Geoffrey Geuens is onderzoeker-docent aan de Universiteit van Luik (ULg). In dit essay geeft hij een gezicht aan de schijnbaar ongrijpbare 'financiële markten' (foto: ULg)
Essay, Nieuws, Wereld, Europa, Economie, Politiek, Italië, Nederland, Bankencrisis, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Tmd, Speculatie, Labour, Le Monde diplomatique, Financiële markten, Oostenrijk, Besparingsbeleid, Privésector, Sociaaldemocraten, François Hollande, Geoffrey Geuens, Jean Peyrelevade, Haute finance, Trusts, 'derde weg', Pierre Moscovici, Scandinavië -

De markten hebben een gezicht

De Europese socialisten fulmineren vaak tegen de financiële sector die ongenaakbaar de plak zwaait over onze planeet, en die beter gereguleerd zou moeten worden. Maar waarover - over wie - hebben we het hier precies? Wie verschuilt zich achter het abstracte discours over 'de markten'? Wie zijn de echte winnaars van de crisis en de huidige besparingsmaatregelen?

dinsdag 12 juni 2012 11:54
Spread the love

Na zijn overstap van de Franse openbare bank naar de private financiële sector, en van François Mitterrand (nvdr: de vroegere socialistische president) naar François Bayrou (nvdr: de centrist, die ook kandidaat was bij de presidentsverkiezingen van dit jaar), legde Jean Peyrelevade in 2005 uit dat “de kapitalist ongrijpbaar (is) geworden. (…) Met wie moeten we breken om met het kapitalisme te breken? Welke instellingen moeten we aanpakken om een einde te maken aan de vloeiende, wereldwijde en anonieme dictatuur van de markt?”

“Marx”, zo besluit deze voormalige adjunct-kabinetschef van premier Pierre Mauroy (1981-1984), “staat tegenwoordig machteloos, bij gebrek aan duidelijk geïdentificeerde vijand”. (1)

Dat een vertegenwoordiger van de haute finance – hij is de voorzitter van de Banca Leonardo France (eigendom van de families Albert Frère, Agnelli en David-Weill) en beheerder van de groep-Bouygues – het bestaan van de wereldwijde oligarchie ontkent, hoeft niet te verbazen. Wat vreemder is, is dat de dominante media dit abstracte en gedepolitiseerde discours over de macht van het geld zomaar overnemen.

Een verbaal rookgordijn van ‘technocraten’ en ‘experts’

De journalistieke berichtgeving over de benoeming van Mario Monti tot premier van Italië zou in dat kader wel eens het perfecte voorbeeld kunnen vormen van een verbaal rookgordijn, waarbij sprake is van ‘technocraten’ en ‘experts’ terwijl in werkelijkheid een regering van bankiers gevormd wordt. Op de websites van sommige dagbladen stond zelfs te lezen dat “vooraanstaande personen uit de civiele samenleving het roer hadden overgenomen”. (2)

Het blote feit dat de ploeg van Monti enkele universiteitsprofessoren in haar rangen telt, overtuigde de commentatoren al bij voorbaat van de wetenschappelijkheid van het door haar gevoerde beleid. Dat de meeste ministers bij nader toezien in de beheerraden van de belangrijkste trusts (nvdr: ondernemingen met een zeer dominante positie binnen een bepaalde industriële sector) van Italië zetelen, werpt een heel ander licht op de zaak.

Corrado Passera, de minister van Economische Ontwikkeling, is algemeen directeur (CEO) van Intesa Sanpaolo (nvdr: de grootste bankengroep van Italië); Elsa Fornero, minister van Werk en hoogleraar economie aan de universiteit van Turijn, is vicevoorzitter van Intesa Sanpaolo; Francesco Profumo, minister van Onderwijs en Onderzoek, en rector van de Polytechnische Hogeschool van Turijn, is, na een tussenstop bij Pirelli, beheerder geworden van UniCredit Private Bank en Telecom Italië, dat gecontroleerd wordt door Intesa Sanpaolo, Generali, Mediobanca en Telefónica.

