Analyse

10 jaar na Alan: hoe nieuws ons beeld over immigratie kleurt

Afbeelding
Bewerkt beeld: Surfmarkjoe's Images, Claudiad via canva.com
Bewerkt beeld: Surfmarkjoe's Images, Claudiad via canva.com
Woorden en beelden in het nieuws bepalen mee hoe we denken over migratie. Negatieve frames over asielzoekers, vluchtelingen en immigranten overheersen in de berichtgeving. Tegelijk zijn journalisten zich bewust over de manier waarop zij immigratienieuws brengen.

Tien jaar geleden, op 2 september 2015, stuurden nieuwsmedia een beeld de wereld in dat  bij miljoenen mensen een gevoelige snaar raakte: het levenloze lichaam van de tweejarige kleuter Alan Kurdi, aangespoeld op een Turks strand. Dit aangrijpende beeld werd het symbool van de toenmalige vluchtelingencrisis en maakte de menselijke tragedie achter de crisis in één oogopslag voelbaar. Het dominante, negatieve beeld van immigratie verdween, of toch voor even: empathie, verantwoordelijkheid en menselijkheid stonden plots centraal in het nieuws. Toch was deze toon eerder een uitzondering.

Wetenschappelijk onderzoek is immers vrij eenduidig: immigratie wordt in nieuwsmedia overwegend negatief in beeld gebracht, zowel in Vlaanderen als elders in Europa. Journalisten gebruiken daarbij regelmatig – bewust en onbewust – vaste vertelpatronen, zogenaamde 'frames', waarin immigranten bijvoorbeeld worden voorgesteld als indringers of slachtoffers. Andere nieuwsberichten benadrukken dan weer hoe immigratie een bedreiging vormt voor onze culturele gebruiken en gewoontes, veiligheid of economie.

Wie vaak negatieve frames ziet of leest, gaat immigratie sneller als problematisch of bedreigend beschouwen

Die negatieve beeldvorming is niet zonder gevolg. Deze manier van berichtgeving heeft een duidelijke invloed op hoe mensen over immigratie denken. Wie immers vaak zulke negatieve frames ziet of leest, gaat immigratie sneller als problematisch of bedreigend beschouwen. Bovendien kunnen ze ook reeds bestaande overtuigingen versterker of zichtbaarder maken. Met andere woorden: hoe nieuwsmedia immigratie en immigranten voorstellen en over hen berichten, kleurt mede de dominante publieke opinie in onze samenleving.

Maar het gaat verder dan enkel de framing of de manier waarop het verhaal wordt verteld. Soms doen (subtiele) journalistieke keuzes zoals de terminologie die ze gebruiken om naar een actor te verwijzen ertoe. Termen zoals ‘vluchteling’, ‘asielzoeker’ en ‘(im)migrant’ lijken op veel vlakken te overlappen met elkaar, maar toch hebben ze elk een verschillende betekenis. Elk van deze labels roept andere associaties op, heeft een andere juridische lading en dito emotionele connotatie. In het publieke debat en nieuwsberichtgeving worden mensen die asiel aanvragen of migreren echter vaak als één groep gezien. Via cijfers en abstracte termen worden ze gedefinieerd als een anonieme massa en gereduceerd tot hun groepsidentiteit. Wie zijn deze mensen precies? Hun gezichten en persoonlijke verhalen verdwijnen vaak uit beeld.

Uit onderzoek blijkt dat journalisten hiermee worstelen. Welke term gebruiken ze wanneer? Welke juridische betekenis schuilt erachter? Hoe resoneert dat woordgebruik bij het publiek?

Framing van de protagonisten

Eerder onderzoek uit voornamelijk Europese landen toont aan dat de protagonisten van het immigratiedebat – asielzoekers, vluchtelingen, immigranten – op een verschillende wijze in het nieuws worden geframed. Zo geeft een Europees overzicht aan dat migranten voornamelijk worden gelinkt aan economische bedreiging. Er wordt in het nieuws benadrukt dat de komst van migranten de competitie op de arbeidsmarkt verhoogt. Ander onderzoek toont aan dat vluchtelingen en asielzoekers ook als een economische dreiging worden beschouwd, maar dan meer in de zin van dat deze mensen druk zetten op de welvaartsstaat van het land van aankomst.

