Interview

Een op drie scholen in stedelijk en gemeentelijk onderwijs zoekt leerkracht tegen maandag 1 september

Afbeelding
Beeld: EmilTimplaru, Bizarre Factory, via Canva Teams
Beeld: EmilTimplaru, Bizarre Factory, via Canva Teams
Dit weekend is één op drie schooldirecteuren in het stedelijk en gemeentelijk onderwijs nog hard op zoek naar een of meer leerkrachten voor maandag 1 september het nieuwe schooljaar start. Dat blijkt uit een bevraging van OVSG bij 384 schooldirecties. Ook binnen andere scholengroepen bestaat al jaren een groot lerarentekort. Waarom is dit nog steeds niet verbeterd?

Aanstaande maandag 1 september start het nieuwe schooljaar weer. Maar lang niet alle leerlingen gaan maandag een leerkracht voor de klas hebben staan.

Het lerarentekort dat al jaren een probleem vormt, is ook voor de start van dit schooljaar een van de grootste knelpunten volgens Nancy Libert, algemeen secretaris van de socialistische vakbond ACOD Onderwijs. Zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs.

Ook Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van de Christelijke Onderwijscentrale (COC) wijst het lerarentekort als een van de grootste problemen aan, waarbij het volgens hem eigenlijk gaat om het treffen van maatregelen om de job terug aantrekkelijker te maken.

In totaal is er in het Nederlandstalig onderwijs in Vlaanderen en in Brussel een tekort van meer dan 3.700 leerkrachten. Daarnaast is er een tekort voor 2.800 tijdelijke vervangingsfuncties. Dat blijkt uit onderzoek van het departement Onderwijs.

“Elk kind heeft recht op een leerkracht met de juiste bekwaamheid”, stelt Libert. “Je kan wel praten over de kwaliteit van het onderwijs, maar als je dit niet aanpakt dan gaat de kwaliteit van het onderwijs er natuurlijk onder lijden.”

Kerntakendebat

Minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) zoekt haar verklaring bij de vele bijzondere pedagogische taken die leerkrachten nu ook op zich moeten nemen. ‘Nog nooit hebben zoveel mensen in het onderwijs gewerkt die geen lesgeven’, zei ze op Radio 1.

“Hoe vermijden we dat er wordt gejongleerd met lestijden?”

“Dat klopt”, zegt Libert. “Maar daarvoor is nodig dat er naast leerkrachten, terug extra mensen worden aangenomen om die extra taken uit te voeren. Want een groot deel van alle bijkomende taken zijn wel nodig op een school.”

“Dat wordt het debat over de primaire en secundaire middelen”, vult Van Kerkhoven aan. “Hoe vermijden we dat scholen moeten jongleren met lestijden?”

“Zo is in het secundair onderwijs een leerlingenbegeleider nodig om als school erkend te worden”, noemt Libert als voorbeeld. “Maar de overheid zet daar geen middelen tegenover. Dat betekent dat de directie een leraar aanwijst voor die functie. Die wordt gerekend als leraar, maar staat niet voor de klas. Hetzelfde geldt voor een ict-coördinator, die ook elke school nodig heeft.”

Soms staat een klas dan helemaal zonder leerkracht. “Een ander gevolg is dat leerlingen over minder klassen verdeeld moeten worden, waardoor we uitkomen bij een volgend probleem”, aldus Libert: “grote klassen met veel diversiteit en daardoor veel verschillende problematieken. Dat zorgt weer voor extra werkdruk voor de leerkracht en voor nog meer uitval. Dit maakt het onmogelijk om het verhaal nog rond te krijgen.”

“We zeggen daarom al zo lang als vakbond dat we terug moeten naar de kerntaak van de job als leraar: lessen voorbereiden, lesgeven, evalueren, leerlingen- en oudercontact en leerlingen begeleiden”, zeggen zowel Libert als Van Kerkhoven. Libert: “We moeten nagaan welke taken er allemaal plaatsvinden op een school. En beslissen of we als maatschappij vinden dat die daar thuishoren. Voor veel van die taken zal het antwoord ja zijn. Maar daarna moeten we ons dringend afvragen of al die taken ook door een leraar gedaan moeten worden, of door mensen met een ander profiel.”

COC vraagt daarom ook naar een pedagogisch pact, laat Van Kerkhoven weten, waarin de kerntaken van leraren en scholen vastgelegd staan: “Wat mag een school vragen? Wat verwachten we van scholen en van de leerlingen? En wat verwachten we van ouders?”

“Dan voelt het alsof je je job niet goed kan doen en dan komt de afgrond snel dichtbij”

“Nu moeten leerkrachten naast lesgeven veel bijkomende taken opnemen, waarvoor ze niet zijn opgeleid en niet bekwaam zijn", gaat Libert verder. "Dan voelt het alsof je je job niet goed kan doen en dan komt de afgrond snel dichtbij. Uitval wegens ziekte is hierdoor erg hoog.”

