Opinie, Nieuws, Europa, Samenleving, Racisme, Roma, Europese Unie, EU, Discriminatie, Slovakije - Janette Danyiova

Hedendaags onbegrensd racisme tegen Roma in Europa

Roma vormen de grootste etnische minderheidsgroep van de Europese Unie (EU) en zijn tegelijk ook de meest onderdrukte. Bijna overal in de EU worden hun fundamentele mensenrechten hetzij bedreigd, hetzij fundamenteel geschonden. Racistisch geweld tegen Roma dateert in Slovakije al van 1993. Een overzicht van de toenemende rassenhaat en de ontkenning en banalisering van anti-Roma-racisme.

dinsdag 18 september 2012 18:15
Spread the love

“Een kwestie van verveling en zoeken naar kicks of zijn we gewoon onverschillig geworden?”

Bedreigingen, beledigingen, slagen en verwondingen van gewoon op straat rondlopende Roma markeren het begin van een opkomende rassenhaat. Gewelddadige aanvallen met koevoeten en messen, brandstichtingen van hun huizen en in brand steken van Roma die eerst met  benzine werden overgoten, waren in 1995 al veel voorkomende verschijnselen.

Voor meer gedetailleerde informatie over het gewelddadig racisme tussen 1993 en 1995 kan het goed gedocumenteerde  rapport van 1997 van het European Roma Right Centrum (ERRC) European Roma Right Centre (ERRC) : The European Roma Rights Centre (ERRC) is an international public interest law organisation working to combat anti-Romani racism and human rights abuse of Roma through strategic litigation, research and policy development, advocacy and human rights education. www.errc.org [/fn]. Het ERRC is een internationaal centrum dat de situatie van de Roma in Europa opvolgt met betrekking tot hun mensenrechten en biedt ook rechtsbescherming in geval van schendingen.

De eerste golf van migratie van Oost-Europese Roma naar West-Europa gebeurde in eerste instantie vanwege hun zoektocht naar bescherming en veiligheid. In West-Europa daarentegen werden berichten verspreid dat deze Roma vooral op zoek waren naar ‘geluk’.

Hier werd alvast waarheid weggeschreven over de redenen voor deze migratie, omdat ze werd gestoeld op louter sociaaleconomische gronden. De Roma ontkenden hun kwetsbare sociale en economische leefsituatie niet maar deze was, in tegenstelling tot wat door beleidsvoerders en media werd geopperd, het gevolg van hardnekkige en actieve discriminatie op meerdere vlakken, zoals werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg en administratieve overheidsdiensten.

Tijdens het communisme in Tsjecho-Slovakije had elke Roma werk. Ze waren vooral arbeiders. Slechts weinigen waren hoog opgeleid.  Roma’ s hadden toen dus nog werk en zin in het leven. Dit veranderde drastisch na de val van de muur in 1989. Het waren Roma die als eersten hun banen verloren. Sindsdien is hierin geen verbetering gekomen, integendeel: de discriminatie op de arbeidsmarkt is alleen maar toegenomen. Intussen werden Roma echter niet gehoord, noch werd hun precaire leefsituatie in hun land van herkomst door West-Europa ernstig genomen.

Bijvoorbeeld, ze  werden niet erkend als vluchteling in West-Europese landen en men nam al over tot de gedwongen terugkeer naar hun land van herkomst. Ook België ging hier niet vrijuit en bevuilde haar handen. In 1999 organiseerde België een collectieve terugkeer van 74 Roma’s uit Gent en Tienen.

Deze Roma werden toen naar de politiebureaus gelokt met een misleidende list. Ze werden opgeroepen om hun asieldossier te komen vervolledigen in het gemeentehuis, waarna ze  onmiddellijk werden opgepakt en gerepatrieerd. Onder de uitgewezen Roma bevonden  zich zowel uitgeprocedeerde als niet uitgeprocedeerde Roma asielzoekers. Een golf van protest tegen de uitwijzingen en een klacht bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens leidde in 2002 tot een veroordeling van België voor schending van de mensenrechten. Zie het arrest in voetnoot European Court of Human Rights ‘HUDOC’: Arrest ECHR 2002 in de zaak Conka/Belgische Staat. België werd veroordeeld wegens het organiseren van collectieve uitwijzingen eind 1999 van Roma zigeuners. Het Hof stelt dat de Belgische praktijk een schending inhoudt van artikel 4 van het 4de protokol van het EVRM. Bovendien werd België veroordeeld wegens de schending van het recht op persoonlijke vrijheid zoals geformuleerd in artikel 5, 1 en 4 van het E.V.R.M. omdat de zigeuners, in casu de familie Conka, met een list naar het politiebureau te Gent werden gelokt. Ten derde schendt België artikel 13 van het E.V.R.M. (Recht op een daadwerkelijk Rechtsmiddel) omdat het feitelijk onmogelijk was voor de familie Conka om de voorziene beroepen tegen hun uitwijzing in te dienen. Ten laatste stelt het arrest ook dat artikel 13 geschonden werd omdat er werd overgegaan tot uitwijzing van de familie Conka tegen het feit in dat er nog een procedure hangende was bij de Raad van State. U vindt het arrest op http://www.echr.coe.int/hudoc.[/fn].