Ook ons eigen onderzoek in Vlaanderen bevestigt dat asielzoekers, vluchtelingen en immigranten niet op dezelfde manier worden geframed in het nieuws. Voor de periode van 2015-2020 onderzochten we 503 artikels van De Standaard en Het Nieuwsblad. De resultaten tonen aan dat negatieve beeldvorming sterk overheerst in de nieuwsberichtgeving. Specifiek voor de actoren vonden we dat asielzoekers en (im)migranten een hogere kans hebben om gelinkt te worden aan een negatief frame in Vlaams immigratienieuws.

De worsteling van journalisten

In 2023 organiseerden we focusgroepen met 21 journalisten van een Vlaamse nieuwsorganisatie waarin we hen vroegen naar hun reflectieproces in de productie van nieuws over immigratie, met aandacht voor framing, terminologie en actoren die aan bod komen.

Uit die focusgroepen blijkt dat journalisten zich bewust zijn van de overwegend negatieve framing in immigratienieuws, al benadrukken ze dat dit niet uniek is voor dit thema. Het is immers een patroon dat terugkeert bij alle nieuwsonderwerpen: negativiteit en conflict voeren vaak de boventoon, in lijn met de signaalfunctie van nieuws. Maar de vraag rijst hier  voornamelijk of nieuws over immigratie negatiever is dan nieuws over andere onderwerpen, of de balans scheef zit.

Hoewel journalisten beklemtonen dat ze geen activisten zijn, erkennen ze hun (onbedoelde) rol in het vormgeven van publieke opinie. Ze proberen te waken over evenwichtige berichtgeving, en zijn zich er van bewust dat framing niet neutraal is. Zo beseffen journalisten dat de keuze van de invalshoek, de bron en het taalgebruik een invloed kan hebben op hoe immigratie maatschappelijk gepercipieerd wordt. Velen geven aan dat ze proberen om taal te “humaniseren”, terwijl ze gebeurtenissen wel zo feitelijk mogelijk weergeven.

Dat betekent dat ze mogelijk stigmatiserende woorden zoals “illegaal” of metaforen als “migratiestroom” trachten te vermijden, en in plaats daarvan spreken over “mensen” of “personen”. Ook terminologie van politiekeactoren – zoals “asielbedriegers” of “kansenparels” – worden daarbij neutraler weergegeven. Het doel hierbij is niet om immigratie positiever voor te stellen dan het is, maar wel om mensen niet te reduceren tot abstracte, anonieme grote groepen of hen bedreigend voor te stellen.

Politieke actoren zoals partijen of belangengroepencommuniceren elk op hun eigen manier over immigratie

Daarnaast zie je dat journalisten worstelen met het vinden van de juiste termen om de betrokken personen te beschrijven. De moeilijkheid zit deels in het verschil tussen de juridische en de letterlijke betekenis van termen. Zo heeft het woord ‘vluchteling’ een specifieke juridische definitie, maar kan het tegelijk gebruikt worden om mensen die op de vlucht zijn te omschrijven. Vooral bij de buitenlandse berichtgeving nemen journalisten vaak termen over van andere nieuwsbronnen. Dit gebeurt soms onder druk omdat er onvoldoende tijd is om de huidige juridische status van een groep mensen snel te achterhalen.

Bovendien moeten journalisten omgaan met externe druk door andere actoren die proberen hun eigen invalshoek of frames te promoten. Politieke actoren zoals partijen of belangengroepencommuniceren elk op hun eigen manier over immigratie. Ze gebruiken vaak hun eigen terminologie, soms strategisch, om hun politiek doel te bereiken. Ze hopen dan dat nieuwsmedia deze termen overnemen en aldus hun agenda dienen. Journalisten proberen dergelijke politieke beïnvloeding te herkennen en tegen te gaan, maar die is vaak subtiel.

Hoewel immigratie vaak in het nieuws komt, beschouwen veel journalisten zichzelf bovendien niet als expert in het onderwerp. Een mogelijke oplossing zou zijn om journalisten in te zetten als gespecialiseerde verslaggevers die zich verdiepen in immigratie en vertrouwd raken met de gevoeligheden van het thema. Zij zouden beter kunnen inschatten welke woorden ze gebruiken en welke verhalen ze wel of niet brengen.

