticky bomb aan zijn auto. Dat is moord, CPJ, en hij was “het belangrijkste nieuwsanker” van het Diyala satelliet-tv station.”

“Aan de telefoon vorige week vertelde CPJ me dat ik in de war was en dat ik verwees naar Ziad Tarek al-Dibo die in 2007 overleed. Nee, ik was niet in de war. Het CPJ is verward. Ziad Tarek al-Dibo stierf in oktober 2007. Dat is niet dezelfde als degene die in november 2012 werd vermoord. Zoals ik al zei aan de telefoon, worden jullie verondersteld om een ??professionele belangengroep te zijn en jullie kunnen niet eens de feiten deftig op een rijtje krijgen?”

“Dus ja, dat is wat mij werd verteld. Ze hebben die moord nog steeds niet vermeld op hun lijst. Ze willen aandacht voor hun nieuwste ‘rapport’ – ze kunnen niet eens deftig het aantal doden in Irak vermelden (het rapport zou je de indruk kunnen geven dat dit jaar in Irak GEEN ENKELE journalist stierf) – en ze kunnen e-mailen en bellen, maar ze kunnen de verdomde feiten niet deftig vermelden. En dan zouden ze serieus willen genomen worden?”

“Ik heb niet gesmeekt voor een stuiver en ben dat ook niet van plan. Maar het CPJ smeekt wel voor centen. En dan kunnen ze hun werk nog niet behoorlijk doen?”

Nog een aantal statistieken

DeWereldMorgen.be

Meer dan 36 procent van alle moorden op mediaprofessionals wereldwijd tussen 2003 en 2013 deed zich voor in Irak. Het is dus met grote voorsprong het dodelijkste land voor mediaprofessionals.

DeWereldMorgen.be

Irak was onafgebroken het dodelijkste land voor mediaprofessionals van 2003 tot 2008, in 2010-2011 en in 2013 (als je media-activisten en burgerjournalisten niet meetelt, want dat zijn ‘media-amateurs’). De grafiek hierboven vergelijkt de cijfers van RSF voor de rest van de wereld met de cijfers van The BRussells Tribunal voor Irak.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!