De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.
De misrepresentatie van de cannabispsychose in de media dient als vrijgeleide voor het cannabisverbod
Amartya Sen, Nobelprijswinnaar voor de economie (1998) en politiek filosoof, hecht enorm veel waarde aan de media om het noodzakelijk publieke of democratische debat te voeden en zodoende de maatschappelijke rechtvaardigheidszin te dienen. Daarbij moeten de media vooral met onderzoeksjournalistiek de samenleving een juist beeld van de wereld, en de huidige kennis van zaken omtrent belangrijke kwesties geven. Volgens hem zijn redelijke mensen met juiste informatie, over welk item dan ook, in staat om hun mening te bevragen en desnoods aan te passen. De media zijn, in principe, essentiële instrumenten om vastgeroeste denkbeelden over bepaalde taboeonderwerpen of ten aanzien van bepaalde sociale groepen zoals homoseksuelen of cannabisgebruikers i, op een objectieve manier te brengen. Ze kunnen een herwaardering van een bepaald gebruik, bijvoorbeeld cannabisgebruik, mogelijk maken ii. In het verlengde van deze vaststelling is het eenvoudig te begrijpen dat de media voor een zeer groot deel bepalen welk beeld een lekenpubliek zich van cannabis en cannabisgebruikers vormt. Bovendien dragen ze hiermee bij tot het politieke en justitionele kader dat cannabisgebruik en cannabisgebruikers omgeeft. Desalniettemin zijn er talrijke voorbeelden te vinden van tendentieuze mediaberichten die weinig betrouwbare en sensationele berichten over cannabis en cannabisgebruikers melden waardoor beiden al snel gereduceerd worden tot een samenlevingsprobleem dat aangepakt dient te worden.
In dit artikel zal ik duiden hoe de media bij het berichten over cannabispsychose hun broodnodige onderzoekswerk en informatieve rol verachten en inruilen om zich te vaak als de echokamer van foute en sensationele insinuaties te gedragen. Zodoende torpederen ze het broodnodige eerlijke publieke debat betreffende cannabisgebruik en geven ze de indruk dat het huidige opgelegde verbodsbeleid legitiem is. In eerste instantie vat ik de claims van een wetenschappelijk artikel, dat wereldwijd zeer veel media-aandacht kreeg, samen. Nadien ontspint de rest van het artikel zich.
1. Het wetenschappelijk artikel uit The Lancet.
Het wetenschappelijk artikel werd in het voorjaar van 2019 in het gerenommeerde wetenschappelijke magazine The Lancet gepubliceerd onder de titel: The contribution of cannabis use to variation in the incidence of psychotic disorder across Europe (EU-GEI): a multicentre case-control study. Heel wat auteurs werkten mee aan het onderzoek onder leiding van professor Marta Di Forti. Tussen 1 mei 2010 en 1 april 2015 verzamelden de onderzoekers gegevens van 901 patiënten met een eerste psychose-episode, verdeeld over 11 locaties in Europa en Brazilië. De onderzoekers claimen na hun onderzoek dat de frequentie van cannabisgebruik en de sterkte van de cannabis, afgeleid uit het aanwezige percentage THC in de cannabis, verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijke stijging in de prevalentie van eerste psychotische stoornissen. Volgens hen heeft iemand die dagelijks cannabis rookt, met een THC gehalte van meer dan 10 %, vijf maal meer kans om een eerste psychose te ontwikkelen dan iemand die geen cannabis gebruikt. Daarbovenop, en door causaliteit aan te nemen (zie later!), poneren ze dat hun onderzoek aantoont dat indien de THC rijke cannabisvarianten zouden verdwijnen de casussen van een eerste psychose in al deze steden drastisch zou verminderen. Voor Londen voorspellen ze een daling met 30.3 %, voor Amsterdam 50.3%.Dit zijn boute beweringen, maar hoe betrouwbaar zijn ze? Eer ik verder op de betrouwbaarheid van hun onderzoek inga, geef ik mee hoe verschillende Vlaamse geschreven media naar het artikel verwezen.
2. De ontvangst van en de berichtgeving over het wetenschappelijke artikel in de Vlaamse geschreven media.
Het wetenschappelijke artikel werd op de dag van het verschijnen, in The Lancet overgenomen door, onder andere, drie Vlaamse geschreven media iii. De Morgen , Het Laatste Nieuws en HUMO besteedden er aandacht aan en publiceerden allen, onder de rubriek Lang leve de media pluriformiteit, net hetzelfde artikel met de titel Elke dag een joint? Drie keer meer kans op psychose iv. Een rake titel die wellicht veel lezers aantrok, al kan men zich afvragen of het vraagteken niet beter op het einde van de tweede zin zou staan. Hieronder vindt u het krantenartikel opgedeeld in fragmenten (vetgedrukt gedeelte is mijn werk). Nadien laat ik enkele kritieken, die er uit de wetenschappelijke wereld op het artikel uit The Lancet kwamen, aan het woord. Deze kritiek indachtig analyseer ik het krantenartikel opnieuw.De enige auteur van de drie artikels opent door de onderzoeksresultaten te bevestigen: Voor het eerst is een duidelijk en omvangrijk verband bevestigd tussen cannabisgebruik en psychose. In Amsterdam blijkt de helft van de eerste psychoses te wijten aan een dagelijkse joint. “Nederwiet komt ook op de Belgische markt terecht.” Wie elke dag cannabis gebruikt, loopt drie keer meer kans op een psychose dan wie dat nooit doet. Dat blijkt een studie van Kings’ College in Londen die vandaag verschijnt in The Lancet Psychiatry. Zo is er voor het eerst een grootschalige bevestiging voor een verband dat al jaren voor discussie zorgt.
