De gestoorde geesten van de populaire bladen
Opinie, Nieuws, België, Opinie, Dag allemaal, Mediacrisis, Guido Van Liefferinge, Onthullingsjournalistiek, BV's - Guido Van Liefferinge

De gestoorde geesten van de populaire bladen

Guido Van Liefferinge, oprichter van 'Dag Allemaal' en 'Joepie', is al jaren weg uit het vak, maar schrikt als hij ziet wat er geworden is van de populaire bladen. "Politici moeten stoppen met hun broek te laten zakken voor de media", meent Van Liefferinge.

maandag 8 november 2010 14:00
Spread the love

Tijdens een recent verblijf in België – ik woon sedert een vijftal jaren in het buitenland – heb ik alle populaire weekbladen nog eens doorgenomen.  De schreeuwerige, agressieve en brutale koppen op de voorpagina’s voorspelden weinig goeds. Het is nog erger dan ik vermoedde. 

Eén gevoel overheerst: walging. In enkele jaren tijd zijn een aantal  populaire bladen in het algemeen en Dag Allemaal in het bijzonder verworden tot schandaaldbladen die met hun ongeremde “onthullingsjournalistiek” tot op  het niveau van de straatriolen zijn beland. Ze hebben de grenzen overschreden van wat een democratische samenleving kan hebben.

Commerciële keuze

Als bedenker en oprichter van Dag Allemaal heb ik recht van spreken maar  ook de plicht om dat scherp aan te klagen en voorstellen aan te dragen die kunnen helpen hieraan een einde te maken. Wat dat laatste betreft zijn de deontologische basics van het vak en de beperkingen op het gebied van de privacy, die ik mezelf en mijn redacties oplegde, de basis van elke oplossing.

De tabloidisering van  de populaire bladen is een doelbewuste, commerciele keuze van mediabaronnen die niet langer hun maatschappelijke  plicht als vierde macht opnemen maar hoofdzakelijk gefocust zijn op macht en profijt. Ze zijn de nieuwe opium voor het volk. 

Ze heeft geleid tot de BV-obsessie van de grote massa en de mediageilheid van BV’s allerhande. BV’s op hun beurt versterken het fenomeen van de tabloidisering. Er zijn er maar weinig die zichzelf vragen (durven te) stellen. En wie dat wel doet wordt  in de kortste keren door dezelfde bladen, vaak met laaghartige en leugenachtige aanvallen op zijn priveleven, de mond gesnoerd.

Je zult maar beter de bladen te vriend houden, is de onderliggende waarschuwing.

Aangestoken door de uitgevers en de redacties, opgejaagd door het voyeuristische volk dat om meer bloed schreeuwt, zitten alle spelers in deze “perception-is-reality-show” gevangen in een vicieuze spiraal met de kracht van een windhoos waartegen blijkbaar geen enkel rampenplan bestand is.

Er zijn maar weinig winnaars bij dit schouwspel: de geinterviewden niet, de slachtoffers de beschuldigden of de verweerders  niet,  evenmin als de families en aanverwanten  daarrond. Het complete sociale weefsel zeg maar,  dat willens nillens wordt meegesleurd in twisten, vetes en afrekeningen waarop men geen vat meer heeft.  Diepe wonden worden geslagen die nooit meer zullen helen.

Opvallend is dat de uitgevers, hoofdredacteuren en journalisten de enige bevolkingsgroep zijn die aan deze terreur ontsnappen. Misschien zijn zij de enige winnaars in dit ganse verdeel en heersgevecht.

Samenleving van afgunst en verklikkers

De onverantwoorde en losgeslagen “media” creëren  een samenleving van nijd en afgunst en lafheid , van graaiers, van samenzweerders en verklikkers, van opportunisten, cynici en verbitterden. Zij acteren in een publiek lynchspektakel, en maakt onze moderne, digitale en zogezegd hoogbeschaafde wereld even barbaars als de openbare terechtstellingen in het middeleeuwse Afghanistan.

Het zadelt de samenleving op met een stigma waarvan de gevolgen pas in de komende jaren duidelijk zullen worden. Een schijndemocratie waarbinnen desastreuze avonturen uit onze recente geschiedenis niet langer uit te sluiten zijn.