Dit heeft niet verhinderd dat in 2004  Slovakije samen met andere Oost-Europese landen zoals Hongarije, Polen, Tsjechië, Slovenië enz., ondanks het blijvende racisme en de discriminatie van Roma, toch tot de EU toetraden, lees: ‘werden toegelaten’.

Wie tot de EU toetreedt, wordt beschouwd als een democratisch land, toch? Voor vele Roma betekende dit een lakse en gevaarlijke zet van de Europese Unie. De Europese Unie verloor hiermee meteen ook haar gezag of autoriteit om deze landen, die zich schuldig maakten aan ernstige schendingen van de mensenrechten van Roma, te blijven vermanen.

Het betekende voor vele Roma in Europa een Europese ontkenning van de schending van hun fundamentele mensenrechten in hun land van herkomst, die zich duidelijk meer en meer stoelt op grond van een veroordeling van ras en etnische afkomst. Een betutteling, een gesus en een misleiding door Europa, evenals een miskenning van de ernst van de situatie, zo kan het Europese beleid worden omschreven.

De EU stelde dat het bestrijden van racisme en discriminatie nog steeds haar aandachtspunt blijft ten aanzien van deze landen. Dit, zo stelde men, zou het  EU-lidmaatschap van de nieuw toegetreden landen niet kunnen veranderen. Men zou te werk gaan middels  nieuwe antidiscriminatie- en antiracismewetten, die een betere aanpak van racisme zouden garanderen. Hetzelfde werd verwacht van de oprichting van ombudsdiensten en het bevorderen van de integratie ten behoeve van Roma.

De fundamentele mensenrechten van Roma in de lidstaten van EU

Hoe ver zou je gaan als mens om zowel je leven als je menselijke waardigheid en die van je kinderen te beschermen en ervoor op te komen? Hoeveel leed en onrecht kun je als mens verdragen? Waar liggen de grenzen van de onderdrukking die je menselijke waardigheid aankan?

Ik was diep getroffen en verontwaardigd en dit waren mijn eerste vragen bij de lichtzinnige aanpak sinds 2008 van het racisme en de hardnekkige discriminatie tegenover Roma in Europa. In 2009 zag ik per toeval op een Slovaakse televisiezender hoe Roma uit hun huizen werden gezet. Men zette Roma-gezinnen gewoon op straat  zonder hen enig ander alternatief te bieden.

Kort daarna is men ook gestart met het optrekken van hoge muren die niet-Roma van Roma scheiden. Leven als Roma aan de rand van de maatschappij was blijkbaar in die landen niet voldoende voor de bevolking en ook niet voor de overheden. Men zou ze ook inkapselen en isoleren.

De Slovaakse staatssecretaris van het ministerie van Arbeid, Sociale Zaken en Gezin, Lucia Nicholsonova, zei herhaaldelijk in de pers: “Het zijn enkel de strijders van mensenrechten die de muren bekritiseren en dramatiseren, in werkelijkheid is het niet zo erg”.  Een geïnstitutionaliseerde rassensegregatie?

Dit deed mij denken aan de apartheid in Zuid-Afrika, dat toen werd gepredikt als een “goed nabuurschap en gescheiden ontwikkeling”. Ik geloofde mijn ogen niet: “Is dit echt aan het gebeuren?” Dat dit gebeurde en geaccepteerd werd in landen van de Europese Unie, deed voor me een alarmbel klinken. Het maakte me angstig.  

In maart 2009 kwam in Slovakije, in de stad Košice, een video aan het licht waarin te zien is hoe meerdere politieagenten 6 Roma-kinderen zwaar mishandelen en in hun integriteit raken. Deze kinderen werden gedwongen om elkaar in het gezicht te slaan, waarna ze elkaar moesten kussen.

De politieagenten waren hierbij dolle aanzetters van geweld tussen de kinderen volgens hun pervers of infantiel scenario. De kinderen werden verplicht om zich volledig uit te kleden, waarbij de politieagenten luidkeels lachten en de kinderen door hun dwingend optreden de angst op het lijf joegen.

