Bericht aan Valerie Van Peel (N-VA): een onbeleefde vraag stellen is niet hetzelfde als terreur promoten

Afbeelding
Valerie Van Peel. Foto: Screenshot, Terzake.
Valerie Van Peel. Foto: Screenshot, Terzake.
Tijdens het openingscollege van Bart De Wever aan de UGent stelde Seppe De Meulder een kritische vraag aan de eerste minister over de genocide in Gaza. In Terzake verklaarde N-VA-voorzitter Valerie Van Peel dat wie zoiets doet “niet verbaasd moet zijn” dat “je achterban” vervolgens misschien terreur gaat gebruiken. Dit is de reactie van Seppe.

Laat me het goede voorbeeld geven en beginnen met een kritiek op mezelf. De manier waarop ik tijdens het openingscollege van Bart De Wever aan de UGent een vraag stelde aan de eerste minister was ongelukkig. 

Ik werd plots best nerveus en begon mijn vraag met een verwijzing naar het feit dat het die dag 7 oktober was, dat was een verkeerd haakje om mijn vraag aan op te hangen. Wanneer De Wever me vervolgens onderbrak, zei ik: “Ik zal eerst mijn vraag stellen en dan kan u antwoorden. U heeft al genoeg gesproken.” Dat was misplaatst. Aangezien hij uitgenodigd was om een lezing te geven, is het gewoon logisch dat hij lang gesproken had. 

Antifa hoertje

Begrijp me niet verkeerd. Ik sta achter de inhoud van mijn vraagstelling. Het is helemaal niet verkeerd om de eerste minister te vragen om verantwoording voor zijn woorden. Integendeel, ik zie het niet alleen als mijn recht, maar als mijn plicht om de macht te bevragen. Maar de houding waarmee ik het deed, was wat onprofessioneel. Volgende keer beter, was mijn conclusie.

Tot ik de volgende dag mijn berichtverzoeken bekeek. De stroom aan beledigingen is lang en ik heb weinig zin om ze allemaal door te gaan, maar mijn favoriete exemplaar is deze: “Goor links onbeleefd dom antifa hoertje.”

Toen ik die berichten las, besefte ik dat brutaliteit voor deze mensen op zich geen probleem is. Waar ze echt zo fel op reageren, is dat iemand het aandurft tegen de brutaliteit van De Wever en zijn aanhang in te gaan - laat het nu net heel erg nodig zijn dat iemand dat tenminste probeert te doen. 

Ik besloot me daarom te concentreren op de inhoud en schreef een uitgebreide kritiek op de lezing van De Wever. Je kunt het met die kritiek oneens zijn, maar ik heb geprobeerd zo grondig en inhoudelijk mogelijk te werk te gaan - zoals het hoort in een democratisch debat. In mijn ogen verdient dat artikel meer aandacht dan de vraag die ik stelde, maar helaas lijkt ons publieke debat vooral te smullen van sensatie.

Het was net voor publicatie van bovenstaand artikel, dat berichten over de verijdelde aanslag op Bart De Wever in het nieuws verschenen. “Alle steun aan hem en zijn familie wat dat betreft. We mogen nooit toestaan dat terreur het democratisch debat stillegt”, zo voegde ik nog toe net voor het artikel werd gepubliceerd. 

Lees hier de uitgebreide kritiek op de lezing van De Wever. 

Waar te beginnen?

Groot was dan ook mijn verbazing toen ik die avond plots berichten kreeg met de vraag of ik N-VA-voorzitter Valerie Van Peel had gezien in Terzake, omdat ze mij vernoemd zou hebben. Nog groter was mijn verbazing toen ik het fragment waar het om ging had gevonden. ‘In welke mate denkt u dat het Gaza-dossier de geesten heeft verhit?’, vraagt Pieterjan Desmedt. Ik citeer het volledige antwoord van mevrouw Van Peel.

“Ik heb wel dat gevoel gehad, ik heb dat hier trouwens al eens gezegd. Ik heb deze zomer een paar keer gevoeld hoe dat internationale conflict echt in onze eigen gemeenschap is getrokken. En vooral hoe er geen enkele ruimte meer was voor nuance: vanaf dat je nuance bracht, werd je eigenlijk in een hok gestoken.

En om terug naar Bart te gaan. Als hij onlangs in het openingscollege in Gent stond en hij was zijn uitleg aan het doen, kwam er een vraag van een van de studenten. Maar dat was een PVDA-lid, dat was heel duidelijk, die hem eigenlijk voor heel die aula voor de voeten werpt dat hij zelf, persoonlijk, verantwoordelijk is voor de gruwel in Gaza.

Als je natuurlijk dat soort van narratief gaat oppoken, politiek uitbuiten, wat echt wel gebeurt in deze zaak, dan ga je heel gevaarlijke zaken creëren. Want wat zeg je eigenlijk tegen je achterban? Je gaat daar zo ver in dat je niet moet verschieten dat er op een bepaald moment eigenlijk iemand zich gewettigd voelt om bepaalde zaken te doen die volledig alle rede voorbijgaan.”