Piero Gnudi, minister van Toerisme en Sport, is beheerder van UniCredit Group; Piero Giarda, belast met de relaties met het parlement, en hoogleraar openbare financiën aan de katholieke Heilig-Hartuniversiteit van Milaan, is vicevoorzitter van de Banco Popolare en beheerder van Pirelli. Mario Monti zelf was raadgever van Coca-Cola en Goldman Sachs, en zetelde in de beheerraad van Fiat en Generali.

‘Reconversie’ van voormalige tenoren van de sociaaldemocratie

De Europese socialistische leiders mogen dezer dagen al harde taal spreken over de almacht van de ‘financiële markten’, de ‘reconversie’ van de voormalige tenoren van het sociaalliberalisme wordt op veel minder verontwaardiging onthaald. Wim Kok (PvdA), de voormalige minister-president van Nederland, maakt inmiddels deel uit van de beheerraden van de Nederlandse trusts Internationale Nederlanden Groep (ING), Shell en KLM.

Zijn Duitse ambtgenoot, de voormalige kanselier Gerhard Schröder (SPD), is eveneens naar de private sector verkast. Hij is voorzitter van Nord Stream AG (een joint venture van Gazprom, E.ON, BASF, GDF Suez en Gasunie), beheerder van de oliegroep TNK-BP en ‘raadgever Europa’ bij de Rothschild Investment Bank. Dit op het eerste gezicht nogal grillige traject is in werkelijkheid niet zo bijzonder. Verschillende voormalige leden van Schröders kabinet, leden van de Duitse sociaaldemocratische SPD, hebben net als hij hun rol van staatsman ingeruild voor die van zakenman.

De voormalige minister van Binnenlandse Zaken Otto Schily (SPD, ex-Grünen) is op dit ogenblik raadgever van de financiële trust Investcorp (Bahrein), waar hij de voormalige conservatieve Oostenrijkse kanselier Wolfgang Schüssel (ÖVP) opnieuw ontmoet, evenals Giuliano Amato, (nvdr: samen met Jean-Luc Dehaene) de vicepresident van de Conventie voor de Toekomst van Europa, Kofi Annan, de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN).

De vroegere Duitse minister van Economie en Werk, Wolfgang Clement, is één van de partners van de onderneming RiverRock Capital en beheerder van Citigroup Duitsland. Zijn collega, Caio Koch-Weser, van 1999 tot 2005 staatssecretaris voor Financiën, is vicevoorzitter van Deutsche Bank. De minister van Financiën in de eerste regering-Merkel, de SPD’er Peer Steinbrück, is beheerder van Thyssen-Krupp.

Ook de ‘waardige erfgenamen’ (3) van Margaret Thatcher en de voormalige leiders van het sociaaldemocratische Labour hebben trouw gezworen aan de haute finance: de ex-minister van Buitenlandse Zaken David Miliband is raadgever van de bedrijven VantagePoint Capital Partners (VS) en Indus Basin Holdings (Pakistan); de voormalige eurocommissaris voor Handel, Peter Mandelson, werkt voor de zakenbank Lazard; Tony Blair zelf cumuleert de functies van raadgever bij het Zwitserse bedrijf Zurich Financial Services en beheerder van het investeringsfonds Landsdowne Partners met die van voorzitter van het internationaal raadgevend comité van JPMorgan Chase, waar hij aan de zijde staat van Kofi Annan en Henry Kissinger.

‘Dubbelagenten’ identificeren van de financiële markten

Het spijt ons dat we onze lezers die opsomming moeten voorschotelen, maar aangezien de reguliere media hun taak verwaarlozen en de private belangen van publieke personen maar blijven minimaliseren, zijn we er wel toe verplicht. De zakenwereld en de politieke wereld doen zichzelf graag voor als twee verschillende sferen met tegengestelde belangen, maar in werkelijkheid zijn de schotten die hen van elkaar scheiden zeer doorlaatbaar. Meer nog: om goed te begrijpen hoe de financiële markten werken, is het noodzakelijk hun ‘dubbelagenten’ te identificeren.