Nadien komt de enige pertinente vraag van het artikel: “De vraag is altijd: zouden die mensen nooit een psychose hebben gehad zonder cannabis?”, zegt psychiater Manuel Morrens (UAntwerpen).“De impact op de individuele kwetsbaarheid ken je nooit op voorhand. Daarvoor heb je grote studies nodig op het niveau van de hele samenleving.”
De auteur overruled de sceptische stem enigszins door opnieuw naar de onderzoeksresultaten te wijzen: “De nieuwe cijfers sturen wel in die richting. De onderzoekers controleerden op elf plaatsen in Europa alle nieuwe gevallen van psychose tussen 2010 en 2015, op basis van wie zich aanmeldde bij de mentale gezondheidsdiensten. Vooral in Londen en Amsterdam, twee steden waar cannabis met hoge concentraties aan het werkzame bestanddeel THC ruim verkrijgbaar is, bleken heel wat psychoses gelinkt aan veelvuldig wietgebruik. Over alle steden heen hield zo’n een op de vijf psychoses verband met dagelijks gebruik van cannabis.”
Vervolgens maakt de auteur plaats voor de Vereniging voor Alcohol en Drugs (VAD) en citeert dan professor Jan Tytgat: “De VAD geeft aan dat de nederwiet ook op de Belgische markt terechtkomt. Volgens de onderzoekers van King’s College bevat die soms tot wel 22 procent THC, en heeft de helft van de Amsterdamse psychoses te maken met gebruik van deze sterke wiet. Ook bij ons stijgt het THC-gehalte in de ‘belgowiet’, weet toxicoloog Jan Tytgat (KU Leuven): “Gemiddeld bevat cannabis zo’n 10 procent THC, met uitschieters tot 15 of 18 procent. Wie bij het eerste gebruik meteen zo’n hoge concentratie inneemt, krijgt zeker en vast een psychotische reactie.”
Hierop volgt een verwijzing naar en een citaat van Psychiater Ruud Van Winkel (RVW) (UPC/KU Leuven): RVW ziet dat zo’n 60 tot 80 procent van de jongeren met een eerste psychose op regelmatige basis wiet gebruikten. “Natuurlijk is er een causaal verband, maar cannabis is altijd slechts een deel van de oorzaak. Een psychose wordt ook getriggerd door stress, relatieproblemen of een identiteitscrisis.”
Tenslotte buigen verschillende actoren zich over decriminalisering: “Gezien de hoge gezondheidsrisico’s vragen de onderzoekers om dit in rekening te nemen bij het beleid rond cannabis.“Vanuit psychiatrisch-medische redenen is er natuurlijk geen enkele reden om cannabis te legaliseren”, zegt Morrens. “Maar je praat over een bredere problematiek met sociale gevolgen, dus volledig afstraffen lijkt me ook niet aan de orde.” De VAD pleit daarom voor een decriminalisering zodat gebruikers vroegtijdig hulp kunnen krijgen. “Cannabis is een gezondheidsprobleem”, zegt VAD-directeur Marijs Geirnaert. “Dat vraagt om een zorgmodel, geen juridisch. Het kan ook zijn dat jongeren cannabis gebruiken om hun psychisch welbevinden onder controle te houden. Dan kan de geestelijke gezondheidszorg vroeger helpen dan latere verslavingszorg.” Ook Tytgat wil realistisch zijn. “Het is op de markt, dus controleer het. Als jongeren het dan toch roken, moeten ze kunnen weten hoeveel THC erin zit. Regularisering zorgt ervoor dat je weet wat je koopt.” De wietshops die alsmaar vaker in het straatbeeld opduiken, keurt hij wel af. “Commercialisering trekt net nieuwe gebruikers aan.”
Na het lezen van het krantenartikel denkt de gemiddelde lezer, met weinig cannabiskennis, dat cannabis roken een zeer groot geestelijk gezondheidsrisico voor eenieder inhoudt. Maar klopt dit wel, en in hoeverre doorstaan de claims van de onderzoekers een kritische analyse?
