Koerdische jongens in Pozanti-gevangenis. Zeven van de vrijgelaten jongens stelden hun ervaringen op schrift en stuurden die naar de Turkse mensenrechtenorganisatie IHD, waar vervolgens contact werd opgenomen met het ministerie van Justitie. Daar ondernam men echter geen actie (foto: DIHA).
Nieuws, Europa, Samenleving, Politiek, Turkije, Koerden, Pkk, Mensenrechten, Gevangenissen, AKP, Recep Tayyip Erdo?an, EU-lidmaatschap, Ottomaanse Rijk, Pozanti-gevangenis, Militaire staatsgreep, Seksueel misbruik minderjarigen, Turkse mensenrechtenorganisatie IHD, Republikeinse Volkspartij (CHP), Generaal Kenan Evren -

Seksueel misbruik in Turkse gevangenissen

Begin jaren negentig zag ik een documentaire over Turkije waarin een generaal stellig beweerde dat in zijn land niet gemarteld werd. "Behalve als ze het verdienen natuurlijk", voegde hij daaraan toe. Sindsdien is er veel verbeterd, maar waakzaamheid blijft geboden.

donderdag 8 maart 2012 18:45
Spread the love

Turkije heeft een slechte reputatie als het om martelen gaat. Dat was al het geval voor de oprichting van de Turkse Republiek in 1923. Want ook in het tegenwoordig door sommigen geïdealiseerde Ottomaanse Rijk beschikte men al over verfijnde technieken om bekentenissen te forceren.

Het meest berucht zijn echter de martelpraktijken na de militaire staatsgreep van 1980. Volgend op het recentelijk opgestarte proces tegen de toenmalige juntaleider, generaal Kenan Evren, zijn daar de laatste tijd veel details over in de Turkse media verschenen. Wat zich destijds in Turkse gevangenissen afspeelde, tart ieder voorstellingsvermogen.

Niet alleen linkse activisten en medewerkers van vakbonden werden toen het slachtoffer van martelingen, maar ook veel Koerden. Zoals in de beruchte gevangenis van de stad Diyarbakir. Wat daar gebeurde, verklaart waarom de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) niet veel later tot een gewapende strijd tegen Turkije besloot.

AKP zette zich in om mensenrechtensituatie te verbeteren

Ook in het daarop volgende decennium werd in Turkije nog gemarteld dat het een aard had. Pas in 2002, met het aantreden van de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP), kwam een verandering op gang. Dat de AKP zich inzette om de mensenrechtensituatie te verbeteren, wil niet zeggen dat er niet meer gemarteld werd, maar het was een heel verschil met voorheen.

Een tijdje geleden had ik een gesprek met een radicaallinkse activiste, die wat dat betreft als ervaringsdeskundige geldt. Zij zat twee keer in de gevangenis vanwege haar activisme. Eerst aan het einde van de jaren negentig en nogmaals nadat de AKP het voor het zeggen had gekregen. Wat betreft het martelen, was volgens haar sprake van een significante verbetering in die tweede periode.

Het maakt van haar beslist geen AKP-stemmer, want ook nadat premier Erdogan het bestuur had overgenomen, verdwenen nog talloze politieke tegenstanders langdurig in de gevangenis, waarbij een proces zonder uitzondering vele jaren op zich deed wachten. Maar ere wie ere toekomt: onder de AKP raakte het martelen in politiebureaus en gevangenissen aanvankelijk drastisch beperkt.

Dit beleid vloeide voort uit de ambitie van de AKP om Turkije lid te laten worden van de EU. Een verbetering van de mensenrechtensituatie is onderdeel van het wensenpakket van de EU en daar maakte de AKP werk van. Dat ging een tijd heel aardig, maar op een zeker moment trad stagnatie op. Dat wil zeggen, nadat vrijwel iedere Turk de hoop had verloren op EU-lidmaatschap.

De AKP bleef onvermoeid dooronderhandelen met de EU, maar kon niet verhullen er zelf niet meer in te geloven. Dat de AKP meer in de richting van de Arabische landen keek, was daar een van de tekenen van. Daar hield het echter niet mee op.

Koerdische jongens in Pozanti-gevangenis seksueel misbruikt

Daarnaast kreeg het mensenrechtenbeleid aanmerkelijk minder prioriteit van voorheen. Het werd een verplichte oefening, waar niet veel enthousiasme voor opgebracht kon worden. Een van de gevolgen was dat er geleidelijk aan weer berichten verschenen over martelingen in politiebureaus en gevangenissen.

Dat daarbij geen uitzondering wordt gemaakt voor minderjarigen bleek vorige zomer toen een aantal Koerdische jongens werd vrijgelaten die waren aangehouden voor het deelnemen aan een pro-PKK-demonstratie. Hun relaas over de tijd die zij in de Pozanti-gevangenis van de stad Adana doorbrachten, is schokkend. Daar werd niet alleen gemarteld, maar de minderjarige gevangenen werden er ook seksueel misbruikt.

