De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.
Van hegemonie naar heruitvinding: de keuze waar Europa voor staat

Op 10 september 2025 gaf Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, haar jaarlijkse toespraak over de Staat van de Unie in het Europees Parlement. Ze begon met de woorden: "Europa is in een gevecht verwikkeld. Een gevecht voor een verenigd en vreedzaam continent. Voor een vrij en onafhankelijk Europa. Een gevecht voor onze waarden en onze democratieën."
Even verder in haar toespraak klonk het zo: "Zij (de Europeanen) werken steeds harder, maar krijgen het steeds moeilijker. Zij voelen de gevolgen van de mondiale crisis. Van de stijgende kosten van het levensonderhoud. Zij voelen hoe hun leven en loopbaan steeds sneller veranderen. En zij zien op het journaal hoe alles steeds verder uit de hand loopt – van de verschrikkelijke beelden uit Gaza tot het nietsontziende Russische spervuur tegen Oekraïne. (…) De frontlijnen voor een nieuwe wereldorde, gebaseerd op macht, worden nu uitgetekend. Dus ja, Europa moet vechten. Voor zijn plaats in een wereld waarin grootmachten zich vijandig opstellen tegenover Europa. Een wereld van imperialistische ambities en oorlogen. Een wereld waarin afhankelijkheden genadeloos als wapen worden ingezet. Om al deze redenen moet een nieuw Europa ontstaan."
Wie dit leest, krijgt de indruk dat Europa een oude golden retriever is in een kennel vol agressieve territoriale bulldogs. Ook suggereert Von der Leyen dat we afstevenen op een wereldorde gebaseerd op macht en imperialisme, alsof dat nieuw zou zijn, terwijl precies dat machtsspel al vijf eeuwen de grondtoon is van de wereldgeschiedenis.
Van hegemonie
Dit is geen pleidooi voor zelfkastijding, of om te stellen dat het eigen schuld dikke bult is. Maar ik haal toch graag in een notendop de wereldgeschiedenis sinds 1500 aan. Wie de lange lijn bekijkt, ziet dat Europa niet altijd het centrum van de wereld is geweest. Tot circa 1500 lagen handel en rijkdom in China, India en de islamitische wereld. Wij waren periferie, afhankelijk van dure import.
Met oceaanvaart, krediet en kanonnen kochten Portugezen en Spanjaarden zich in, gefinancierd door gestolen zilver en goud uit de Amerika’s, gewonnen met slavernij en dwangarbeid. Daarna schakelden Nederlanders, Britten en Fransen een versnelling hoger: driehoekshandel, slavernij en plantages. Goedkope grondstoffen en arbeid kwamen binnen, dure afgewerkte producten gingen naar buiten. Dat systeem concentreerde rijkdom in Europese metropolen en werd gelegitimeerd met raciale theorieën en hiërarchieën.
De industriële revolutie kantelde alles. Kolen, stoom en patentrecht maakten Europa en later de VS technologisch en militair superieur. Kolonies werden markten en grondstofdepots. Vrijhandel werd opgelegd waar het ons diende, tariefmuren waar het ons beschermde. Afrika werd in kaart gebracht voor mijnbouw en rubber. Kijk vandaag naar de kaart en je ziet nog altijd hoe de hoge heren in Berlijn destijds met de liniaal in de hand het continent hebben opgedeeld, dwars door gemeenschappen heen.
De 20e eeuw bracht twee wereldoorlogen en een verschuiving van een Europese naar een Amerikaanse wereldorde. De Tweede Wereldoorlog werd niet gewonnen door de geallieerden, maar verloren door Europa. Militair aan de winnende kant, maar economisch uitgeput. Groot-Brittannië en Frankrijk, ooit de lakens uitdelend, raakten diep in de schulden, verloren snel hun koloniale rijken en werden afhankelijk van Amerikaanse steun.
Decennialang bleef het Westen dominant, met technologie, krediet en een leger dat overal de regels kon afdwingen. Maar vanaf de jaren ’70 begon dat overwicht te wankelen: oliecrisissen, de ineenstorting van Bretton Woods en de opkomst van nieuwe economieën markeerden de kentering.
Naar heruitvinding?
Vandaag is de macht verdeeld. Europa is minder almachtig, maar zet nog altijd de toon: van mensenrechten tot financiële spelregels, van handel tot digitale standaarden. De economische alleenheerschappij is weg, de normatieve macht bleef opvallend lang overeind. Europa verloor zijn economische primaat, maar bepaalde nog altijd disproportioneel de spelregels en waarden van de wereldeconomie.
En precies dat staat nu onder druk.
Von der Leyen spreekt over een gevecht voor waarden en democratieën. Maar Europa verliest steeds meer de kracht om die wereldwijd af te dwingen. Amerikaanse constructeurs dwongen recent af dat hun wagens nu toegang krijgen tot onze markt zonder volledig te voldoen aan strengere EU-normen. Het gaat niet enkel om Amerikaanse auto’s: van telecom tot digitale betalingen en mensenrechten schuiven andere grootmachten steeds vaker hun eigen standaarden naar voren, waar Europa zich moet aanpassen
Niet alleen internationaal neemt de vanzelfsprekende dominantie van het Westen af. Ook binnen Europa zelf brengen diverse gemeenschappen hun eigen perspectieven en belangen sterker in, waardoor het normatieve kader verandert. Steeds meer landen en regio’s maken duidelijk dat Europa en het Westen niet langer vanzelfsprekend de toon zetten. De machtsbalans is verschoven, en anderen eisen mee zeggenschap over de spelregels van de wereldorde.
En zo kom ik terug bij Von der Leyen. Het is niet de vraag of Europa moet vechten, maar waarvoor. Voor een nostalgisch vasthouden aan een tanende hegemonie, of voor een heruitgevonden rol waarin we onze waarden weten te verbinden met een wereld die niet langer naar onze pijpen danst. Die keuze bepaalt of Europa opnieuw relevant wordt, of langzaam buitenspel komt te staan.
Koen Goeminne is historicus en auteur.