3. Kritiek uit de wetenschappelijke wereld op het artikel van Di Forti e.a..
Na het verschijnen van het artikel in The Lancet reageerden verschillende onderzoekers, individueel of in groep v, op het artikel bij de redactie van The Lancet waarna deze hun reacties online zette. Onder de titel High-potency cannabis and incident psychosis: correcting the causal assumption bekritiseren de onderzoekers het artikel van Di Forti e.a. en hun claim dat ze een oorzakelijk verband gevonden zouden hebben tussen cannabisgebruik en eerste psychotische episode. U kan hier enkele fragmenten van de kritiek lezen, die Het Laatste Nieuws, De Morgen, en Humo u onthielden. U hoeft ze niet met de passages uit het krantenartikel te vergelijken. Ik kom er later op terug.Een eerste internationale onderzoekersgroep reageert met: “De auteurs gaan ervan uit dat cannabis psychose of psychotische symptomen veroorzaakt, zonder daarbij overtuigende, alternatieve hypothesen te erkennen. De meeste rapporten die verbanden tussen cannabis en psychose onderzoeken, zijn er niet in geslaagd om voor de confounding (verstorende factoren (red.)), die voortkomt uit gecorreleerde genetische en omgevingsgebonden, individuele verschillen te corrigeren. Deze omissie omvat het vaak ontbreken van geschikte methoden om causaliteit vast te stellen. Het correlatieve case-control-ontwerp van Giordano en collega's, waarbij gegevens voor monozygote tweelingen werden geëxtrapoleerd, meldde dat een groot deel van de associatie tussen cannabismisbruik en schizofrenie vi niet causaal was, maar juist werd verstoord door gedeelde familiale factoren. Ondanks de toename van de prevalentie van cannabisgebruik in Australië over een periode van 30 jaar, vonden Degenhardt en collega's geen bewijs voor een noemenswaardige toename van schizofrenie. ... In onze meta-analyse ... vonden we een consistent patroon van bewijs dat een causaal effect van schizofrenierisico op levenslang cannabisgebruik ondersteunt. Daarentegen vonden we weinig bewijs voor een causaal effect van cannabisgebruik op het risico op schizofrenie ... Onze bevindingen suggereren sterk dat de verbanden tussen cannabisgebruik en psychose of psychotische stoornissen veel genuanceerder zijn dan Di Forti en collega's aannemen. Naast gecorreleerde genetische factoren beïnvloeden indirecte en bidirectionele processen waarschijnlijk de verbanden tussen cannabisgebruik, -misbruik en psychotische stoornissen. Door de alternatieve, verstorende en plausibele mechanismen niet te erkennen, wordt de conclusie van Di Forti en collega's over het schadelijke effect van hoog gedoseerd cannabisgebruik op de geestelijke gezondheid waarschijnlijk overschat.”
Een tweede reactie komt van een Nederlands onderzoeksduo: “In hun recente artikel concluderen Marta Di Forti en collega's dat het wegnemen van één omgevingsfactor – dagelijks gebruik van cannabis met een hoge potentie – de incidentie van alle psychotische stoornissen in Amsterdam met 50% zou verminderen .... Wij denken dat dit zeer onwaarschijnlijk is, aangezien Sullivan en collega's hebben bevestigd dat de erfelijkheid van schizofrenie ongeveer 80% bedraagt. Het toeschrijven van deze complexe multifactoriële hersenstoornis aan één omgevingsfactor, zoals cannabis met een hoge potentie, lijkt daarom contra-intuïtief, vooral gezien het feit dat 33,6% van de door Di Forti en collega's beoordeelde patiënten nog nooit cannabis had gebruikt... cannabisgebruik met een hoge potentie kan leiden tot drugs geïnduceerde psychose en cannabisgebruik met een hoge potentie kan een eerder begin van psychose veroorzaken bij genetisch kwetsbare individuen die sowieso een psychose zouden hebben ontwikkeld. Maar deze conclusies verschillen sterk van de stelling dat cannabisgebruik met een hoge potentie verantwoordelijk is voor 50% van de psychosegevallen in Amsterdam... Maatregelen nemen om incidentele psychoses te voorkomen is dus zeker een goed idee, maar het verbod op sterke cannabis zal het aantal nieuwe gevallen van psychose waarschijnlijk niet substantieel verminderen.”
Een derde onderzoeker stelt: “In Europa wordt cannabis meestal gemengd met tabak ... Eerdere studies geven aan dat frequent roken en wonen in de stad elk het risico op psychose ongeveer verdubbelen.”
Tenslotte de reactie van een vierde onderzoeker: “Psychose kent vele verschillende oorzaken en ik heb bedenkingen bij de methoden die gebruikt worden in het artikel van Marta Di Forti en collega's, dat erop gericht was het gebruik van cannabis met een hoog Δ9 tetrahydrocannabinolpercentage te correleren met het ontstaan van psychotische stoornissen. De onderzoekers hebben de cannabisplanten die door de casusgroep werden gebruikt niet getest op daadwerkelijke cannabinoïden en gevaarlijke verontreinigingen. Wat als de geconsumeerde planten verontreinigd waren met zware metalen of pesticiden, die ook in verband zijn gebracht met het ontstaan van psychose? Bovendien gebruiken de meeste mensen met een middelenstoornis meer dan één middel. Uit hun onderzoek bleek dat de casusgroep met een eerste psychose significant meer 'ooit'-gebruikers van andere drugs had, zoals ketamine, hallucinogenen en stimulerende middelen, dan de controlegroep.... Focussen op alleen cannabisgebruik is zeer reductionistisch en draagt weinig bij aan het bewijsmateriaal voor het bepalen van de complexe onderliggende mechanismen van psychose. Ervan uitgaan dat een complexe constellatie van factoren verband houdt met een psychosediagnose is veel verantwoorder. Onderzoekers moeten zich inspannen om niet reductionistisch te zijn bij het definiëren van de vele oorzaken van psychose.”