“Waar gaat onze beschaving naar toe?”, dacht ik toen. Mijn verontwaardiging en angst waren evengroot als het weerzinwekkende genot dat deze politieagenten beleefden. Dit was tegelijk ook een machtsmisbruik door autoriteitsbekleders en beschermers van het volk. Het deed mij  denken aan het sadisme van het fascistische regime tijdens de Tweede Wereldoorlog. 

Al snel kwam ik tot het besef dat er iets ernstig mis is in de EU. Niet enkel wegens de wrede daden en feiten, maar ook ingevolge de manier waarop men deze banaal ter uitvoering brengt en omdat ze onbestraft blijven en de Roma onbeschermd achterlaten.

Slovakije

Toch werd al in 2007 in de Slovaakse pers gealarmeerd voor  de toename van de racistische aanslagen op Roma. Volgens een onderzoek in 2008 door het Instituut voor Publieke Zaken (IVO) is er in vergelijking met vorige jaren een aanzienlijke toename van rassenhaat en het schenden van mensenrechten vastgesteld. 

De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) heeft in haar vierde periodiek verslag over Slovakije van 26 mei 2009 gesteld dat sinds 2006, toen de coalitieregering aan de macht kwam met de Slovaakse Nationale Partij (SNS) als coalitiepartner, een verontrustend racistische politiek discours steeds meer ingang heeft gevonden en dat dit nog toeneemt.

Die laatste opmerking is vooral gericht tegen de Hongaarse minderheid in Slovakije, alsook tegen de Roma en de Joodse gemeenschap. Bovendien wordt in het verslag opgemerkt dat er geen maatregelen of sancties worden genomen.

In dezelfde periode is er ook door het ERRC een rapport gepubliceerd dat voor de periode van 2008 tot 2010 melding maakt van 75 aanvallen gepleegd op Roma in Tsjechië, Hongarije en Slovakije. De cijfers en vaststellingen moeten ernstig genomen worden. Het gebruik van molotovcocktails, traangas, handgranaten en het gebruik van vuurwapens komt veelvoudig voor.

Het ERRC wijst ook de overheden van Oost-Europese landen op hun falend beleid in de aanpak van dit racistisch geweld. De opkomst en groei van extreemrechtse partijen in Oost–Europa gaat gepaard met een enorme toename van geweld op Roma. Extreemrechtse partijen winnen in toenemende mate de sympathie van de burgers bij de verkiezingen.

Hongarije

Zo behaalde Jobbik, een extreemrechtse partij in Hongarije,  17 procent van de stemmen met een racistische campagne tegen Roma. Door de Hongaarse straten patrouilleren burgermilities in uniformen. Zij zijn deel van de ‘Burgerwacht voor een Betere Toekomst’, die een paramilitaire organisatie is, verbonden met Jobbik.

Deze Hongaarse Garde wordt door de pers fascistisch en antisemitisch genoemd. In 2008 en 2009 hadden in Hongarije een reeks racistische aanslagen plaats op Roma-burgers. Er werden aanslagen gepleegd  op 16 Roma-huizen (lees: gezinnen) met brandende molotovcocktails en er werden 63 kogels afgevuurd.

Van 55 slachtoffers van deze aanslagen waren er vijf zwaar gewond, 6 Roma werden gedood, waaronder ook twee kleine kinderen. Later werd door officiële bronnen bekend gemaakt dat de politie hierover was ingelicht en niet heeft ingegrepen. De film ‘Just the wind’ Just the Wind (Hungarian: Csak a szél, 2012) is een Hongaars drama geregisseerd door Benedek Fliegauf. The film nam was inzet in de competitie van de 62ste Berlijns Internationaal Film Festival, waar het Grote Prijs van de Jury won. The film werd geselecteerd als de Hongaarse inzet voor de Best Foreign Language Oscar op de 85ste Academy Awards.[/fn] is gebaseerd op deze gebeurtenissen en aanslagen in Hongarije.

De Hongaarse Garde werd officieel verboden en ontbonden in 2009. Echter, dit belet niet dat deze groep tot vandaag de vrijheid heeft om publiek op straat te manifesteren. In 2010 marcheerden ze met duizenden leden door Roma wijken. Vele Roma werden geëvacueerd uit vrees voor intimidatie en geweld.

Dit is vandaag, dit is augustus 2012. Ze organiseerden een bijeenkomst waarna ze uitrukten naar de Roma-wijken, er met veel machtsvertoon doorheen marcheerden, de Roma tot oorlog opriepen en de uitslag al meteen luidkeels de straten inriepen: “Jullie zullen hier sterven!”.

