Er zijn zeker mogelijkheden om échte jobs te creëren

Er is vaak niet veel waarover de federale en de Vlaamse regering het eens zijn. Over het belang van ‘jobs, jobs, jobs’ zijn ze wel unaniem. Maar als het gaat over de vraag hoe die talloze jobs er effectief moeten komen, lopen de meningen uiteen in alle richtingen.

donderdag 7 april 2016 17:31
Spread the love

In werkelijkheid hebben politici, economen en werkgevers het niet zozeer over jobcreatie maar over de verlaging van de loonkosten. Leiden lagere loonkosten tot nieuwe jobs? Dat is niet zo zeker, wat sommigen ook mogen beweren. Alleen via de operatie ‘Sociale Maribel’ konden in de afgelopen 15 jaar 15.000 jobs worden gecreëerd in de zorg.

Om nieuwe jobs te scheppen moet er ook bijkomend werk zijn. Dat bereik je niet als regeringen de koopkracht van de mensen inkrimpen zodat de vraag naar diensten en producten vermindert. Stijgende prijzen helpen natuurlijk ook niet om een bevolking meer te doen consumeren. Mikken op meer export is ook niet vanzelfsprekend: hoe diep moeten we dan de lonen doen dalen om te kunnen concurreren met landen als China en Vietnam?

Kortom: het gevaar is heel groot dat de centen die de federale regering steekt in een verlaging van de loonkosten gewoon in de zakken van aandeelhouders belanden.

Gerichte investeringen

Wat moeten we dan wel doen? We zouden de creatie van tewerkstelling kunnen koppelen aan investeringen in maatschappelijke uitdagingen. Het milieu is een goed voorbeeld: we zouden de bouw kunnen aanmoedigen door woningen energiezuiniger te maken. Zo’n operatie zal nieuwe banen opleveren voor bouwvakkers. Een ander idee is investeren in openbaar vervoer om onze mobiliteitsproblemen te verkleinen. We kunnen ook meer middelen voorzien voor onderwijs en onderzoek & ontwikkeling. En de overheid kan zelf rechtstreeks jobs creëren door te investeren in maatschappelijke dienstverlening. Denk bijvoorbeeld aan kinderopvang, de wachtlijsten of het opvangen van de vergrijzing van de bevolking.

Nog niet zo lang geleden trok een congres van de vakbond LBC-NVK resoluut de kaart van de vierdaagse werkweek en pleitte het ervoor om arbeidstijd te herverdelen. Een recept uit de oude doos? Neen hoor. Het debat over korter werken en arbeidsherverdeling werd recent nieuw leven ingeblazen door de Waalse vakbonden en Femma. Een kortere werkweek van bijvoorbeeld 30 uur per week voor iedereen moet resulteren in een betere verdeling van de taken in het huishouden. Dat zou dan leiden tot meer gelijkheid tussen man en vrouw.

Lessen uit verleden

Uit het verleden weten we dat het fout is om arbeidsduurverkorting lineair door te voeren. Als een werknemer één of twee uur minder werkt, betekent dat niet dat die uren kunnen worden overgenomen door iemand anders. Kijk naar werknemers die tijdkrediet opnemen: hun arbeidstijd vermindert maar de hoeveelheid werk blijft in veel gevallen dezelfde.

Toen Frankrijk de 35-urige werkweek invoerde, leidde dat tot 300.000 extra jobs. Maar die operatie werd wel financieel ondersteund vanuit de overheid. Er werd ook rekening gehouden met verschillen tussen ondernemingen en sectoren. De overlegorganen in de ondernemingen speelden daarbij een cruciale rol.

Of we het nu willen of niet, er wordt erg veel geautomatiseerd zodat veel jobs op de helling komen te staan. In de komende jaren zullen we meer en meer worden geconfronteerd met de vraag wat er moet gebeuren. Volledige tewerkstelling wordt minder dan ooit haalbaar. Het debat over de invoering van zoiets als een basisinkomen ligt in het verlengde van het debat over jobcreatie.