Nieuwsberichtgeving bepaalt niet alleen wat we over migratie weten, maar ook hoe we erover denken

Kortom, journalisten zijn zich wel degelijk bewust van hoe ze over immigratie schrijven, maar hun rolopvatting, expertise, externe invloeden en (in)formele normen binnen nieuwsorganisaties leggen beperkingen op. Die factoren houden hardnekkige patronen in framing en terminologie in stand, en deze kunnen de publieke opinie tot zekere matekleuren.

Het frame doet ertoe

De inhoud van immigratienieuws is niet zonder gevolgen. Veel mensen in de samenleving komen immers niet regelmatig in contact met vluchtelingen of asielzoekers, en zijn daardoor mede afhankelijk van nieuwsberichtgeving om hun beeld te vormen.

Nieuwsmedia spelen een centrale rol in de manier waarop de publieke opinie het immigratiedebat waarneemt. Nieuwsberichtgeving bepaalt niet alleen wat we over migratie weten, maar ook hoe we erover denken. Termen zoals ‘vluchteling’, ‘asielzoeker’ en ‘immigrant’ worden vaak door elkaar gebruikt, maar roepen verschillende beelden op. Daarnaast suggereert eerder onderzoek dat de manier waarop media immigratie framen – positief, negatief of als slachtofferverhaal – attitudes van burgers beïnvloedt.

Om dit laatste te testen in de Vlaamse context voerden we een experiment uit via het Burgerpanel van de Universiteit Antwerpen. Dit experiment wilde nagaan hoe actorterminologie en frames elkaar versterken of verzwakken in de wijze waarop houdingen tegenover immigratie worden gevormd. We gingen uit van twee verwachtingen, namelijk (1) dat blootstelling aan negatieve frames zou leiden tot meer vooroordelen dan aan positieve frames of slachtofferframes, en (2) dat de term ‘vluchteling’ positievere reacties opwekt dan ‘immigrant’ of ‘asielzoeker’, ongeacht het frame.

Negatieve attitudes of vooroordelen werden in ons onderzoek gemeten door te peilen naar de mate waarin deelnemersakkoord gaan met drie stellingen. In deze vragen wordt er gepeild naar de mate waarin de mensen die naar hier komen goed of slecht zijn voor de Belgische economie; het Belgisch cultureel leven ondermijnen of verrijken; ervoor zorgen dat België een betere plek is om te wonen. Voor de resultaten die hieronder worden besproken, zijn negatieve attitudes uitgedrukt aan de hand van deze drie vragen, al hebben we deze omgekeerd weergegeven om de interpretatie te vergemakkelijken.

Blootstelling aan negatieve frames leidden tot significant negatievere attitudes vergeleken met blootstelling aan positieve of neutrale berichtgeving

Het onderzoek werd uitgevoerd in Vlaanderen en omvatte een online survey-experiment bij 2.377 deelnemers. Elke deelnemer kreeg willekeurig een fictief nieuwsartikel te lezen, dat varieerde in actorterm (“vluchteling”; “immigrant”; “asielzoeker”) en frame (negatief; slachtoffer; positief), terwijl de rest constant werd gehouden. In totaal waren er dertien experimentele condities, waaronder een neutrale controleconditie. De nieuwsberichten werden zo opgesteld dat ze zoveel mogelijk een realistisch nieuwsbericht nabootsten, gebaseerd op herkenbare patronen van nieuwsframing en waarbij we telkens slechts enkel de term en/of frame aanpasten.

De resultaten bevestigen grotendeels onze theoretische verwachtingen: blootstelling aan negatieve frames leidden tot significant negatievere attitudes vergeleken met blootstelling aan positieve of neutrale berichtgeving (TABEL 1). Het slachtofferframe had weinig invloed en week niet significant af van een nieuwsverhaal met neutraal frame. De tweede verwachting werd wel verworpen: er werd geen rechtstreeks effect gevonden van de gebruikte term (‘vluchteling’, ‘immigrant’, ‘asielzoeker’) op de houding van de deelnemers (TABEL 2).