Vrije tijd

“Een tijdsbestedingsonderzoek bij leerkrachten door oud-minister van Onderwijs Crevits (CD&V) wees uit dat leerkrachten gemiddeld, de vakanties meegerekend, nog steeds 42 uur per week werken”, vertelt Van Kerkhoven. “Dat komt dus doordat leraren naast hun kerntaken ook moeten vergaderen, toezicht houden op een speelplaats, afwezige collega’s vervangen, enzovoort.”

Met als gevolg dat 's avonds als de eigen kinderen in bed liggen, leerkrachten nog aan taken voor school beginnen, aldus Libert. “Dus ja, mensen kijken ook naar hoeveel van hun vrije tijd ze eigenlijk nog aan hun job in het onderwijs spenderen.”

“Terwijl, als leerkrachten weer vooral les mogen geven, dan zullen er meer mensen terug als leerkracht willen werken”, aldus Libert. Er is dus dringend een kerntakendebat nodig om te kijken welke profielen er allemaal nodig zijn op school, benadrukken Libert en Van Kerkhoven stellig.

“Vroeger waren er naast leerkrachten ook opvoeders op school”, legt Libert verder uit. “Door bezuinigingen van de overheid is dat sterk verminderd.”

Ook zou er volgens haar minstens in elke kleuterklas één fulltime kinderverzorgster moeten zijn. “Voor een juf is het lastig om een kindje naar de wc te helpen als er nog 24 andere kinderen in de klas zitten te wachten. Dankzij oud-minister van Onderwijs Weyts (N-VA) zijn er intussen weer iets meer kinderverzorgsters bij gekomen, maar vaak is dat nog maar voor een halve dag. Alsof peuters de andere helft van de dag niet plassen?”

Job aantrekkelijker maken

“Wat zijn we nu met halve maatregelen?”, vraagt Libert zich af. Om het lerarentekort aan te pakken, moeten we nadenken over hoe we de job op de lange termijn aantrekkelijker kunnen maken.

“Hoe kunnen we jongeren terug warm maken om in het onderwijs te willen werken?”, aldus Libert. Naast teruggaan naar de kerntaken, “moeten we ook kijken naar de verloning en de extralegale voordelen ten opzichte van jobs in de privé.”

“In de privé kan je onder andere maaltijdcheques krijgen, een tweede pensioenpijler, hospitalisatieverzekering en een bedrijfswagen. We zien dat dit vaak een reden is voor jonge mensen om te kiezen voor een job in de privé boven een job in het onderwijs.”

“Heeft een bedrijf een personeelstekort en is het kapitaalkrachtig, dan kan het de verloning verhogen om personeel aan te trekken. Dat wapen hebben scholen niet”, stelt Van Kerkhoven. “We vragen ook niet om gedifferentieerde verloning, maar in tijden van een algemeen arbeidsmarkttekort maakt ook dit het moeilijker om de job als leerkracht aantrekkelijker te maken.”

Daarbij vormen ook de nieuwe pensioenmaatregelen van de federale regering volgens Van Kerkhoven een grote uitdaging. Deze pensioenonderhandelingen zijn vrijdag 29 augustus gestart en zouden over een maand rond moeten zijn. “Maar iedereen van ons weet dat de aanvallen op de pensioenen niet min zijn. We gaan langer moeten werken, voor minder geld. Maar hoe gaan we dat langer werken mogelijk maken? We missen maatregelen ook op het einde van de loopbaan.”

“Als we het ziekteverzuim serieus gaan verlagen, dan is het lerarentekort onmiddellijk opgelost”

"Daarnaast wordt de manier waarop het pensioen berekend wordt, herzien, wat zal leiden tot een koopkrachtverlies”, waarschuwt Van Kerkhoven. “Er is al een probleem met de aantrekkelijkheid van een loopbaan in het onderwijs. Dan is het belangrijk om te kijken welke maatregelen getroffen kunnen worden tegen het koopkrachtverlies.”

Verder ziet Van Kerkhoven nog geen maatregelen die langer werken in het onderwijs daadwerkelijk mogelijk maken, zodat mensen dat volhouden. “Het aantal burn-outs en ziekte-uitval in het onderwijs in Vlaanderen is bij 55-plussers juist het grootst.” Ook dit heeft weer te maken met de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep.

“De overheid moet maatregelen nemen die leerkrachten in alle fasen van de loopbaan ondersteunen, zodat het ziekteverzuim daalt. Als we het ziekteverzuim serieus gaan verlagen, dan is het lerarentekort onmiddellijk opgelost.”

Kwaliteitsprobleem

Alleen met een kerntakendebat kunnen we, volgens Van Kerkhoven, ook de kwaliteit van het onderwijs opkrikken. “Want er is ook een kwaliteitsprobleem. Uit de Vlaamse toetsen en peilingsproeven blijkt dat het niveau achteruitgaat.”