In tegenstelling tot wat het tegenwoordig sterk gehypete beeld van ‘de markten’ doet vermoeden, heeft de financiële wereld wel degelijk een gezicht, of beter: meerdere gezichten. (4)

“In tegenstelling tot wat het tegenwoordig sterk gehypete beeld van ‘de markten’ doet vermoeden, heeft de financiële wereld wel degelijk een gezicht, of beter: meerdere gezichten”

En dat is niet het gezicht van de gepensioneerde uit Florida of de Europese kleine aandeelhouder, zoals onze o zo inschikkelijke pers het graag voorstelt. Nee: het gaat om de gezichten van de eigenaars van fortuinen en hun beheerders, die als een kleine club, een oligarchie, de wereld regeren. In 2005 herinnerde Peyrelevade er aan dat 0,2 procent van de wereldbevolking de helft van de wereldwijde marktkapitalisatie bezit. (5)

Die portefeuilles worden beheerd door de banken (Goldman Sachs, Santander, BNP Paribas, Société Générale, enz.), verzekeringsmaatschappijen (American International Group [AIG], Axa, Scor, enz.), pensioens- of investeringsfondsen (Berkshire Hathaway, Blue Ridge Capital, Soros Fund Management, enz.) … Allemaal instellingen die ook hun eigen kapitaal beleggen.

Die kleine groep mensen speculeert op de aandelenkoers, op de rente op de staatsschuld, of op de prijs van de grondstoffen, door middel van een schier eindeloze waaier aan afgeleide producten die getuigen van de onuitputtelijke vindingrijkheid van de financiële ingenieurs.

‘Markten’ zijn de speerpunt om inkomsten 1 procent te vergroten

De ‘markten’ vormen helemaal niet het ‘natuurlijke’ eindpunt van de ontwikkeling van rijpe economieën, maar de speerpunt van een project waarvan de economen Gérard Duménil en Dominique Lévy opmerken dat het “bedacht is om de inkomsten van de bovenste klassen te vergroten”. (6)

Met succes overigens: de wereld telt inmiddels ongeveer 63.000 ‘centimiljonairs’ (mensen die meer dan honderd miljoen dollar bezitten), met een totaal fortuin van ongeveer 40.000 miljard dollar (wat neerkomt op het wereldwijd bruto binnenlands product van één jaar).

Het identificeren van de mensen achter de ‘markten’ kan tot genante situaties leiden, en het is dan ook gemakkelijker om tegen windmolens ten strijde te trekken. “Ik ga u zeggen wie mijn echte tegenstander is in deze strijd”, donderde de Franse socialistische presidentskandidaat François Hollande in zijn toespraak in Le Bourget (Seine-Saint-Denis) op 22 januari 2012.

“Hij heeft geen naam, geen gezicht, geen partij; hij zal zich nooit kandidaat stellen en dus nooit verkozen worden. Die tegenstander is de financiële wereld.” Als hij werkelijk de echte topmensen van de banken en de grote bedrijven had willen aanvallen, had hij evengoed de leiders van de investeringsfondsen, die willens en wetens speculatieve aanvallen opzetten op de Zuid-Europese landen, bij naam kunnen noemen. Of hij had het dubbelspel van sommige van zijn raadgevers aan de kaak kunnen stellen, en van zijn Europese socialistische (ex-)collega’s die van de ene Internationale naar de andere zijn overgestapt.

Moscovici: geruststellend signaal aan de markten

Door Pierre Moscovici, vicevoorzitter van de Cercle de l’Industrie (Industriële Kring), een lobbygroep van de leiders van de belangrijkste Franse industriële groepen, als campagneleider te kiezen, gaf onze socialistische presidentskandidaat de ‘financiële markten’ het ‘geruststellende’ signaal dat een machtsoverdracht aan de socialisten in de verste verte geen ‘revolutie’ meer betekende (nvdr: sinds 16 mei is Moscovici minister van Financiën, Economie en Buitenlandse Handel in de eerste regering van Hollande).