4. Het wetenschappelijk artikel herbekeken.
In het licht van deze reacties verbleekt het wetenschappelijk artikel van Di Forti e.a., en het bevestigende krantenartikel met de uitlatingen van de academici en de VAD, zienderogend. Hieronder vat ik de kritieken uit de onderzoekswereld samen en geef ik, schuin gedrukt, nog enkele persoonlijke bedenkingen die het onderzoek nog meer doen wankelen. Nadien geef ik aan hoe belangrijk beide artikels, en al hun voorgangers, zijn om een negatief beeld van cannabis en cannabisgebruik bij de publieke opinie te genereren. Zodoende krijgt de politiek niet veel tegenstand uit de slecht geïnformeerde publieke opinie wanneer ze een streng verbodsbeleid, of een bevoogdende decriminalisering, aan de overwegend gezonde volwassen cannabisgebruikers oplegt.De onderzoekers stellen zich vragen bij de gebruikte methodologie en zijn het erover eens dat Di Forti e.a. veel te reductionistisch te werk gingen. Di Forti e.a. suggereren een oorzakelijk verband gevonden te hebben tussen frequent cannabisgebruik, in het bijzonder met hoge THC waarde, en het ontwikkelen van een eerste psychotische episode door alle andere mogelijke oorzaken (erfelijkheid!!, tabak, andere middelen, vervuilde cannabis, wonen in een stedelijk gebied, …) uit te sluiten. Tevens sluiten ze het omgekeerde causale effect van een ander onderzoek, waaruit blijkt dat schizofrenie levenslang cannabisgebruik veroorzaakt, en niet het omgekeerde, cannabisgebruik veroorzaakt schizofrenie, uit. Evenmin wordt gerefereerd naar het feit dat de prevalentie van schizofrenie niet mee stijgt met de enorme toename van cannabisgebruikers de laatste decennia, noch naar het feit dat uit zeer veel onderzoek komt dat vooral genetische predispositie de oorzaak is van psychotische problematiek en dat cannabisgebruik (evenals zeer veel andere gebeurtenissen die angst en stress bij de kwetsbare persoon kunnen veroorzaken), alleen bij deze kwetsbare groep als trigger fungeert om een eerste psychose uit te lokken. Het lijkt wel of voor de onderzoekers cannabis de oorzaak van de eerste psychotische episode moest zijn. – Wie het wetenschappelijk artikel aandachtig leest merkt tevens op dat er een passage is waaruit blijkt dat ze geen oorzakelijk verband aantonen. Onder andere in de abstract (de voorstelling van het artikel), op de eerste bladzijde van het artikel (p.427 in the Lancet) staat expliciet bij methods : Assuming causality we calculated … Ze nemen dus een oorzakelijk verband aan, om nadien de PAF's (population attributable fractions) te berekenen, maar er kan even goed geen oorzakelijk verband zijn, ze nemen het gewoon aan! Verder bestaan er nog andere hypotheses over de redenen van cannabisgebruik bij psychotici. Eén ervan stelt dat psychotici hun psychotische symptomen trachten te counteren met cannabisgebruik.
33,6 % van de onderzochte groep blijkt nooit cannabis gebruikt te hebben – In tabel 1 op blz. 4 van het artikel (p.430 in The Lancet) kan u deze zeer merkwaardige vaststelling opmerken. Hoe 303 individuen (33,6%!!) die beweren nooit cannabis gebruikt te hebben, terecht kwamen in de cohort van 901 personen waarvan men stelt dat bij hen cannabisgebruik tot een eerste psychotische episode heeft geleid, is onverklaarbaar, geeft een zeer slechte indruk over de werkwijze van de onderzoekers en vertekent het resultaat aanzienlijk! Bovendien staat op de volgende blz. in tabel 2 dat slechts 22% van de 901 personen (198) op het moment dat ze bij de onderzoeker verschijnen om hun psychische problematiek te melden, zeggen cannabis te gebruiken. Het zou dus best kunnen dat iemand 2 maanden, of langer, geleden cannabis gebruikte, ondertussen heel wat trauma's en/of stressvolle situaties beleefde, nadien zich omwille van psychische problematiek bij de dienstdoende psychiater presenteert, waarna die laatste dan zeker weet dat er geen enkel andere reden kan zijn voor het probleem van de patiënt, dan het vermelde eerdere cannabisgebruik. Voorwaar, moeilijk een speld tussen te krijgen!
Bovendien is de gebruikte cannabis niet getest op pollutie door metalen of pesticiden of op de cannabinoïden!! – Dit gegeven is helemaal te gek voor woorden, noem het gerust hallucinant! De cannabis die de onderzochte personen gebruikten is niet getest op het THC gehalte. Hun indeling van de 2 cannabissoorten, lage potentie (THC <10%) en hoge potentie (THC ≥10%), construeerden de onderzoekers door een gemiddelde te maken van het THC gehalte van de in beslag genomen cannabis per regio. Maar dat zegt vanzelfsprekend absoluut niets over het THC-gehalte van de cannabis dat een deelnemer daadwerkelijk gebruikte. Om op een wetenschappelijke wijze het THC-gehalte van de geconsumeerde cannabissoort te achterhalen is het zonder meer essentieel om een deel van de gebruikte cannabis van iedere participerende persoon naar een erkend labo te sturen. Door dit niet te doen ondermijnen ze hun zeer gebrekkig onderzoek compleet want wat blijft er nu nog over van de stelling, zelfs wanneer ze voorafgaand alle andere oorzaken voor een eerste psychotische episode uitsluiten: 'er is een verband tussen dagelijks cannabisgebruik, vooral van THC rijke cannabissoorten en een eerste psychotische episode' wanneer blijkt dat 33% van de cohort nooit cannabis rookte en de onderzoekers het THC gehalte van de geconsumeerde cannabis gewoon niet kennen!
Het artikel van Di Forti e.a. rammelt zodanig hard dat het de wielerliefhebber in mij aan de passage op Carrefour de l'Arbre tijdens Parijs-Roubaix herinnert. Maar laat me duidelijk zijn, voor een hoog aangeschreven wetenschappelijk onderzoek is dit uitermate problematisch, doch niet verwonderlijk (zie later). Evenmin verwonderlijk is de onkritische berichtgeving in de media die in een grotere traditie past (zie later). Eer ik deze kwesties behandel, laat ik nog even mijn licht kort over het krantenartikel schijnen.