Laten we even een blik werpen op een aantal sectoren en bedrijfstakken.

Financiën

De financiële sector heeft het hard te verduren gehad sinds de financiële crisis in 2008. Er kwam een lawine aan nieuwe regels om consumenten te beschermen. Maatregelen die onmisbaar zijn maar de kosten hiervan worden afgewenteld op de werknemers van banken en verzekeraars, met een dalende tewerkstelling als gevolg. Bedrijven moeten almaar meer ‘produceren’ en meer winst maken en willen daarom hun personeelskosten verlagen. En dan zwijgen we nog over de gevolgen van de digitalisering.

Al deze ontwikkelingen hebben ingrijpende gevolgen voor de werknemers. Er zijn zeer zeker gevaren, maar het is niet allemaal kommer en kwel. We verwachten ook nieuwe jobs, weliswaar voor heel andere profielen en met heel andere functie-inhouden. De hogere ‘productie’ zou volgens de vakbond moeten leiden tot een arbeidsherverdeling.

Het is wel hoog tijd dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt. Werkgevers moeten bereid zijn om ‘sociaal te ondernemen’: ze moeten ook ‘maatschappelijke winst’ willen realiseren.

Er is nog veel werk aan de winkel om de werkgevers te overtuigen. Tot op heden waren het vooral de aandeelhouders die profiteerden van het vele geld dat werd bespaard door de personeelskosten te drukken en werk te digitaliseren.

De werknemers en hun vakbonden moeten het debat opnieuw aangaan. We moeten meedenken en mee zoeken naar oplossingen om de toekomst van de werknemers uit de financiën te verzekeren. Er moet ook opnieuw worden geïnvesteerd in de werknemers, want één ding staat vast: met goede en gemotiveerde werkkrachten maak je het verschil.

Dienstensectoren

Het aantal jobs in dienstverlenende ondernemingen stijgt jaar na jaar. Nogal wat bedrijven besteden ‘randactiviteiten’ uit en beperken zich tot hun kernactiviteit. Groei gegarandeerd in de dienstensectoren dus. Maar er zijn ook bedenkingen.

In dit deel van de economie woedt een bikkelharde concurrentie. Winstmarges worden erg krap, en dat drukt op de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers. Gevolg? Hyperflexibel werken, met strakke deadlines en toch hoge kwaliteitseisen. De werkdruk en de psychosociale belasting zijn vaak heel groot. De lonen kunnen vaak een stuk beter.

De LBC-NVK wil ervoor zorgen dat de nieuwe jobs in de dienstensectoren werkbaar blijven. Steeds slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, daar zijn de werknemers niet mee gebaat.

Als gevolg van de digitale revolutie zullen sommige jobs of taken verdwijnen, of op zijn minst veranderen. De vakbond ijvert dan ook voor een gerichte arbeidsherverdeling om werkbare jobs voor iedereen mogelijk te maken. Het gaat niet op dat alleen de aandeelhouders beter worden van productiviteitswinsten.

De overheid moet ondernemingen aanmoedigen om in te zetten op innovatie en ontwikkeling. Nieuwe technologische toepassingen moeten bijdragen tot een duurzame, groenere economie. Door deze kaart te trekken in plaats van vrijblijvende cadeaus aan alle werkgevers te geven, creëer je bijkomende tewerkstelling en een aangenamere leefomgeving. Daar worden we met zijn allen beter van.

Industrie

In de industrie zijn herstructureringen schering en inslag. De financiële crisis heeft het banenverlies daar nog vergroot, vooral in exportgerichte sectoren.