Was het Moscovici niet die vond dat men “niet bang moest zijn van bezuinigingen”, en dat, als Hollande won, het overheidstekort “vanaf 2013 teruggedrongen (zou zijn) tot onder de drie procent, (…) welke opofferingen dat ook moge kosten”, hetgeen zou betekenen dat daarvoor “de noodzakelijke maatregelen genomen zouden moeten worden”? (7)

Het aan de kaak stellen van de ‘financiële markten’, sinds enige tijd een verplichte, maar even bombastische als onschadelijke stijlfiguur in de politieke communicatie, is tot op heden dode letter gebleven. In navolging van Barack Obama, die de Amerikaanse verantwoordelijken van de crisis presidentiële gratie verleende, hebben de leiders van het Oude Continent de excessen van de ‘hebzuchtige’ speculanten die ze zo vervloekt hadden, al snel vergeven.

Nu hoefde alleen het blazoen van die waardige vertegenwoordigers van de oligarchie van alle onterechte smet gezuiverd te worden. Hoe zouden ze dat aanpakken? Simpel: de poenpakkers werden aan het hoofd geplaatst van de commissies die de nieuwe gedragsregels moesten uitwerken! Van Paul Volcker (JPMorgan Chase) over Mario Draghi (Goldman Sachs) tot Jacques de Larosière (AIG, BNP Paribas), lord Adair Turner (Standard Chartered Bank, Merrill Lynch Europe) en baron Alexandre Lamfalussy (CNP Assurances, Fortis), alle verantwoordelijken die een antwoord moesten bieden op de financiële crisis onderhielden nauwe banden met de belangrijkste private instellingen uit de sector.

Bij toverslag van alle schuld gezuiverd

Zij die gisteren nog ‘onverantwoordelijk’ waren, waren plots van alle schuld gezuiverd en veranderden als bij toverslag in de ‘wijzen’ van de economie, aangevuurd door de media en de intellectuelen die zich kort tevoren nog uitgeput hadden in het uiten van harde taal aan het adres van de zelfvoldane en verblinde bankiers.

Kortom, dat speculanten munt hebben kunnen slaan uit de crisissen die zich de laatste jaren hebben opgevolgd, lijdt inmiddels geen twijfel meer. Het plat opportunisme en het cynisme waarvan die roofdieren blijk geven, mag ons echter niet doen vergeten dat ze die doelstellingen bereikt hebben met de steun van de top van de overheden.

“Kortom, dat speculanten munt hebben kunnen slaan uit de crisissen die zich de laatste jaren hebben opgevolgd, lijdt inmiddels geen twijfel meer. Het plat opportunisme en het cynisme waarvan die roofdieren blijk geven, mag ons echter niet doen vergeten dat ze die doelstellingen bereikt hebben met de steun van de top van de overheden”

John Paulson, bijvoorbeeld, wierf, na meer dan twee miljard dollar verdiend te hebben aan de subprime-crisis, waarvan hij de belangrijkste begunstigde was, Alan Greenspan, de voormalige baas van de Amerikaanse centrale bank, aan. Die was toen al raadgever voor Pacific Investment Management Company (Pimco, gecontroleerd door Allianz), een van de belangrijkste schuldeisers van de Amerikaanse overheid.

De belangrijkste internationale beheerders van hedge funds (hefboomfondsen) zijn: de voormalige (onder Obama) voorzitter van de Amerikaanse National Economic Council (Nationale Economische Raad) en de voormalige minister van Financiën onder Bill Clinton, Lawrence Summers, die directeur is geweest van de onderneming D. E. Shaw (32 miljard dollar aan activa); de stichter van de groep Citadel Investment, Kenneth Griffin, afkomstig uit Chicago die Obama’s presidentscampagne financierde; en Labour-topman lord Mark Malloch-Brown, de voormalige beheerder van het UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, die nog voor George Soros gewerkt heeft …

Ja, de financiële sector heeft wel degelijk gezichten: in de wandelgangen van de macht komen we hen al geruime tijd tegen…

En wat met de socialisten?