5. Het krantenartikel herbekeken.
De auteur stelt zich tevreden door de onderzoeksresultaten te bevestigen en lijkt niet te beseffen dat het wetenschappelijk artikel serieuze mankementen in zich herbergt. Zou ze het pas in The Lancet verschenen artikel wel gelezen hebben? Ze gebruikt deskundigen waarvan de korte passages en citaten die uit hun context gehaald zijn, vooral dienen om het gevaar van cannabisgebruik te vergroten. Expliciete tegenargumenten, die er in de onderzoekswereld veelvuldig aanwezig zijn, en die haar artikel fel zou nuanceren krijgen nauwelijks aandacht. Het lijkt wel of, zoals bij Di Forti e.a. het geval is, cannabisgebruik de grote boosdoener moet zijn. Ik kom hieronder nog even terug op enkele passages en citaten uit het krantenartikel.Wanneer psychiater Ruud Van Winkel stelt dat zo’n 60 tot 80 procent van de jongeren met een eerste psychose op regelmatige basis wiet gebruikten wil dit niet zeggen dat wiet de oorzaak van de psychose is. Het samengaan van 2 dingen wil nog niet zeggen dat het eerste de oorzaak van het tweede is, of in wetenschappelijke termen correlatie is niet hetzelfde als een oorzakelijk verband (zie later). Wanneer hij zegt “Natuurlijk is er een causaal verband" gaat hij in tegen de grote groep van onderzoekers die cannabis als een trigger zien die een psychose bij genetisch kwetsbaren kan uitlokken. Bij deze kleine groep van belaste mensen kunnen eveneens een hele reeks andere stresserende gebeurtenissen, zoals hijzelf aangeeft, een latent aanwezige psychotische episode triggeren, zonder dat er cannabisgebruik is! Maar zij die deze kwetsbare aanleg ontberen, en gelukkig is dit de overgrote meerderheid, zullen niet psychotisch worden door cannabis te gebruiken, noch door andere stresserende levensgebeurtenissen.
Het citaat van Toxicoloog Jan Tytgat: “Wie bij het eerste gebruik meteen zo’n hoge concentratie (15 of 18 procent THC) inneemt, krijgt zeker en vast een psychotische reactie”, is nog reductionistischer dan het besluit van Di Forti e.a.. Ik zou graag het wetenschappelijk artikel lezen waarop zijn uitlating gebaseerd is.
De uitspraak “Vanuit psychiatrisch-medische redenen is er natuurlijk geen enkele reden om cannabis te legaliseren” van psychiater Manuel Morrens is nogal kort door de bocht. Cannabis blijkt door veel mensen met psychische problemen gebruikt te worden om hun symptomen te bestrijden. Niet alleen psychotici doen dit, al is dit bij hen niet zo een goed idee! Er zijn veel anekdotische verhalen van patiënten die met THC rijke cannabis hun symptomen bij angst en depressie, ADHD, Gilles de la Tourette, PTSS, ... succesvol counteren. CBD is dan weer bekend voor zijn antipsychotische werking, waar mensen met psychotische problemen hun voordeel zouden kunnen mee halen. Inmiddels zijn er trouwens verschillende onderzoeken die dit bevestigen. Een gesprek met professor, neuroloog, psychiater en al bijna 30 jaar cannabisonderzoekster, Kirsten Müller-Vahl zou verheldering kunnen brengen. Want door een mogelijk medicijn illegaal te houden komt men niet tegemoet aan de noden van de psychiatrische patiënten.
Tenslotte is de uitlating “Cannabis is een gezondheidsprobleem” van VAD-directeur Marijs Geirnaert onjuist en zeer misleidend. De meeste cannabisgebruikers kampen omwille van hun cannabisgebruik niet met gezondheidsproblemen. Sommige artsen en instellingen zijn dermate slecht geïnformeerd, bevooroordeeld en/of paternalistisch dat ze dat er van maken. Dat hij in het verlengde hiervan stelt dat een zorgmodel en geen juridisch model zich opdringt om dit op te vangen is dus eveneens onjuist maar niet verwonderlijk (zie later). Zijn opmerking dat jongeren mogelijks cannabis gebruiken om hun psychisch welbevinden onder controle te houden is dan weer zeer valide, hij zou dr. Morrens eens moeten briefen. Toch betwijfel ik sterk dat de gemiddelde Belgische zorgverlener enige hulp kan bieden, zoals hij stelt, aan de medicinale cannabisgebruikers gezien hun opleiding hier niet in voorziet. Wat trouwens een groot probleem is in de staten en landen waar inmiddels medicinaal cannabisgebruik legaal werd.