We staan erbij en kijken ernaar. Of steken al te volgzaam onze kop in het zand. Intussen worden de echte problemen in de samenleving, worden de zorgen, twijfels  en angsten van de burgers platgewalst onder de tsunami van non-nieuws, verstrooiing, leedvermaak en afleiding. Het verbaast me dan ook niet dat we massaal aan de antidepressiva gaan.

Tijdens een interview naar aanleiding van de verschijning van het boek De Vierde Onmacht (journalisten, politici en critici over media en journalistiek onder redactie van Frank Thevissen, uitgeverij Van Halewijck, 2010)  noemde de journalist mij de vader van de populaire journalistiek in Vlaanderen.

Als dat al zo zou zijn, hier schrijft geen trotse vader. Mijn kind Dag Allemaal is mij onterecht, en op brutale wijze, afgenomen. Hierrond loopt met de uitgever gedurende 11 jaar een arbitrageprocedure.

Hij is immers geen uitgever. Enkel een financier, hoe hard hij ook zijn best doet om collega’s en publieke opinie van het tegendeel te overtuigen. Zijn charmante overtuigingskracht is die van de hardnekkige handelsreiziger.  Hij heeft het ook nooit over zijn morele en sociale verantwoordelijkheid van uitgever en vertegenwoordiger van de vierde macht. Dat interesseert hem ook niet.

Auteur Grunberg had dat al meteen door na zijn allereerste ontmoeting met de mediatycoon. Hij  schreef er een column over in Humo van 8 december 2009, onder de veelzeggende  titel De Doodsengel.

Dat zijn de belangrijkste redenen waarom Dag Allemaal verworden is tot een monster, en dat steekt.  

Ik geef toe, de drang bekruipt me wel eens om het eigenhandig  de nek om te draaien . Het zou niet eens zo’n moeilijke en moedige daad zijn.

Smeuïge verhalen over hoofdredacteurs

Ik zou een nieuw blad kunnen lanceren, Met als titel Hello Iedereen bijvoorbeeld. Week na week worden er de meest smeuïge en ranzige verhalen gepubliceerd over uitgevers, hoofdredacteurs en journalisten. 

Verhalen die zijn ingefluisterd door, en veelvouding  gecheckt bij “een vriend”, “een ex”, “een buurvrouw”, “een goede kennis”, “een insider”. Bedenkelijker nog, van wie “vermoed wordt” of van wie “naar verluidt”.

Met titels als “Dronken hoofdredacteur bespringt ex van tv-icoon”, “De favoriete escort van uitgever X”, “Het helse horrorhuwelijk van redacteur Y”… Ik vermoed maar wat, of heb het van horen zeggen. Succes verzekerd vanaf het eerste nummer. Uitverkocht!

Het eerste nummer van Hello Iedereen, beste lezer, is hopelijk ook het laatste”, In mijn editoriaal zou ik zeker schrijven: “Maar als het moet, gaan we ermee door zolang dat nodig is. Een sterke antibioticakuur stop je evenmin vooraleer alle pillen uit het doosje zijn ingenomen”. 

En ook nog: “De waarheid, beste lezer, laat zich niet minnelijk schikken. Ook niet met een commerciële deal,” zoals hoofdredacteur Ilse Beyers van Dag Allemaal verschonend verwoordde naar aanleiding van de heksenjacht van haar blad op Wendy van Wanten.

Het hoeft vanzelfsprekend niet zover te komen.  Het is immers de opdracht en de plicht van alle spelers en betrokkenen om het algemeen belang, het streven naar een meer harmonieuze en rechtvaardige samenleving op de eerste plaats te plaatsen.

Uitgevers, die naam waardig, moeten opnieuw hun maatschappelijke verantwoordelijkheid van vierde macht ten volle opnemen. Het algemeen belang en het recht op privacy moeten voor iedereen, ook voor BV’s, in ere worden hersteld. De scheidingsmuur tussen pers en entertainment moet gestut worden.

Uitgevers moeten het opnieuw hebben over de pers in plaats van over de media. Dat sluit geenszins uit dat ze aan het hoofd staan van een multimediale onderneming. Zij moeten spreken over bladen en tijdschriften in plaats van over producten. Over titels in plaats van over merken. Over break-even en het plezier van het uitgeven in plaats van over de bottom line (lees de maximalisatie van de winst).