De vijftienjarige, om juridische redenen anoniem gebleven H.K. verklaarde: “Sommige vrienden werden talloze malen mishandeld. Ze sloegen ons en dwongen ons tot uitkleden. Wat we meemaakten, kan ik niet onder woorden brengen.”

H.K. zag hoe jongens seksueel werden misbruikt en verkracht. Dat laatste volgde uit het beleid om jongeren doelbewust op te sluiten bij oudere criminelen, die zich vervolgens aan hen vergrepen. Daarnaast is er de verklaring van een Koerdische jongen die gedwongen werd de Turkse vlag te kussen en geslagen werd toen hij dat weigerde. Kortom, in de Pozanti-gevangenis leken de jaren tachtig teruggekeerd.

Turkse mensenrechtenorganisatie IHD klaagt aan

Zeven van de vrijgelaten jongens stelden hun ervaringen op schrift en stuurden die naar de Turkse mensenrechtenorganisatie IHD, waar vervolgens contact werd opgenomen met het ministerie van Justitie. Daar ondernam men echter geen actie. Dat gebeurde evenmin nadat de parlementaire commissie voor mensenrechten lucht van de zaak had gekregen en eveneens aandrong op maatregelen door het ministerie.

Toen drie parlementsleden van de Republikeinse Volkspartij (CHP) de Pozanti-gevangenis wilden bezoeken, probeerde AKP-minister van Justitie, Sadullah Ergin, hen daarvan te weerhouden. Met als argument dat de gevangenen aan de PKK waren verbonden en dat hun klachten verzinsels waren van die onafhankelijkheidsorganisatie. Dat een aanklager toegaf dat er twee zaken liepen in verband met verkrachtingen in de Pozanti-gevangenis bleef irrelevant. Dergelijke informatie liet Ergin aan zich voorbijgaan.

De CHP-parlementsleden lieten zich niet door Ergin weerhouden en bezochten de gevangenis. Hun conclusies logen er niet om. De verklaringen van de Koerdische jongens van vorig jaar noemden zij “het topje van de ijsberg”. Kinderen beklaagden zich over mishandeling, verkrachting en een op militaire leest geschoeid disciplinair systeem. Het CHP-rapport wees de directeur van de gevangenis als verantwoordelijke aan.

De arts Didem Gediz Gelegen Türkmen bevestigt dat in Turkse gevangenissen kinderen seksueel worden mishandeld. Zij zegt tal van jongeren te hebben gesproken die daar het slachtoffer van werden: “Ze hebben moeite om zichzelf uit te drukken. Ze wantrouwen mensen en het leven. Ze zijn erg beschadigd door wat ze hebben meegemaakt en kunnen hun pijn zelfs niet met hun familie delen. In plaats van politiebureaus te bouwen, zou de staat er goed aan doen om de situatie te verbeteren in traumatische plaatsen als gevangenissen”.

Minister Ergin grijpt pas in na mediaheisa

Nadat de zaak over de Pozanti-gevangenis tot de media was doorgedrongen, moest minister Ergin wel ingrijpen. Hij liet vier medewerkers overplaatsen, in afwachting van verdere stafmaatregelen tegen hen. Daarnaast zijn recentelijk 200 minderjarige gevangenen overgebracht naar een jeugdgevangenis in Ankara, waar hen psychische hulp zal worden geboden. Daar waren ze kennelijk hard aan toe.

Ondertussen is het meer dan een half jaar geleden sinds de eerste berichten over misstanden in de Pozanti-gevangenis verschenen en gedurende die tijd hield de regering zich doof. Dat veranderde pas toen de media er aandacht aan besteedden. Dit is niet het enige signaal waaruit blijkt dat mensenrechten voor de AKP niet meer de prioriteit van voorheen hebben.

Het snel groeiende aantal gevangenen dat wordt vastgehouden onder de antiterrorismewet, maar nooit een vlieg kwaad heeft gedaan, is er nog een. Of neem het beruchte artikel 301, dat belediging van de Turkse identiteit strafbaar stelt.

Want ondanks een grondwetswijziging wordt dat artikel nog altijd gebruikt om onwelgevallige meningen te onderdrukken. Dit zijn indicaties dat de mensenrechtensituatie onder de AKP zich na een hoopvolle start toch weer in een neerwaartse spiraal is gaan bevinden.

Dat laatste logenstraft de ook in Nederland wel gehoorde mening dat de AKP vertrouwen verdient, omdat Turkije zich onder die partij nog steeds op de goede weg zou bevinden als het om mensenrechten gaat. Anderen menen dat Turkije juist vanwege de mensenrechtensituatie geen lid mag worden van de EU.

De eerste periode waarin de AKP regeerde, leert echter dat die partij eerder geneigd is vast te houden aan een verbetering van de mensenrechten zolang uitzicht op EU-lidmaatschap realistisch blijft.

Peter Edel

Peter Edel is een Nederlandse freelance journalist en fotograaf die in Istanbul woont.

take down
the paywall
steun ons nu!