Recentelijk werd in Hongarije een Roma-garde opgericht ter verdediging en bescherming tegen de neonazi’s, omdat Roma er niet kunnen rekenen op bescherming door de overheid. De spanning in Hongarije is zeer hoog maar niet alleen daar.

Tsjechië

In Tsjechië verspreidt men vandaag zelfs rassenhaat via de openbare omroep. Een extremistische Nationalistische Partij in Tsjechië zond een televisiespot uit waarin wordt opgeroepen  tot “een finale oplossing van het zigeunervraagstuk”.

Ook in Slovakije maakten de politieke extreemrechtse partijen gebruik van racistische slogans en wonnen met dit politiek programma 12 procent van de stemmen.

Servië

In Servië werd in 2011 een Roma-jongen op weg naar school aangevallen en beledigd door drie mannen. Er zijn ook verschillende getuigenissen bekend van politiegeweld tegen Roma. In Servië worden Roma ook weggedreven uit hun huizen. Uit een recente bezoek van de kinderrechtencommissaris uit België blijkt dat Roma in Servië in extreme armoede leven, geïsoleerd van de rest van de maatschappij. Ze zijn regelmatig het doelwit van racistische aanslagen.

Macedonië

In Macedonië is in 2011 een Roma-jongen van 17 jaar aangevallen en neergestoken door een niet-Roma-jongen. Reden: verkeerde etniciteit.

Bulgarije

In Bulgarije heeft de dood van een jonge man die geraakt werd door een voertuig in 2011 geleid tot gewelddadige anti-Roma-demonstraties. Waar is de link?

Rusland

Ook in Rusland werden er verscheidene gevallen van politiegeweld tegen Roma gemeld. In januari 2012 had een  georganiseerde aanval plaats op een van de Roma-nederzettingen. Ze werd gepleegd door de politie van Uzgorod, Oekraïne. Roma, waaronder vrouwen en kinderen, werden geslagen, uitgescholden en er werd zelfs traangas gebruikt.

Italië

Maar ook in West-Europa zijn de Roma steeds meer het middelpunt van racisme geworden. Dat is verontrustend, dichter bij huis, en onder het oog van de erfgenamen van de Verlichting. In Italië voeren extreemrechste partijen al langer een openlijk racistisch betoog tegen Roma.

De inzet van media ter verspreiding van haat tegen Roma is in Italië al langer een realiteit. In 2007 werd in Rome een Roma-kamp belaagd met brandbommen. De burgemeester liet vervolgens het kamp ontruimen en vernietigen. In 2008 besloot de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, Roberto Maroni, om Roma-kampen te ontruimen en de Roma te deporteren.

Kort nadien werd in Napels een kamp met molotovcocktails bestookt en werden de bewoners met stenen verjaagd, zoals men al eens ook met rondzwervende honden doet. In die periode werden er dus duizenden Roma’s in Italië uit hun kampen verdreven en werden hun huizen vernietigd. Dit zet zich verder tot op vandaag.

In 2011 heeft het ERRC vier gewelddadige massale aanvallen tegen Roma in Italië geregistreerd, waarbij huizen in brand werden gestoken en gewapende aanvallen plaats vonden. Na een valse beschuldiging van verkrachting door een Roma in Noord-Italië, volgde een reeks gewelddadige aanvallen op een Roma-nederzetting.

Uit een onderzoek door het ERRC in 2011 bleek dat 26 procent van de Roma-vrouwen in Italië, slachtoffers waren van aanslagen door politie met inbegrip van fysieke geweld, vernederende behandeling, verbaal geweld en seksuele intimidatie.

Frankrijk

Volgens de melding van het ERRC zijn er in Frankrijk  verschillende aanvallen op Roma gemeld en klachten ingediend, maar weinige werden onderzocht en vervolgd. Brandstichting van Roma-huizen waarvan er zeven werden gemeld, resulteerde in  een dode Roma, zonder gevolg.

In Frankrijk werd onder het presidentschap van Nicolas Sarkozy aangekondigd om Roma-kampen te liquideren en de Roma te deporteren. De EU heeft toen Frankrijk kritisch vermaand inzake haar gevoerde beleid terzake.

Dit jaar heeft de nieuwe president van Frankrijk, François Hollande, echter de praktijk van toenmalige president Sarkozy ongewijzigd kunnen voortzetten. Roma in Frankrijk worden ook op heden weggedreven en verjaagd. Recent heeft Frankrijk een akkoord bereikt met de overheid in Roemenië om Roma terug te sturen. Roemenië heeft hierbij de belofte gemaakt dat het land de integratie van Roma zal ondersteunen.