6. Het krantenartikel als onderdeel van de macht van de media.
De macht die de media bezit om de opinie van een individu en een samenleving over de meeste onderwerpen te bepalen is bijna eindeloos. Dit is vooral het geval wanneer ze de enige of belangrijkste referentiebron zijn waarmee men de waarheid construeert. Om u een idee te geven van hoe machtig de media zijn bij het bepalen van een standpunt, laat ik Cas Goossens aan het woord. Hij was Administrateur-Generaal van de BRT (Belgische Radio- en Televisieomroep) tijdens de periode 1986-1996, en stelt dat de media vrij snel een mentaliteit kunnen bepalen: “Geef mij, in een land waar de vrije toegang tot een diversiteit van informatiebronnen beperkt is [...] één week de controle over de communicatiemiddelen, en ik zal met goed gekozen en intelligent gemonteerde tv-beelden die op het gemoed van de kijkers inwerken [...] in die ene week zal ik de hele bevolking van dat land warm maken voor of opzetten tegen – en dan mag u kiezen – de joden of de Palestijnen in het Midden-Oosten, de blanken of de zwarten in Zuid-Afrika, [...] de Walen of de Vlamingen in België ...” viiAnno 2025 blijft de berichtgeving in België inzake cannabisgebruik zeer tendentieus met een bijna uitsluitend negatieve berichtgeving. Wie zijn opinie over cannabisgebruik vormt met de informatie die de massamedia verschaffen kan nooit geloven dat de meeste cannabisgebruikers geen probleem, anders dan de stigmatisering, criminalisering en discriminatie dat voortkomt uit het politieke en strafrechtelijke beleid, van hun gebruik ondervindt. Positieve of saaie verhalen over cannabisgebruik halen het nieuws niet. Ook al omdat cannabisgebruikers politionele en juridische represailles riskeren wanneer ze openlijk over hun gebruik zouden getuigen. Tom Decorte, professor in de criminologie (RUG), stelt dat de media mee een barrière vormen om een debat betreffende een mogelijke regulering op te zetten. Volgens hem geven ze een te eenzijdig beeld van druggebruikers, waarbij de problematische gebruikers fungeren als pars pro toto in hun berichtgeving. Hij heeft eveneens problemen met de morele manier waarop de wetenschappen het roes zoeken gelijkstellen met een verslaving. Deze moralistisch-wetenschappelijke taal vindt nadien nabootsing in de media en bij politici. Zelfs drugsdeskundigen zijn er volgens hem niet altijd immuun voor. viii
Wetenschappelijke artikelen zoals dat van Di Forti e.a., en daaraan geweten krantenartikelen, blijven jarenlang nazinderen ix. In zijn boek Seeing through the Smoke A Cannabis Specialist Untangles the Truth about Marijuana (2023) besteedt eerstelijnsdokter en lector aan Harvard Medical School, Peter Grinspoon x een heel hoofdstuk, Does Cannabis Cause Psychosis? Chicken Meets Egg, aan de relatie tussen cannabisgebruik en psychose. In een notendop stelt hij dat het risico op psychose na cannabisgebruik alleen aanwezig is bij genetisch kwetsbare individuen en dat er daarnaast een correlatie bestaat tussen cannabisgebruik en psychose. Dit is niet hetzelfde als een oorzakelijk of causaal verband, zoals Di Forti e.a. claimen. Met een simpel maar verhelderend voorbeeld legt hij het verschil uit tussen de twee: “IJsconsumptie en verdrinkingen nemen beiden toe op het strand in de zomer, ze zijn gecorreleerd. Maar het ijsgebruik is niet de oorzaak van de verdrinkingen” (p.105). Vervolgens analyseert hij het artikel van Di Forti e.a., waarbij hij 10 gebreken vaststelt (p.108-p.110), en verwijst hij naar het gebruik van dit wetenschappelijk artikel meer dan drie jaar later, 23 juni 2022, in een stuk van de New York Times, “Psychosis, Addiction, Chronic Vomiting: As Weed Becomes More Potent, Teens Are Getting Sick” om cannabisgebruik te demoniseren. Hij omschrijft hun werkwijze veelzeggend als “This is journalistic laziness and scientific illiteracy raised to a rarified art form” (p.111).
Door hun, door Sen zou aangeprezen, onderzoeksrol te verachten en dubieuze feiten eenzijdig negatief aan de man te brengen, blijken de media een bepalende rol te spelen bij het ontstaan en in stand houden van het verbodsbeleid ten aanzien van cannabis in vele landen. Want laat u niet misleiden, de negatieve benadering om cannabisgebruik neer te zetten, zoals in het krantenartikel, is geen accident de parcours, maar eerder de voortzetting van een lange traditie.