Paal en perk aan massale overheidssteun

Onafhankelijke redacties moeten opnieuw de middelen krijgen om hun taak op een professionele, geloofwaardige en integere manier te kunnen invullen.

Blijven de uitgevers daaraan verzaken, dan zijn het enkel nog de platte commercanten die bedrukt papier verkopen. Zij kunnen dan ook op generlei wijze nog aanspraak kunnen maken op de massale overheidssteun die ze nog altijd genieten. Belastinggeld overigens!

Minister van Media, Ingrid Lieten (SP.A), moet hier per direct paal en perk aan stellen. Politici, beleidsverantwoordelijken en gezagdragers moeten stoppen met voor de media hun broek te laten zakken en zich te prostitueren voor … ja voor wat?

Toegeven aan de buitensporige eisen van de redacties dient op geen enkele wijze de redenen waarom ze verkozen zijn, noch  de belangrijke uitdagingen waarvoor de samenleving staat en waarin ze een primordiale rol te spelen hebben. Integendeel, ze verliezen in een rotvaart hun gezag en waardigheid en worden uiteindelijk vroeger dan laat bij het huisvuil gezet.

Als CDH-voorzitter Joëlle Milquet denkt dat ze zomaar een sympathieke tante zal worden voor de doorsnee Vlaming omdat ze pronkt op de modebladzijden in het weekendmagazine Nina van Het Laatste Nieuws, kan ze best meteen een punt zetten achter haar politieke carrière. Bovendien krijgt ze in het begeleidend tekstje van de redactie nog een ironische ezelsstamp mee, als triomfantelijk wordt gemeld dat “Madame Non” wel “Oui” heeft gezegd tegen Nina ! Als dat geen politiek statement is !

Ik heb het natuurlijk niet alleen op mevrouw Milquet gemunt. Het is een recent, zij het eerder onschuldig, voorbeeld tot wat politici zich (moeten) lenen.

Het gaat in de eerste plaats ook niet om dat soort lifestylereportages. Het gaat om de wijze waarop poitici hun hele privéleven, in goede en slechte tijden, te grabbel gooien om, in een tijdschrift dat honderdduizenden lezers bereikt, wat exposure te krijgen.

Waarmee politiek echt bezig is, of in elk geval zou moeten mee begaan zijn, en waar het in de samenleving echt toe doet, daarvoor hebben de uitgevers van massabladen geen plaats (meer). Papier kost geld en daar moet zuinig mee worden omgesprongen.

En als bijvoorbeeld Siegfried Bracke meent dat “iedereen die wil weten wat er in Vlaanderen echt leeft Dag Allemaal moet lezen,” is dat een voldoende reden om ernstig  aan zijn gezond oordelingsvermogen te twijfelen. En dan druk ik mij nog zacht uit.

Ook BV’s hebben recht op privacy

BV’s uit de entertainmentsector die nog altijd denken dat hun carrière enig voordeel haalt uit hoe ze met de billen bloot gaan, moeten zich een keer goed afvragen waarmee ze eigenlijk bezig zijn. Deze ene zelfreflectie zou moeten volstaan : zij hebben,zoals elke andere burger in dit land, recht op hun privacy.

Zij bepalen, in goede en in slechte dagen, waar ze de grens trekken. Tenzij hun verhaal werkelijk het algemeen belang raakt of dient. Dit laatste is echter in de praktijk eerder uitzondering dan regel. 

Ze kunnen dat nadrukkelijk en zonder vrees aan de hyena’s en lijkenpikkers van de media laten weten.

De manier waarop een deelnemer aan het VTM-programma Mijn Restaurant door de populaire bladen schaamteloos werd achtervolgd met dubieuze prive-onthullingen, heeft wellicht een bepalende rol gespeeld in zijn zelfmoord.

En als de stalking niet stopt zou ik zeggen: laat het klachten regenen. Zoek steun bij de bladen en kranten die wél respect opbrengen voor waarmee je bezig bent, en waar jij privé de grens trekt.

Voeg je bij de groeiende aanhang van Helmut Lotti en Marcel Vanthilt die de lef hadden (en hopelijk blijven hebben)  om deze ontsporingen aan te klagen.