Dit voornemen lijkt niet te conflicteren met een beleid in Roemenië dat Roma isoleert door het optrekken van muren en hen gevangen neemt in een onleefbare situatie. In de getuigenis van Roma en een bericht onlangs op de BBC wordt deze situatie ook bevestigd: “We are like prisoners here”, dixit Roma in Roemenië.

Maar de overheid stelt welgemeend dat ze deze muren optrekt ‘voor hun eigen veiligheid’. Verder stellen ze zich weinig vragen. Men doet alsof Roma een bedreigde diersoort zijn.

In 2010 heeft de Roemeense minister van Buitenlandse Zaken in het openbaar ook gesuggereerd dat Roma genetisch voorbestemd zijn voor de criminaliteit. De parlementsleden in Roemenië hebben ook een goede legislatieve poging ondernomen om de naam ‘Roma’ officieel te wijzigen in ‘zigeuner’, om zo het kaf van het koren te scheiden en de verwarring met de naam ‘Roemenen’ te vermijden.

Griekenland

In Griekenland is het racisme ook fors toegenomen. Recent werd er melding gemaakt van honderden racistische aanvallen op migranten en etnische minderheden in amper een half jaar tijd. In amper drie weken (augustus 2012) werden er 20 migranten neergestoken.

In Griekenland manifesteert zich de politieke partij ‘Gouden Dageraad’ met racistische uitspraken en gewelddaden. Voorafgaand aan de verkiezingen verklaarde het parlementslid Panagiotaros het volgende: “Als Gouden Dageraad deel wordt van het parlement, zullen we overgaan tot aanvallen op ziekenhuizen en crèches. Doel: migranten en illegalen de straat opvegen, zo dat plaats kan worden geruimd voor de ‘Grieken’”. 

Hou nog even vol en neem nog verder kennis van het lot van Roma in Europa.

Duitsland

Jammer genoeg, maar Duitsland doet het ook niet beter. Een reeks moorden en aanslagen op migranten, in de pers de  ‘kebabmoorden’ genoemd, hebben Duitsland in grote beroering gebracht. Uiit een recente berichtgeving van de federale politie van Duitsland, werd het land gewaarschuwd voor grote neofascistische aanslagen, maar dit keer niet enkel gericht tegen migranten, maar ook tegen politie, prominenten en politici.

Groot-Brittannië

In Groot-Brittannië hadden in augustus 2012 verschillende onverwachte razzia’s plaats gericht tegen Roma van Slovakije en Tsjechië. Ze werden in gang gezet door de overheidsdienst bevoegd voor het ‘welzijn’ van kinderen, de evenknie van de Bijzondere Jeugdzorg in België, waarbij onaangekondigd werd beslist tot plaatsing van Roma-kinderen.

Volgens officiële bronnen in Slovakije en getuigenissen van Roma in Groot-Brittannië, werden Roma-ouders en kinderen niet vooraf betrokken of aangesproken door de diensten voor kinderbescherming. Zelfs na de plaatsing van hun kinderen werden ouders en kinderen niet geïnformeerd over de reden van plaatsing, van het wegrukken van kinderen uit hun gezin.

Het Britse ministerie gaf geen verklaring voor de vraag van de Slovaakse overheid over dit optreden en de getroffen Roma-families werden onder druk gezet door de betrokken overheidsdiensten om niet het woord tot de pers te richten.

Toch hebben verschillende Roma-families wel het lef gehad om de pers te woord te staan en hun getuigenis gebracht, ondanks de angst bij Roma-gezinnen om hun kinderen te verliezen. Deze angst heeft goede grond, omdat in Engeland de gangbare procedure voor gedwongen adoptie al start één 1 jaar na plaatsing in een pleeggezin wanneer wordt geoordeeld dat een terugkeer naar het gezin van herkomst – uiteraard in het belang van het kind – niet mogelijk is.

Een Britse advocaat heeft in de pers getuigt dat de procedure van de gedwongen adoptie in Groot-Brittannië eigenlijk een business is geworden. Hij beschuldigt de Britse overheid van kinderhandel. Wat in deze zaak vooral opvalt, is dat deze operatie en haar onderliggende motieven afgeschermd worden van openbaarheid,  getuige het ontbreken van gewag hierover in de Belgische pers. Tot vandaag leven ook Roma-gezinnen in Groot-Brittannië met hun kinderen in angst.

België

In 2006  had ook in België racistisch geweld plaats. Voorbeeld: de zaak-Hans Van Themsche en kort nadien de racistische aanslag met vier messteken op een Slovaakse Roma-jongen uit Tienen, om er maar enkele te noemen.