Maar er is hoop. In de transitie naar een koolstofarme en duurzame samenleving speelt de industrie een sleutelrol. Zij levert de nodige technologie en producten voor hernieuwbare energie, grondstofzuinige materialen, afvalbehandeling en recyclage. Zulke geavanceerde activiteiten bieden kansen om (maak)industrie en bijbehorende jobs terug naar Europa te brengen. Vernieuwen op het vlak van producten, processen en arbeidsorganisatie en slimme specialisatie zijn hiervoor cruciaal.

Robotisering en digitalisering zullen jobs met routinetaken doen verdwijnen, maar ook nieuwe banen scheppen. De ‘fabrieken van de toekomst’ kunnen grote productiviteitswinsten opleveren en de kwaliteit van jobs en loopbanen verbeteren.

Het kàn. Met een offensief overheidsbeleid dat de krijtlijnen uitzet. Met sterke vakbonden die werknemersinspraak in innovatie en de omzetting van productiviteitsgroei in extra jobs met kwaliteit afdwingen.

Non-profit

In de non-profit worden de meeste jobs gesubsidieerd. Dat is ook normaal want we praten hier over zorg, welzijn en cultuur.

Ook in deze sectoren is er flink bezuinigd sinds 2008. Dat zette zware druk op heel wat instellingen, ook op de tewerkstelling.

Een LBC-NVK-enquête bij ruim 1.300 werknemers in de ouderenzorg wees vorig jaar op een sterk gestegen werkdruk. Natuurlijk worden de bewoners ouder, wat meer zorg vraagt. Maar de personeelssubsidies stegen niet mee met de ‘zorgzwaarte’. Bewoners en hun familie nog méér geld laten betalen is geen optie. Nu al betaal je in een rusthuis gemiddeld bijna 1.600 per maand.

In de gehandicaptenzorg was er jarenlang een ‘personeelsstop’. Daar groeiden de werkdruk en de wachtlijsten. De vakbond vraagt een investering in extra handen op de werkvloer. De Vlaamse regering koos voor een ‘persoonsvolgende financiering’, wat de instellingen ertoe aanzette om minder aan te werven.

De zorg op hoog niveau en betaalhouder houden betekent dat je moet investeren in meer personeel. Het is dan ook met die vraag dat de LBC-NVK de federale en Vlaamse overheden zal aanspreken.

Distributie

De loonlasten met 1 procent verlagen in de distributie komt neer op een jobcreatie van 1 procent. Dat beweerde de werkgeversvereniging Comeos in 2014.

Met alle regeringsmaatregelen zouden we nu zo’n 50.000 nieuwe jobs moeten zien in de distributie. Comeos spreekt alleen van ‘een stijgende tewerkstelling in 2015’.

Door de lagere koopkracht is er historisch weinig passage in de winkels, en de marges zijn in vrije val. In de bedrijven is er geen ruimte om te innoveren of om het personeel op te leiden en bij te scholen. En toch ligt daar de toekomst van de handel. De bedrijven moeten nu hun klassieke winkels kunnen combineren met e-commerce.

Wie in de non-food het winkelpersoneel omschoolt tot ‘raadgevers voor de klanten’ en de klantenstromen beter in kaart brengt, kan onvrijwillig deeltijds werk afbouwen, meer personeel een voltijds contract geven, de uurroosters verbeteren en de werkdruk verminderen. Door klassieke en nieuwe kanalen goed te gebruiken kunnen non-food en voedingshandel beter presteren, wat ook de tewerkstelling ten goede moet komen. Dit alles vergt een goed investeringsklimaat en een beleid dat de handel duurzamer maakt.

Positief is dat bijna driekwart van alle digitale handel in Europa te situeren is in West-Europa. Ook dat schept enorme kansen voor onze bedrijven.

Frans Geerts en andere auteurs

Dit is een licht bewerkte versie van een verhaal in Ons Recht van april 2016. Ons Recht is het ledenblad van de vakbond LBC-NVK, onderdeel van het ACV. Ontdek meer over de LBC-NVK op www.lbc-nvk.be en via www.facebook.com/vakbondlbcnvk 

take down
the paywall
steun ons nu!