Opinie, Nieuws, België, Integratiesector -

Integratie en inburgering: centralisatiedrang versus middenveld

Minister van Integratie Geert Bourgeois wil de integratiesector grondig hertimmeren. De N-VA-minister wil alle organisaties met wortels in het (kritische) middenveld onderbrengen in een nieuwe structuur. Dat wordt een dure operatie, vindt de inspectie van Financiën. Ook Johan Leman, voorzitter van het Regionaal Integratiecentrum vzw Foyer in Molenbeek, vindt de afschaffing van het middenveld geen goed idee.

maandag 25 februari 2013 18:28
Spread the love

We hebben het net vernomen: de inspectie van Financiën heeft Vlaams minister voor inburgering en integratie Geert Bourgeois laten weten dat zijn hervormingsplan (de centraliserende opslorping in een agentschap) te duur en te ingewikkeld is. Jammer dat de minister het niet nodig heeft geoordeeld om dit aan de parlementsleden mee te delen. Zijn antwoord dat het rapport openbaar is, overtuigt niet. Zo’n rapport verdient een debat, met argumenten voor en tegen.

Enkele argumenten

Argument 1 van de minister: de hervorming maakt een einde aan het onoverzichtelijke kluwen van organisaties.

Antwoord: even toetsen aan Brussel-19. In dit hoofdstedelijk gewest van meer dan 1 miljoen inwoners zijn welgeteld 3 organisaties aan het werk in die sector: Foyer, Bon en Brussel-Onthaal. Dit is dus, te Brussel, het zogenaamde onoverzichtelijke kluwen.

Argument 2 van de minister: de hervorming zal tot een betere stroomlijning leiden tussen alle initiatieven.

Antwoord: durft wie iets af weet van de plaatselijke toestanden echt stellen dat de uitdagingen dezelfde zijn in Kortrijk als in Brussel? Beide plaatsen zijn me zeer goed bekend. Welnu, het beleid daartussen stroomlijnen (tenzij wellicht voor inburgering, aspect cursussen Nederlands, en dan nog) is een ongewenste operatie, want disfunctioneel.

Argument 3: het wordt goedkoper.

Antwoord: minstens voor wat Brussel betreft, zal het nieuwe beleid een heel stuk duurder worden. Behuizing, om hier al mee te beginnen. Vervolgens, de werkcultuur die het normaal voor geëngageerde medewerkers (‘middenvelders’) acceptabel maakt om ook in het weekend en wanneer nodig na 17u te werken, valt weg. Wie in zo’n stad na 17u en in het weekend afwezig is, en daar bovenop ook nog eens buiten Brussel woont, is concreet gesproken gewoon afwezig en telt niet meer mee in Brussel. Twee mogelijkheden om dit op te vangen: of er komen nieuwe initiatieven (die op hun beurt na enige tijd financiële ondersteuning zullen vragen), of er komt een duur systeem van betaalde overuren binnen dit agentschap. Wie ooit iets beheerd heeft op het terrein, weet dit. Duurder wordt het in alle geval, en of!

Argument 4: de sector wenst dit.

Dit is waar voor een aantal inburgeringsinitiatieven (waar het vooral om dienstverlening gaat). Dit is, op een kleine uitzondering na, absoluut niet waar voor de integratiesector die aan sociale cohesie werkt.

Het middenveld ontmanteld

Het middenveld is traditioneel een ruimte voor experiment, engagement, koppeling van professionaliteit aan vrijwilligheid, betrokkenheid van plaatselijke bewoners, en van complementariteit tegenover elke te verregaande verambtelijking van het sociale leven. Het is ook een typische doorgangsruimte voor jonge mensen naar een later en groter engagement, waarbij ze zich op volwassen wijze al vallend en opstaand (ook tegenover hun eigen eerste engagementen) leren engageren in de samenleving. Meestal wordt het gekenmerkt door een mengeling van continuïteit en discontinuïteiten. Het is bij uitstek een zone van ‘aanleren van democratisch omgaan met de samenleving’. (Ik vind dat dus niet uit, je leest het bij allerlei grote, internationale auteurs en ik moet toegeven dat dit perfect overeenstemt met wat ik zelf al die jaren steeds ervaren heb)

Maar dit profiel betekent niet, dat het middenveld synoniem is voor minder professionalisme. Integendeel. Maar het wordt helaas meestal wel als minder professioneel behandeld door beleidmakers en ook door academici. Zelf ben ik iemand die zich heel zijn leven bewogen heeft op drie terreinen: het middenveld, het academische en een tijdlang het publiek-ambtelijke. Ik heb aan den lijve ondervonden dat ik anders behandeld werd naar gelang van het petje dat ik opzette. Nochtans was ik altijd dezelfde mens in alles wat ik deed. En ik kan u verzekeren dat ik een groot deel van mijn professionaliteit bij het les geven haalde uit het middenveld.

De verschillende behandeling van de sectoren stemt tot nadenken. Wat speelt er toch in het hoofd van sommige beleidmakers om zo op dat middenveld neer te kijken? In het beste geval erkennen ze er de “inzet”, “vrijwilligheid” van, zelden of nooit de professionaliteit. Nochtans – ik kan het u verzekeren – heb ik me heel vaak vertwijfeld aan de haren getrokken toen ik zag hoe ver sommige academici met al hun oplossingen van de concrete werkelijkheid verwijderd bleven.

En dan heb ik het nog niet over de vele ex-studenten die plots van vandaag op morgen, zonder enige terreinervaring, beslissingen mogen nemen in politiek of ambtenarij met een weerslag op wat gebeurt in het middenveld, gewoon omdat ze toevallig de goede partijkaart hadden.

Welnu, het doet me pijn om te zien hoe een Vlaamse regering met de ‘goodwill’ en de expertise van dit middenveld sjoemelt, gewoon omdat men er het verschil niet kent tussen een ambtelijke opstelling, een dienstverlening en de functie van een middenveld. Alle drie zijn nodig, maar het middenveld heeft even veel reden van bestaan als de dienstverlening en de ambtelijke begeleiding. En een middenveld, gepatroneerd door een centrale afstandelijke instantie is geen middenveld meer. Ik hoop dat enkele mensen in het parlement de minister hiervan nog tijdig kunnen overtuigen.

Samenwerking

Is er dan geen vraag naar betere samenwerking tussen allerlei initiatieven? Ja, maar die is op veel plaatsen met traditie nu al goed van de grond gekomen. Men heeft echt niet op Ernst & Young gewacht om dit te ontdekken. De nood heeft daar vanzelf toe geleid. Voor de rest, en sorry dat ik weer eens voor Brussel spreek, realiseer ik me dat je veel gemakkelijker met het Brussels gewest en met Brusselse burgemeesters zal omgaan vanuit de huidige bestaande situatie dan vanuit een Vlaams centraliserend agentschap dat niet-Brussels is. Concreet zal een gevolg voor Brussel-19 zijn, dat de contacten met de gemeenten en met het Gewest zullen vervagen in plaats van te verbeteren.

Dat er werkingen zijn die een overstap naar een agentschap heel goed zien zitten, wil ik aanvaarden. Laat die werkingen, die meestal werkingen zonder middenveld-traditie zijn maar dienstverleningsorganen, gerust die stap naar een agentschap zetten en als na een vijftal jaren blijkt dat dit zo goed werkt, kunnen de anderen nog altijd aangemaand worden om zich daarbij aan te sluiten. Maar laat het middenveld ondertussen zijn meestal schitterend werk verder zetten. Daar wordt echt veel minder geklungeld dan de minister blijkbaar denkt.

take down
the paywall
steun ons nu!