7. De lange traditie van de media om cannabisgebruik negatief te portretteren.
Merkwaardig genoeg kennen de media een zeer lange traditie van vooral negatieve verslaggeving betreffende cannabis, waarbij het opvalt dat ze bijzonder weinig moeite doen om hun berichtgeving te verbeteren. Veelal geven ze beleidsvoerders of wetenschappers met een negatieve boodschap carte blanche om hun verhaal te brengen zonder er een degelijk onderzoek aan te koppelen. Zo stelde men in de VS vast, nadat men een groot aantal dossiers van het Federal Bureau of Narcotics (FBN) naar de Nationale Archieven overbracht, dat Harry Anslinger, het hoofd van de FBN tussen 1930 en 1962, een bijna exclusief monopolie had op de verspreiding van informatie ten aanzien van cannabis- en druggebruik tijdens de drie decennia dat Anslinger er de leiding had. xi Hierdoor gebruikten populaire magazines, wanneer ze over cannabis berichtten, Anslinger als primaire en vaak enige bron. Naast de geschreven media kon Anslinger eveneens langs de radio de bevolking en burgerbewegingen bereiken xii Anslinger was een notoir racist en minachtte cannabisgebruikers en hoewel zijn sensationele uitspraken vandaag grotesk overkomen verspreidden de media hen zonder terughoudendheid. Vanzelfsprekend hadden ze toen een grote impact op de publieke opinie maar evenzeer op de congresleden die het cannabisbeleid uitschreven. Tijdens een commissie in het Amerikaanse congres stelde hij zonder meer: “Most marijuana smokers are Negroes, Hispanics, jazz musicians, and entertainers. Their satanic music is driven by marijuana, and marijuana smoking by white women makes them want to seek sexual relations with Negroes, entertainers, and others. It is a drug that causes insanity, criminality, and death – the most violence-causing drug in the history of mankind.” xiii Anslinger demoniseerde cannabis en zijn gebruikers niet alleen, hij verdroeg geen andere meningen hieromtrent en schakelde menig andersdenkende uit .xiv De steeds herhaalde demonisering van drugs en cannabis zinderen vandaag nog steeds door. Susan Speaker, een geschiedkundige bij de Amerikaanse National Library of Medicine, stelt: “The rhetorical framework developed by this first generation of anti-narcotic crusaders proved durable and long-lived; it is still the template for American public discourse about drugs.” xvHoewel Anslinger niet rechtstreeks betrokken was bij het tot stand komen van het eerste Internationaal Drugsverdrag van de VN (1961), waar diplomaten al sinds de jaren vijftig aan werkten, en dat nu nog steeds het cannabisbeleid in de meeste landen bepaalt, beïnvloedde zijn visie op cannabisgebruik het standpunt van de Amerikaanse delegatie dat er een dominante rol speelde. De Single Convention on Narcotic Drugs zoals het verdrag heet, deelde drugs in vier verschillende categorieën in. Cannabis kwam zowel in Schedule I als in Schedule IV van de opdeling terecht. Schedule I herbergt volgens de VN een reeks van zeer verslavende substanties met veel misbruikpotentie. De substanties van Schedule IV hebben, volgens de VN, bijkomende bijzonder gevaarlijke eigenschappen en weinig of geen medische waarde. Door cannabis in Schedule IV te classificeren raadt de conventie het ondertekenende land aan om de volksgezondheid en het volkswelzijn te beschermen door de productie, import/export, handel, bezit en gebruik, anders dan kleine hoeveelheden voor medisch en wetenschappelijk onderzoek, te verbieden xvi. Inmiddels is er al zeer veel kritiek gekomen op deze indeling, dit uitlichten zou me in functie van dit artikel te ver afleiden, maar de gemaakte indeling dekt geen wetenschappelijke gronden doch weerspiegelt vooral de ideologische geest van Anslinger en (hedendaagse) konsoorten.
Het cannabisverbod reflecteert de schadelijkheid van cannabis niet. Die is eerder klein, zelfs heel wat kleiner dan de schadelijkheid van legale drugs als alcohol en tabak, zou de gemiddelde burger dit weten? Het cannabisverbod belichaamt een politieke ideologie en werd/wordt vaak aangegrepen om ongewensten in de samenleving te kunnen straffen of uit te schakelen. Een pijnlijk voorbeeld hiervan speelde ten tijde van de Vietnamoorlog toen nogal wat dissidenten drugs bleken te gebruiken. Het opgenomen citaat komt van John Daniel Ehrlichman, een adviseur en assistent binnenlandse zaken van de toenmalige Amerikaanse president Richard Nixon: “ We knew we couldn’t make it illegal to be either against the war or black, but by getting the public to associate the hippies with marijuana and blacks with heroin. And then criminalizing both heavily, we could disrupt those communities. We could arrest their leaders, raid their homes, break up their meetings, and vilify them night after night on the evening news. Did we know we were lying about the drugs? Of course we did". Uit het citaat blijkt zeer duidelijk hoe Amerikaanse toppolitici de media gebruikten om leugens over cannabis en andere illegale drugs te verspreiden en hoe het verbod dienst deed om dissidente stemmen uit te schakelen.
8. De wetenschap in hetzelfde bedje ziek
Niet alleen de media neigen cannabis negatief te duiden. Ook de wetenschappelijke wereld is in hetzelfde bedje ziek. In hun artikel Data, damn lies, and cannabis policy: Reefer madness and the Methodological crimes of the new prohibitionists wijzen de professoren in de criminologie, Jon Heidt en Johannes Wheeldon, erop dat het makkelijker is om onderzoeksfondsen te krijgen voor onderzoeken die in het verlengde liggen van de heersende politieke perspectieven. Betreffende cannabis betekent dit dat onderzoeksontwerpen die cannabis negatief belichten meer kans maken op een onderzoeksbeurs, waarbij ze onder andere de naam van Di Forti als voorbeeld laten vallen om naar deze gang van zaken te verwijzen. Eenzelfde kritiek, maar zonder verwijzing naar Di Forti, leest u in het hierboven genoemde Seeing Through the smoke (p.105). Onderzoeksfondsen om de therapeutische werking van cannabis aan te tonen hebben eveneens met deze scheefgroei te maken. Zo hield de gerenommeerde oncoloog Dr. Abrams zijn ware onderzoeksinteresse verborgen bij het indienen van een beursaanvraag. Hoewel hij de effecten van cannabis op het gewichtsverlies in verband met aids wilde onderzoeken, presenteerde hij de studie als een studie die potentieel toxische interacties tussen cannabis en standaard aidsmedicijnen zou onderzoeken: “We designed a study that would appeal to the group of people funding the grant.” xvii De ideologische geest van de war on drugs, wat vooral een oorlog tegen cannabis is omdat het veruit de meest geconsumeerde illegale drug is, heeft in de loop der tijd zeer veel wetenschappelijk onderzoek gecorrumpeerd en onbruikbaar gemaakt. Huidige onderzoekers, journalisten, de publieke opinie en beleidsmensen dienen dit te weten en er rekening mee te houden.Na het lezen van dit artikel is het duidelijk dat voor een zeer groot deel van de onderzoekerswereld de cannabispsychose, personen met een bepaalde kwetsbaarheid treft. Dat de media sensationele, zelfs uiterst gebrekkige, wetenschappelijke onderzoeksresultaten met betrekking tot cannabispsychose uitsorteren bij hun berichtgeving lijkt binnen een bepaalde mediatraditie te passen. Een dergelijke eenzijdige benadering legitimeert voorts het huidige cannabisverbod. Dit terwijl cannabis een minder schadelijk roesmiddel dan alcohol is. Een mogelijke legalisering lijkt in een zogenaamd liberaal democratisch land als België veraf. Wegens het verbodsbeleid riskeren cannabisgebruikers nu nog steeds gestigmatiseerd, gecriminaliseerd en gediscrimineerd te worden. Bovendien is het voor zeer veel patiënten een hindernis om cannabis op een therapeutische manier te gebruiken. Het verbodsbeleid verhindert tevens dat cannabisgebruikers zelf over hun eigen ervaringen kunnen spreken, of aan een publiek debat zouden kunnen deelnemen, omdat ze dan politionele en juridische vervolging riskeren. De onrechtvaardige behandeling van de (medicinale) cannabisgebruiker zit gevangen in een onredelijke constructie, waarbij de media door middel van diepteonderzoek en eerlijke berichtgeving wel eens de sleutel in handen zou kunnen hebben om de herwaardering van cannabisgebruik mogelijk te maken. Zodoende zouden enkele honderdduizenden mensen in België plotsklaps van crimineel in burger kunnen veranderen.