In het Verenigd Koninkrijk munten de Labour-erfgenamen van Margaret Thatcher uit wat betreft verstrengeling met wat doorgaans de financiële oligarchie genoemd wordt. Het zou echter onterecht zijn de analyse van de affiniteiten van de topmensen uit de openbare sector met de financiële sector te beperken tot de historische leiders van de ‘derde weg’ – de weg tussen kapitalisme en socialisme – die Tony Blair beweerde te bewandelen.

Ook oudere, meer onbesproken figuren uit het Europese socialisme zetelen tegenwoordig in de beslissingsorganen van machtige multinationals: de voormalige Oostenrijkse kanselier (1986-1997) Franz Vranitzky beheert de Canadese groep Magna International (auto-uitrusting), de voormalige Spaanse premier Felipe González (PSOE) heeft een risicokapitaalbedrijf gelanceerd (Tagua Capital) en zetelt in Gas Natural, en zijn minister van Financiën, Carlos Solchaga, was raadgever van Citigroup en van het ratingbureau Fitch (Fimalac).

De Scandinavische sociaaldemocraten – die vaak als ‘moderne’ socialisten worden voorgesteld, in tegenstelling tot de ‘archaïsche’ socialisten – ontsnappen niet aan deze trend: Gro Harlem Brundtland (ex-premier Noorwegen en vooral bekend van de Brundtland-commissie over duurzame ontwikkeling zit bij PepsiCo), Thorvald Stoltenberg (ex-premier Noorwegen, East Captial Asset Management) en Göran Persson (ex-premier Zweden, JKL Group, een filiaal van Publicis) zijn naar de privé overgestapt vooraleer ze, sommigen onder hen toch, opnieuw een openbare functie uitoefenden …  

Geoffrey Geuens

Geoffrey Geuens is onderzoeker-docent aan de Universiteit van Luik (ULg) en auteur van het boek ‘La Finance imaginaire. Anatomie du capitalisme: des ‘marchés financiers’ à l’oligarchie’, uitgeverij Aden, Brussel, 2011.

Noten:     

(1) Jean Peyrelevade, ‘Le Capitalisme total‘, Seuil – La République des idées, Paris, 2005, p. 37 en 91.

(2) Anne Le Nir, ‘En Italie, Mario Monti réunit un gouvernement d’experts‘, 16 november 2011, www.la-croix.com; Guillaume Delacroix, ‘Le gouvernement Monti prêt à prendre les rênes de l’Italie’, www.lesechos.fr, 16 november 2011.

(3) Keith Dixon, ‘Un digne héritier. Blair et le thatchérisme‘, Raisons d’agir, Paris, 2000.

(4) Zie ‘Où se cachent les pouvoirs‘, ‘Manière de voir’, n° 122, april-mei 2012.

(5) Jean Peyrelevade, ‘Le Capitalisme total‘, op. cit. 1 procent van de Fransen bezit 50 procent van de aandelen.

(6) Gérard Duménil en Dominique Lévy, ‘The Crisis of Neoliberalism‘, Harvard University Press, Cambridge (Massachussets), 2011.

(7) ‘Pierre Moscovici: Ne pas avoir peur de la rigueur’, 8 november 2011, www.lexpress.fr          

(vertaling uit het Frans door Steven Haerens)

Origineel artikel: ‘Spéculation, chantage à la dette. Les marchés financiers ont un visage’ par Geoffrey Geuens verscheen in het meinummer van het Franse maandblad Le Monde diplomatique. Een eerdere versie was al verschenen in L’Humanité.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!