Toch toonde een verdiepende analyse dat de combinatie van frame en actorterm ertoe doet. Zo leidde het negatieve frame in combinatie met de term ‘immigrant’ tot de meest negatieve attitudes. Omgekeerd had een positief frame in combinatie met ‘asielzoekers’ het grootst milderende effect op de negatieve attitudes van de respondenten.

Afbeelding
Tabel 1
Afbeelding
Tabel 2

Woorden en beelden in nieuws als venster op de wereld

Niet alleen journalisten communiceren over immigratie, ook de actoren die een stem krijgen in het immigratienieuws sturen mee de publieke percepties. De focusgroepen en ander onderzoek geven aan dat politici een prominente rol spelen in het aan bod komen in nieuws over immigratie. In Europa winnen (radicaal-)rechtse partijen aan populariteit waardoor hun invloed op immigratienieuws mogelijks toeneemt. Bovendien gaan mainstreampartijen in sterke mate mee in hun retoriek en standpunten. Hun anti-immigratiediscours zal op een zeker niveau ook insijpelen in de nieuwsberichtgeving over immigratie, en dus de framing van de kernactoren in dit debat mee vormgeven.

Maar de actoren waarover het écht gaat, komen veel minder aan bod. Er wordt veel over hen, maar niet met hen gepraat. Zaken zoals taalbarrière of tijdsdruk bij journalisten spelen hier vaak een rol. Ook dit heeft een invloed op de framing. Zo toont eigen onderzoek aan dat als asielzoekers, vluchtelingen en immigranten een stem krijgen in het nieuws, de kans dat het nieuwsartikel een negatief frame bevat lager wordt.

Beelden bevatten dan geen woorden maar kunnen wel ook mee de percepties van het publiek sturen

Asielzoekers, vluchtelingen en immigranten kunnen als de protagonisten van het immigratiedebat beschouwd worden, toch komen er in het publieke debat ook nieuwe actoren bij. Dat gebeurt vaak door middel van het toevoegen van een adjectief. Klimaatvluchtelingen of Oekraïense vluchtelingen zijn hier voorbeelden van. Hoe verschilt de framing van deze actoren ten opzichte van bijvoorbeeld een anonieme asielzoeker? De vraag die hier speelt, is in welke mate de context mee de framing van deze actoren bepaalt. Hoe speelt de berichtgeving bijvoorbeeld over de oorlog Oekraïne-Rusland, dat zich aan de grens van Europa afspeelt, een rol op de framing van Oekraïense vluchtelingen?

Ook beelden doen ertoe, zeker in onze audiovisuele cultuur. Beelden bevatten dan geen woorden maar kunnen wel ook mee de percepties van het publiek sturen. Emoties die het gezicht van mensen uitdrukken, kunnen een eerste stap zijn om het leed en het verhaal van mensen te begrijpen. Het opent de deur om meer empathie te tonen. Human interestverhalen, die persoonlijke voorbeelden uitlichten en individuele mensen een gezicht geven, kunnen ertoe bijdragen dat lezers zich gemakkelijker identificeren met hen en zo meer tolerantie in de hand werken.

Woorden en beelden in immigratienieuws vormen voor een groot deel onze werkelijkheid over asielzoekers, vluchtelingen en immigranten. Immigratienieuws lezen en bekijken, vereist bewustzijn op verschillende vlakken: het gebruik van adjectieven, metaforen, cijfers, een stem krijgen, type actor of het beeld van een groep mensen of één persoon. Het is die combinatie van taal en beeld in hun verschillende facetten die mee aan de basis ligt van hoe gevoelig en emotioneel geladen dit debat is. Taal en beeld in nieuws kunnen, met andere woorden, onze percepties over immigratie sturen of versterken.

Dat heeft de aanblik van een aangespoeld tweejarig jongetje op de kust van Bodrum in Turkije tien jaar geleden al bewezen.

 

Emmi Verleyen is doctoraatsstudent aan Universiteit Antwerpen.
Laura Jacobs is gastprofessor en postdoctoraal onderzoeker aan Universiteit Antwerpen.
Kathleen Beckers is assistant Professor aan Universiteit van Amsterdam.

 

Dit artikel verscheen eerder op SamPol

 

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?