Het laatste incident betrof mijn broer. Destijds waren we Slovakije ontvlucht precies vanwege het racisme en de dreiging die we ervaarden van extreemrechste partijen en neonazi’ s. In het land waar we dachten geborgen te zijn en veiligheid te vinden, werden we andermaal geraakt.

De toestand anno 2012

Volgens het rapport (2012) van het Europees Netwerk tegen Racisme (ENAR) zijn zwarten, moslims en zigeuners het meest kwetsbaar voor racisme en discriminatie. Het Europees Netwerk tegen Racisme stelt aan de kaak dat er geen enkel officiëel rapport met cijfers of een specifieke analyse rond dit probleem bestaat in België.

Racisme is een ‘structurele realiteit’, ook in Belgie, stelt  ENAR. Het leven van de Roma in België, die in precaire leefomstandigheden vertoeven, wordt om de dag ook steeds schrijnender. Wonen in kraakpanden en leven op straat met kinderen, is een bekend gegeven ook voor de burgers die in de zelfde stad wel beschikken over een woonst. Bedelende Roma zijn deel van ons straatbeeld geworden. Er is geen oplossing, noch een begin ervan gemaakt. 

We willen een kleine tussentijdse, maar niet mis te verstane conclusie maken: Roma worden in heel Europa stelselmatig uit hun kampen en huizen gezet.

Extremistische politieke partijen en het verspreiden van haat middels het vrij hanteren van  een anti-Roma-retoriek en acties, is heden een realiteit in Europa. Het gebeurt bij ons, in ons bed dus, ons nest.

In Slovakije was men al meer dan vijf jaar bezig met een praktijk van wegdrijven van Roma. Dit jaar, in 2012, heeft men in Slovakije echter nog een stap verder gezet met het systematisch vernietigen van huizen van Roma.

Er werden zelfs gronden in de stad Krasna Nad Horkou, waar vele Roma wonen, verkocht aan Marian Kotleba, de leider van een extreemrechtse groep, die ook op politiek vlak actief is. In 2010 heeft hij de politieke partij LSNS (?udová strana Naše Slovensko) opgericht en zich verkiesbaar gesteld. Onlangs heeft hij in niet mis te verstane termen laten weten dat hij orde op zaken zal stellen wat de Roma betreft.

Roma intimideren en het verspreiden van berichten van intolerantie tegen etnische en religieuze minderheden is vandaag een verontrustende, maar te weinig besproken en onderkende realiteit. Het racistisch geweld op Roma neemt elke dag ook fors toe.

De meest recente gebeurtenis dateert van juni 2012 en had plaats in de stad Hurbanovo in Slovakije waar een politieagent in burger naar een Roma-wijk trok en in het wilde weg begon te schieten op Roma-burgers. Drie Roma-mannen werden doodgeschoten.

Na de begrafenis van deze drie overleden Roma, werd ik nog dieper geschokt door nieuws over wat daarop volgde. Amper een week of twee na de begrafenisplechtigheid kreeg een extreemrechtse groep, onder leiding van dezelfde extreemrechtse nationalist Marian Kotleba, de toelating van de burgemeester van de stad Hurbanovo, Margita Zemkova, om een bijeenkomst te houden op de plaats van de dramatische gebeurtenis, vlak tegenover het huis van de nabestaanden van de overleden gezinsleden.

Op de bijeenkomst zelf werd de politieagent, de dader van de drie moorden, als ‘held’ van het Slovaakse blanke ras vereerd.  Roma hebben dus blijkbaar ook hun recht om te rouwen verloren. Hoe ver kan je gaan in ontmenselijken?

Wat opvallend is bij al deze praktijken zijn de motivatie en de uitspraken ter rechtvaardiging van dit handelen. “De Roma wonen in onhygiënische, erbarmelijke huizen en we doen dit voor hun eigen welzijn en veiligheid”, dixit de verantwoordelijke overheden in de EU.

‘Welzijn’ wordt als grond van dit handelen ingeroepen. Wat een hypocrisie. Eerst worden Roma gediscrimineerd en gemarginaliseerd, waarbij hen alle kansen ontnomen worden om een menswaardig leven te kunnen uitbouwen en leiden.

Vervolgens, worden hen zelfs hun nog beperkte overlevingsmogelijkheden ontnomen en veroordeeld, dit wordt dan grond voor een rechtvaardig optreden. In deze beweging wordt ook allle verantwoordelijkheid voor de mensonwaardige levensomstandigheden boudweg aan de Roma zelf aangerekend.  Meer nog, de extreme armoede met alle mensonwaardige vormen die extreme armoede en marginaliteit kent, wordt kortweg aan ‘etniciteit’ gekoppeld, aan het Roma-zijn.