Excuses zouden op hun plaats zijn

Waar te beginnen? Ten eerste. Ik ben geen student. Ik ben ook geen PVDA-lid. Ik nam reeds in 2021 ontslag bij die partij. Hoewel dat hier niet de essentie is, wil ik het toch even rechtzetten.

Ten tweede. Ik heb ook niet gezegd dat Bart De Wever persoonlijk verantwoordelijk is voor de gruwel in Gaza, gewoon niet. De Wever is weliswaar in zijn antwoord zélf begonnen over een interview waarin zoiets gezegd zou zijn, maar ik weet niet eens over welk interview dat gaat, laat staan dat ik daarmee iets te maken heb.

Bart De Wever is natuurlijk eerste minister en in die hoedanigheid politiek verantwoordelijk voor het beleid van de federale regering. Het beleid dat - volgens de maatstaf van het Internationaal Gerechtshof - onvoldoende doet om genocide te stoppen. Ik had daar op zich prima een vraag over kunnen stellen, maar dat heb ik dus niet gedaan.

Wat ik gedaan heb, is De Wever aanspreken op zijn eigen woorden. De woorden die hij twee jaar geleden uitsprak over “de kant van het licht” en de woorden die hij recenter uitsprak op de boekvoorstelling van Maarten Boudry. Ik stelde hem de vraag waarom hij die woorden voor een breed publiek niet durfde te herhalen, maar ze wel uitsprak onder gelijkgestemden. Welbeschouwd heeft hij daarop eigenlijk niet geantwoord. 

Ten derde. Je kan van mijn vraagstelling heel wat vinden. Je kan het met de vraagstelling ook oneens zijn, maar hoe mijn vraag zou kunnen aanzetten tot terreur, dat is me toch echt wel een raadsel. Mevrouw Van Peel vindt het blijkbaar een probleem dat de eerste minister aangesproken wordt op zijn uitspraken over een genocide, omdat hij niet “persoonlijk verantwoordelijk is” voor wat er gebeurt. Maar ze vindt het wel normaal om mij persoonlijk mee verantwoordelijk te stellen voor een poging tot een terreuraanval, omdat ik een onbeleefde vraag heb durven stellen.

“Dan moet je niet verbaasd zijn dat iemand van je achterban zich gewettigd voelt om bepaalde zaken te doen, die volledig alle reden voorbij gaan”, zo zegt ze dat. Volgens welke logica? Ik heb helemaal geen achterban en voor zover er een aantal mensen zijn die teksten lezen die ik schrijf, zullen die daardoor zeker niet geïnspireerd zijn om tot terreurdaden over te gaan. Die beschuldiging is meer dan een brug te ver. Excuses zouden op hun plaats zijn.

Ten vierde. Wat betreft oppoken en politiek uitbuiten: de N-VA deelde de video van mijn vraag in zijn geheel op al haar sociale media. Wie is er dan de kwestie aan het oppoken en politiek aan het uitbuiten? Door het vervolgens op te rakelen in een context die er totaal niets mee te maken heeft, misbruikt Van Peel de terreurdreiging om kritiek het zwijgen op te leggen. Dat is onaanvaardbaar.

Niet over mij

Wie het volledige antwoord van Van Peel goed beluistert, hoort ook dat het haar niet om mij of mijn vraag te doen is. Ze heeft het over hoe een internationaal conflict al veel langer “onze gemeenschap wordt ingetrokken”. Met die woorden viseert ze de volledige solidariteitsbeweging met Palestina, alsof het beter was geweest als dat conflict hier niet te veel mensen in beweging zou hebben gebracht.

De intimidatie van wie zich uitspreekt voor Palestina is ook breder. Zo sleepte De Wever zelf een lid van CD&V voor de rechter, omdat die hem kritische mails stuurde over zijn standpunt over Israël. Er is ondertussen een wetsvoorstel in de maak om organisaties die opkomen voor Palestina te verbieden, onder het mom van terreurbestrijding. Ook op Vlaams niveau probeert de N-VA de toekenning van subsidies aan socioculturele organisaties te bepalen op basis van haar eigen ideologie.

De N-VA hoeft overigens niemand lessen te leren wat betreft ‘op de persoon spelen’ in plaats van op de bal. Als het om mensen zonder politieke macht gaat, hebben zij er helemaal geen probleem mee om mensen door het slijk te halen. Zo ging Bart De Wever in het verleden speciaal naar de tv-studio om een karaktermoord te plegen op Dalilla Hermans, zonder dat zij zich daartegen kon verdedigen. 

De hetze die gecreëerd wordt rond mijn persoon zou ik het liefst begraven, er lessen uit trekken en over een paar dagen, wanneer niemand het er nog over heeft, er eens om lachen. Maar het gaat niet over mij. Het gaat om de mogelijkheid om kritiek te geven en het bestrijden van intimidatietechnieken. Vandaar, alvorens de hetze te laten uitdoven en me op te maken voor de volgende steekvlam in ons opgefokte publieke debat - voor wat het waard is - dus nog even deze uitgebreide reactie.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?