De wijze waarop Dag Allemaal vorige week nog onterecht Helmut Lotti en zijn vrouw Jelle betrekt in een verhaal over de fraudezaak rond Glenn Janssens (waarbij haar broer betrokken zou zijn, met op de cover en binnenin (trouw)foto’s van Helmut en Jelle die voor het artikel compleet irrelevant zijn) getuigt van een huichelachtige en tegelijk gestoorde hoofdredactie. Dag Allemaal blokletterde: “Helmut Lotti en Jelle: machteloos meegesleurd in familiedrama”.

De dooddoener van de Raad voor de Journalistiek

De Raad voor de Journalistiek zou in zijn strijd tegen de verloedering en de excessen van de tabloidpers een bepalende rol moeten spelen. Totnogtoe voert men enkel een schijnvertoning op die geen enkele invloed heeft op de uitgevers. Laat staan dat het een begin van uitzuivering en zelfregulering op gang brengt. 

De Raad  heeft zelfs de dooddoener, ter verschoning voor de excessen van de schandaaljournalistiek, van de uitgevers en hoofdredacties  overgenomen. Ook de Raad meent dat “als de BV’s in de bladen willen met de vrolijke en gelukkige momenten van hun priveleven, ze niet moeten zeuren als dat ook gebeurt in tijden van tegenslag en rampspoed. Ook al zijn het vaak opgeklopte, aangedikte of zelfs verzonnen onthullingen”.

Als je echtscheiding vriendschappelijk verloopt, zal de tabloidpers er wel zorg voor dragen dat het een vechtscheiding wordt! Wat meer is: wanneer een klacht van een mediaslachtoffer bij de Raad alsnog gegrond wordt verklaard, wordt hem op het hart gedrukt daarmee geen burgerlijk schadeproces tegen het aangeklaagde blad te beginnen. Immers dat was nu ook weer niet de bedoeling van de veroordeling. En die afrader werkt!

Meedogenloze concurrentie tussen de bladen

De populaire bladen zijn vanaf de eerste dag van hun bestaan (en ik kan het weten) vragende partij geweest voor de exclusiviteit op de goede nieuwsshow van bekenden van divers pluimage : geboortes, verlovingen, huwelijken, een familiereis. De strijd voor de primeur en de exclusiviteit zorgt bovendien binnen eenzelfde uitgeverij voor een wansmakelijk spektakel. 

Dag Allemaal en TV-Familie drijven de concurrentie op de spits in een ontluisterend good cop bad cop-rollenspel. Heeft het ene blad een primeur van een BV, kan je er gif op innemen dat het andere blad diezelfde BV de week daarop de grond inboort, en vice versa. De betrokkenen hebben (nog) niet door hoe ze worden meegesleurd in een meedogenloze concurrentiestrijd binnen hetzelfde huis.

Het gevecht voor de lezer heeft er trouwens voor gezorgd dat bladen, en intussen ook tabloidkranten, voor het alleenrecht op tekst en foto’s  zijn gaan opbieden en betalen.

Een kwalijke evolutie. Immers wie, BV of niet, zich daarvoor laat betalen, kan zich nog moeilijk  beroepen op zijn privacy. Ook al blijft hij dat recht behouden.Maar een consequente houding hierin kan hem veel ellende besparen, te beginnen met een publieke vernedering waaraan geen einde komt.

Het verheugt me anderzijds vast te stellen dat de recent verschenen Code van de Raad voor de Journalistiek een stap in de goede richting is. Indien de tabloidmagazines zich houden aan de daarin verschenen richtlijnen in verband met de privacy, worden het dunne “boekskes”. 

Maar omdat dwingende strafmaatregelen ontbreken om de overtreders te raken waar het de meeste pijn doet, in hun winsten namelijk of met een tijdelijk publicatieverbod, wordt de Code allicht eens te meer een maat voor niets.

Tenzij een would be-uitgever alsnog overweegt  “Hello Iedereen” te lanceren?
 

Ook Guido Van Liefferinge schreef een bijdrage in het pas verschenen boek ‘De vierde onmacht. Journalisten, politici en critici over media en journalistiek – boek‘ – klik voor info en bestellen

Voor de bijdrage van DeWereldMorgen.be coördinatoren Dirk Barrez en Han Soete ‘Van wie zijn de media. De media zijn van ons’, klik hier of klik hieronder

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!