Men spreekt niet over armoede en sociale uitsluiting, alsook niet over discriminatie, maar over onverantwoordelijk gedrag en leefwijze van Roma ingevolge hun etniciteit (hun onfortuinlijk gen). Ze hebben een genetische afwijking, die onveranderbaar en dus onoplosbaar is.

Men predikt dan ook meer en meer een radicale oplossing. Het gevaar voor een herhaling van de geschiedenis is geen angstige gedachte, maar wordt steeds meer en meer dreigend reëel.

Horen wij Roma het woord nemen?

Roma kennen een lange geschiedenis van onderdrukking en uitsluiting, en zijn doorheen de geschiedenis al altijd zondebok geweest. Een zondebok is doorgaans goede camouflage voor wat er grondig misloopt in de samenleving. Het gebeurt ook dat men hen daarenboven een misplaatste identificatie met het slachtofferschap verwijt.

Zeker is dat Roma vaak slachtoffer zijn geweest, maar zij hebben hierop eerder gereageerd met een diep geworteld besef zelf voor hun overleving te moeten instaan en hiervoor zelf verantwoordelijkheid te moeten opnemen. Het is veeleer opvallend dat ze niet een slachtofferpositie opeisen, maar redden wat er te redden valt, voor hun kinderen en familie.

Het is eerder zo dat de ontkenning van hun maatschappelijke positie, waarbij hun menselijke waardigheid ernstig aangetast wordt en hun leven zelfs wordt bedreigd, maakt dat het verwijt aan hun adres van slachtofferschap hen bovendien ook een heel ‘menselijke’ reactie ontneemt. Nog een verdere stap in ontmenselijking van Roma.

Niettegenstaande de Roma sinds de val van de muur in 1989 wel degelijk het slachtoffer zijn geworden van verrechtsing, hebben zij zich eerder onderworpen aan de machten die hen onderdrukken en dit zonder luid geschreeuw. Het is eerder zo dat men hun stem niet hoort, ook niet in de hoedanigheid van slachtoffer.

Zeer kenmerkend in de geschiedenis van onderdrukking van Roma is dat ze amper voor hun menselijke waardigheid en rechten durven op te komen, omdat ze angst hebben voor nog meer repressie.

De extreme armoede, sociale uitsluiting en discriminatie koppelen aan etniciteit waar geen oplossing voor bestaat, is meer dan een intellectuele (on)bewuste misvatting, het is een misleiding met gevaar voor een verdeeldheid onder Roma zelf.

De verdeeldheid tussen Roma en niet-Roma is gegroeid door een bewuste politiek van verdeel-en-heers, waarbij de Roma in een isolement worden geduwd. Maar, deze politiek en de toename van angst heeft ook haar effecten onder de Roma zelf.

Tegelijk wordt hier een intens verlangen van de mens om erkend te worden door de ander voor Roma verdonkeremaand. Het verlangen om erbij te horen, om gerespecteerd en door de ander erkend te worden, is menselijk en evengoed geldig voor Roma. Het is van belang dat ook Roma zich van hun diep menselijk verlangen voldoende bewust zijn en hiervoor opkomen.

Zich minderwaardig voelen omdat men jou minderwaardig acht, is een gevolg voor elkeen die voorwerp is van discriminatie en racisme. Dat laatste heeft gevolgen voor de wijze waarop men al dan niet voor zijn verlangen naar erkenning opkomt en zich hierbij richt tot de ander.

Tot op heden wordt er niet onvoorwaardelijk geantwoord op deze fundamenteel menselijke wens en dit fundamenteel menselijk recht, maar nodigt men Roma uit om eerst te bewijzen dat ze dit recht waardig zijn. Roma worden dan uitgenodigd tot deelname aan een strijd waarin ze moeten bewijzen dat ze voldoende geïntegreerd zijn, de voorwaarde voor het genieten van erkenning door de ander en voor de toepassing van hun mensenrechten.

Deze ‘uitnodiging’ is een valkuil waar vele Roma inlopen. Roma onderwerpen zich aan deze vereisten of voorwaarden. Het is trouwens ook een goede methode om Roma te verdelen binnen de eigen gemeenschap tussen ‘goed geïntegreerde Roma en Roma die onvoldoende weerstand hebben kunnen bieden, aan de genetisch afwijking die hun etniciteit bepaalt en hen tot  parasieten maakt.

De etniciteit en identiteit van Roma wordt in het huidig discours over Roma gelijk gesteld met marginaliteit en parasitisme. Gevolg is dat alle Roma, zowel zij die in armoede leven als zij die er aan zijn ontsnapt, de ‘goed geïntegreerde Roma’, allemaal in de zak van de onaangepaste parasiet worden ondergebracht.