Tenslotte anders dan VAD-directeur Marijs Geirnaert in het krantenartikel stelt is cannabisgebruik geen gezondheidsprobleem. Simpelweg omdat de meeste cannabisgebruikers geen gezondheidsprobleem van hun gebruik ondervinden. Wel is er een shift van evil naar sick in het beleid ten aanzien van cannabisgebruik wereldwijd aan de gang. Waarbij cannabisgebruikers niet langer als criminelen naar de gevangenis dienen te gaan maar als zieken naar de therapeutische instelling. Waarom dit geen gunstige evolutie is vertel ik u in een volgend artikel.
Patrick Dewals is politiek filosoof en de auteur van Medicinale cannabis. Meer dan een medische kwestie.
i Sen schrijft niet over cannabisgebruikers.
ii Sen, A., 2013. Het idee van rechtvaardigheid. Rotterdam: Lemniscaat. Over het belang van het publieke debat en de rol van de media daarbij zie vooral DEEL IV vanaf p. 333.
iii De drie media publiceerden hetzelfde artikel, dat op 19/03 reeds af was, gezien het toen in HLN verscheen. DM publiceerde het op 20/03 en Humo op 21/03.
iv Te raadplegen via https://www.humo.be/nieuws/elke-dag-een-joint-drie-keer-meer-kans-op-ps…
v Hier vindt u de namen van de onderzoekers en de universiteitsdepartementen waar ze werken: https://www.thelancet.com/journals/lanpsy/article/PIIS2215-0366(19)30174-9/fulltext. U dient op linked articles te klikken om de verschillende reacties te kunnen raadplegen!
vi Schizofrenie is een psychische ziekte dat gepaard gaat met psychotische episodes.
viiGoossens, C., 2009. De macht van de media. De markt is de baas. Leuven: Van Halewyck, pp. 89-90
viii Decorte, T., 2014. De regulering van cannabis. Lessen uit het verleden en denksporen voor de toekomst. Mechelen: Wolters Kluwer. pp. 59-62
ix Na een korte zoektocht op het net vond ik, naast de hierboven besproken artikelen, in de volgende buitenlandse media een bericht met een verwijzing naar het artikel van Di Forti e.a.. De lijst is vanzelfsprekend niet exhaustief en sommigen waren inhoudelijk goed, hoewel ze de gebreken van het onderzoek niet weergaven en een misleidende titel gebruikten. Velen waren echter niet veel soeps. Ieder bericht werd omstreeks 19 maart 2019, de datum van het het verschijnen in The Lancet, gepubliceerd, de Volkskrant , Nu.nl , Het Parool , RTBF , Radio France , The Guardian , BBC , CNN , RTS (Zwitserland) , Europe1.fr , NPR .
x Hij is de zoon van de in 2020 overleden psychiater (gespecialiseerd in schizofrenie) en professor aan de Harvard Medical School, Lester Grinspoon waarmee ik in 2015 een gesprek over de relatie tussen cannabis en schizofrenie had.
xiElsner e.a., 1998, Lindesmith v. Anslinger an early government victory in the failed war on drugs, Journal of Criminal Law and Criminology, vol. 88(2), pp. 661-682. p.662
xiiSpeaker, S., 2001., “The struggle of mankind against its deadliest foe”: Themes of counter subversion in anti-narcotic campaigns, 1920-1940. Journal of social history, spring, pp. 591-610. p. 592-5, p. 598
xiiiBewley-Taylor, D.R., Blickman, T. and Jelsma, M., 2014. The rise and decline of cannabis prohibition. The history of cannabis in the UN drug control system and options for reform. [pdf] Amsterdam/Swansea: Transnational Institute/Global Drug Policy Observatory. Available at: https://www.tni.org/files/download/rise_and_decline_web.pdf. pp.17-18
xiv Elsner e.a., 1998, p. 666xv Speaker, 2001, p. 592
xvi Bewley-Taylor, D.R., Blickman, T. and Jelsma, M., 2014. The rise and decline of cannabis prohibition. The history of cannabis in the UN drug control system and options for reform