En dat komt ook door een ander belangrijk probleem die COC aankaart. Het werven van mensen zonder bekwaamheidsbewijzen door scholen als snelle oplossing voor het lerarentekort. “Terwijl de kwaliteit natuurlijk ongelooflijk belangrijk is om de jeugd een toekomst te geven.”

“Het aantal zij-instromers neemt toe en dat is mooi”, zegt Libert, “want dat zijn vaak mensen met een engagement, die iets willen doen aan het lerarentekort.” Maar een deel van hen stroomt in zonder een pedagogische opleiding. “Na een jaar stapt 28 procent van alle zij-instromers er toch weer terug uit. Dat is heel jammer.”

Echter naast de instroom zonder bekwaamheidsbewijzen, wijt Libert ook dit vooral aan alle bijkomende taken. “Veel van deze mensen hebben waarschijnlijk een ideaalbeeld van wat het onderwijs inhoudt en beseffen van tevoren niet wat er allemaal nog naast de kerntaken moet gebeuren.”

Extra begeleiding om zij-instromers op te vangen zou goed zijn, volgens Libert, maar als een andere leerkracht dat doet, kan die op dat moment geen lesgeven.” Van Kerkhoven benadrukt dat zij-instromers zonder het vereiste bekwaamheidsbewijs gefaciliteerd moeten worden door hen zo snel mogelijk in opleiding te laten gaan en te versterken. “Op lange termijn is het beter dat een zij-instromer in het begin wat uren minder voor de klas staat om een opleiding te volgen, dan helemaal geen opleiding krijgt, waardoor je blijft vechten tegen het kwaliteitsverlies.”

“Zo mag de lerarenbonus, die vrijstelling van twee of drie contacturen per week beloont om dan een opleiding te kunnen volgen, van ons nog een pak ruimer zijn”, aldus Van Kerkhoven. “Zodanig dat zij-instromers dus een sterke opleiding kunnen volgen en kunnen volhouden met tegelijkertijd lesgeven.”

Diversiteit

Op de leraarsopleiding zelf is het belangrijk dat studenten ook stage lopen op een school met een grote diversiteit, zodat ze bekwaam zijn om voor verschillende klassen te staan, geeft Libert aan. “‘Ja dan gaan ze al lopen tijdens de opleiding’, zeggen sommige hogescholen ons daarop. Maar je moet leerkrachten met een diploma afleveren die bekwaam zijn en echt weten wat de job kan inhouden. Dan vallen ze later minder snel uit.”

“Nu melden namelijk wel iets meer mensen zich aan voor de lerarenopleiding, maar we zien ook dat na vijf jaar dertig procent van de afgestudeerde studenten weer weg is.”

“Het publiek op scholen wordt ook altijd meer divers”, legt Libert verder uit. “Hun rugzakjes zijn met allerlei problemen gevuld. En op scholen komen al die kinderen samen. Daar moet de leerkracht allemaal mee omgaan.”

"Leerlingen komen niet tot leren als ze met angsten zitten naar de toekomst toe"

Van leerkrachten op het secundair onderwijs hoort Libert bijvoorbeeld ook dat jongeren wakker liggen over hoe de wereld er vandaag uitziet. Voordat sommige leerkrachten aan de les kunnen beginnen, hebben ze eerst veel tijd nodig om de dagdagelijkse beslommeringen van de leerlingen voor een stukje mee op te lossen. Leerlingen kunnen niet tot leren komen, als ze met angsten in hun hoofd zitten naar de toekomst toe.”

Ook dit is een belangrijke reden voor een ernstig debat om eindelijk aan de aantrekkelijkheid van het leraarsberoep te kunnen werken. “Daarbij moet dan ook het aantal contacturen van leerkrachten begrensd blijven”, concludeert Van Kerkhoven. 

Alleszins aanvaardt COC het niet als aan leraren wordt gevraagd om meer contacturen voor een klas te staan dan vandaag, zonder daarvoor betaald te worden. "We gaan het lerarentekort niet oplossen door hen gratis te laten overwerken. Dat is weinig respectvol en ook in de privésector wordt overwerk gecompenseerd. Terwijl een leraar niet eens een keer vroeger kan stoppen of later beginnen: elke les moet gegeven en geëvalueerd worden. Bovendien zijn de geldelijke middelen om in onderwijs overuren te kunnen betalen wél beschikbaar: door het lerarentekort vandaag bespaart de overheid veel geld dat ze niet uitgeeft. Betaal overuren desnoods dubbel in tijden van crisis.”

“Zo is er dus debat nodig over hoeveel lessen een klas gegarandeerd moet volgen, hoeveel middelen er voor andere zaken kunnen worden voorzien en wat die andere zaken dan eigenlijk zijn. In een complexe situatie waarvoor scholen staan, is het fundamenteel belangrijk dat het sociaal overleg ernstig genomen wordt. Samen met de personeelsafgevaardigden maken directies en schoolbesturen de school. De stem van het personeel moet dan ook serieus genomen worden.”

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?