Ofschoon de situatie van Roma heel verscheiden is, is de politieke benadering van Roma daarentegen ongedifferentieerd. Ze is, zoveel is intussen duidelijk, een globale discriminatie van een etnische groep.

Het Roma-probleem is een probleem van een etnische groep. Het gevolg van deze definiëring van het probleem en de hiermee verbonden uniforme aanpak is dat Roma zich trachten te  onderscheiden, met als mogelijk gevolg het ontstaan van verdeeldheid en onverdraagzaamheid ook tussen Roma zelf. Hun krachten worden in hun sociale strijd niet gebundeld, maar steeds meer en meer verdund en ontwapend.

De goed geïntegreerde Roma, die denkt in vrijheid te leven en anders te zijn dan de Roma die in armoede en marginaliteit leeft, maakt zich een illusie. Het is van belang dat Roma zich bewust worden van hun situatie, waarin niet armoede aan de orde wordt gesteld, maar etniciteit. De eis tot integratie is een drogreden, een schaamlapje voor een politiek van segregatie en uitsluiting van een gehele groep.

In de probleemdefiniëring is elke Roma gelijk en het antwoord van de Roma dient best niet gezocht in een aantonen van de eigen aangepastheid, integratie en onderscheid met Roma die dit niet zijn. Het is noodzakelijk voor Roma dat ze deze valkuilen, die hen onderling zou kunnen verdelen, kunnen opmerken en ontwaren. Zo dat ze met zijn allen opkomen en een stem opnemen ten voordele van fundamentele mensenrechten en menselijke waardigheid.

Dit laatste is denk ik niet langer enkel een recht, maar wordt een plicht in een maatschappij die steeds meer afdrijft naar discriminatie, ongelijkheid … een samenleving waarvan ook Roma deel zijn.

Selectieve verontwaardiging: het is nog niet zo erg, toch?

Het is opvallend dat in gesprek met niet-Roma (dit is al veel minder het geval in een gesprek met Roma) over de situatie van Roma in Europa dikwijls onwetend tot zelfs geïrriteerd wordt gereageerd: “Het is toch niet zo erg, niet?” Neen, inderdaad, als men vindt dat het dodental van de Roma vanwege welke reden of grond dan ook, te minimaliseren valt. “Ze worden toch niet naar de gaskamers gebracht, zoals tijdens de Holocaust is gebeurd?”

Neen, inderdaad, ‘nog’ niet. Maar moet men daar dan op wachten dan? De stijgende cijfers van het dodental van Roma burgers in de EU spreken voor zich. Het doet wel denken aan een nieuwe versie van een ‘Endlösung’, om de eenvoudige reden dat Roma in Europa niet als mensen worden beschouwd.

Hun rechten worden fundamenteel geschonden. Ze zijn ‘ondermensen’ en in het beste geval wordt hen nog gevraagd om aan te tonen dat ze mens zijn (lees: mogelijkheden hebben tot integratie).Endlösung: Untermenschen (Duits voor “ondermensen”) genoemd werden. Naast Joden waren dit onder andere zigeuners, gehandicapten, communisten en homoseksuelen. [/fn]

Wat maakt dat men door de brutale moorden op Roma niet gealarmeerd wordt, maar ze veeleer ‘normaal’ vindt, aanvaardbaar? Hoe kunnen we het gebrek aan verontwaardiging begrijpen?

Onlangs is er in Frankrijk een brutale moord gebeurd van een Brits gezin waarbij enkel een vierjarig meisje het heeft overleefd. Iedereen in Frankrijk, maar ook hier in België was geschokt. Dit is een normale menselijke reactie, waarbij de brutaliteit van zo’n gebeurtenis en daad choqueert. Geraken we nog maar enkel selectief verontwaardigd dan?

De onverschilligheid en het minimaliseren van de ernst als het over het leven van een Roma gaat, toont niet enkel het gebrek aan empathie aan, maar ook een intellectueel defect. Roma-activisten hebben samen met mensenrechtenorganisaties tot nog toe op beleefde en diplomatische wijze gewerkt.

Maar aangezien er geen gehoor wordt gevonden, concludeert men op deze civiele weg van verontwaardiging. Wat achter dit besluit ligt, is onmacht en angst en al haar mogelijke afgeleiden, mogelijks ook gewelddadig verzet. Zeker is dat het non-betoog en het in de steek gelaten worden tengevolge van een ‘non-beleid’ de ontmenselijking voortzet, maar dan niet enkel van Roma, ook van de toeschouwers.

Janette Danyiova

Janette Danyiova is Roma-activiste uit Gent.

take down
the paywall
steun ons nu!